Op mijn tweede vakantiedag zit ik buiten te chillen met een boek. De zon schijnt en in de schaduw is het heerlijk koel. Geen gejaag, geen gestress. Hoe meer ik de spanning loslaat, hoe spannender het boek wordt. Het einde nadert en ik kijk even de tuin in.
Daar heerst bedrijvigheid: vogels vliegen af en aan en doen zich tegoed aan een zomermix met onder andere gedroogde wormpjes. Een tortelduif loopt over de kiezels en pikt de korrels op die de slordige mussen en meesjes op de grond gooien. Een vogelsymbiose in het klein.
Helaas hebben de vlinders hun weg nog niet gevonden naar de pas aangeschafte bananenhouder. Het nieuws heeft zich blijkbaar nog niet verspreid.
Weer strijkt een musje neer in de voederbol en zit te smullen van het feestmaal. Een idyllisch plaatje. Ik zucht, content in het hier en nu.

Ineens verschijnt vanuit het niets een valk ten tonele! Hij duikt af op de huismus en probeert hem met uitgestrekte klauwen door de tralies te pakken te krijgen. 🦅 Fladder, fladder, vogelpaniek. What the heck?!
Gelukkig slaagt hij hier niet in en met grote ogen kijk ik toe hoe de roofvogel in de sering aan de rechterkant verdwijnt. De mus blijft zitten waar hij zit, roerloos. Ook ik verstijf, bang dat de mus wegvliegt uit zijn veilige haven als ik beweeg. Samen wachten we op wat komen gaat. Zou de valk toch zijn doorgevlogen?
Net als ik denk dat het gevaar is geweken volgt een tweede duikvlucht. De mus schrikt en verlaat de betraliede voederbal. Had hij niet moeten doen! De valk slaat genadeloos toe. 😩
Ik spring op en ren erheen, probeer de roofvogel te laten schrikken zodat hij de mus loslaat. De valk vliegt van me weg, stuit op de schuurdeur en valt terug op de grond, zijn vleugels beschermend over zijn diner gespreid. En hij laat niet los! Ik klap in mijn handen en weer probeert hij weg te komen. Dit keer wint hij wel genoeg hoogte en het lukt hem om over de schutting te vliegen. Ik zie hoe hij in de verte verdwijnt, zijn prooi zegevierend in zijn vlijmscherpe klauwen geklemd. 😳 Jeetje!