Het knippen van de schaar klonk steeds dichterbij. De sering bleef angstvallig stil, beducht voor de snijdende messen die blikkerden in het zonlicht. Nog steeds weerklonken de kreten van de coniferen, de grond aan hun voeten bezaaid met afgerukte ledematen.
Opnieuw liep de mens langs de heg en keek of alles recht was. Recht… de natuur is niet recht, jij barbaar! Met moeite beheerste de jonge boom zich, vooral niet opvallen. Met een schuin oog keek hij naar zijn moeder die onverstoorbaar stond te zonnen, haar bladeren hoog opgeheven. Wanneer hij zo groot was, zou hij ook niet meer bang zijn.
De mens, tevreden over zijn perfecte heg, naderde! Neeeeeee, gilde hij stemloos. Er trok een rilling door zijn ranke lijf. Bladeren ruisten, zijn bloemen dansten. Dan een liefkozende hand, een neus die diep genietend inademde. Bedwelmd door zijn zoete geur sloten de schaarbladen zich zachtjes. “Nee, deze nog niet.”
—
Schrijfuitdaging (maximaal 150 woorden) met als thema ‘Nee‘, van Schaap Schrijft