als zomer’ einde nadert
windgestuwd
herfstrijp gebrand
en regenvlagen striemen
huiverend schraal
koudkaal
steek ik een kaarsje aan
levend vuurlicht flakkert
warmt stiltesfeer
geeft hoop
in was gevangen zonnekind
vertelt ingetogen
bewogen
in glans van lach en traan