~
op een stage lang gelee’
in Terheijden
liep ik mee
op de kinderboerderij
~
toen een kleurrijke rakker
dacht, mijn hemel
een stakker
die moet weg uit onze wei
~
met ferme pas en snavel
viel hij aan
‘Mijn kavel!’
gaf niet op totdat hij won
~
bedrieglijk zachte veren
hebben mij toen
doen leren
hoe hard ik rennen kon
~
gekakel bleef mij volgen
tot met schaamrood
verbolgen
ik een bezem nam ter hand
~
resoluut weer de wei in
vogel vluchtte
niet zijn zin
joeg hem over het hele land
~
Sindsdien heb ik ontzag
voor wat kraait
met een lach
maar kom niet dichterbij
~
Sloot een pact zonder haat
met zanger der
dageraad:
‘Jij de kip, ik het ei!’
~

