Deze post maakt deel uit van een serie over mijn vakantie in Cuba. Klik hier voor alle verhalen.
—
Waar de kalkoengieren in Havana rond het Havana Libre cirkelden, vliegen ze hier zowat boven onze hoofden. Na een interessante rit zijn we aanbeland in Viñales. Schommelstoelen op de veranda, mango juice aan het grind-zandpad. En een biertje voor Victor.
Om half tien checken we uit bij het hotel en een half uur later stappen we in onze zilverkleurige Chinese auto. Welk merk? Geen idee, dat staat er niet op. Wat ook nergens staat is de juiste weg naar de snelweg A4. Toch weet mijn V-man de juiste richting in te schatten via een drukke smalle weg met vele gaten erin. Gelukkig vind ik later twee dorpen waar we doorheen rijden op de kaart en weet ik waar we zijn. Ik leid mijn chauffeur via een kleine omweg naar de autopista. Jippie, dat schiet beter op. De weg slingert een beetje, maar snijdt voornamelijk recht door het landschap. Palmbomen, viaducten waar auto’s en mensen hun toevlucht onder zoeken tegen de brandende zon. In de berm koeien en geiten, aan touwen vastgezet. Soms ontsnapt er eentje en kuiert over de snelweg. Ook paard en wagen, wandelaars, alles is mogelijk op de Cubaanse wegen. Trekkers die haaks oversteken, vrachtwagens vol met mensen, verkopers van strengen knoflook. Drie emmers met sinaasappels langs de weg. We razen met tachtig km per uur voorbij, de vele gaten ontwijkend. Zoals altijd houden de kalkoengieren alles nauwlettend in de gaten. Cuba leeft.
klik voor details
De weg voert langs Bauta, Anafe, Caimito en Aguacate naar de autopista. Guanajay, Cayajabos en Las Terrazas, Candelaria. En dan? Dan worden we onder een viaduct aangehouden door iemand in uniform, die zegt van de politie te zijn. Een oude grote grauwe bus staat langs de kant, en ik zie nog net hoe de chauffeur er letterlijk tegenaan schopt. Dat ziet er kapot uit. De politieman spreekt wat Engels en legt uit dat de bus niet meer verder kan. Of we iemand een lift kunnen geven richting Viñales. We kijken elkaar aan. Gelukkig hebben we een soortgelijk verhaal al eens eerder gehoord van Victor’s zus, anders waren we wantrouwiger geweest. Niño, roept hij, stap maar in. En daar komt Mario.
Mario is gestrand onderweg naar zijn werk bij de tobacco factory en staat al ruim een uur te wachten. De ene na de andere stad vliegt voorbij en we praten over Cuba en Nederland, over zijn werk, zijn zoontje en Havana. Als we zijn eindbestemming naderen, nodigt Mario ons uit voor een rondleiding bij de tabaksplantage en een sigaar. We rijden steeds verder de rimboe in en hobbelen over een zandpad. Bij een huis moeten we naar rechts, een grasveld op. Straks krijgen we geen sigaar, maar zijn we de sigaar. We worden namelijk opgewacht door vier mannen, en ik zie de machetes al haast verborgen achter het struikgewas liggen. We zijn ver van de snelweg en belanden regelrecht in een avontuur.
Dan nadert nog een man. That’s my boss, zegt Mario enthousiast. Er volgt een geanimeerd gesprek in het Spaans en we staan erbij en kijken ernaar. Alex, de baas van de tabaksplantage, steekt zijn hand uit en dankt ons hartelijk voor het meenemen van zijn werknemer. Van Nederland weet hij wel het een en ander. En tot mijn verbazing vertelt hij dat hij Doutzen Kroes en haar echtgenoot Sunnery James heeft ontmoet. Het ijs is al snel gebroken, zeker gezien de zinderende hitte.
Boss vraagt ons mee te komen. We lopen naar een schuur, langs koeien en velden. Als ze ons willen laten verdwijnen, is dit het ideale moment. Maar zodra we binnentreden herken ik inderdaad de rekwisieten die nodig zijn voor het drogen van tabaksplanten. We krijgen een spoeduitleg en -rondleiding aan de hand van een mooi geïllustreerd boek. Er zijn blijkbaar twee soorten tabaksplanten: een voor de buitenkant – de wrappers – en een andere met drie zones voor de filling. Zijn woorden krijgen vorm in de vaardige handen van een werknemer. Hij draait zowaar een sigaar voor ons! Don’t give it to your friends, save it for your enemy, zegt Alex met een lach. Natuurlijk gebruik je niet de beste grondstoffen voor toeristen die zomaar komen aanwaaien. Als hij hoort dat we uit Breda komen, zoekt hij achter in het boek een Bredaas adres op en vertelt dat hij de eigenaar van de sigaren- en koffiezaak kent. Daar gaan we zeker langs om de hartelijke groeten uit Cuba over te brengen.
Alex biedt nog sigaren te koop aan, daar zien we echter van af. Normaal gesproken zouden we moeten betalen voor de mini-tour, maar omdat we Mario hebben meegenomen, hoeven we dat niet te doen. Will you do me a small favor though? Sure! We spelen weer voor taxi en nemen dit keer Roxy mee naar Viñales. Hij blijkt een tour guide te zijn, die mensen te paard de omgeving laat zien. Zijn Engels is prima. Via de Drunk Road arriveren we in de prachtige vallei van Viñales. Groen, bergen op de achtergrond, kleurrijke huisjes. We gaan met Roxy het restaurant binnen waar hij ook nog werkt als ober. Het zit stampvol en ziet er gezellig uit. Dinner reservation at eight o’clock, met een aanbetaling van 5 CUC (is ongeveer € 5,-) per persoon, die we later vanavond weer terug krijgen.
We nemen afscheid van onze tweede lifter nadat hij ons zijn huis en de weg naar onze casa particular gewezen heeft. Het blijkt geen weg te zijn, zelfs geen grindpad, maar een combinatie van aarde en stenen en slingerend smal. We kijken elkaar aan en halen de schouders op. Victor draait onze Chinees erin en we hotseknotsen verder. Halverwege stapt V-man uit omdat het pad onbegaanbaar lijkt. Toch maar proberen. Ik zit inmiddels met de ogen dicht en wacht af, maar wonder boven wonder rijden we veilig verder. Met hulp van een zeer jonge gids op een kinderfiets weten we het juiste adres te vinden en zien aan de linkerkant een bekende naam. We zijn gearriveerd bij Casa Oni Y Luis, en onze gastheer komt ons breed glimlachend tegemoet. Oké? Oké! Zijn stopwoordje.
In gebrekkig Engels legt Luis uit dat hij een excursie voor ons kan regelen, maar we komen er niet achter wat die precies inhoudt. Er is een Indian Cave in de buurt. Ook kunnen we de bergen of de valley in om te hiken. Paardrijden lijkt mij erg gaaf, maar Victor niet. Fietsen lijkt hem gaaf, maar mij niet. Een combi paard/fiets ziet hij helaas ook niet zitten, dus we houden het denk ik op een autorit morgen, en gaan van daaruit te voet verder.
We dragen de koffers onze casa binnen en zijn verbluft: we krijgen niet alleen een slaapkamer met double bed en airco, maar ook een eigen badkamer, een zitkamer met een tafel en twee bankjes, en een veranda met vier schommelstoelen. Een ideale plek om te schrijven. Life is exciting and beautiful. Wat maken we weer veel bijzonders mee met zijn tweetjes. Ik dein mee op de muziek van de buren en de TV geluiden van de overburen. Dreigend gerommel in de verte, donkere wolken pakken zich samen. Als ze om kwart voor acht maar weer weg zijn, want dan lopen we naar ons restaurantje!
Het onweer trekt inderdaad tijdig weg, maar het scheelt niet veel. Terwijl ik op bed lig te rusten, dondert en regent het dat het een lieve lust is. De zandsteenpaden laten het meeste water gelukkig wegstromen, dus met redelijk droge voeten komen we even voor acht uur bij onze reservering aan. Het is een magische avond. Vuurvliegjes vliegen af en aan door en boven het maisveld, waar de ondergaande zon in samenspel met de nog wat na-ijlende wolken voor een betoverend schouwspel zorgt. Onze gastheer herkent ons meteen, en komt netjes de tien CUC brengen. Ook adviseert hij ons over het eten, in het Spaans, Engels en Duits. Zo grappig, kan ik dat weer eens ophalen. Ik kies voor gerookte varkensfilet en Victor neemt manhaftig de aanbevolen lobster. Geen hamers of ander gereedschap: het beest is vakkundig leeggehaald, gekookt en in stukken gehakt met aanvullende ingrediënten weer gevuld. Als bijgerechten hebben we groentesoep, gele rijst met ananas, witte rijst, witte erwten met paprika, witte kool met komkommer en gekookte sperziebonen, geroosterde zoete aardappelchips en verse mango, ananas en banaan als dessert. Plus een biertje voor Victor en een mojito met honing voor mij. Voldaan zoeken we onze weg terug in het donker. Overal TV, mensen op de veranda; wij dus ook. Maar al snel kan ik mijn ogen niet meer openhouden en ga ik naar bed. Het was een mooie donderdag in Cuba.