De wielen van mijn koffer trokken zwarte voren in de sneeuw. In het lamplicht dwarrelden de vlokken naar beneden, fris op mijn verhitte wangen. Ik zoog de koude lucht tot diep in mijn longen. Wat een verademing na de bedompte vergaderruimte.
Ik keek om me heen, het moest hier toch ergens zijn? De verlichte ramen gaven een steels inzicht in het Utrechtse gezinsleven, dat weerkaatst werd in het donkere kanaal. Hier de straat uit en… ja hoor, daar was het bruggetje waar de B&B eigenaar over had gemaild. Mijn passen versnelden zich, ik rook de stal. Wat een geluk dat ik op het laatste moment nog onderdak had gevonden in een B&B. De Munt of zoiets, ik had me er niet echt in verdiept.
Het silhouet van De Koninklijke Nederlandse Munt doemde voor me op. Gedachten aan bakken met geld, aan biljetten die klaarlagen voor gretige handen met gaten erin, verwaaiden op een koude windvlaag. Ik huiverde en draaide langzaam rond, speurde de huizen af. Daar was ‘Muntzicht’! Mijn B&B bleek gehuisvest in een statig pand. Dat werd genieten, ook al bleef ik maar een nacht. Morgen nog een bijeenkomst in de Domstad, maar vanavond had ik een afspraak met mijn roman.
De deur werd geopend door gastheer Jos. “Je bent aan de vroege kant, maar kom gerust binnen.” Verwonderd vervolgde hij “Ben je alleen?” Dat beaamde ik, en stapte de warme hal in. Ik trok mijn handschoenen uit en zei, “Vroeg? Ik had toch gemaild dat ik rond half zes hier zou zijn?” “Ik verwachtte je pas over een paar uur. Vergeef me, maar je bed is nog niet opgemaakt, en ook de wijn staat nog niet klaar. Maar dat hebben we zo gefikst.” Ik volgde hem naar de tweede verdieping, waar hij met vaardige hand de kamer in orde maakte. Ik schoof het gordijn opzij en keek naar buiten. Intussen zocht ik in mijn mobiele telefoon naar de bookingsite en wees hem op de berichten die we hadden uitgewisseld. Enigszins triomfantelijk zei ik, “Kijk maar, hier staat half zes, niet half acht.”
Jos wierp een blik op het scherm en zei toen langzaam: “Inderdaad, je hebt gelijk. Daar staat half zes… Het probleem is echter dat dit niet mijn mail is. Ik ben Jos. Van B&B Muntzicht. En jij hebt een kamer gehuurd bij Job. Van B&B De Klinkende Munt!” We keken elkaar verbluft aan en schoten samen in een onbedaarlijke lach. Het kan raar lopen. Twee B&B’s met de naam Munt erin in dezelfde straat met twee heren die nagenoeg dezelfde naam hadden.
Ik nam afscheid van Jos met een s, zette mijn hoed op, trok mijn handschoenen weer aan en ging met koffer in de hand terug naar beneden, de straat op. Acht huizen verder vond ik de juiste B&B. Job, die al ruim een half uur zat te wachten, lachte hartelijk om het verhaal. Ook deze B&B was erg mooi en ruim. Ik kreeg dit keer een kamer op de eerste verdieping, met koninklijk uitzicht op de Nederlandse Munt. Kon ik me eindelijk verdiepen in mijn boek.
Hoofdpersoon in deze winterse verwarring is Miranda Timmermans, Lector Leerkracht pabo Avans Hogeschool en voorzitter VELON Vereniging Lerarenopleiders Nederland.
Op verzoek van Miranda schreef ik deze column voor de nieuwste glossy van het lectoraat: ‘Leerkracht, Vierkant achter de Driehoek’.
Marion