Geplaatst in Cuba

Kakka

Deze post maakt deel uit van een serie over mijn vakantie in Cuba, alweer vijf jaar geleden. Klik hier voor alle verhalen.

donderdag 30 juli 2015

Een nieuwe dag met nieuwe kansen. Dag, Santiago de Cuba. We gaan je verlaten, maar heel rouwig zijn we daar niet om. De mooie stukken van de stad zijn decorstukken voor leed in het kwadraat. Ik hoop dat de inwoners het heel snel wat beter gaan krijgen, nu de grenzen met de Verenigde Staten zijn opengegaan. Na een kleine dwaling vinden we rond kwart over acht de autopista weer terug.

Onderweg

Ossen dragen gelaten hun juk en sleuren de vracht vooruit, langzaam maar zeker. Ze moeten bijzonder goede maatjes zijn. Of het kan ze allemaal niks meer schelen. Paardjes draven moedig met hooi, balen, zakken en mensen. Mannen zwaaien hun machetes en snoeien de struiken in strakke vorm. Het gras maakt plaats voor hun vaardige handen. Vrouwen lopen met paraplu’s om zich te beschermen tegen de altijd aanwezige zon. In de berm houden verkopers twee stuks fruit omhoog. Misschien staan ze er vanmiddag nog. Een oude man met een stok strompelt een helling omlaag, een plastic zak in zijn hand. In de verste verte geen dorp te bekennen langs deze kronkelende CC weg vol onverwachte kuilen. V-man moet constant opletten dat hij ze ontwijkt.

Het wilde westen is echt niet in de US, het is hier! Ontspannen diep in het zadel hoeden ze hier nog koeien. We rijden langs uitgestrekte valleien, besprenkeld met palmbomen tussen het suikerriet. Ze glooien en plooien zich over het landschap. Maiskolven wuiven in de wind. Bushokjes bij de vleet. Het openbaar vervoer is goed geregeld: je kunt alles en iedereen aanhouden. Zeer regelmatig wordt een hand met geld opgestoken, maar we zien af van passagiers.

Twee mannen zitten op hun hurken in de schaduw van een boom. Hun rubberlaarzen zijn helemaal in in Cuba. En als je echt hip wilt zijn, trek je daarbij ook nog je shirt omhoog over je buik. Geitenhoeders en Cubaanse schonen lopen langs de weg. Waarschijnlijk urenlang, want waar gaan ze heen? Er is niets. Auto’s repareren is een sociale aangelegenheid. Met zijn vijven rond de motorkap. Je moet wel verstand van auto’s hebben als je hier woont. De vehikels zijn zo vaak gerepareerd dat alles versleten is. Verkeersborden zijn vaak met de hand gemaakt. ‘Paard en wagen’ lijkt meer op een hond met een wormvormig aanhangsel.

150730collage

In de stad krioelt het van de voetgangers, fietsers, trapkarretjes, paarden en bussen. Open vrachtwagens stoppen rechts en links om hun menselijke lading te dumpen. Een flatgebouw grauw, maar het herbergt hopelijk vele homes. Dan weer vrolijk geschilderde huizen. De zon geeft alles een warmere tint. Drie meisjes lachen en zwaaien terug naar me. Met spandex omhulde billen trillen op de maat van Big Mama’s voetstappen. Roze is een universele babykleur voor meisjes. Haarbandjes en speldjes contrasteren prachtig met hun mokka huid.

Tip: houd nooit de Google reistijden aan, maar vermenigvuldig ze met anderhalf. Je moet wachten achter iedere fietser, trekker, kar, motor (die alleen door het zijspan overeind blijft), remmen voor iedere kuil, erop bedacht zijn dat de weg ineens kan ophouden of dat een auto stilstaat op straat. Vind je het gek dat de kalkoengieren nooit ver weg zijn.

Met getraind oog druk ik het knopje van de luchtcirculatie in als er weer een stinkende auto aan komt. De reisgidsen verzwijgen wijselijk de stank en de armoede, en benadrukken de glorie. De glans is echter al lang geleden weg getrokken. De schoonheid komt nu van de warmte van de mensen, die hun hoofd boven water proberen te houden en vaak leven zoals hun voorouders. In het zelfde dorpje waar hun grootouders geboren zijn.

We rijden al drieënhalf uur en zijn nog lang niet op de helft van de route naar Sancti Spiritus. Een motorrijder rijdt dwingend naar ons toe en dirigeert ons de berm in. Achter hem nadert een volgeladen tientonner in volle vaart. Sjesus! De lange rit is bijzonder slaapverwekkend en ik vecht om wakker te blijven om Victor gezelschap te houden. Tot ineens een cowboy zwaait met zijn hoed en ons tot stoppen dwingt. Links en rechts een kudde koeien, zes man te paard eromheen. Geweldig, ineens ben ik klaarwakker. Ik wil het filmen! Maar we zijn alweer voorbij.

Eten en…

Onderweg eten is altijd een probleem. De meeste tentjes hebben namelijk niks. Af en toe kus ik mijn man op zijn schouder. Hij is de enige chauffeur die in deze auto mag rijden. Vlinders fladderen voorbij, hun buikjes vol nectar. Konden ze ons maar de weg wijzen naar een leuk eettentje. Of een minder leuk eettentje, als ze maar eten hebben.

Rond één uur ’s middags zal ik toch even moeten plassen na vijf uren droog te zitten. Het land is niet dichtbevolkt, maar er zijn wel overal mensen en auto’s. Na de derde door mij afgekeurde stop gooit Victor de auto aan de kant. Ik neem een kijkje bij greppel, bij het open stuk en loop terug naar de auto. Met volle blaas. Victor sommeert me naast de auto te gaan zitten. Tegensputterend over bussen vol toeristen die foto’s van me nemen, hurk ik naast de auto, biddend dat er alleen maar aan de voorkant iets uitkomt. Mijn gebeden worden verhoord. Pfew. Er passeert alleen een auto, maar geen bus. Een vakantie vol primeurs. Met de energie van een notenreep zoeken we verder naar geschikt eten.

En weer een nieuw Spaans/Cubaans woord geleerd: kakka. Hoef ik vast niet uit te leggen hè? Als we een restaurant met tankstation zien, maken we een U-turn en sluiten aan in de auto-rij. De pompbediende haalt een vinger langs zijn keel: de special gasoline is op. We besluiten hier toch te gaan eten; Vic een kleine pizza en ik een wit broodje met ham. Onder in de vitrine ontdek ik een pak tomatensap. Doe die ook maar. Na een half broodje voel ik het al. Na driekwart broodje stop ik met eten en kijk mijn partner aan. Ik moet. Er is echter geen bagna, alleen bij het andere restaurant verder op de heuvel. Mijn trouwe rugzak en ik beklimmen de zinderende trappen.

Een oud vrouwtje staat op wacht en houdt me tegen. Zwijgend wachten we samen. Na vijf minuten wijst ze achter zich en zegt ‘Hombre‘. Aha, er zit een man op. Na weer vijf minuten wrijft ze over haar buik, wijst richting hokje en zegt ‘kakka‘. Hij heeft buikpijn. Hey, join the club! Na nog twee minuten loopt ze naar binnen en gluurt onder de deur door. Ik schiet in de lach. Dan komt er een knul naar buiten en is het mijn beurt. Ik wring me naar binnen. Het is vies, maar niet zo vies als in de snackbar van het stadje dat ik heel snel uit mijn herinnering verbannen heb. Nou, ik kakka ook, zo goed en kwaad als het gaat, hangend in het luchtledige in die benauwde ruimte. Ik vis wc-papier uit mijn tas en deponeer het na gebruik in de daarvoor bestemde kartonnen doos. Yikes! Niet bij nadenken, is heel normaal hier.

Ik loop naar buiten, grijp een emmer met water (ik blij dat ik het kon afkijken bij mijn voorganger) spoel door, en gooi er voor de zekerheid nog een emmer achteraan. Dan houd ik mijn handen onder de lopende kraan en loop naar buiten. Van pure opluchting besef ik pas in de auto dat ik vergeten ben te betalen! Dat arme vrouwtje met twee kakka’s achter elkaar oh! Victor haalt laconiek zijn schouders op en rijdt weg. Sorry senora. Drie doekjes later voelen mijn handen nog steeds vies aan, maar alles is beter dan niks op dit punt. Ik wil in een koel zwembad met een flinke dosis chloor duiken.

Sancti Spiritus

Tegen vijf uur arriveren we in Sancti Spiritus, en rijden feilloos naar de Casa. Ik neem eerst een douche, waarna we het stadje gaan verkennen. Het blijkt heel erg leuk te zijn.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Niemand kijkt raar, niemand spreekt ons aan en niemand wil wat van ons. Kinderen spelen op een plein, terwijl de ouders trots toekijken. Er is zelfs een winkelstraat. We parkeren onze auto op de juiste plek bij de kerk en als we terugkomen horen we een bekende stem: Tanja en Hans zitten ook weer hier. Wat gezellig! We kletsen bij en horen dat ze een busrit hebben gemaakt in Santiago, waarbij ze prachtige dingen hebben gezien. Ik geef haar mijn kaartje, zodat we contact kunnen houden, en gaan op zoek naar een restaurant. Bij de buren eten we fried fish met rijst, waarna Victor als een blok in slaap valt. Een vermoeiende dag die goed is gegaan, en een nog beter einde heeft.


MapCuba

2015 plaats blog
20-jul Schiphol > Havana Cuba, here we come
21-jul Havana Old Havana
22-jul Havana Gieren
23-jul Havana > Viñales Over een onverwachte passagier en sigaren
24-jul Viñales Hongerige ogen en magen en een dorstige auto
25-jul Viñales > Trinidad Schurken en helden
26-jul Trinidad Adembenemend mooi Trinidad
27-jul Trinidad > Camaguey De Gidsende Gebroeders
28-jul Camaguey > Santiago De Cuba Een bord vol komkommerschijfjes
29-jul Santiago De Cuba Sterven voor het vaderland is leven
30-jul Santiago De Cuba > Santi Spiritus Kakka
31-jul Santi Spiritus > Varadero De voetstappen van Al Capone
1-aug Varadero In geuren, kleuren en klanken
2-aug Varadero Tropenweken

Auteur:

feelgood writer | avid reader | RPGamer | caretaker of lads and cats | no lady, but all woman

6 gedachten over “Kakka

Wil je reageren? Graag!