Geplaatst in Columns

Een cadeautje genaamd Sjef

Na een broodnodige en fijne Body Stress Release sessie spoed ik me over de Bredase fietspaden. De temperatuur is nog steeds hoog, en wordt nog verder verhoogd door het drukke verkeer dat nijdig langs toetert. Ik haal een gehelmde man op een fiets in. Hij zwaait enthousiast naar een passerende bus, maar de buschauffeur kijkt niet op of om. Dan valt me het molentje op zijn stuur op dat in vrolijke kleuren draait in de wind, zijn veiligheidshesje en de zilveren haren onder een stevige fietshelm. Ik knik vriendelijk naar hem en zet druk op de trappers. Ik wil naar huis, het is bijna zes uur. Achter me hoor ik de man in zichzelf praten.

Terwijl aan mijn linkerhand een onafgebroken rij auto’s met vaak opflitsende rode lichten en uitlaatgassen vooruit kruipt, ontvouwt zich aan mijn rechterhand een mooi landschap met veel groen en een meertje: een oase van rust. Kon ik daar maar fietsen, denk ik, en droom weg over de vakantie die op handen is. Drie stoplichten later sta ik niet al te geduldig op groen te wachten, en voel hoe een fietser zich schuin achter me opstelt. Dan bast een stem. ‘Mevrouw?’
Ik draai me om en zie de man in het oranje hesje staan.
‘Mevrouw, mag ik u wat vragen?’
Natuurlijk mag dat. Ik knik en hij vervolgt, ‘Als daar fietsers vandaan komen,’ – hij wijst naar links – ‘wie heeft dan voorrang?’
Hij kijkt me vrijmoedig aan.

Het is een erg druk kruispunt. Rijen auto’s staan opgesteld, en ook op het fietspad is het een drukte van belang. Ik neem de situatie in me op en leg hem uit dat fietsers die van rechts komen altijd voorrang hebben, en dat in deze situatie hij dus eerst mag.
De man knikt aarzelend en vertelt hoe een groep fietsers hem had gesommeerd te stoppen omdat zij voor wilden gaan.
‘Nou, dan hadden zij geen gelijk: jij had het bij het juiste einde.’
De man knikt opgelucht. ‘En, als ik dus van die kant kom, dan…’
‘Dan hebben zij voorrang en moet jij stoppen. Plus natuurlijk altijd voor een rood stoplicht hè. Je mag alleen fietsen als het stoplicht groen is.’ Weer knikt hij.
‘En een bus?’
Ik denk even na. ‘Weet je wat,’ zeg ik. ‘Voor een bus moet je altijd stoppen, waar hij ook vandaan komt. Want die is heel groot, en de chauffeur kan misschien niet alles goed zien.’ Ons licht is inmiddels op groen gesprongen en ik voel de drang om hem te beschermen in me opkomen. Ik besluit bij hem te blijven.

We fietsen zij aan zij, veel langzamer dan ik normaal doe, en een gevoel van rust overspoelt me. Scooters rijden volgens hem als gekken, en ik geef hem groot gelijk. Dan vanuit het niets.
‘Mensen zijn mooi, mevrouw.’
Verrast door deze uitspraak kijk ik op, en beaam dat dit zeker het geval kan zijn. Zijn woorden gaan regelrecht naar mijn hart.
‘Maar als een bus over je heen rijdt, dan ben je niet meer mooi.’
Lachend zeg ik, ‘Dat klopt, dan is helemaal niemand meer mooi.’ Ondanks het lugubere idee giechelen we samen.

Het pad slingert langs een tankstation en ik neem de leiding, tegemoetkomende fietsers ontwijkend. Als we weer naast elkaar fietsen wijst de man naar het tankstation. ‘De toiletten stinken daar.’ Hij rilt zichtbaar. ‘Ik ben er wel eens gaan kijken, maar dat doe ik niet meer hoor. Die zijn veel te vies.’
Blijkbaar komt hij hier vaker, en ik vraag hem waar hij naar toe gaat, maar verder dan ‘Prins… iets met Prins…’ komt hij niet. Hij raakt even van streek en lijkt kwaad op zichzelf dat hij niet op de naam kan komen. ‘Hier rechtdoor, en dan naar links. Maar niet helemaal naar de Haagse Beemden hoor,’ zegt hij, ‘en ook niet het centrum.’
‘Maar wel in Breda?’
Hij knikt.
‘Bedoel je misschien Princenhage,’ probeer ik?
Zijn gezicht klaart onmiddellijk op, want dat is inderdaad zijn bestemming.

550x497

Ik complimenteer hem met zijn mooie e-bike, en hij wijst naar het gekleurde molentje. ‘Deze zat al op mijn kinderfiets, en toen op de volgende, en de volgende. En nu op deze.’ vertelt hij trots. ‘En ik zit al bijna op 1000 kilometer!’
‘Dan heb je al heel wat gefietst,’ zeg ik bewonderend. Zijn fiets blijkt technisch vernuftiger te zijn dan de mijne, want hij kan precies zien hoe ver hij nog kan fietsen op de batterij. Dan wijst hij naar zijn fietshelm. ‘Ik ben een keer met de fiets gevallen, heel hard. Met mijn hoofd tegen een boom, en de helm die ik toen droeg was helemaal kapot.’
De bomen langs het fietspad staan zwijgend in het gelid en onthouden zich diplomatiek van commentaar. Ik kijk hem bezorgd aan.
‘Ze kwamen me ophalen in het ziekenhuis, ik had een lichte hersenschudding. En de politie heeft op mijn fiets gepast.’ Glunderend deelt hij dit detail. Dan verstrakt zijn gezicht en hij wijst op mijn hoofd. ‘Mag ik u een advies geven, mevrouw? U moet ook zo’n helm kopen. Dat is veel veiliger.’ Zijn lichtblauwe ogen kijken me ernstig aan en weer valt me de combinatie van eenvoud en wijsheid op, van volwassene en kind. Ik zeg hem dat ik erover zal nadenken. Wie beschermt nu wie?

We trappen inmiddels iets harder, want we gaan bergop. Gelukkig werkt de ondersteuning goed en zijn we al snel de heuvel over. Hij knijpt fanatiek zijn remmen ver in en heel voorzichtig dalen we af naar het volgende deel van de route.
‘Weet je wel hoe je moet fietsen?’ Inmiddels ben ik een beetje bezorgd dat hij misschien verdwaalt, maar al snel blijkt dat hij inderdaad feilloos weet waar hij naar toe moet. Hij wijst mij zelfs behulpzaam het tunneltje dat ik moet nemen om naar mijn dorp te gaan.

Met een zwaai nemen we afscheid.
‘Als u mij ooit nog een keertje ziet fietsen, mevrouw, roept u dan gerust “Sjef, wacht even!” Dan blijf ik staan!’
Ontroerd beloof ik dat ik dat zeker zal doen. Want zo’n cadeautje als deze rit laat ik mij nooit meer ontgaan. Mensen zijn inderdaad mooi, zachtaardige Sjef. En jij bent een van de mooisten.

Geplaatst in Avans, Doldriest briest

Ze moeten mijn collega’s hebben! – deel II

Inmiddels zijn we een week verder. Ik was al goede maatjes met mijn nieuwe oplaadkabel en stond op het punt deze hele affaire achter me te laten toen ik gisteravond een mailtje kreeg van een lieve ex-collega, die nog bij Avans surveilleert. Ze had mijn column gelezen en wilde me toch op de hoogte brengen van nieuwe ontwikkelingen – nieuwe negatieve ontwikkelingen wel te verstaan. Dit keer ging het niet slechts om een kabel, nee: afgelopen maandag is een complete e-bike gestolen uit de Avans fietsenstalling! Plus een fietstas.

Hierdoor opnieuw geschrokken stond ik vanmorgen werkelijk in dubio: haalde ik mijn fiets van stal of nam ik de auto? Ik besloot me niet te laten intimideren en stapte op mijn stalen ros. Wel pikte ik op weg naar mijn werk eerst tijdelijk nog een extra slot op bij mijn partner. Ik legde mijn bike met twee kettingen vast en liep naar binnen. Bij de receptie vroeg ik de mannen een oogje in het zeil te houden en beklom de trap naar de tweede verdieping.

Op de gang kwam ik Peter tegen, de beste conciërge van de hele wereld, en hij vroeg meteen naar de kabel. Ik vertelde hem dat ik helaas niets vergoed kreeg, en informeerde naar de gestolen fiets. Hij bleek van een surveillant te zijn. Peter vertelde dat het een prachtexemplaar was geweest ter waarde van maar liefst €4000,-. Een fiets die met een sterke ketting vastlag aan een nog sterkere ijzeren paal. Geen beweging in te krijgen, zou je denken. Helaas bleek zelfs deze veiligheidsmaatregel niet afdoende.

Op camerabeelden – zou Avans dan toch geluisterd hebben? – is te zien dat iemand rond 18:30 uur langzaam langs de stalling kuierde, quasi nonchalant naar links keek, de stalling in, om vervolgens rustig verder te lopen. Vier minuten later zwaaide de toegangspoort open en kwam diezelfde vent naar buiten…

Er staat een hoog hek om de hele stalling heen, met slechts 20 centimeter speelruimte tussen de tralies en het dak, met akelige pinnen op de rand.

HOE DAN?!

De dader is blijkbaar toch binnengekomen, heeft het kettingslot met een slijptol doormidden gezaagd en is even later doodgemoedereerd met de fiets aan de hand naar buiten gelopen. De restanten van de ketting lagen als een zielig en volstrekt nutteloos hoopje staal aan de voet van de ijzeren paal. Extra sneu is dat de fiets niet verzekerd was, en dat de e-bike het vervoersmiddel was voor deze collega en zijn vrouw voor hun aanstaande fietsvakantie!

Nadat ik al deze details had gehoord, bracht ik mijn tassen naar mijn bureau, liep terug naar mijn bike en ontkoppelde de batterij. Die accu heeft de rest van de dag boven naast mij gelogeerd, maar nog steeds zat ik niet rustig te werken. Ik belde dus weer de fietsenwinkel en vroeg hen om advies. Blijkbaar bestaan fietskettingen met een speciale hoes er omheen, waarop een slijptol vastslaat. Dat idee beviel me wel. Eigenlijk overbodig om te vertellen dat inmiddels niet één maar twee kettingen mijn fiets sieren, al kostte het me weer bijna €60,-.

Dus nogmaals de oproep aan mijn Avans-collega’s: laat geen vreemden binnen in de stalling, laat NIETS achter op je fiets of in je tassen en zet je fiets goed op slot – waar mogelijk ergens aan vast.

Misschien moeten we een aantal bureaus in de fietsenstalling zetten. Werkplekken in de buitenlucht. Lekker fris in gefilterd zonlicht. Heerlijk toch? En het lost in één keer twee problemen op. Ik ben voor!

Geplaatst in Avans, Doldriest briest

Van je collega’s moet je het hebben – deel I

Het is al warm als ik die donderdag naar Avans peddel, op weg naar het gezamenlijke koffiemoment in het Grand Café ten afscheid van een fantastische en lieve collega. Helaas (voor ons) zet zij haar loopbaan elders voort, en ik mis haar nu al. Ik kom samen met een docente aan bij de fietsenstalling. Vrolijk keuvelend zetten we onze fietsen op slot en nemen de dag door. Mijn elektrische fiets gaat aan de oplader, zodat ik later ook nog naar huis kan. De dag verloopt benauwd – het is ruim boven de 30°C – en een spoedklus zorgt ervoor dat het alweer na 20 uur is als ik moe en verhit de zware deur van het fietshok weer open met mijn pasje.

Ik loop de hoek om en staar naar mijn e-bike, die geduldig op me staat te wachten in een bijna lege stalling. Maar iets klopt niet aan het beeld dat me begroet. Er ontbreekt iets. Ik knipper met mijn ogen en buig me zoekend over de bagagedrager. Niets blijft echter niets: mijn oplader is verdwenen. Verward denk ik terug aan de ochtend en herinner me dan met stelligheid: mijn fiets lag aan het infuus. Nog steeds geloof ik mijn ogen niet, maar ik besef dat het echt waar is: iemand heeft mijn oplaadkabel gejat. Gestolen. Meegenomen. Vanuit een met een paslezer beveiligde fietsenstalling. Een hitte die niets te maken heeft met de buitentemperatuur vloeit als een opkomende vloed door mijn buik naar boven en zet mij in vuur en vlam.

Pislink been ik terug naar de receptie. De conciërges deinzen haast achteruit door mijn felle blik en vragen haastig wat er aan de hand is. Ik had hen immers nog geen vijf minuten geleden vrolijk een fijn weekend gewenst.
‘Mannen, er loopt een dief rond in de beveiligde stalling!’
Ze staren me eerst vol ongeloof aan, maar als mijn woorden bezinken, reageren ook zij vol verontwaardiging. ‘Is er een camera geïnstalleerd?’, vraagt een van hen hoopvol. Er blijkt er alleen eentje bij de fietsrekken van de studenten te hangen.

Een conciërges biedt aan met me terug te lopen; hij wil de situatie met eigen ogen zien. Tja, er valt weinig te zien. Er hangt niemand rond in het verlaten hok, een bordje rond zijn/haar nek met de woorden ‘Ik heb het gedaan’. Nergens ligt een verlaten kabel. Het enige dat er staat is mijn eenzame fiets.

Voorzichtig oppert de man dat iemand hem ‘misschien per ongeluk’ heeft meegenomen? ‘Nou, dat lijkt me hoogst onwaarschijnlijk,’ reageer ik. ‘Per ongeluk de kabel uit mijn accu én uit het stopcontact trekken? Dubbel loskoppelen?’ Nee, dit is met opzet gedaan. Door iemand met een medewerkers-pas. Of door iemand die slinks mee naar binnen is gelopen. Maar het kan dus ook een collega zijn. En dat steekt me nog het meeste. Wie doet zoiets?! Teleurgesteld en boos fiets ik naar huis. Gelukkig met een volle accu.

De volgende dag zijn er geen nieuwe ontwikkelingen. Een telefoontje naar de receptie laat alleen ongeloof en verontwaardiging horen aan de andere kant van de lijn, mijn eigen emoties weerspiegelend. Ik besluit een nieuwe kabel te kopen en ’s middags kar ik van de fietswinkel terug naar huis, een nieuwe Qwik oplader rijker, en op 5 cent na 100 euro armer.

Inmiddels heb ik het gebeurde officieel gemeld bij Avans, en hen gevraagd camera’s op te hangen in het beveiligde fietsenhok. Ook heb ik aangifte van diefstal gedaan bij de politie. Helaas krijg ik noch van Avans, noch van mijn eigen fiets- en WA-verzekering iets terug. Noppes. Nada. Er kan Avans geen nalatigheid worden verweten, en er zijn geen sporen van braak – dit laatste is vereist bij vergoeding door de verzekering.

Voortaan laat ik niets meer achter in het fietsenhok. Geen oplaadkabel, geen jas, niets. Ik zorg er wel voor dat mijn bike met een opgeladen accu het terrein op kart. Misschien neem ik mijn fiets wel mee naar boven en parkeer hem naast mijn bureau. En ik adviseer mijn medewerkers om hetzelfde te doen. Als spullen in een beveiligde omgeving achterlaten voor eigen risico is, dan moeten we er immers alles aan doen om de risico’s zoveel mogelijk te beperken.

Tot slot nog een laatste woord aan degene die mijn oplaadkabel heeft gejat. Beste dief, bedankt voor deze wake-up call. Bedankt voor je grijpgrage handen en je schaamteloze egoïsme. De kabel kon gelukkig vervangen worden, het vertrouwen echter niet. Blijf met je klauwen van anderman’s spullen af!

Van je collega’s moet je het hebben…

Geplaatst in Doldriest briest

Kort lontje, lange vinger

Het is donderdagavond. Na een lange werkdag van vooral geconcentreerd stilzitten en mijn vingers en hoofd het werk laten doen, fiets ik in een rap tempo door de straten van Breda. Verderop is de weg afgesloten wegens wegwerkzaamheden die slechts langzaam vorderen, en de stilte wordt voor deze ene keer niet verstoord door autogeronk of uitlaatgassen. Het is zelfs vredig te noemen. Zachtjes zingend peddel ik over het fietspad.

Aan de andere kant van de straat staat een koppel te praten. Terwijl ik nader, heft de man zijn arm ten afscheid naar de vrouw en beent de straat op. Onze wegen lijken zich te gaan kruisen, dus ik staak het getrap, rem af en kijk hem met een glimlach aan, terwijl ik mijn evenwicht tracht te bewaren. Wat gaan we doen, meneer? Loopt u verder, of fiets ik door?

Aangemoedigd door zijn stilstaan knik ik hem als bedankje vriendelijk toe en breng de fiets weer op snelheid. De man kijkt me onbewogen aan en steekt dan zijn middelvinger omhoog, mij recht in de ogen blikkend.

Ik voel hoe de glimlach op mijn gezicht bevriest, als een lente-zonnestraal die ineens de kille adem van de winter weer voelt. Verbouwereerd fiets ik verder en vraag me af of ik het wel goed heb gezien. Heb ik het niet verkeerd geïnterpreteerd? Maar nee, het was een ferm omhoog gestoken middelvinger, right in my face.

De meters rijgen zich aaneen tot kilometers en nog steeds zie ik het verbeten gezicht voor me, dat onbeschofte gebaar. En ik neem me voor de volgende keer te stoppen voor iedere voetganger die pardoes de weg oversteekt. Met de korte lontjes die mensen tegenwoordig hebben, weet je maar nooit wanneer iemand ontploft.

Geplaatst in Zwart-Wit

De fietser

200220 fietser

klik voor details

Op de dijk bij Breskens.


Doldriest fotografie zwart-wit

Iedere vrijdag plaats ik een zwart-wit foto met kleuraccent op Doldriest. Doe je mee? Het mag ook een gewone zwart-wit foto zijn.

Geplaatst in Zeswoordverhalen

Bakvissen op bakfietsen

Mijn verhaal over FIETSEN in zes woorden:


ROOD STOPLICHT.

BAKVISSEN OP BAKFIETSEN.

CHAOS.

190906fiets

foto: internet


bloglogo6wmb

<< Wil je ook de andere zeswoordverhalen lezen en/of meedoen? Klik op de button hiernaast! En kijk hier voor het archief van de 6WMB schrijfuitdagingen. 😀

 

 

Geplaatst in Korte verhalen

Paardenstaart

 

Vanmorgen zag ik je fietsen.

Maar het was alleen je achterkant…

 

Geplaatst in Zeswoordverhaal-uitdaging

Zeswoordverhaal: Fiets

Nederland is fietsland bij uitstek. Door regen en wind, en zeker als de zon schijnt. Deze week is het thema van de schrijfuitdaging voor het zeswoordverhaal dan ook: FIETS.

Lees verder “Zeswoordverhaal: Fiets”

Geplaatst in Fotogedicht

Fietsen in Amsterdam

181229haiku

klik!

avondlicht rimpelt
de Amsterdamse grachten
een fietsbel klingelt


Iedere zaterdag schrijf ik een Japans gedicht. Doe je mee? Klik op de button voor meer informatie.

schrijfuitdaging

Geplaatst in Blikvanger

Blikvanger

Volgens mij ontbreekt een belangrijk onderdeel aan deze fiets… 😉

170930Blikvanger

klik!