Geplaatst in Filosofie, Natuur

Knerpen

Hoe vaak gebruik jij het woord ‘knerpen’? Ook haast nooit? En toch is dat het woord dat meteen in je opkomt als je in de sneeuw loopt.

Dat unieke knarsen van maagdelijke kristallen die worden samengedrukt door je lichaamsgewicht. Het geluid dat je malle capriolen laat uithalen om het onberispelijke witte sneeuwdek te versieren met de afdrukken van je schoenen, soms achterstevoren lopend, terugstappend in je eigen voetstappen. Of ben ik de enige die dat doet?

Het verlangen naar winterwandelingen onder een blauwe hemel. De ijle wolkjes die ontsnappen aan je mond en laten zien dat je leeft. De stilte die als een deken over het landschap ligt en je intens bewust maakt van het pad dat voor je ligt. Sneeuw die begint als individuele vlokjes, maar die zich op de aarde samenvoegt tot een vernieuwend tapijt.

Knerpen. Ik krijg er geen genoeg van. Tenminste voorlopig. Tot het knerpen overgaat in soppen.