Geplaatst in Biker Witch

Bigtwin Bikeshow 2010

De Bigtwin Bikeshow in Rosmalen. Iedereen lijkt onderweg te zijn naar het Autotron! Ongehinderd door de regen vliegen zelfs ganzen in strakke v-vorm naar het oosten en lachen snaterend de mensen uit die in een file traag vooruit kruipen. Ha, maar die vogels hebben geen Pink Floyd! Een roofvogel heeft het veel te  druk met zijn prooi om de voorbijgangers ook maar een blik waardig te keuren. Smakelijk eten meneer.

Het Autotron ligt in Rosmalen. Maar moet je op de snelweg Rosmalen aanhouden? Ja natuurlijk, zegt zowat iedere vrouw. Nee ben je gek, natuurlijk niet, zeggen de mannen. Wederom is het goed dat Vman achter het stuur van zijn auto zit – Kaatje staat immers nog steeds in dat zijstraatje – ik zou echt twee keer finaal fout gereden zijn vandaag.

Vanaf het eerste moment is het smullen:

Fonkelende motoren, hier en daar weerklinkt het zware geronk van een Harley die gestart wordt. Stoere bikers en ruige meiden. Ondanks de heavy entourage is de sfeer zeer gemoedelijk en vindt het publiek een weg langs de vele kraampjes. Broodjes Unox, ijsjes met chocoladedip – die waren lekker trouwens! – zakken friet en frikadellen in handen van in leer geklede motorfans. Ik kijk mijn ogen uit, wat een prachtige machines zijn hier tentoongesteld. En wat een gave mensen!

Dan weerklinkt een stem die vertelt dat de striptease show begint in een andere hal. Verwachtingsvol blijf ik staan en bereid me voor op de stormloop van mannen. Blijkbaar is het hier nog een beetje te vroeg voor – kan dat überhaupt wel? – want de bikers lopen onverstoorbaar door. Hun ogen worden wel getrokken door twee jonge meiden die in schaarse strakke zwarte kledij op hoge hakken door de hal flaneren.  De arme schapen huiveren van de kou.

We maken nog een praatje met Henny en even later met Ariën van onze Bredase Harley-Davidson dealer O.I.T. Grappig om bekenden tegen te komen. Het Engels, Duits en Vlaams streelt je oren op deze bikeshow. Vele onderdelen liggen blinkend uitgestald en Vman lacht om de namen die ik ze geef. Zo liggen er torpedo’s en lampenkapjes (luchtfilters voor de kenners), hebben motoren wespentailles en moet ik me inhouden om geen onbekend gereedschap te kopen. Altijd handig toch? “Laat maar liggen Marion,” hoor ik een stem naast mij zeggen. Blijkbaar kent Vman mij intussen te goed 😉

Vooral de sierradenkraampjes met armbanden, ringen en oorbellen trekken mijn aandacht – inmiddels sieren twee elfjes speels mijn oorlellen – ik weet tenminste wat je met die voorwerpen kunt doen. Een drankje en snickers doen wonderen voor het energiepeil.

Terug naar de motoren, met enkele details:

Als klap op de vuurpijl vinden we in een aparte hal ook nog wat ‘doorsnee’ auto’s. Mijn excuses voor eventueel kwijl op de cameralens:

PS. Reserveer maar vast kaartjes voor volgend jaar Bigtwin, want dan zijn we er weer bij.

PS. PS. En weet welke formulieren je uit die bak kiest hè Bigtwin, want als je de reis naar the US aan Vman en mij geeft, dan zijn jullie gegarandeerd van mooie reisverhalen! 😉

Geplaatst in Biker Witch, Persoonlijk

Vakantievloek

Nee rustig maar, het gaat helemaal niet over vloeken. Dat doe ik alleen als ik mijn hoofd hard stoot. Of mijn teen. De knieschijven doen trouwens ook mee. Nee, de titel gaat over de vloek die rustte op mijn vakanties van de afgelopen tien jaren. Geloof me, je zou de beschrijving ervan niet in een brochure van een reisorganisatie zetten: mensen zouden het hele jaar doorwerken! Maar dit jaar is een kentering opgetreden! De zomervakantie, of eigenlijk vakantieS, waren boven alle verwachting. Binnen een dag waren gedachten aan het werk naar de achtergrond verdreven. Een aaneenschakeling van activiteiten bleek de oplossing. Nou ja, het gezelschap waarin ik verkeerde was nog veel belangrijker. Dus vooral een mega dankjewel aan mijn geweldige partner Vman en vrienden.

Allereerst was daar het feestweekend van onze Karatevereniging. Al vijfentwintig jaren lang een plek waar karateka’s hun sport veilig kunnen beoefenen. Een vereniging waar leden vrienden worden. In Brugge verzamelde het gezelschap zich bij de gehuurde hostel, op de hoek van een druk kruispunt met interessante verkeersregels. Dat wij dit uitgebreid bekeken en becommentarieerd hebben moge duidelijk zijn.

Op vrijdagavond zijn we Brugge gaan verkennen, eindigend op een terras om van trappist en het heerlijke weer te genieten. Daar werden we vermaakt door een ober die nog net niet in roze gekleed was en met plezier plaats nam op onze sensei’s schoot. Leunend legde ik even later mijn hand op de knie van mijn Vman… en ontving daarvoor een tik van die ober. Dat getuigt van lef in het gezelschap van karateka’s, of van lichtelijke waanzin – vermoedelijk het laatste. Natuurlijk gaf ik hem een mep terug! Mafketel.

De volgende dag was het tijd voor een rondvaart door Brugge. En wonder boven wonder was het verfrissend en niet benauwd. Daarna een rondleiding door de brouwerij. Een Brugse Zot verlichtte het wachten; het verlichtte tevens mijn vermoeide brein. Giechelend en lachend met Carin voorop bij de tour. Wat zijn die trapjes dan steil en de hekken wankel boven op het dak. Een tweede pint was te zot voor mij, we moesten nog terug zien te komen bij de hostel. Hier volgde een waar grill feest – complimenten aan de inkopers – afgesloten met kaartspellen en muziek. Gelukkig waren Vman en ik net naar boven toen het Nederlandse genre losbarstte.

En ik zit nu opgesloten in mijn slaapkamer te typen omdat ik moest vluchten voor de weelderige klanken van Radio Hollandio die mijn tuin ‘opvrolijken’. Onmogelijk om op mijn favoriete schrijfplek – schommelbank – ook maar iets uit mijn hoofd en vingers te krijgen.

Met het oog op de vakantie die de volgende ochtend om 5 uur zou starten, reden Vman en ik na een stevig ontbijt van spek, ei en champignons weer naar huis. De rest begaf zich in oostelijke richting naar het strand voor voetbal, zonnen, zwemmen en ´s avonds een diner ter afsluiting. Het was een geweldig weekend. Veel gelachen, veel gekletst en vooral veel genoten.

Maandag om 6.30 uur stapten we op de zwaar bepakte motor voor een reis die ons door België, Duitsland, Zwitserland, Italië en Frankrijk zou voeren. Op mijn website Drieske’s place heb ik hier al over geschreven (Engels): Alien on a bike. De eerste week toerden we samen met Daan en Annie, de tweede waren we met zijn tweetjes. Enkele steekwoorden voor deze vakantie zijn: vrijheid, hitte, samen zijn, lekker eten met uitzicht op minder lekker ogend eten, bliksemflitsen in de bergen, HOG Rally in Lugano, slenteren op een markt in de koelte van een regenbui, prachtige natuur, wandelingen, wijn, adembenemend steile mooie afdalingen, kracht en warmte van de Harley, stilte om te kunnen nadenken, offline, picknick, douchen, talen spreken – zelfs meerdere door elkaar heen, vrienden maken, Garmin, foto’s, laptopje (zie Vman’s blog Bikermaniac), boek ‘The Name of the Wind’. Wat een belevenis, ’s ochtends niet wetend waar je ’s avonds zult slapen. Mijn eerste en zeker niet laatste biker vakantie, met Vman aan mijn zijde. Oh nee, voorop!

Tja, en dan kom je thuis – poets intermezzo – om drie dagen later de koffers weer te pakken: nu voor een werkvakantie in Portugal.

Vrienden van ons hebben een stuk land in Portugal gekocht, waar zij zich over een aantal jaren gaan settelen. Er wordt een prachtig huis gebouwd met een magnifiek uitzicht. Om er echter ook nu al van te kunnen genieten, hadden M&M het plan opgevat om alvast een houten hut te plaatsen. Makkie toch, zou je denken? Nou, niet als deze hut in onbewerkte planken, plankjes, balken, latjes en ondefinieerbare vormen afgeleverd wordt met een aantal pagina’s aanwijzingen. Een uitdaging was het!

Marcel, Martina en Marij waren reeds per auto & aanhanger vertrokken, wij arriveerden twee dagen later met een zilveren gemotoriseerde vogel. Het was bloedheet in Portugal… geweest. Vman en ik namen een dicht wolkendek en verkoelende lucht als cadeau mee. Gelukkig maar, want het is een hel om te impregneren in de brandende zon. Wat hebben we hard gewerkt, van ’s ochtends vroeg tot de vroege avond, verstandig gekleed inclusief werkschoenen met ijzeren neuzen. Hoewel die goed waren voor de veiligheid, waren ze niet goed voor mijn eigen neus. ‘Buurman’  Kees kwam trouw meehelpen die week. Het eindresultaat mag er dan ook zijn:  vrijstaand houten chalet met drie kamers en een vide, natuurlijke materialen, handgemaakt, volledige keuken en badkamer, panoramaraam, openslaande tuindeuren, zeezicht, pittoreske omgeving, wijds uitzicht. Yes, het M4VK-team is erg trots.

Gelukkig was er ook iedere dag tijd voor een heerlijke lunch: in kleine cafeetjes met hartverwarmende mensen die als het niet anders kon met handen en voeten communiceerden. Op ‘ Het Land’ met vers fruit, knapperige broodjes, zalige tonijnpate met pimiento, meloen met sap druipend langs je kin, icetea en melk. En ’s avonds uit eten in typisch Portugese restaurants (TL licht, functioneel ingericht, lekker en puur eten) o.a. Chateau Briand (wat heeft ook Reina gesmuld later), pizza met twee kannen Sangria, een complete vis op een schotel vol lekkernijen, soort tapas, fingerlickin’  good!! Halverwege de week kregen we een middag vrij van de boss en gingen we met zijn vijven naar Obidos, een middeleeuws stadje omringd door een muur. Vman zag mij vol verbazing het ene na het andere winkeltje in stappen. Maar het waren dan ook erg leuke winkeltjes, echt om te snuffelen. De laatste dag brachten we door in Lissabon. Steile straatjes, gladde kinderkopjes, felle bloemen, ook felle hitte.

Vier weken vakantie, vier weken genieten. Van vreemde oorden, onvermoede talentontwikkelingen (ik kan nog steeds geen ongelakt hout zien zonder naar een kwast te willen grijpen en gooi ‘grazi’, ‘merci’ en ‘obrigada’  met verve door elkaar heen), van strangers en vrienden, en bovenal van mijn partner die me verlost heeft van de vakantievloek. We hebben volop genoten en plezier gehad.

Tja, en dan kom je weer thuis en tref je wederom een lichtelijke puinhoop aan – details zal ik je besparen. Wat wil je als twee katers zich vervelen en verwaarloosd voelen, ondanks de goede zorgen van mijn beide zonen. Dan gaan ze met veel plezier rotzooi maken. Tja, en dan vloek ik hè. Ook al doet het niet echt pijn.

Geplaatst in Biker Witch

Biker Witch

Afgelopen vrijdag ging de wekker. Is dat zo raar, zul je wellicht denken? Nou nee, maar dit keer was ik blij met dat melodieuze geluid: ik  hoefde namelijk niet naar het werk. Mijn Vman en ik gingen met een groep van 20 motoren naar de HOG Rally in Luxemburg! Voor de tiende keer alles controleren, de laatste dingen inpakken – grappig wat je allemaal thuis laat als je weinig plek hebt – om vervolgens al voor negen uur weg te ronken. Het weer was zonnig en warm en op de verzamelplaats werden we begroet door onze enthousiaste bikervrienden.

Via een prachtige route volgden we Bob steeds dieper België in. Dan was het Nederlands-, dan Duits-, erna Franstalig. Wat een culturele diversiteit in dat kleine land. De koffiestop liet niet zo heel lang op zich wachten en we konden meteen plaatsnemen op het terras. Vier heerlijke vlaaien lonkten naar ons; dit lonken duurde niet zo heel lang: toen waren ze verorberd. Verder weer door een heuvelachtig landschap. Ik voelde me, als Limburgse, bijzonder thuis en genoot met volle teugen.


Toen de Garmin GPS ‘lunchstop’ aangaf, volgden we onze Road Captain over een smal weggetje naar een zonovergoten terras. Het was goed om even je benen te kunnen strekken en wat rond te lopen. De bestelling moest binnen worden doorgegeven, dan betalen en vervolgens kreeg je een nummer en alvast het drinken. Een dik half uur later volgde de eerste gil ‘numero un, ou est numero un?’. Nou, dat waren Vman en ik dus. De omelet met ham en kaas was smeuïg en zacht, het stokbrood vers, de salade fris, heerlijk. Weer duurde het 10 minuten voordat nummer 2 werd omgeroepen. En zo hadden we nog een hele reeks te gaan. Balorig wilden we opnieuw bestellen voor het geval we alweer hongerig waren als de laatste bediend was. Toch maar niet gedaan.

Na deze zeer ruime tussenstop kwamen we pas erg laat bij de site locatie La Rochette aan. Motor parkeren en naar de registratiestand in de brandende zon. Mijn broek kleefde inmiddels aan mijn benen vast. Onze reservering was in orde en een uur later stond een wirwar van kleine tentjes op een mooie plek op de camping. Uit die plakbroek, aan luchtige spijkerbroek en vlug op pad naar wat voedsel en veel voornamer: drinken! Het blikje Bacardi cola dat White Lady met me deelde smaakte goddelijk, maar was alleen genoeg om een piepklein beetje van de enorme dorst te lessen. Kwijlend van het prachtige bike-schouwspel vonden we een plekje op een overdekt terras. Koele pinten voor de heren, grote glazen icetea voor de dames. En toen nog eentje! Een uur later volgde het eten, maar we waren inmiddels ver over onze honger heen om 22 uur ’s avonds.


In de feesttent speelde een rockband – hey dat rijmt – en het publiek stroomde de dansvloer op. We mochten menige danceact aanschouwen en een overenthousiasteling stortte zich over een bank en ging met tafel, bank en al languit. Natuurlijk legde Vman dit moment vast op de gevoelige plaat. Rond twee uur in het donker voorzichtig de weg terug naar de tent gezocht en naar (lucht)bed, maar niet voordat we met z’n allen nog wat dronken bij de tenten. Luide muziek, lachende mensen, onnavolgbare discussies, een te hard opgepompt luchtbed en diverse snurkers hielden mij uit mijn slaap, zodat ik om half zes alweer ronddwaalde over de camping. Wat maken die vogels een herrie zeg! Maar het was wel knus in ons tentje.

De douches – zeer schoon en luxe sanitair trouwens – brachten weer wat leven in de wandelende brouwerijen en spoelden de overtollige alcoholdampen weg die zaterdagochtend. Ik was blij dat ik het had gehouden bij een glas rode wijn. Uitdroging en oververmoeidheid gecombineerd met alcohol is funest. Vman voelde zich helemaal niet lekker en verruilde de lange ontbijtrij weer voor zijn slaapplek. Met Daan en Annie verder gelopen en jawel hoor: spek en ei, hoera! Er was een overvloed aan eten dat al snel verdween in de gretige magen van de stoere mannen en vrouwen. Toch maar een paar broodjes met kaas en een flesje sportdrank meegenomen naar de zieke. Hiervan knapte hij zover op dat we zelfs nog op de motor konden kruipen om een ritje te maken. Deze opleving duurde helaas niet al te lang en na wat geslenter over een in de zon bradende braderie lagen we een uurtje later op onze luchtbedden in de schaduw. Dat doet een mens goed.

Toen was het hoog tijd voor een kijkje bij de kramen op de site. Smullen van ringen, kettingen, T-shirts, leren kleding, gekke gadgets, indianen hoofdtooien, noem maar op. De rij voor de barbecue groeide gestaag en we vreesden voor de vleesvoorraad.  Terug naar de tent dus om de tegoedbonnen op te halen en een uurtje later gingen wij op weg naar de barbecue… waar we vrienden van ons aantroffen die in dat uur maar 10 meter verder naar voren waren geschoven in de wel 40 meter lange rij! En om twee uren te gaan staan wachten ging me te ver, of juist niet ver genoeg. Met het oog op een eventuele instorting halverwege, baanden wij ons een weg naar de frietkraam met patat en een kipcorn als prooi.

‘Hey, zullen we nog een stukje gaan wandelen?’, vroeg Vman mij. Daar was ik natuurlijk wel voor in, want ik ben een natuurlijk mens. We stortten ons de bossen in, met een noodgang mag ik wel zeggen want het ging steil bergafwaarts. Vele treden, schuine paadjes, boomwortels, ontbrekende traponderdelen en gepuf verder belandden wij in het stadje zelf. Verder naar het centrum lopen, steeds verder naar ANP toe… de schrik sloeg mij om het hart bij de gedachte aan de terugweg. ‘Hey’, zei mijn biker-hubby weer, ‘ik zou toch heel graag die kasteelruïnes daarboven bekijken Marion.’ Ik staarde hem aan: pittige klim naar boven aan de andere kant, dan terug naar het centrum, om vervolgens de tocht in een helling van circa 45 graden weer naar de camping te maken?! Aangezien ik niet wist of 112 wel zou werken in Luxemburg, heb ik hem dat plan liefjes afgeraden. Al had ik ook dolgraag die ruïnes bekeken, gewoonweg schitterend!

In plaats daarvan bekeken wij op een bankje de mensen, de bikers, de bikes, een vreemde man die met houterige en onverwachte bewegingen voor de gesloten kerkdeur ging staan bidden, kinderen die de grootste lol hadden, gewoon door buiten te rennen en te hinkelen. En stiekem verzamelde ik genoeg energie voor de klim terug naar boven. Jammer genoeg had ik wel een duim maar geen helm, dus achterop springen bij een passerende biker was geen optie. Huppetee, hand-in-hand weer bergopwaarts, benen van lood. Het moge duidelijk zijn dat mijn conditie ver te zoeken is, zelfs in Luxemburg vond ik ‘m niet. Toen wij het donkere bos weer betraden ging mijn kin omhoog. Hup Mar, gewoon doen – rotreclame – en daar gingen we. Vman voorop met mijn tas en ik als een hinde achter hem aan. De eerste 10 treden dan hè, daarna veranderde ik in een oude bok. Maar we hebben het gehaald! En ik was maar een beetje benauwd. Dat hadden we toch maar mooi gefikst.

Als beloning mocht ik van mezelf een hangertje met een witch erop kopen en dat sieraad zal mij altijd herinneren aan een schitterend weekend. Daarnaast prijkt aan mijn vinger een ring met een elfje. Biker én fantasy gek die ik ben.

’s Avonds speelde alweer een gave band en we zaten in het gezel-lige-schap van Daan & Annie en een aantal Belgische HOG-leden. Hilariteit alom. Na twee rode wijntjes kon ik dan eindelijk een paar uur slapen, tot een uitgelaten gezelschap weer in de tentjes naast ons arriveerde. Het was na drieën en ik was wakker. Maar weer een sanitaire stop en verder slapen tot 7 uur. We wilden namelijk vóór de parade al van de camping af zijn om de reis naar huis te aanvaarden.

Na een hete douche, ontbijt en inpaksessie was alles weer op de motor vastgesjord en kusten we de andere chapterleden ten afscheid. Zij vertrokken later. Daan baande zich met zijn sirene een pad over de campingpaadjes. Onder zijn leiding bromden we naar St. Vith, maakten nog een tussenstop voor koffie en thee en zetten toen via de snelweg koers naar Geel. Wat hebben ze daar smaakvolle familiepizza’s zeg. Om je vingers bij af te likken. De regen viel intussen trouwens mals uit de zwaar bewolkte hemel. Geen nood, gewoon wachten tot het ophield. Droog bereikten we zondag middag weer Vman’s huis. Een weekend met een zon en een sterretje!