Vanmorgen heel vroeg liep ik een kleine ronde, de zon op mijn gezicht, een luisterboek in mijn oren. Verderop waren stratenmakers al druk in de weer en ik passeerde hen op veilige afstand. Mijn weg voerde het buitengebied in, dat hier om de hoek ligt. En er was niemand. Wel een paar paarden, die mij nieuwsgierig nakeken
Op de terugweg zag ik deze stoepkrijttekening. In gedachten zag ik een meisje, ijverig voorover gebogen, het puntje van haar tong tussen haar tanden. Zij creëerde een prachtige kleurrijke bloem, hemelsblauw en zonnegeel. De tekening ontroerde me en vervulde me met hoop.
Wat er ook speelt in een land,
laat het vooral de kinderen zijn.
Loesje
klik voor details
Nu we niet meer vrij en blij naar buiten kunnen waar en wanneer we maar willen, nu we waar mogelijk thuis werken en afstand moeten bewaren, wil ik foto’s delen die buiten naar binnen brengen. Daarbij beschrijf ik waarom ik de foto maakte, hoe ik er naar keek. Ik verzamel ze onder de categorie BUITENSTEBINNEN. En ik nodig je van harte uit om mee te doen.
“Ik moet naar school, Krokie, de vakantie is over.” Tess diept de kleine voorzichtig uit haar schooltas op en zet hem terug op de grond. “Je kunt niet mee.”
Krokie geeft zich echter niet zomaar gewonnen en bijt zich vast in de zoom van haar jurk. Ze giechelt. “Zo kan ik toch niet lopen, gekkie. Oké, ik weet wat. Zie je mijn knuffels daar zitten?” Ze houdt het beestje omhoog. “Zie je hoe stil ze zitten? Zo stil moet jij ook zijn, anders krijg ik problemen. Begrepen?”
Tess pakt haar vriendje op en hangt hem als een paraplu aan haar arm. Met de schooltas in de andere hand stapt ze de gang op.
“Dag mama, ik ben naar school.”
“Niet zo snel, jongedame. Laat eens zien wat je daar hebt?”
O jee.
“Krokie wil mee naar school, hij moet ook leren!”
“Je kunt geen krokodil mee naar school nemen, ook al is hij nog klein. Dat kan echt niet.”
“Echt wel.”
“Nee, echt niet, lieverd.”
“ECHT WEL!”
Als twee kemphanen staan ze tegenover elkaar, de armen stijf over elkaar geslagen, het meisje het evenbeeld van de moeder. Krokie zegt niets, maar klemt zich stijf met zijn staart aan haar arm vast.
De moeder kijkt naar haar vastberaden dochter. De rode krullen plakken tegen het verhitte gezichtje. Niemand in de dierentuin had verwacht dat het krokodillenjong het zou overleven, maar Tess heeft het vertroeteld en met kleine hapjes weten te redden. De twee zijn de afgelopen maanden onafscheidelijk geweest.
“Weet je wat? We vragen aan de juf of je hem mee mag nemen op Werelddierendag. En als je een spreekbeurt hebt. Dan kunnen al je klasgenootjes hem bewonderen. Deal?”
De krokodil kijkt naar Tess en zij kijkt terug. Ze knikt zwijgend. Terug in zijn terrarium krijgt Krokie een extra insectenhapje. “Voor je het weet ben ik alweer thuis. Ga maar lekker slapen.” Een teddybeer houdt hem onder de warmtelamp gezelschap. Als surrogaat-surrogaatmoeder.
<< Wil je ook de andere zeswoordverhalen lezen en/of meedoen? Klik op de button hiernaast! En kijk hier voor het archief van de 6WMB schrijfuitdagingen. 😀