Vanmiddag rijden we de langste route van onze vakantie in het wonderschone New Forest National Park . De smalle Engelse straatjes zijn heerlijk onoverzichtelijk en lijken op elkaar. Drie hellingen van 25% binnen tien minuten lijkt ons echter sterk. Wanneer we ook nog voor de derde keer dezelfde fietsers inhalen, ruiken we onraad. We zitten gevangen in een Garmin-looping binnen een Engels Bermuda driehoekje! Er zit niets anders op dan de bestemming rechtstreeks in te toetsen en de route voorlopig te laten voor wat het is. Lees verder “Bijzondere Ontmoetingen”→
Het is nog donker buiten. Verkeer raast al voorbij in een niet-aflatende stroom van snelheidsduivels op de smalle bochtige straat zonder verlichting, omringd door donkere bomen. Na een onrustige en te kruidige nacht verlang ik te zeer naar een mok Engelse thee met een plens melk om nog langer te kunnen blijven liggen in ons lage bed in Japanse stijl. De verwarming in mijn rug, een plaid over mijn benen en een warme sjaal om mijn nek. Het is behaaglijk en schemerlicht. Mijn boek The Witching Hour van Anne Rice boeit me mateloos, verweven met de geschiedenis van hekserij en plantages, van Amsterdam en de Cariben. Het verhaal springt voor- en achteruit in de tijd, maar behoudt iets magisch en sinister. Lees verder “Wild Leven”→
Het is al half acht als ik eindelijk weer bij mijn positieven kom. De zon! Eruit! Het raampje met zijn rieten pony kijkt uit op de achtertuin. Bomen, gras, in de verte lopen koeien in de wei. En dan beweegt er iets. Een grijsrode gedaante springt op rappe pootjes over het hek en daalt dan verder af. Een eekhoorn! Heel normaal hier, maar ik kijk gebiologeerd toe. Lees verder “Wakker worden in een cottage”→
Eindelijk dan het verslag van de eerste dag van onze vakantie in Zuid-Engeland. Alweer een maand geleden…
zaterdag 22 oktober
Mijn droom is uitgekomen. Een prachtige kleine cottage omhult me met haar warme grenen en witte contrasten, haar rieten dak. Met haar unieke warmtesysteem, waarin bakstenen een rol spelen die alleen ’s nachts opwarmen. De zon stroomt naar binnen door kleine stoffige ramen en knipoogt. Ik ben eindelijk weer terug in Engeland! Lees verder “De lokroep van Engeland”→
We rijden over smalle Franse landwegen, op weg naar huis na een heerlijke vakantie. De twee weken Normandië zijn voorbij gevlogen. En toch was iedere dag gevuld met zoveel moois. Alledaagse gebeurtenissen in een nieuwe setting krijgen extra glans. We hebben lieve mensen ontmoet, in onze gite Le Bois-Ellier, in de hotels, de winkels en restaurants. Fransen stug en onvriendelijk? Daar klopt niets van; tenminste, niet anders dan in Nederland of waar dan ook.
Le Bois-Ellier
De zon schijnt vanuit een met wolken bedekte hemel en we dalen met 5% af. Zodra een weg ook maar iets naar beneden helt, staat er een bord met het bijbehorende percentage. Schrijven op een tablet in een bocht nodigt uit om misselijk te worden, maar gelukkig kan ik blind typen. Ik houd mijn blik strak op de weg gericht, terwijl V-man met vaardige hand de auto langs de vele rotondes stuurt. De afstand tot ons Frans toevluchtsoord wordt steeds groter.
Joe Bonamassa & Beth Hart
Golvende graanvelden waar de wind doorheen kruist. Het mais, het melancholieke gitaarspel van Joe Bonamassa. Wat zal ik de uitgestrektheid missen, de heuvels en dalen. De bijzondere bouwstijlen. Was het in de buurt van Le Bois-Ellier voornamelijk bouwen met Engelse stenen –Bretonse stenen moet ik zeggen– is het hier in Dieppe en omstreken een mix van bakstenen en grove keien. Anders, mooi, uniek. Ik zal je missen, Normandië, zoals ik nu onze gastvrouw Lynne, haar man Keith en hun grappige Jack Russell Monty al mis.
Monty Ponty
Maar wat ik niet zal missen is het bloederige schouwspel van onze lunch gisteren. Terwijl ik de buitenste stukjes van een eendenborst naar binnen probeer te krijgen, worstelt Victor met zijn steak ‘medium’. Nou medium is het allerminst. Denk aan een lap die tien seconden op een grill heeft gelegen, met daar binnenin een massa rauw vlees, vet, pezen en… argh. “Ik word weer vegetarisch!”, kreun ik aan tafel. De maaltijd gisteravond was veel beter: V-man had forel en ik zalm, met een sla-tomatensalade en een dressing van olijfolie en azijn. Eerlijk eten. Lekker eten. Gáár eten!
Naar huis. Ik wil niet naar huis. Ik wil wel naar huis. Ik mis mijn jongens en mijn katten. Wil onder de nieuwe douche staan. Maar ik mis ook het onbekende, de nieuwe vergezichten. Majestueuze windmolens die keurig op een rijtje draaien in de wind. De bovengrondse elektriciteits- en telefoonlijnen, die iedere weg de weg wijzen. Lijntjes energie naar de afzonderlijke huizen brengen. De wijze waarop de vrouwelijke TomTom-muts de Franse wegen uitspreekt. De zwart- en bruin-gevlekte koeien. De mooie bruine koeien. De gespierde beige runderen. Geiten en schapen. Geen zonnebloem- of lavendelvelden dit keer –die liggen zuidelijker.
We rijden naar huis op deze tweede zwarte zaterdag. Van mij mogen we op deze kleine wegen blijven rijden, dan duurt het nog wat langer. Nog even in de vakantiestemming blijven. En hoewel ik Normandië en haar mensen zal missen, schept vooruit gaan ook weer ruimte voor nieuwe avonturen. Zoals in de herfstvakantie naar Engeland. We hebben weer wat mogen proeven van de Engelse sfeer bij Lynne en Keith. En dat smaakt naar meer. Maar niet naar de Franse keuken.