Geplaatst in Avans, Doldriest briest

Ze moeten mijn collega’s hebben! – deel II

Inmiddels zijn we een week verder. Ik was al goede maatjes met mijn nieuwe oplaadkabel en stond op het punt deze hele affaire achter me te laten toen ik gisteravond een mailtje kreeg van een lieve ex-collega, die nog bij Avans surveilleert. Ze had mijn column gelezen en wilde me toch op de hoogte brengen van nieuwe ontwikkelingen – nieuwe negatieve ontwikkelingen wel te verstaan. Dit keer ging het niet slechts om een kabel, nee: afgelopen maandag is een complete e-bike gestolen uit de Avans fietsenstalling! Plus een fietstas.

Hierdoor opnieuw geschrokken stond ik vanmorgen werkelijk in dubio: haalde ik mijn fiets van stal of nam ik de auto? Ik besloot me niet te laten intimideren en stapte op mijn stalen ros. Wel pikte ik op weg naar mijn werk eerst tijdelijk nog een extra slot op bij mijn partner. Ik legde mijn bike met twee kettingen vast en liep naar binnen. Bij de receptie vroeg ik de mannen een oogje in het zeil te houden en beklom de trap naar de tweede verdieping.

Op de gang kwam ik Peter tegen, de beste conciërge van de hele wereld, en hij vroeg meteen naar de kabel. Ik vertelde hem dat ik helaas niets vergoed kreeg, en informeerde naar de gestolen fiets. Hij bleek van een surveillant te zijn. Peter vertelde dat het een prachtexemplaar was geweest ter waarde van maar liefst €4000,-. Een fiets die met een sterke ketting vastlag aan een nog sterkere ijzeren paal. Geen beweging in te krijgen, zou je denken. Helaas bleek zelfs deze veiligheidsmaatregel niet afdoende.

Op camerabeelden – zou Avans dan toch geluisterd hebben? – is te zien dat iemand rond 18:30 uur langzaam langs de stalling kuierde, quasi nonchalant naar links keek, de stalling in, om vervolgens rustig verder te lopen. Vier minuten later zwaaide de toegangspoort open en kwam diezelfde vent naar buiten…

Er staat een hoog hek om de hele stalling heen, met slechts 20 centimeter speelruimte tussen de tralies en het dak, met akelige pinnen op de rand.

HOE DAN?!

De dader is blijkbaar toch binnengekomen, heeft het kettingslot met een slijptol doormidden gezaagd en is even later doodgemoedereerd met de fiets aan de hand naar buiten gelopen. De restanten van de ketting lagen als een zielig en volstrekt nutteloos hoopje staal aan de voet van de ijzeren paal. Extra sneu is dat de fiets niet verzekerd was, en dat de e-bike het vervoersmiddel was voor deze collega en zijn vrouw voor hun aanstaande fietsvakantie!

Nadat ik al deze details had gehoord, bracht ik mijn tassen naar mijn bureau, liep terug naar mijn bike en ontkoppelde de batterij. Die accu heeft de rest van de dag boven naast mij gelogeerd, maar nog steeds zat ik niet rustig te werken. Ik belde dus weer de fietsenwinkel en vroeg hen om advies. Blijkbaar bestaan fietskettingen met een speciale hoes er omheen, waarop een slijptol vastslaat. Dat idee beviel me wel. Eigenlijk overbodig om te vertellen dat inmiddels niet één maar twee kettingen mijn fiets sieren, al kostte het me weer bijna €60,-.

Dus nogmaals de oproep aan mijn Avans-collega’s: laat geen vreemden binnen in de stalling, laat NIETS achter op je fiets of in je tassen en zet je fiets goed op slot – waar mogelijk ergens aan vast.

Misschien moeten we een aantal bureaus in de fietsenstalling zetten. Werkplekken in de buitenlucht. Lekker fris in gefilterd zonlicht. Heerlijk toch? En het lost in één keer twee problemen op. Ik ben voor!

Geplaatst in Avans, Doldriest briest

Van je collega’s moet je het hebben – deel I

Het is al warm als ik die donderdag naar Avans peddel, op weg naar het gezamenlijke koffiemoment in het Grand Café ten afscheid van een fantastische en lieve collega. Helaas (voor ons) zet zij haar loopbaan elders voort, en ik mis haar nu al. Ik kom samen met een docente aan bij de fietsenstalling. Vrolijk keuvelend zetten we onze fietsen op slot en nemen de dag door. Mijn elektrische fiets gaat aan de oplader, zodat ik later ook nog naar huis kan. De dag verloopt benauwd – het is ruim boven de 30°C – en een spoedklus zorgt ervoor dat het alweer na 20 uur is als ik moe en verhit de zware deur van het fietshok weer open met mijn pasje.

Ik loop de hoek om en staar naar mijn e-bike, die geduldig op me staat te wachten in een bijna lege stalling. Maar iets klopt niet aan het beeld dat me begroet. Er ontbreekt iets. Ik knipper met mijn ogen en buig me zoekend over de bagagedrager. Niets blijft echter niets: mijn oplader is verdwenen. Verward denk ik terug aan de ochtend en herinner me dan met stelligheid: mijn fiets lag aan het infuus. Nog steeds geloof ik mijn ogen niet, maar ik besef dat het echt waar is: iemand heeft mijn oplaadkabel gejat. Gestolen. Meegenomen. Vanuit een met een paslezer beveiligde fietsenstalling. Een hitte die niets te maken heeft met de buitentemperatuur vloeit als een opkomende vloed door mijn buik naar boven en zet mij in vuur en vlam.

Pislink been ik terug naar de receptie. De conciërges deinzen haast achteruit door mijn felle blik en vragen haastig wat er aan de hand is. Ik had hen immers nog geen vijf minuten geleden vrolijk een fijn weekend gewenst.
‘Mannen, er loopt een dief rond in de beveiligde stalling!’
Ze staren me eerst vol ongeloof aan, maar als mijn woorden bezinken, reageren ook zij vol verontwaardiging. ‘Is er een camera geïnstalleerd?’, vraagt een van hen hoopvol. Er blijkt er alleen eentje bij de fietsrekken van de studenten te hangen.

Een conciërges biedt aan met me terug te lopen; hij wil de situatie met eigen ogen zien. Tja, er valt weinig te zien. Er hangt niemand rond in het verlaten hok, een bordje rond zijn/haar nek met de woorden ‘Ik heb het gedaan’. Nergens ligt een verlaten kabel. Het enige dat er staat is mijn eenzame fiets.

Voorzichtig oppert de man dat iemand hem ‘misschien per ongeluk’ heeft meegenomen? ‘Nou, dat lijkt me hoogst onwaarschijnlijk,’ reageer ik. ‘Per ongeluk de kabel uit mijn accu én uit het stopcontact trekken? Dubbel loskoppelen?’ Nee, dit is met opzet gedaan. Door iemand met een medewerkers-pas. Of door iemand die slinks mee naar binnen is gelopen. Maar het kan dus ook een collega zijn. En dat steekt me nog het meeste. Wie doet zoiets?! Teleurgesteld en boos fiets ik naar huis. Gelukkig met een volle accu.

De volgende dag zijn er geen nieuwe ontwikkelingen. Een telefoontje naar de receptie laat alleen ongeloof en verontwaardiging horen aan de andere kant van de lijn, mijn eigen emoties weerspiegelend. Ik besluit een nieuwe kabel te kopen en ’s middags kar ik van de fietswinkel terug naar huis, een nieuwe Qwik oplader rijker, en op 5 cent na 100 euro armer.

Inmiddels heb ik het gebeurde officieel gemeld bij Avans, en hen gevraagd camera’s op te hangen in het beveiligde fietsenhok. Ook heb ik aangifte van diefstal gedaan bij de politie. Helaas krijg ik noch van Avans, noch van mijn eigen fiets- en WA-verzekering iets terug. Noppes. Nada. Er kan Avans geen nalatigheid worden verweten, en er zijn geen sporen van braak – dit laatste is vereist bij vergoeding door de verzekering.

Voortaan laat ik niets meer achter in het fietsenhok. Geen oplaadkabel, geen jas, niets. Ik zorg er wel voor dat mijn bike met een opgeladen accu het terrein op kart. Misschien neem ik mijn fiets wel mee naar boven en parkeer hem naast mijn bureau. En ik adviseer mijn medewerkers om hetzelfde te doen. Als spullen in een beveiligde omgeving achterlaten voor eigen risico is, dan moeten we er immers alles aan doen om de risico’s zoveel mogelijk te beperken.

Tot slot nog een laatste woord aan degene die mijn oplaadkabel heeft gejat. Beste dief, bedankt voor deze wake-up call. Bedankt voor je grijpgrage handen en je schaamteloze egoïsme. De kabel kon gelukkig vervangen worden, het vertrouwen echter niet. Blijf met je klauwen van anderman’s spullen af!

Van je collega’s moet je het hebben…

Geplaatst in Avans, Columns

Verkeerde verdieping

De wielen van mijn koffer trokken zwarte voren in de sneeuw. In het lamplicht dwarrelden de vlokken naar beneden, fris op mijn verhitte wangen. Ik zoog de koude lucht tot diep in mijn longen. Wat een verademing na de bedompte vergaderruimte.

Ik keek om me heen, het moest hier toch ergens zijn? De verlichte ramen gaven een steels inzicht in het Utrechtse gezinsleven, dat weerkaatst werd in het donkere kanaal. Hier de straat uit en… ja hoor, daar was het bruggetje waar de B&B eigenaar over had gemaild. Mijn passen versnelden zich, ik rook de stal. Wat een geluk dat ik op het laatste moment nog onderdak had gevonden in een B&B. De Munt of zoiets, ik had me er niet echt in verdiept.

Het silhouet van De Koninklijke Nederlandse Munt doemde voor me op. Gedachten aan bakken met geld, aan biljetten die klaarlagen voor gretige handen met gaten erin, verwaaiden op een koude windvlaag. Ik huiverde en draaide langzaam rond, speurde de huizen af. Daar was ‘Muntzicht’! Mijn B&B bleek gehuisvest in een statig pand. Dat werd genieten, ook al bleef ik maar een nacht. Morgen nog een bijeenkomst in de Domstad, maar vanavond had ik een afspraak met mijn roman.

sneeuw

De deur werd geopend door gastheer Jos. “Je bent aan de vroege kant, maar kom gerust binnen.” Verwonderd vervolgde hij “Ben je alleen?” Dat beaamde ik, en stapte de warme hal in. Ik trok mijn handschoenen uit en zei, “Vroeg? Ik had toch gemaild dat ik rond half zes hier zou zijn?” “Ik verwachtte je pas over een paar uur. Vergeef me, maar je bed is nog niet opgemaakt, en ook de wijn staat nog niet klaar. Maar dat hebben we zo gefikst.” Ik volgde hem naar de tweede verdieping, waar hij met vaardige hand de kamer in orde maakte. Ik schoof het gordijn opzij en keek naar buiten. Intussen zocht ik in mijn mobiele telefoon naar de bookingsite en wees hem op de berichten die we hadden uitgewisseld. Enigszins triomfantelijk zei ik, “Kijk maar, hier staat half zes, niet half acht.”

Jos wierp een blik op het scherm en zei toen langzaam: “Inderdaad, je hebt gelijk. Daar staat half zes… Het probleem is echter dat dit niet mijn mail is. Ik ben Jos. Van B&B Muntzicht. En jij hebt een kamer gehuurd bij Job. Van B&B De Klinkende Munt!” We keken elkaar verbluft aan en schoten samen in een onbedaarlijke lach. Het kan raar lopen. Twee B&B’s met de naam Munt erin in dezelfde straat met twee heren die nagenoeg dezelfde naam hadden.

Ik nam afscheid van Jos met een s, zette mijn hoed op, trok mijn handschoenen weer aan en ging met koffer in de hand terug naar beneden, de straat op. Acht huizen verder vond ik de juiste B&B. Job, die al ruim een half uur zat te wachten, lachte hartelijk om het verhaal. Ook deze B&B was erg mooi en ruim. Ik kreeg dit keer een kamer op de eerste verdieping, met koninklijk uitzicht op de Nederlandse Munt. Kon ik me eindelijk verdiepen in mijn boek.

 


 

Hoofdpersoon in deze winterse verwarring is Miranda Timmermans, Lector Leerkracht pabo Avans Hogeschool en voorzitter VELON Vereniging Lerarenopleiders Nederland. 

180529MT
LinkedIn

Twitter

Op verzoek van Miranda schreef ik deze column voor de nieuwste glossy van het lectoraat: ‘Leerkracht, Vierkant achter de Driehoek’.

Marion

Vegetarische week

Op donderdagavond eet ik altijd op mijn werk. Dit keer vermelden speciale bordjes dat het Vegetarische Week is, en of we mee willen doen. Tuurlijk!

Mijn collega vraagt aan de kok welke gerechten vegetarisch zijn. Zegt de kok heel serieus: “Eigenlijk alles. Behalve het vlees dan.”

We kwamen niet meer bij. 🤣

Geplaatst in Avans, Columns

Wat een geëmmer

Wie is hier de baas?

Twee conciërges lopen de afdeling op en kijken vragend in het rond. Ik kijk met ze mee en zeg,

Dat ben ik!

Nou ben ik dat helemaal niet, maar er is niemand van gezag aanwezig en ik ben wel in voor een verzetje na een intensieve werkdag.

Lees verder “Wat een geëmmer”

Geplaatst in Avans, Columns

Op Excursie

“Sorry, maar wáár moet u zijn?” De vrouw herhaalt haar vraag, het gezicht niet helemaal in de plooi. “In HA302!” is het antwoord. Ze neemt de heer voor zich nog eens goed op. Strak in het pak, compleet met stropdas, een aktekoffer in de hand. Ze haalt haar schouders op en verwijst hem naar de derde verdieping. Als ze haar ogen opslaat komt daar warempel nog een pak naar de receptie lopen. Ook hij spreekt de wens uit naar HA302 verwezen te worden. “Volgt u die meneer maar, hij loopt net de trap op.” Wat later zitten acht beren… eh heren op een rijtje in de poppenhoek. En ik? Ik kan een lach niet onderdrukken.

Al twee jaren vormen we het netwerk Werkplekleren, waarin wij werken aan de flexibilisering van de opleidingen van de Academie voor Deeltijd (AVD). Leren op de werkplek moet daarin ook een belangrijke plek krijgen. De studenten van de AVD werken immers allemaal en volgen daarnaast een opleiding.

We hebben tot nu toe vooral met en van elkaar geleerd en diverse casussen onderzocht. Maar de wereld is groter dan Avans, en we willen samen leren, ook van wat anderen buiten de hogeschool doen. Dat betekent: de boer opgaan!

180529netwerk

afbeeldingen: Pixabay

Die boer is in dit geval twee collega’s van de HAN, die veel expertise hebben op werkplekleren. We willen graag hun verhaal horen maar ook onze eigen verhalen met hen delen en spiegelen. Het is hoog tijd voor een excursie. Dat uitstapje wordt natuurlijk terdege voorbereid; we weten precies wat we willen weten, wat we willen vragen, wat onze verwachtingen zijn.

Die woensdagochtend spreken we af bij de HAN. Acht docenten –allemaal mannen– van diverse pluimages op excursie, en ik als expert. De werelden van o.a. Bouw & Infra, van Verpleegkunde, HRM en Bedrijfskunde ontmoeten elkaar op de werkplek.

Wat het achttal echter niet weet, is in welk HAN-lokaal we verwacht worden. Maar ik wel! Aangezien de HAN vroeger mijn thuishonk was, herken ik het nummer van het toegekende lokaal meteen. Het staat namelijk bekend als “Het kleuterlokaal”. Helemaal geen gekke term als je de Pabo gewend bent, maar als bedrijfskundig docent zou je daar anders over kunnen denken.

Ze staan wat onwennig te kijken, maar al gauw is de docent Bouw & Infra niet meer weg te slaan uit de bouwhoek. De verpleegkundige verbindt vakkundig een pop met een ontwrichte arm. De HRM docent slaat zijn netwerkgenoten gade en biedt zijn hulp aan. In de potjes en pannetjes van de speelkeuken wordt geroerd dat het een lieve lust is. De commercieel economist heeft eurotekens in zijn ogen. Een gat in de markt! Hij gaat kinderfeestjes voor volwassenen organiseren!

180529blokken

Ik laat ze even hun gang gaan en roep ze dan tot de orde. Daar zitten we dan. Acht volwassen kerels, de gastheer en -vrouw, en ik. De een met de pop, de ander trapt nog gauw een blokkentoren om. Mijn opzet is geslaagd. Ze hebben aan den lijve meegemaakt hoe je het beste kunt leren op de werkplek en hoe je dat inbouwt in een opleidingstraject. Ze hebben gemerkt hoe uitnodigend, stimulerend en creatief werkplekleren is. De uitwisselingssessie is succesvol!

Bij de uitgang neemt het netwerk afscheid. Als een van hen een zakdoek uit zijn broekzak opdiept, valt er een legoblokje uit. “Houd maar,” zeg ik lachend, “als aandenken aan de kleuterklas!”

Miranda Timmermans

 


 

Deze column schreef ik voor en namens Miranda Timmermans, Lector Leerkracht pabo Avans Hogeschool & Voorzitter VELON Vereniging Lerarenopleiders Nederland.

180529MT
LinkedIn

Twitter

 

Geplaatst in Avans, Columns, Persoonlijk

Een mooie avond

Het is donderdagavond bij Avans. Rust en stilte heersen waar een paar uur daarvóór nog chaos regeerde. Waar geroezemoes, met uitschieters van individuele stemmen, een alom aanwezige achtergrond van geluid dirigeerde. Rust, zodat aandachtspunten vanuit alle hoeken komen aanstromen om een overzicht te vormen. Asana, aantekeningen, mailberichten en ver opgeslagen gedachten. Alles moet helder zijn, weloverwogen en in balans zijn, wil er een goed rooster uit komen. Overal moet aan gedacht zijn. De druk laat soms mijn schouders doorbuigen.

Mijn vaste partner in crime op deze avonden leest aandachtig de hersenspinsels van zijn studenten op het beeldscherm. Geconcentreerd ploeg ik door de mailbox, pas waar nodig roostergegevens aan en neurie een dwaas deuntje.

Dan piept mijn gsm. V-manlief stuurt een prachtige foto door vanuit Boedapest, waar hij een paar dagen rondstruint, op zoek naar cultuur en architectuur. Mooi!

Dan piept mijn gsm. Jan & Jon sturen een mooi filmpje door vanuit Griekenland, waar zij een paar weken volkomen verdiend uitrusten en genieten. Prachtig!

Ik kijk naar mijn uitzicht…

160911avond

en denk aan verre oorden, aan exotische bestemmingen. Aan uit eten en luieren in de zon. Aan nieuwe vrienden maken en de geest verruimen.

Maar dan verplaatsen mijn gedachten zich naar het gezellige thuis dat op me wacht. Ik denk aan mijn stoere jongens die zeggen dat ze mij ook gemist hebben (ook al is dat misschien niet zo). Aan Smokey die zich hoe dan ook tegen me aan wurmt op de bank, en aan Boris die me met een tik van zijn pootje laat weten dat hij op straat wil patrouilleren.

En dan vernauw ik mijn geest en concentreer me weer op inzet en roostering. Donderdagavond. Hoe en waar dan ook, een mooie avond.

 

Geplaatst in Avans, Fotogedicht

Senryu Zaterdag

– 

flarden rooknevel

beschaduwd licht gevangen

adembenemend

160910haikumd

klik voor details

Deze foto maakte ik vorige maand bij Avans Hogeschool. Er hing een erge brandlucht in het gebouw en toen ik op onderzoek uitging, kwam ik dit tafereel tegen. Het meisje op de achtergrond, de gesluierde lucht. Beneden in de hal brandden ze hout in een metalen bak, om zo de brandmeldinstallatie te kunnen testen. ‘Adembenemend’ heeft dus een dubbele betekenis.


 

HAIKU / SENRYU ZATERDAG

Haiku is een vorm van Japanse dichtkunst, geschreven in drie regels. Een goede haiku brengt herinneringen terug aan dingen die je altijd al wist, maar misschien bent vergeten. Het brengt je terug naar jezelf, naar wie je bent en wat het is om mens te zijn. En dit voel je – niet met je hoofd, maar met je hart. Je stopt veel van jezelf in een haiku – ook wel een onafgemaakt gedicht genoemd. En dat gedicht gaat over je persoonlijke ervaringen en gevoelens. Over hoe je de natuur, de seizoenen, de wereld om je heen beleeft via je zintuigen. Je hoeft niets uit te leggen, niets te interpreteren. Beschrijf alleen wat er om je heen gebeurt; een vingerhoed vol emotie.

Lees er hier meer over.

Senryu gaat over mensen en dingen uit het dagelijks leven en is vaak komisch en ook wel tragisch. De dichter zoekt altijd waarheid, betekenis… die in een senryu vaak in het ootje wordt genomen. Evenals bij de haiku staat de schrijver achter het vers, niet er middenin; zijn ik is geen particuliere persoonlijkheidsexpressie, maar vertaalt de gevoelens van velen.

Schrijf een haiku of senryu op je blog/website over wat jou vandaag bezighoudt en geef het de titel Haiku / Senryu Zaterdag. Zet je bijdrage met een link naar je eigen post in een reactie hier op Doldriest. Je mag een foto of een tekening gebruiken, maar dat hoeft helemaal niet.

Doe je mee?

Geplaatst in Avans, Columns, Gezondheid

Dynamisch zitten

Fulltime zittend PC-werk is slecht, zowel voor je ogen als voor je houding. En als je dan ook nog een kapotte rug hebt, is het helemaal killing. Tel daarbij nog meer PC-tijd in de avond en je snapt niet dat ik nog rondloop.

Zitten is het nieuwe roken,

stelt professor Frank Backx, hoogleraar sportgeneeskunde aan het UMC Utrecht.

Nu hebben de meesten van ons niet de luxe om dan maar de hele dag te gaan lopen. Er moet immers ook geld verdiend worden. Actief en dynamisch zitten is dan ook een hot item. Er zijn diverse mogelijkheden om meer schwung te brengen in je arbeidshouding. Zo is er bijvoorbeeld de ergonomische Wigli stoel, de Flexchair en de deskbike; de ene benaming nog flitsender dan de andere. Ook de Zitbal is in opkomst.

Zitten op een bal is een optimale training voor de onderrug en het versterken daarvan.

Mijn interesse is gewekt.

Onze Arbodienst kan me echter geen leenbal bezorgen, en ook geen wiebelkruk. Maar niet getreurd: mijn vriendin (en collega) Meg heeft zo’n bal. En ik mag hem lenen. De lieverd! Het enige probleem is dat die bal roze is. Een hele grote homp roze. Zou je roze zitbillen krijgen van een roze zitbal? Nu haat ben ik niet zo’n grote fan van roze – al lijk ik wel steeds roziger te worden naarmate ik ouder word, maar dat terzijde.

Dan krijg ik afgelopen woensdag een whatsapp van Meg: ze biedt aan om de bal eind van deze week te komen brengen vanaf de andere locatie. Nu ben ik morgen vrij, maar dat is geen probleem: ik stuur de volgende e-mail naar mijn collega’s en de directie:

Hoi allemaal,

As. vrijdag komt onze collega (én vriendin) Meg een ROZE zitbal voor me afgeven. Aangezien ik dan vrij ben, zou het fijn zijn als jullie haar (Meg en bal) naar mijn hoekje willen rollen. Of skippy’en. Dan kan ik kijken of het gebruik ervan goed voor mijn rug is.

O o o dat wordt wat, want ik heb hem al uitgeprobeerd, en ik kan er absoluut niet op stil zitten haha. Zit constant te wippen. Dus als jullie af en toe mijn hoofd boven de kast uit zien komen, weten jullie dat ik onrustig ben.

Tien minuten later stapt de directeur voorbij, maakt drie kangoeroe-sprongen en loopt lachend verder. Ik begin te grijnzen. Dan komt de een na de ander naar mijn bureau drentelen. ‘Meen je dat nou, Marion, roze?!’. Ja, meiden, roze. En ik krijg mails met deze inhoud:

Een ROZE skippybal ik zal het voor je in de gaten houden. Dat is weer eens wat anders dan een WITTE wallaby.

en

Marion en een ROZE skippybal…..ik lig hier nu al dubbel van het lachen !!
En dat gaat zeker weten op de foto als jij boven de kast uit skippiet!!

Dan vandaag een onverwachts telefoontje: mijn vriendin is in de buurt en kan de zitbal nu al afgooien bij de hogeschool. Hartstikke fijn! Maar wacht even…

160317ogen

Ik mail naar mijn collega:

Je had er niet over moeten beginnen, Nan, want wie belt er net? Juist ja, ze komt dat ding straks al afgeven, bij de postkamer. Moet ik er zelf mee door het gebouw OoooooMG!!!!!

Beneden bij de uitgang wacht ik Meg op, bedank haar voor haar hulp en neem wat later (bij roze uitzondering) de lift naar de tweede verdieping. Met het roze gevaarte balancerend in mijn armen loop ik door de gangen van Avans. Op naar mijn bureau. Van alle kanten krijg ik commentaar –heeft er een of andere celebrity van wie ik de naam niet eens ken naakt op een roze bal gezeten?– maar al gauw willen twee collega’s de zitbal uitproberen. Ze vinden het allemaal reuze-interessant. En hij zit nog lekker ook. Tenminste, een kwartiertje. Mijn rug, niet gewend aan deze manier van zitten, protesteert niet luid maar wel duidelijk. Meg appt dat ik het moet opbouwen: pijn betekent stoppen. Braaf kruip ik weer in mijn vertrouwde bureaustoel.

Ik ben erg benieuwd hoe de zitbal bevalt de komende week. Als ik er baat bij heb, bestel ik er zelf een. Maar dan wel een zilverkleurige. En misschien wel met hengsel. Dan skippy ik over de afdeling. Da’s pas actief zitten!

160317Zitbal

Meer tips voor actief zitten op het werk.

 

 

Geplaatst in Avans, Columns

Grenzeloos Dwalen

Gisteren hield onze Avans Hogeschool lector Miranda Timmermans haar lectorale rede De Toekomst zal het leren! Ter ere van haar rede is een glossy uitgebracht en Miranda vroeg mij hiervoor een column te schrijven. Een column over een van de eerste bezoeken die onze lector bracht aan een basisschool in Breda. Althans, dat was de bedoeling. 


 

GRENZELOOS DWALEN

Daar reed ik dan, terwijl het zweet onder mijn oksels klotste. Waar was ik in vredesnaam? Breda een kleine provinciestad? Onvoorstelbaar groot was het! De klok tikte door en mijn spaken draaiden overuren, maar het einde van mijn tocht was nog steeds niet in zicht.

Een hele poos eerder was ik als kersverse Pabo lector LeerKRACHT van Avans Hogeschool op pad gegaan naar INOS, een van de besturen van de Keurmerkopleidingsscholen. En die lectorale KRACHT had ik wel nodig, gebogen over het stuur en stampend op de pedalen. De onrust nam steeds verder bezit van mij. Stel je voor, te laat komen voor je eerste kennismakingsgesprek! Wat zouden Jan Aarts en Desiree van den Boogaart wel niet van me denken? In gedachten nam ik het gespreksonderwerp door: een mogelijke samenwerking tussen het lectoraat en INOS, want ook zij waren bezig met Kenniskringen vanuit hun thema Grenzeloos leren.

Het was mooi weer die dag en ik had een fiets gehuurd. Fietsen is immers veel makkelijker en sneller in een stad. De rit zou ongeveer twintig minuten duren van de Hogeschoollaan naar ANNAstede en ik had alle tijd. Met de plattegrond grondig in mijn geheugen geprent (en Google Maps voor de zekerheid op mijn gsm) besteeg ik zwierig mijn tweewieler.

Vrolijk fietste ik door de straten van Breda. De singel, het centrum, wat waren ze mooi in het zonlicht. Regelmatig vergeleek ik de bochtige straten met de kronkels van mijn brein en alles leek goed te gaan. Tot ik ergens in de buitenwijken belandde. Waar was ik? Bellen leek raadzaam, het zou wel iets later kunnen worden. Verder maar weer. Ik passeerde een mooi marktje. Een marktje? Maar dat stond helemaal niet op mijn plattegrond! Nog maar een keertje bellen: ik ben echt onderweg hoor. Voor mijn gevoel dwaalde ik urenlang verwilderd door de Bredase straten. Dan toch eindelijk het bordje Haagweg, ik was er bijna! Maar wat was die weg lang.

Twintig minuten voor het einde van het gesprek doemde het INOS-gebouw voor mij op. Jan kon hartelijk lachen om mijn dwaaltocht en hij beloofde me voor mijn rede een boekje met fietstochten door Breda. Of dat nu nog geldt, weet ik niet: hij is inmiddels weg. Op de terugweg was ik in gedachten verzonken. Grenzeloos leren. Grenzeloos dwalen zul je bedoelen. Maar was dat niet hetzelfde? Theoretisch was mijn fietstocht goed voorbereid, maar uiteindelijk bleek alles er in de werkelijkheid toch wat anders uit te zien. En voor je het weet zit je op de foute weg. Het leek wel een beetje op een onderzoeksproces. Maar ik had er in ieder geval lering uit getrokken.

We hebben maar een nieuwe afspraak gemaakt, Jan, Desiree en ik, en toen heb ik het wel in één keer gevonden. Jawel, weer met de fiets!

 


 

Van harte gefeliciteerd, Miranda!