Geplaatst in Columns, Persoonlijk

Visioen

Mensen, ik had een visioen vannacht. Ik sloeg mijn ogen op en de heilige geest was in mijn kamer! Alles was omfloerst in een wazig licht. Stomverbaasd knipperde ik een paar keer. Het leek wel of een dichte mist bezit had genomen van mijn slaapdomein. Uit alle macht probeerde ik me te focussen op dit merkwaardige fenomeen, maar het lukte niet. Flarden dromen maakten het er ook niet echt gemakkelijker op.

Een fikse kneep in mijn arm overtuigde me ervan dat ik toch echt wakker was. Ik vloog overeind, plotseling bang voor gezichtsverlies. Mijn ogen! Dit had ik nog nooit meegemaakt. Was mij ’s nachts zand in de ogen gestrooid? Het rechtop zitten had evenmin resultaat, ik zag nog steeds zo goed als niets, alleen vage, schimmige vormen. Langzaam gingen mijn vingertoppen naar mijn ogen en wreven voorzichtig. Wreven nog eens. Nog steeds bevond ik mij in een schimmenrijk. Toen drong de heilige geest eindelijk ook door tot mijn wazige brein. Ik had toch zeker niet…

En jawel, ik had wel! Ik kon me nog herinneren dat ik mijn oog make-up eraf had geschrobd, maar… Op de tast schuifelde ik naar de badkamer, waar ik aarzelend aan mijn oog voelde. Waar ik stuitte op een heel dun laagje. Een contactlens! Blijkbaar was ik vergeten mijn lenzen uit te doen, voor het eerst in drie jaren!

Meteen schoot me een verhaal te binnen over iemand die noodgedwongen heel lang zijn lenzen had gedragen. Zijn hoornvliezen waren zo beschadigd geraakt dat hij blind was geworden! Daar stond ik dan, midden in de nacht, wanhopig knipperend. Help? De fles Opti-free stond opzichtig naar me te seinen en met een baat-het-niet-dan-schaadt-het-niet gedachte spoot ik een flinke scheut in mijn ogen.

Er gebeurde een wonder. De half uitgedroogde traanbuisjes schoten vol en, terwijl de tranen over mijn wangen gleden, ging Operatie LensVerwijdering van start. Een gefriemel eerste klas kan ik je zeggen. Gelukkig hadden de super-zuurstof-doorlatende lenzen nog niet gepaard met het hoornvlies, al viel de scheiding hen zwaar. Wat een opluchting, ik kon weer zien!

Die arme bollen doen al heel wat jaren hun werk en worden natuurlijk iets minder scherp. Eerst ontsierde een bril mijn neus – iets waar ik altijd tegenop zag – maar de contactlenzen hebben me mijn vertrouwde gezicht weer terug gegeven. Over niet al te lange tijd zal ik echter ook nog moeten geloven aan een leesbril. Of lenzen met een leesgedeelte. Ongelofelijk hoe ze dat allemaal in zo’n dun rondje kunnen proppen. Maar voorlopig gaat het prima zo, gewoon groot licht erop en afstand nemen.

Mijn vader heeft vorig jaar operatief nieuwe lenzen gekregen wegens staar. Zijn wereld werd letterlijk vernieuwd, opnieuw geboren. Van half blind zijn naar haarscherp kunnen zien. Ik zal nooit het gesprek vergeten waarin hij me enthousiast en dolgelukkig over de telefoon vertelde over de vele verschillende kleuren groen die hij weer kon zien. Over de blaadjes op de grond.

Laatst had ik het nog met een collega over hoe je als kind wel eens nadacht over de ‘keuze’ tussen blind of doof zijn. Dan dacht ik ‘Oh gaaf, doe mij maar blind, dan krijg ik tenminste een hond!’ Maar nu, afgezien van het feit dat dit een zeer onzinnige vraag is, wil ik niet kiezen. Beide zintuigen houden je uit een isolement, brengen je in contact met mensen, de wereld om je heen, boeken, muziek! Al beweert men altijd dat de andere zintuigen zich dan beter gaan ontwikkelen. Mijn neus!

Voortaan zal ik er dubbel goed op letten dat ik mijn wonderlenzen ’s nachts in hun speciale badkuipjes laat slapen. Ook zij moeten zich kunnen herstellen van alle indrukken die ik hen laat opdoen. En als ik moeite krijg met dingen onthouden, kan ik altijd nog contactlens-sierraden kopen hè. Dan weet ik zeker of ik ze heb uitgedaan.