Geplaatst in Vakantie

Gammel

Zomervakantie 2022 voelt een beetje gammel. Of ben ik het die gammel is, en projecteer ik slechts mijn eigen gevoelens?

De eerste vakantieweek begint met werken (ja, ik spoor niet), gevolgd door migraine en… verder niks, dat vat het eigenlijk wel samen.

De week erna is gelukkig veel leuker en eindelijk voelt het als vakantie! De geweldige schrijfervaring met een schrijfmaatje; Indian Summer, die mij mee uit rijden neemt; een zonnige proefdag bij brouwerij Frontaal, waar ik een zalige stout proef met tonen van chocolade en koffie, plus nip aan een drankje dat – echt waar – ‘Marion’ heet en eigenlijk geen bier maar mede (honingdrank) is; op bezoek bij een tante, omringd door wespen en paarden; een inspirerende coachcall. En lezen, heerlijk lezen en uitrusten. Ik geniet en voel de spanning zakken.

Maar dan arriveert vakantieweek 3. Maandagavond overal spierpijn en doodmoe. Zo gek deed ik toch niet op het paard? Ik trek het niet meer en ga vroeg naar bed. In het holst van de nacht word ik overvallen door buikkrampen. Ze golven door mijn hele lijf en banen zich een weg naar buiten, maakt niet uit hoe. Maakt ook niet uit hoe lang. En zo breng ik de volgende vier dagen door, met als metgezel een fikse buikgriep. Verdere details mag je zelf invullen. Yoghurt en fruit houden me min of meer overeind, tenminste genoeg om me van bed naar bank en weer terug te brengen.
Het moge duidelijk zijn waar mijn gammelheid vandaan komt.

En dan is het zaterdag, de dag dat we worden verwacht in Andijk in Noord-Holland. Voor het eerst eet ik vast voedsel in de vorm van knäckebröd. ‘Denk je dat je reis aankunt?’ Als ik stoer knik, sleept Victor mijn met veel zweet en beven ingepakte koffer naar beneden en brengt hem naar de auto. Ik glijd naast hem en sluit mijn ogen. Vamos!

De zon schijnt, we zoeven over het asfalt en ik ontspan. Over maximaal twee uurtjes zijn we bij ons huisje. Life is good. Dan knipperende waarschuwingsborden, die ons manen de snelheid te matigen tot 70 en dan 50 km/u. Dat laatste getal is alleen om je te stangen. Gegarandeerd dat je nooit zo snel rijdt als 50 je monter aanmoedigt om gas te geven, omdat een blikkerende stroom van vehikels je de weg verspert. Het is file, en niet zomaar een file: een vol uur oponthoud voor de brug van Gorkum. En waar ik al die tijd bang voor ben, gebeurt natuurlijk: de buikkrampen komen terug.

Niks zeggen, niet aan denken. Tien minuten later parelen zweetdruppels op mijn voorhoofd. Mijn onrustig over mijn buik dwalende handen zeggen Victor genoeg. ‘Zoek het dichtstbijzijnde tankstation,’ raadt hij me aan, ‘dan gaan we daar naar toe.’ Jongens toch, weet je hoe ver een afslag is die 1.2 km verderop ligt, als je stilstaat? Geloof me: heel ver weg. Haast te ver weg. Intussen rijden auto’s ons rechts voorbij, over de vluchtstrook. Mijn partner werpt een blik op me en vraagt of wij… ‘Al is het een boete van honderden euro’s,’ vult hij aan. Ik schud mijn hoofd en concentreer me op het dichtknijpen van mijn ogen. De pijn is fel en knijpt met interne vingers in mijn ingewanden. Gewoon negeren dat kreng. Niks aan de hand, komt goed, keep breathing.

De minuten tikken voorbij en de afslag komt tergend langzaam in zicht. Als het nog ongeveer 50 meter is, sis ik ‘Gaan, nu!’ Dat kleine stukje zal iedereen ons vergeven, toch? Victor rijdt voorzichtig over de witte streep. Hij geeft gas en ik haal opgelucht adem. ‘Hmm, ik zie zwaailichten achter ons,’ merkt hij nuchter op.

Jezuschristusnogantoe! Verschrikt ga ik rechtop zitten en tuur in de spiegel. Hoe dan?! Het lijkt wel een film die vertraagd wordt afgespeeld. Dan draait een andere auto de vluchtstrook op en ontneemt ons het zicht op de dreigende lichten. ‘Gassen met dat ding.’ Ik wil geen obstructie zijn van een hulpdienst. Bovendien is de vakantie al duur genoeg zonder een bekeuring.

Stoplichten leiden ons naar links en in een normaal tempo rijden we over de provinciale weg, terwijl de tegenliggers zich aansluiten tot een slang, allemaal kien om de snelweg op te draaien. Met het raam wagenwijd open echo ik Google maps en geef Victor rij-aanwijzigingen. Het tankstation ligt aan een rotonde, die we driekwart nemen. De auto stopt: we hebben het gehaald!

‘Nou, ga dan?’ Mijn vriend kijkt me aan en geeft me een duwtje.
‘Ga jij maar eerst,’ zeg ik. Ik wijs naar binnen om te laten zien dat ik serieus ben.
Hoofdschuddend stapt hij uit en beent naar binnen. Vrouwen, geen peil op te trekken.
Nou, hij is niet de enige die verward is. Ik zit verbijsterd in de stoel. De buikkrampen zijn weg. What the hell? Dit meen je niet.
Als het mijn beurt is blijven de resultaten uit. Niks, nada, noppes. Ik geeft het op en tien minuten later loop ik terug naar de auto en laat me in de passagier stoel zakken. Kan ‘ie? ‘Ie kan, hoop ik.

Waren het de zwaailichten? De schrik? Het schuldgevoel voor het licht overtreden van de verkeersregels? Roept dat soort dingen niet juist het tegenovergestelde op? Wat er ook gebeurde, de rest van de reis verloopt voorspoedig, en tegen 16 uur draaien we de oprit van ons tijdelijke huisje op. Werkelijk alles is mooi en niets straalt ‘gammel’ uit. Het huisje is smaakvol ingericht, en de tuin is fantastisch. Hoewel de griep me nog niet heeft verlaten, voel ik me een stuk beter.

Gisteravond heb ik zelfs genoeg energie om een maaltijd te bereiden met de boodschappen die Victor is gaan halen (rijst, vis, groenten), en erna lopen we hand in hand langs het IJsselmeer. Wat heb ik mijn dagelijkse wandelingen gemist. Ik snuif diep de frisse lucht op. ‘Ik ruik de Zuiderzee,’ zeg ik. Ondanks dat Victor me verzekert dat dat onmogelijk is, ruik ik de zee. Of ruik ik het stralende begin van de twee laatste vakantieweken? Ik denk het laatste.

Geplaatst in Zeswoordverhalen

Zeswoordverhaal: Dat ene moment

klik voor details

Geplaatst in Fotogedicht

Giethoorn

200815fotogedicht

.
..
bedrieglijke rust
in Giethoornse kanalen
de boten wachten
..
.


Doldriest fotogedicht

Geplaatst in Cuba

Tropenweken

Deze post maakt deel uit van een serie over mijn vakantie in Cuba, alweer vijf jaar geleden. Klik hier voor alle verhalen.

zondag 2 augustus 2015

Ons Cubaans avontuur is voorbij. Bloedstollende ritten over zandpaadjes. Politieagenten en lifters, tabak en machetes. Bedriegers en helden. Wat hebben we veel meegemaakt op dit zonnige muzikale eiland, mooi en ook iets minder mooi.

Als laatste beelden wil ik deze ultieme tropische aanblik met jullie delen, met de parasols van palmbladeren, de zonaanbidders, de smaragdgroene zee die met haar golven het strand kust.

Morgenvroeg vliegen we terug. Muchas gracias, dulce Cuba, por tu hospitalidad y tus aventuras. ❤


MapCuba

2015 plaats blog
20-jul Schiphol > Havana Cuba, here we come
21-jul Havana Old Havana
22-jul Havana Gieren
23-jul Havana > Viñales Over een onverwachte passagier en sigaren
24-jul Viñales Hongerige ogen en magen en een dorstige auto
25-jul Viñales > Trinidad Schurken en helden
26-jul Trinidad Adembenemend mooi Trinidad
27-jul Trinidad > Camaguey De Gidsende Gebroeders
28-jul Camaguey > Santiago De Cuba Een bord vol komkommerschijfjes
29-jul Santiago De Cuba Sterven voor het vaderland is leven
30-jul Santiago De Cuba > Santi Spiritus Kakka
31-jul Santi Spiritus > Varadero De voetstappen van Al Capone
1-aug Varadero In geuren, kleuren en klanken
2-aug Varadero Tropenweken

 

Geplaatst in Cuba

In geuren, kleuren en klanken

Deze post maakt deel uit van een serie over mijn vakantie in Cuba, alweer vijf jaar geleden. Klik hier voor alle verhalen.

zaterdag 1 augustus 2015

Alweer een stralende dag onder de tropenzon. Het zwembad glinstert in de verte, nog niet verstoord door verhitte lijven. Victor is op pad om onze trouwe Geely terug naar zijn stal te brengen. Hij heeft ons 2.400 km door Cuba vervoerd zonder ooit te haperen. Brave auto!

150801-3All-inclusive betekent gelukkig ook airco: de kamer is heerlijk koel. Vandaag en morgen zijn rustdagen, en maandag in de voormiddag vertrekken we naar het vliegveld. We hebben natuurlijk niet alles gezien –nog steeds vind ik het jammer dat we er niet te paard op uit zijn getrokken, de natuur in– maar het is goed zo. Onze ongemakken hebben de mogelijkheden beperkt en daar kan niemand iets aan doen.

Het personeel is erg vriendelijk en behulpzaam. Morgen krijg ik zelfs sojamelk, die de lieve serveerster voor me is gaan regelen bij de chef van het ontbijtbuffet.

150801-4

Om mijn rechterpols prijkt een nieuwe gouden armband. Met gaten erin. En de naam van het hotel erop. De plastic dogtag snijdt gemeen als je er onverwacht langs schraapt, maar is de sleutel tot eten en drinken hier. Voorzieningen zijn er in overvloed.

Er zijn maar liefst vier restaurants

  • buffet restaurant ‘Los Tainos’
  • sea food restaurant ‘El Conuco’
  • gourmet restaurant ‘El Romantico’
  • Italian restaurant ‘Don Peperone’

plus de bars

  • lobby bar ‘Las Copas’
  • terrace bar ‘El Mojito’
  • pool bar ‘La Tortola’
  • beach bar ‘La Duna’
  • disco bar ‘Fun Pub’

En buiten in de echte wereld kunnen de bewoners vaak niet eens fatsoenlijk eten kopen… Het is zo vreselijk dubbel in dit land. Cuba krabbelt langzaam op uit de ellende, zeker met het heropenen van de handelsbetrekkingen met de USA. Maar ook de bevolking staat in tweestrijd. Van de ene kant verwelkomen ze de nieuwe mogelijkheden, maar aan de andere kant zijn ze bang voor het verlies van hun eigen identiteit. Toch draait het ook hier om geld, al geeft het communisme daar schijnbaar niet zo om. Ik heb er niet veel verstand van, maar gebruik wel mijn ogen. Wat ik zie is dat de mogelijkheden om geld binnen te halen in handen zijn van de regering. Toeristen en andere buitenlanders kunnen alleen in door de overheid gecontroleerde gelegenheden kwalitatief goed eten en drinken kopen. Overal waar we komen worden de gegevens van onze paspoorten nauwgezet overgenomen en gecontroleerd. Al deze controles nodigen uit tot het omzeilen van de regels, om toch een graantje te kunnen meepikken. Nep-vergunningen zoals bij onze biker boys zie je overal. Je hebt alleen een stukje papier en plastificering nodig.

Aan de beurt

Dan is Victor al weer terug. Wat hij vertelt is te bizar voor woorden. De man van de car rental sprak hem erop aan dat we de auto onderweg geen beurt hadden laten gegeven. Je leest het goed: een beurt! Eh HALLO?! We huren een auto voor twee weken en verwachten dan een goed onderhouden auto, en niet dat wij een vakantiedag moeten opofferen om voor de eigenaar naar de garage te gaan. Bespottelijk! Goed dat ik er niet bij was, want ik was ontploft. Of had het ongelovig uitgeproest. Ze proberen werkelijk alles. V-man vertelt dat de onderhoudsbeurt blijkbaar in het door hem ondertekende contract staat, maar who cares, de boom in zeg. Gelukkig heeft hij zich rustig en op de vlakte gehouden en is weggegaan zonder op de belachelijke eis van de autoverhuurder in te gaan.

Dans

Rond het middaguur gaan we aan het zwembad liggen onder een tropische parasol, gemaakt van palmbladeren. Victor gaat zwemmen en ik hang met mijn neus boven de ereader. En we hebben geluk, want het is Sabado Dia Cubano vandaag, Cuban Day. Een deel van het terrein is omgetoverd in countryside style. De lunch wordt buiten opgediend, waar we ook nog getrakteerd worden op een dansvoorstelling. Er is vers geroosterde vis, barbecue en een speenvarken. In exotische geuren, kleuren, klanken en met veel souplesse komt Cuba tot leven.

 

De avond valt

Tegen de avond lopen we naar het strand. Het oceaanwater spoelt warm over mijn voeten, de zon schijnt, overal vrolijke mensen en mijn maatje is aan mijn zijde. Life is great.

Het avondeten bestaat weer uit een buffet met allerlei Cubaanse gerechten. Ik kies een stukje vers gebakken vis, wat rijst en bonen, en als toetje ontleed ik een naranja, die een grapefruit blijkt te zijn. Het is een heel gevecht om de schil eraf te krijgen met alleen een bot mes als gereedschap. De partjes zijn goed beschermd door een dikke witte laag en het duurt wel een half uur voordat de vrucht is opgepeuzeld. Vitamine C stroomt voelbaar door mijn lijf en ik zucht tevreden.

Wat later trekt de hitte zich terug. Wolken, flitsend weerlicht, maar geen donder. De tropische klanken van de band weerklinken zachtjes door de nu gesloten balkondeuren. Het is bijna 22 uur, tijd om naar bed te gaan. Welterusten.

150801-20


MapCuba

2015 plaats blog
20-jul Schiphol > Havana Cuba, here we come
21-jul Havana Old Havana
22-jul Havana Gieren
23-jul Havana > Viñales Over een onverwachte passagier en sigaren
24-jul Viñales Hongerige ogen en magen en een dorstige auto
25-jul Viñales > Trinidad Schurken en helden
26-jul Trinidad Adembenemend mooi Trinidad
27-jul Trinidad > Camaguey De Gidsende Gebroeders
28-jul Camaguey > Santiago De Cuba Een bord vol komkommerschijfjes
29-jul Santiago De Cuba Sterven voor het vaderland is leven
30-jul Santiago De Cuba > Santi Spiritus Kakka
31-jul Santi Spiritus > Varadero De voetstappen van Al Capone
1-aug Varadero In geuren, kleuren en klanken
2-aug Varadero Tropenweken
Geplaatst in Cuba

De voetstappen van Al Capone

Deze post maakt deel uit van een serie over mijn vakantie in Cuba, alweer vijf jaar geleden. Klik hier voor alle verhalen.

vrijdag 31 juli 2015

Vanaf het balkon van ons appartement kijk ik uit over de tuin van Melia Hotel Varadero, het eindpunt van onze reis door Cuba. De zon strijkt over zwembaden en palmbomen, een vijver, ligstoelen. Muzikale klanken van de dinerband op het dakterras. Langzaam valt de avond.

150731-2

Poefff

Het is 10 uur als we over de A1 rijden. De kans om koeien en verkopers van uien, knoflook en kazen midden op de weg tegen te komen is groot. Ineens wordt de rechterrijstrook van de snelweg afgesloten en houdt even later helemaal op te bestaan. Tientallen meters verder weten we nog steeds niet of we aan het spookrijden zijn of niet. Het kan allemaal in Cuba.

We hebben een goede nachtrust achter de rug. Victor was erg moe na de inspannende rit van gisteren en ook ik sliep tot de dageraad. Ik voel me weer iets beter en durf bij het ontbijt twee eieren en wat toast aan. Zouden de binnenste regionen na een week eindelijk wat kalmeren? De verse mango smaakt in ieder geval goddelijk.

Gisteren vertelde Tanja dat ze in de Casa van Santiago nog een ventilator op het dakterras heeft gemolesteerd door deze in te pluggen in een 220V stopcontact. Niks mis mee, zou je denken? Toch zei hij POEFFF! Nou, vanmorgen zei mijn föhn geen ‘poef’, maar hij hield er wel mee op. Het is een afdankertje, dus ik vond het niet zo heel erg. V-man wel, want niet de föhn is kapot, maar de dure omvormer! Wist-ik-veel dat die kleine haardroger te zwaar is voor de trafo. 😮 Victor ziet me nota bene de föhn pakken. ‘Op alles voorbereid’, zeg ik nog, als hij lachend de douche in stapt. Mijn haren waren trouwens gelukkig wel droog hehehe. Hopelijk zit er bimetaal in als beveiligingsschakelaar, zodat de trafo alleen moet afkoelen. Mijn V-man weet dit soort dingen; hij is niet voor niks ook een E-man.

Paradijs

We zijn op weg naar een van de grootste en bekendste badplaatsen van het hele Caraïbisch gebied. Varadero wordt ook wel Playa Azul oftewel het Blauwe Strand genoemd. Het ligt ten oosten van Havana op schiereiland Hicacos. Het is al sinds 1870 een toeristische trekpleister en veel beroemde mensen gingen ons voor, waaronder maffiabaas Al Capone. Wie weet zien we zijn voetstappen nog in de 20 kilometer lange witte stranden. Varadero moet een waar toeristenparadijs zijn. Zou het ook ons paradijs worden?

Sorry, Cuba

Regelmatig passeren we kruisingen op de snelweg, bizar, maar hier heel normaal. We besluiten tot een tussenstop in Santa Clara om het monument van Che Guevara te bekijken en wat rond te slenteren. Vlak voor het stadje krijg ik ineens weer een pijnaanval en sla dubbel. Met op elkaar geklemde kiezen hobbelen we de stad in. Echt mooi is het niet, en we dwalen een kwartier door Santa Clara’s straten, op zoek naar Che Guevara. De pijn ebt wat weg en na het fotograferen van het Paleis van Justitie – een groot geel gebouw – en een of ander standbeeld besluiten we terug te rijden naar de autopista. Navigeren op de zon werkt als een tierelier. Hasta la vista, baby!

Een half uur later lach ik niet meer. Zweet parelt op mijn voorhoofd en ik kreun van de pijn. Victor knijpt bemoedigend in mijn been en zoekt naarstig naar een geschikte plek. Ik duik de berm in, klauter over een dijkje en stap over de voren van een maisveld. In de warme zon tril ik over heel mijn lijf, terwijl de natuur om me heen de adem inhoudt. Wat later stap ik weer in de auto en haal bibberend diep adem. De opluchting is helaas van korte duur. Een uur later leun ik met mijn ogen dicht tegen de hoofdsteun en probeer adem te halen. Het gaat niet meer. Gek hoe je blik naar binnen wordt gericht en je de omgeving haast niet meer ziet. Ik doe Cuba deze vakantie geen eer aan vrees ik. ‘Stoppen, hier, NU!’ We draaien een landweg in en ik gooi het portier open. Kan me niks meer schelen wie er in de buurt is. Maar goed dat we elkaar al zeven jaren kennen en niet pas een paar weken. Dit keer knap ik werkelijk op en mijn babbel begint zich weer te roeren.

Las Antillas

We naderen het schiereiland en rijden een vrij troosteloos stadje in. Het krioelt er van de bussen. Drommen mensen staan geduldig langs de kant van de weg te wachten. Zouden ze allemaal in de hotels werken? Er staan maar liefst vijftig logementen op de smalle strook land aan de noordkant van Cuba. De landkaart – mijn inmiddels trouwe metgezel – vertelt me precies waar we moeten zijn en ik dirigeer Victor naar het hotel. Geen parkeerplaats te vinden, en na een tweede rondje zetten we de auto aan de kant, waar de krampen weer inzetten. De door het reisbureau op de kaart omcirkelde naam klopt niet met wat er op de voucher staat. ‘Dit meen je niet!’ kreun ik ontzet. Snel zoek ik verder op de kaart, en ja hoor, daar is Melia Las Antillas. We zetten de koffers weer in onze Chinese Geely en gaan de autopista Sud op. Even later draaien we het parkeerterrein van Las Antillas op, halen de auto leeg en melden ons bij de receptie. Nog geen kwartier later stappen we onze hotelkamer binnen en haal ik opgelucht adem.

150731-5

Ons verblijf hier is all inclusive, voor het eerst in mijn leven dat ik zoiets meemaak. Als ik wat ben opgeknapt gaan we een hapje eten bij de Pool snackbar. Het is inmiddels half vijf en ik zie sterretjes. De toast van vanochtend is allang uitgewerkt, en twee evergreens vormen niet echt een stevige lunch. Een kale hamburger lijkt me de beste optie uit hetgeen verkrijgbaar is. Langzaam stop ik minuscule stukjes vlees in mijn mond, en kijk naar het podium naast ons. Drie wulpse dames en vier nog veel wulpsere mannen studeren een dans in. Het behelst veel heup- en armzwaaiwerk. Ze hebben lol, en wij ook.

150731-3

150731-4

150731-1

’s Avonds gaan we naar het restaurant waar een zeer uitgebreid buffet staat. Bedenk maar iets, en het is er. Behalve de sojayoghurt waar ik zo’n zin in en behoefte aan heb. Behalve thee. Blijkbaar hoort dat alleen maar bij het ontbijt. Ik schep een beetje rijstsalade op met erwtjes en mais, en eet twee bananen. Oh yes, all inclusive! 😉 Drie glazen mineraalwater brengen de vochthuishouding weer een beetje op peil en we sluiten de dag af met een romantische wandeling over het terrein. Een kus op een bruggetje in het licht van de maan. Cuba by night. Sleep well.


MapCuba

2015 plaats blog
20-jul Schiphol > Havana Cuba, here we come
21-jul Havana Old Havana
22-jul Havana Gieren
23-jul Havana > Viñales Over een onverwachte passagier en sigaren
24-jul Viñales Hongerige ogen en magen en een dorstige auto
25-jul Viñales > Trinidad Schurken en helden
26-jul Trinidad Adembenemend mooi Trinidad
27-jul Trinidad > Camaguey De Gidsende Gebroeders
28-jul Camaguey > Santiago De Cuba Een bord vol komkommerschijfjes
29-jul Santiago De Cuba Sterven voor het vaderland is leven
30-jul Santiago De Cuba > Santi Spiritus Kakka
31-jul Santi Spiritus > Varadero De voetstappen van Al Capone
1-aug Varadero In geuren, kleuren en klanken
2-aug Varadero Tropenweken
Geplaatst in Cuba

Kakka

Deze post maakt deel uit van een serie over mijn vakantie in Cuba, alweer vijf jaar geleden. Klik hier voor alle verhalen.

donderdag 30 juli 2015

Een nieuwe dag met nieuwe kansen. Dag, Santiago de Cuba. We gaan je verlaten, maar heel rouwig zijn we daar niet om. De mooie stukken van de stad zijn decorstukken voor leed in het kwadraat. Ik hoop dat de inwoners het heel snel wat beter gaan krijgen, nu de grenzen met de Verenigde Staten zijn opengegaan. Na een kleine dwaling vinden we rond kwart over acht de autopista weer terug.

Onderweg

Ossen dragen gelaten hun juk en sleuren de vracht vooruit, langzaam maar zeker. Ze moeten bijzonder goede maatjes zijn. Of het kan ze allemaal niks meer schelen. Paardjes draven moedig met hooi, balen, zakken en mensen. Mannen zwaaien hun machetes en snoeien de struiken in strakke vorm. Het gras maakt plaats voor hun vaardige handen. Vrouwen lopen met paraplu’s om zich te beschermen tegen de altijd aanwezige zon. In de berm houden verkopers twee stuks fruit omhoog. Misschien staan ze er vanmiddag nog. Een oude man met een stok strompelt een helling omlaag, een plastic zak in zijn hand. In de verste verte geen dorp te bekennen langs deze kronkelende CC weg vol onverwachte kuilen. V-man moet constant opletten dat hij ze ontwijkt.

Het wilde westen is echt niet in de US, het is hier! Ontspannen diep in het zadel hoeden ze hier nog koeien. We rijden langs uitgestrekte valleien, besprenkeld met palmbomen tussen het suikerriet. Ze glooien en plooien zich over het landschap. Maiskolven wuiven in de wind. Bushokjes bij de vleet. Het openbaar vervoer is goed geregeld: je kunt alles en iedereen aanhouden. Zeer regelmatig wordt een hand met geld opgestoken, maar we zien af van passagiers.

Twee mannen zitten op hun hurken in de schaduw van een boom. Hun rubberlaarzen zijn helemaal in in Cuba. En als je echt hip wilt zijn, trek je daarbij ook nog je shirt omhoog over je buik. Geitenhoeders en Cubaanse schonen lopen langs de weg. Waarschijnlijk urenlang, want waar gaan ze heen? Er is niets. Auto’s repareren is een sociale aangelegenheid. Met zijn vijven rond de motorkap. Je moet wel verstand van auto’s hebben als je hier woont. De vehikels zijn zo vaak gerepareerd dat alles versleten is. Verkeersborden zijn vaak met de hand gemaakt. ‘Paard en wagen’ lijkt meer op een hond met een wormvormig aanhangsel.

150730collage

In de stad krioelt het van de voetgangers, fietsers, trapkarretjes, paarden en bussen. Open vrachtwagens stoppen rechts en links om hun menselijke lading te dumpen. Een flatgebouw grauw, maar het herbergt hopelijk vele homes. Dan weer vrolijk geschilderde huizen. De zon geeft alles een warmere tint. Drie meisjes lachen en zwaaien terug naar me. Met spandex omhulde billen trillen op de maat van Big Mama’s voetstappen. Roze is een universele babykleur voor meisjes. Haarbandjes en speldjes contrasteren prachtig met hun mokka huid.

Tip: houd nooit de Google reistijden aan, maar vermenigvuldig ze met anderhalf. Je moet wachten achter iedere fietser, trekker, kar, motor (die alleen door het zijspan overeind blijft), remmen voor iedere kuil, erop bedacht zijn dat de weg ineens kan ophouden of dat een auto stilstaat op straat. Vind je het gek dat de kalkoengieren nooit ver weg zijn.

Met getraind oog druk ik het knopje van de luchtcirculatie in als er weer een stinkende auto aan komt. De reisgidsen verzwijgen wijselijk de stank en de armoede, en benadrukken de glorie. De glans is echter al lang geleden weg getrokken. De schoonheid komt nu van de warmte van de mensen, die hun hoofd boven water proberen te houden en vaak leven zoals hun voorouders. In het zelfde dorpje waar hun grootouders geboren zijn.

We rijden al drieënhalf uur en zijn nog lang niet op de helft van de route naar Sancti Spiritus. Een motorrijder rijdt dwingend naar ons toe en dirigeert ons de berm in. Achter hem nadert een volgeladen tientonner in volle vaart. Sjesus! De lange rit is bijzonder slaapverwekkend en ik vecht om wakker te blijven om Victor gezelschap te houden. Tot ineens een cowboy zwaait met zijn hoed en ons tot stoppen dwingt. Links en rechts een kudde koeien, zes man te paard eromheen. Geweldig, ineens ben ik klaarwakker. Ik wil het filmen! Maar we zijn alweer voorbij.

Eten en…

Onderweg eten is altijd een probleem. De meeste tentjes hebben namelijk niks. Af en toe kus ik mijn man op zijn schouder. Hij is de enige chauffeur die in deze auto mag rijden. Vlinders fladderen voorbij, hun buikjes vol nectar. Konden ze ons maar de weg wijzen naar een leuk eettentje. Of een minder leuk eettentje, als ze maar eten hebben.

Rond één uur ’s middags zal ik toch even moeten plassen na vijf uren droog te zitten. Het land is niet dichtbevolkt, maar er zijn wel overal mensen en auto’s. Na de derde door mij afgekeurde stop gooit Victor de auto aan de kant. Ik neem een kijkje bij greppel, bij het open stuk en loop terug naar de auto. Met volle blaas. Victor sommeert me naast de auto te gaan zitten. Tegensputterend over bussen vol toeristen die foto’s van me nemen, hurk ik naast de auto, biddend dat er alleen maar aan de voorkant iets uitkomt. Mijn gebeden worden verhoord. Pfew. Er passeert alleen een auto, maar geen bus. Een vakantie vol primeurs. Met de energie van een notenreep zoeken we verder naar geschikt eten.

En weer een nieuw Spaans/Cubaans woord geleerd: kakka. Hoef ik vast niet uit te leggen hè? Als we een restaurant met tankstation zien, maken we een U-turn en sluiten aan in de auto-rij. De pompbediende haalt een vinger langs zijn keel: de special gasoline is op. We besluiten hier toch te gaan eten; Vic een kleine pizza en ik een wit broodje met ham. Onder in de vitrine ontdek ik een pak tomatensap. Doe die ook maar. Na een half broodje voel ik het al. Na driekwart broodje stop ik met eten en kijk mijn partner aan. Ik moet. Er is echter geen bagna, alleen bij het andere restaurant verder op de heuvel. Mijn trouwe rugzak en ik beklimmen de zinderende trappen.

Een oud vrouwtje staat op wacht en houdt me tegen. Zwijgend wachten we samen. Na vijf minuten wijst ze achter zich en zegt ‘Hombre‘. Aha, er zit een man op. Na weer vijf minuten wrijft ze over haar buik, wijst richting hokje en zegt ‘kakka‘. Hij heeft buikpijn. Hey, join the club! Na nog twee minuten loopt ze naar binnen en gluurt onder de deur door. Ik schiet in de lach. Dan komt er een knul naar buiten en is het mijn beurt. Ik wring me naar binnen. Het is vies, maar niet zo vies als in de snackbar van het stadje dat ik heel snel uit mijn herinnering verbannen heb. Nou, ik kakka ook, zo goed en kwaad als het gaat, hangend in het luchtledige in die benauwde ruimte. Ik vis wc-papier uit mijn tas en deponeer het na gebruik in de daarvoor bestemde kartonnen doos. Yikes! Niet bij nadenken, is heel normaal hier.

Ik loop naar buiten, grijp een emmer met water (ik blij dat ik het kon afkijken bij mijn voorganger) spoel door, en gooi er voor de zekerheid nog een emmer achteraan. Dan houd ik mijn handen onder de lopende kraan en loop naar buiten. Van pure opluchting besef ik pas in de auto dat ik vergeten ben te betalen! Dat arme vrouwtje met twee kakka’s achter elkaar oh! Victor haalt laconiek zijn schouders op en rijdt weg. Sorry senora. Drie doekjes later voelen mijn handen nog steeds vies aan, maar alles is beter dan niks op dit punt. Ik wil in een koel zwembad met een flinke dosis chloor duiken.

Sancti Spiritus

Tegen vijf uur arriveren we in Sancti Spiritus, en rijden feilloos naar de Casa. Ik neem eerst een douche, waarna we het stadje gaan verkennen. Het blijkt heel erg leuk te zijn.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Niemand kijkt raar, niemand spreekt ons aan en niemand wil wat van ons. Kinderen spelen op een plein, terwijl de ouders trots toekijken. Er is zelfs een winkelstraat. We parkeren onze auto op de juiste plek bij de kerk en als we terugkomen horen we een bekende stem: Tanja en Hans zitten ook weer hier. Wat gezellig! We kletsen bij en horen dat ze een busrit hebben gemaakt in Santiago, waarbij ze prachtige dingen hebben gezien. Ik geef haar mijn kaartje, zodat we contact kunnen houden, en gaan op zoek naar een restaurant. Bij de buren eten we fried fish met rijst, waarna Victor als een blok in slaap valt. Een vermoeiende dag die goed is gegaan, en een nog beter einde heeft.


MapCuba

2015 plaats blog
20-jul Schiphol > Havana Cuba, here we come
21-jul Havana Old Havana
22-jul Havana Gieren
23-jul Havana > Viñales Over een onverwachte passagier en sigaren
24-jul Viñales Hongerige ogen en magen en een dorstige auto
25-jul Viñales > Trinidad Schurken en helden
26-jul Trinidad Adembenemend mooi Trinidad
27-jul Trinidad > Camaguey De Gidsende Gebroeders
28-jul Camaguey > Santiago De Cuba Een bord vol komkommerschijfjes
29-jul Santiago De Cuba Sterven voor het vaderland is leven
30-jul Santiago De Cuba > Santi Spiritus Kakka
31-jul Santi Spiritus > Varadero De voetstappen van Al Capone
1-aug Varadero In geuren, kleuren en klanken
2-aug Varadero Tropenweken
Geplaatst in Cuba

Sterven voor het vaderland is leven

Deze post maakt deel uit van een serie over mijn vakantie in Cuba, alweer vijf jaar geleden. Klik hier voor alle verhalen.

woensdag 29 juli 2015

De komkommer en limonade van de vorige dag blijken het nodige losgemaakt te hebben, en ik breng de nacht en ochtend voornamelijk in de badkamer door. Victor gaat om 10 uur de stad in en laat mij in het gezelschap van een Amerikaanse film op bed achter. Een klop op de deur kondigt de laundry women aan, maar het enige dat ik wil is nieuwe voorraad. Om half een is mijn V-man alweer terug. De straten waren heel arm, vertelt hij, nergens is water te krijgen in de winkeltjes. Er staan wel nieuwe flessen water, maar die zijn voor manana. Wat een land. De eigen bevolking wordt niet bevoorraad, maar de hotels beschikken over alles. Vreemd, dat communisme. Victor is aangesproken door diverse mensen tijdens zijn wandeling, en allemaal willen ze maar éé ding: geld.

We gaan voor de lunch beneden bij het zwembad zitten. Victor kiest weer een sandwich queso, maar ik houd het bij rauwkost. Daarna zoeken we een bank om wat te lezen, maar de slapeloze nacht laat zich gelden en na vijf minuten strompel ik naar boven. Daar wacht me een verrassing: de maid is geweest en heeft alles mooi en schoon gemaakt. Er staat een briefje, met een getekend takje en kunstig ingekleurde letters. Dankbaar val ik om.

150729-2

Anderhalf uur later word ik wakker uit een droom waarin mijn vader een Gaudí badkamer voor me aan het metselen is. Toch jammer dat dromen bedrog zijn! Maar ik ben genoeg opgeknapt om er even uit te willen. We verlaten het hotel en stappen de hitte in.

Sightseeing

De hoofdweg braakt een nooit aflatende stroom aan motoren, bussen en auto’s uit. Adembenemend. We lopen via kleine weggetjes naar iets dat Musea Hist. 26 Julio heet. Het blijkt geen museum maar een gele school te zijn. Een bus stroomt langzaam vol met Franstalige toeristen. Ik zwoeg verder bergopwaarts, zo slap als een dweil, op weg naar Parque Hist. Abel Santa Maria. Het is een groot monument in de vorm van een kubus, met de tekst ‘Sterven voor het vaderland is leven’. Zwijgend zitten we op een muurtje in de schaduw van een boom en denken na over deze woorden. Sterven voor je vaderland doe je al als je bij een bushalte staat te wachten en de optrekkende voertuigen trotseert. Je longen kunnen al deze oliegassen niet lang aan.

150729-1

Terug bij het Melia Santiago de Cuba hotel vallen we neer bij onze stamtafel en bestellen water en bier. Wederom was dit niet bij een lokaal cafeetje te krijgen. Het bier wel, en de rum ook volop, maar Agua Natural (flessen water) is niet voor de armen. Ik open Kindle op mijn gsm en lees wat. Eerst wel het lettertype met 3 opplussen, zodat er twaalf woorden op een pagina staan, want mijn bril ligt boven. Wat later eten we bij het Gourmet Restaurant. Pork chops met rijst en een appelsap. Hoeveel voeding mijn lijf hieruit kan halen voordat het eten mij verlaat, is weer afwachten. Maar er zijn ergere dingen in deze stad.

Façade

De achteraf straatjes laten een ander Cuba zien dan de meeste toeristen onder ogen krijgen. De huizen staan op instorten, vervallen, bouwvallig. In Nederland zouden ze plat gegooid worden; hier wonen er gezinnen. Oude mannen zitten in groepjes bij elkaar, jongeren hangen rond en observeren de voorbijgangers. Toeristen worden er feilloos uitgepikt en als target aangewezen met een hoofdknik. Het doet me denken aan Malawi, Afrika, waar de mensen ook zo vreselijk weinig hebben. Het verschil is echter dat Cuba ooit welvaart heeft gekend. De gerestaureerde gebouwen pronken met hun weelde, terwijl de krotten alleen restanten laten zien. Een pilaar die nog overeind staat, kunstig traliewerk voor een raam, terwijl ernaast de muur is ingestort. Vergane glorie.

Santiago de Cuba, helaas is het hotel en de onmiddellijke omgeving het enige dat ik ooit van je zal zien, maar echt rouwig ben ik daar niet om. Ik wil terug naar het kleinschalige Cuba, terug naar de vrolijke kleuren en de paard en wagens. Weg uit deze stank.


MapCuba

2015 plaats blog
20-jul Schiphol > Havana Cuba, here we come
21-jul Havana Old Havana
22-jul Havana Gieren
23-jul Havana > Viñales Over een onverwachte passagier en sigaren
24-jul Viñales Hongerige ogen en magen en een dorstige auto
25-jul Viñales > Trinidad Schurken en helden
26-jul Trinidad Adembenemend mooi Trinidad
27-jul Trinidad > Camaguey De Gidsende Gebroeders
28-jul Camaguey > Santiago De Cuba Een bord vol komkommerschijfjes
29-jul Santiago De Cuba Sterven voor het vaderland is leven
30-jul Santiago De Cuba > Santi Spiritus Kakka
31-jul Santi Spiritus > Varadero De voetstappen van Al Capone
1-aug Varadero In geuren, kleuren en klanken
2-aug Varadero Tropenweken

 

Geplaatst in Cuba

Een bord vol komkommerschijfjes

In deze vakantieperiode stel ik de zeswoordverhaal-uitdaging uit tot woensdag 12 augustus, en heb in plaats daarvan een oud concept uitgewerkt.

Deze post maakt deel uit van een serie over mijn vakantie in Cuba, alweer vijf jaar geleden. Klik hier voor alle verhalen.

dinsdag 28 juli 2015

De nacht in Camaguey gaat zacht voorbij… nou nee, niet zacht, want het lawaai van de airco is oorverdovend. Toch slaap ik redelijk goed in het midden van het grote bed. Victor is in het onderste stapelbed gekropen, omdat we door het hellende matras onophoudelijk werden gedwongen tot innig en vooral klef plakkend samenzijn. Best aangenaam, maar niet in deze hitte.

Na een verfrissende douche gaan we om acht uur op zoek naar de ontbijttafel. Tanja en Hans komen er ook bij zitten. Deze Brabanders wonen nu op Bonaire, waar Tanja les geeft op een basisschool. Met droge humor drijft Hans de spot met hun te kleine, te hete kamer zonder ramen. Een eitje, witte broodjes, ham en kaas, en vers fruit, plus muntthee.

150728-1

Rond 9 uur stappen we met de koffers naar buiten en lopen naar de auto. Onze fietsgids staat ons weer op te wachten, op zijn ‘verjaardag’ nog wel! “We don’t need you!”, bijt ik hem toe, en keur hem verder geen blik meer waardig. Mopperend peddelt hij achter ons aan. Bij de auto, die veilig en gewassen op ons wacht, probeert hij het nog eens, maar dan bij Victor. Hij steekt zijn hand op en gebaart dat het dit keer ‘maar’ vijf CUC kost. Mijn man zegt “It’s a straight line to Santiago, we don’t need you.” We wijden onze aandacht aan de koffers en draaien links de weg op. Ja hoor, daar rijden de gebroeders Bike, terwijl ze regelmatig een blik achterom werpen of we volgen. We houden afstand en als zij ergens rechtsaf slaan, kiezen wij onze eigen weg. En nog de goede weg ook! Vanaf nu is het rechtdoor, door Las Tunas en dan rechts naar de zee in Zuidoost Cuba: Santiago.

We parkeren de auto bij een piepklein wegrestaurant voor een lunch- en toiletstop. Ik bestel een ensalada, en krijg… een bordje vol dunne komkommerschijfjes. Meer niet. Agua naturalis hebben ze niet, dus we nemen sinaasappellimonade. Vic eet hetzelfde. De rekening is 10.80. We kijken elkaar aan en V-man pakt een briefje van 10 CUC. De vrouw schudt haar hoofd en vraagt om kleingeld, wijst vervolgens naar de nota. Ik wijs naar het eten en zeg “Dit is echt geen 10 CUC waard.” Victor haalt een muntstuk van 1 CUC tevoorschijn, en lachend pakt zij dit aan – om vervolgens het biljet terug te geven. Even later komt ze terug met een briefje van 20 in de lokale munteenheid, ocherm. Ik zeg Vic haar het briefje terug te geven als fooi. Dit hebben we nog niet eerder meegemaakt.

Uitleg: de Cubaanse peso is de lokale munteenheid van Cuba. Naast de peso wordt ook nog een andere munteenheid gebruikt: de convertibele peso (CUC). Deze CUC is speciaal voor toeristen.

Dan lopen we rond het gebouw, op zoek naar het toilet. Waar is el bagno? Aan de achterkant zien we de deur. Een meisje rukt eraan en probeert hem open te krijgen, terwijl hordes vliegen belangstellend rondzoemen. Yikes. We besluiten door te rijden: liever de berm dan een pot vol ongedierte. Na anderhalf uur vinden we eindelijk een geschikt plekje. De zijweggetjes zijn moeilijk van te voren te zien, en als we iets zien, staat er wel een bushalte of een huis. Vrachtwagens, of eigenlijk taxi’s, gooien hun smerige oliewalmen de atmosfeer in. Zwarte wolken omringen ons, en we drukken haastig op de luchtcirculatieknop van de auto. Afsluiten!

150728vrachtwagen

Na zes uren rijden we dan eindelijk Santiago binnen. We zijn een klein stukje omgereden omdat de pijl naar de autopista een beetje uitgewist was. De plattegrond geeft aan waar we zijn, tenminste in Victor’s hoofd, en hij rijdt zonder aarzelen naar hotel Melia de Cuba. Een modern gebouw met vijf restaurants, een zwembad, airco. Kunstig gevouwde zwanen sieren ons bed.

Voor een tweede lunch besluiten we de omgeving te verkennen. Stinkauto’s en motoren benemen me de adem. We schieten een tentje binnen, maar wederom is het alleen voor locals. Zelfs geen flesje water is er te krijgen, geen thee. Victor voelt zich steeds flauwer worden, en na nog een andere bar geprobeerd te hebben, lopen we terug naar het hotel, waar we bij de snackbar aan het zwembad iets bestellen: een kaastosti voor meneer en een klein bordje patatas fritas voor mevrouw. Het valt alweer niet zo goed, dus ik schuif de resten door naar mijn hongerige metgezel. Exotische schoonheden en dikke mama’s bevolken de swimming pool, mannen met een buikje en gespierde adonissen. Maar nee, het is niet Cuba. Morgen maar gauw naar een andere plek, want hier vinden we allebei niets aan.

’s Avonds eten we noodgedwongen bij het Italiaanse restaurant van het hotel, buiten, waarbij een lichte bries regelmatig verkoelt. Spaghetti met olijfolie en flintertjes zalm, dat lijkt me wel wat. Victor kiest voor de bolognaise versie. En een biertje en mojito. Een cyperse kat loopt schooiend van tafel naar tafel. Ze krijgt bijna overal wat en ziet er, afgezien van een half dicht oog, best goed uit. Ik probeer haar naar me toe te lokken met mijn stem en vingers, maar ze trapt er niet in. Eten, dat is wat ze wil. En slapen, dat is wat ik wil. Naar bed!


MapCuba

2015 plaats blog
20-jul Schiphol > Havana Cuba, here we come
21-jul Havana Old Havana
22-jul Havana Gieren
23-jul Havana > Viñales Over een onverwachte passagier en sigaren
24-jul Viñales Hongerige ogen en magen en een dorstige auto
25-jul Viñales > Trinidad Schurken en helden
26-jul Trinidad Adembenemend mooi Trinidad
27-jul Trinidad > Camaguey De Gidsende Gebroeders
28-jul Camaguey > Santiago De Cuba Een bord vol komkommerschijfjes
29-jul Santiago De Cuba Sterven voor het vaderland is leven
30-jul Santiago De Cuba > Santi Spiritus Kakka
31-jul Santi Spiritus > Varadero De voetstappen van Al Capone
1-aug Varadero In geuren, kleuren en klanken
2-aug Varadero Tropenweken

 

Geplaatst in Blikvanger

Meesterlijk

190731Hermitage

klik!

Een zaal in het Hermitage museum in Sint Petersburg. Ogen tekort, bezoekers teveel. Massatoerisme in een zee van pracht en praal.