Geplaatst in Columns, Cultuur, Humor, Natuur

Vakantie

Het beeld wordt gevuld met een strak lijf in een witte zwembroek. Ook de zwembroek is goed gevuld. Spieren glimmen in de zon onder een gebruinde huid, om zijn mond een uitdagende glimlach. Haar nieuwe Facebook-vriend! Al presenteert die zich ineens toch wat anders dan tijdens de vakantie. Toen hij meer kleren droeg.

Met een grijns vertelt ze haar verhaal, enthousiast aangevuld door een ander, die al net zo’n bruinverbrand hoofd heeft als zij. Een derde huivert en vertelt over haar meivakantie in Madrid. Waar het kwik niet hoger steeg dan 10°C.

Vakantie. Bevrijd van het keurslijf, ontdaan van het juk der arbeid, zoeken we het geluk op andere plaatsen. Als sprinkhanen strijken we neer op mooie plekjes en moeten we genieten. We moeten vooral volop genieten. Want de tijd vliegt en voor je het weet is het alweer tijd om naar huis terug te gaan. In honderden foto’s proberen we al die indrukken mee te nemen. Maar geluiden, geuren en gevoel laten zich niet zo makkelijk vastleggen, ook al is de digitale plaat nog zo gevoelig.

Met moeite demp je een vloek achter de douchedeur als het warme water geleidelijk verandert in een ijsstroom die de shampoo in je haren negeert. Verkleumd tot op het bot weet je eindelijk alle zeep weg te wassen en reikt naar je handdoek. Je steekt je ene voet met wat geluk door het gat van je slipje en balanceert met de andere voet in je handdoek, ergens ter hoogte van je knieën. Met een klap val je tegen het tussenschot en voelt hoe het stukje stof tergend langzaam maar onbedwingbaar verder naar beneden zakt. Tot het in de plas douchewater belandt, net voor je het kunt grijpen. De handdoek valt er netjes naast. Je rukt driftig het bigshirt van de haak en trekt het – nog half nat – aan. De andere campingbewoners staan amicaal te kletsen en zien er onberispelijk uit. Na een korte blik in de spiegel vlucht je terug naar de tent.

Wat bezielt ons toch iedere keer weer om het gerieflijke huis te verlaten en te gaan bivakkeren – soms te overleven – in een primitieve(re) omgeving? Je werkt je het hele jaar uit de naad om de huur of hypotheek te kunnen betalen en besluit dan twee weken onder een stuk zeildoek te leven. Je kunt er niet eens in staan. Hoezo vijf gaspitten? Nee joh, een brandertje is ruim voldoende. Terug naar de natuur. Wie heeft beschaving nodig als je buiten kunt leven, de frisse lucht weer kunt inademen. We betalen grif € 1.000 voor een week in een ‘compleet ingerichte tent’. Voor een verblijf in een vakantiehuisje. Of het dubbele voor een camper. En wat krijg je aan comfort?

Je slippers zakken weg in het zompige gras en een koude wind doet je huiveren. Bij de ingang van de tent blijf je even staan om de flipflops uit te trappen en kruipt dan door de opening naar binnen, nat gras aan je voeten. Met veel moeite wurm je je in een spijkerbroek en een warme trui. De enige kleding die nog droog is. De buren zien je blote voeten naar buiten steken en glimlachen toegeeflijk. Kijk ze eens genieten!

Toch is en blijft vakantie heerlijk. Het is een manier om nieuwe indrukken op te doen, je horizon te verbreden. Om met eigen ogen te aanschouwen wat National Geographic je voorspiegelt op TV. Om op ontdekkingstocht te gaan, de wereld te zien, te ontdekken. Te voelen dat je echt leeft! Maar vooral om te onthaasten, te ontsnappen aan de stress en het leven van alledag. Werkweken glijden onopgemerkt voorbij, maar vakantie-ervaringen springen je tegemoet, dollen als een dwaze pup om je heen met een enthousiasme dat langzaam verbleekt… tot het weer tijd is voor de volgende vakantie. Sterkte met de laatste loodjes van het studiejaar!