“Sorry, maar wáár moet u zijn?” De vrouw herhaalt haar vraag, het gezicht niet helemaal in de plooi. “In HA302!” is het antwoord. Ze neemt de heer voor zich nog eens goed op. Strak in het pak, compleet met stropdas, een aktekoffer in de hand. Ze haalt haar schouders op en verwijst hem naar de derde verdieping. Als ze haar ogen opslaat komt daar warempel nog een pak naar de receptie lopen. Ook hij spreekt de wens uit naar HA302 verwezen te worden. “Volgt u die meneer maar, hij loopt net de trap op.” Wat later zitten acht beren… eh heren op een rijtje in de poppenhoek. En ik? Ik kan een lach niet onderdrukken.
Al twee jaren vormen we het netwerk Werkplekleren, waarin wij werken aan de flexibilisering van de opleidingen van de Academie voor Deeltijd (AVD). Leren op de werkplek moet daarin ook een belangrijke plek krijgen. De studenten van de AVD werken immers allemaal en volgen daarnaast een opleiding.
We hebben tot nu toe vooral met en van elkaar geleerd en diverse casussen onderzocht. Maar de wereld is groter dan Avans, en we willen samen leren, ook van wat anderen buiten de hogeschool doen. Dat betekent: de boer opgaan!
afbeeldingen: Pixabay
Die boer is in dit geval twee collega’s van de HAN, die veel expertise hebben op werkplekleren. We willen graag hun verhaal horen maar ook onze eigen verhalen met hen delen en spiegelen. Het is hoog tijd voor een excursie. Dat uitstapje wordt natuurlijk terdege voorbereid; we weten precies wat we willen weten, wat we willen vragen, wat onze verwachtingen zijn.
Die woensdagochtend spreken we af bij de HAN. Acht docenten –allemaal mannen– van diverse pluimages op excursie, en ik als expert. De werelden van o.a. Bouw & Infra, van Verpleegkunde, HRM en Bedrijfskunde ontmoeten elkaar op de werkplek.
Wat het achttal echter niet weet, is in welk HAN-lokaal we verwacht worden. Maar ik wel! Aangezien de HAN vroeger mijn thuishonk was, herken ik het nummer van het toegekende lokaal meteen. Het staat namelijk bekend als “Het kleuterlokaal”. Helemaal geen gekke term als je de Pabo gewend bent, maar als bedrijfskundig docent zou je daar anders over kunnen denken.
Ze staan wat onwennig te kijken, maar al gauw is de docent Bouw & Infra niet meer weg te slaan uit de bouwhoek. De verpleegkundige verbindt vakkundig een pop met een ontwrichte arm. De HRM docent slaat zijn netwerkgenoten gade en biedt zijn hulp aan. In de potjes en pannetjes van de speelkeuken wordt geroerd dat het een lieve lust is. De commercieel economist heeft eurotekens in zijn ogen. Een gat in de markt! Hij gaat kinderfeestjes voor volwassenen organiseren!
Ik laat ze even hun gang gaan en roep ze dan tot de orde. Daar zitten we dan. Acht volwassen kerels, de gastheer en -vrouw, en ik. De een met de pop, de ander trapt nog gauw een blokkentoren om. Mijn opzet is geslaagd. Ze hebben aan den lijve meegemaakt hoe je het beste kunt leren op de werkplek en hoe je dat inbouwt in een opleidingstraject. Ze hebben gemerkt hoe uitnodigend, stimulerend en creatief werkplekleren is. De uitwisselingssessie is succesvol!
Bij de uitgang neemt het netwerk afscheid. Als een van hen een zakdoek uit zijn broekzak opdiept, valt er een legoblokje uit. “Houd maar,” zeg ik lachend, “als aandenken aan de kleuterklas!”
Miranda Timmermans
Deze column schreef ik voor en namens Miranda Timmermans, Lector Leerkracht pabo Avans Hogeschool & Voorzitter VELON Vereniging Lerarenopleiders Nederland.