Geplaatst in Gastblog

D’r Zwungel

Gastblog door mijn oom, Albert Driessen

~ Waarschuwing: kan sporen van Limburgse cultuur bevatten 😉  ~

Het is maandagochtend 8.30 uur. Ik kom opgefrist onder de douche vandaan en tijdens het aankleden komen allerlei gedachten naar boven die ik met mijn revalidatie arts moet bespreken vanwege een zenuwaandoening. De kastlade dichtschuiven met mijn rechterarm gaat niet zonder het gebruik van mijn rechterknie.

De zwengel ronddraaien van de zetbank, kraalbank of wals – een handmatige machine waar je dakgoten, regenwaterafvoerbuizen, regenkappen enz. mee maakt – krijg ik niet meer voor elkaar. Voorheen was dat een fluitje van een cent, en nu moet ik hulp halen… ergerlijk!

Als je vroeger op je werk zei

Sjeng, of Giel,

dat waren je vakleermeesters,

ich krie-g d’r zwungel neet rondgedrie-ed!

dan zouden ze zeggen:

Wat mot ich mit zoe get, doa kinste nieks mit; zoe’ne zwungel drie-e ich mit der piemel rond als het mot, en dée zeivert dat hê-e d’r zwungel neet rondgedrie-ed kriet mit ziene erm.

Jong, wetste watste dée-st, goa noa de mam en help die mit poetse of géet dat ooch neet! Mer ja, doe hast dich ooch neet zelf gemaakt, dan zet mich mer het ontstoppingsmachie-n op de wirkbank.

Giel, Gie-iel, kinste éve helpe mit tille, dé-e kloemel is verrekte zwoar.

Mer… Godvergeefmich, hast doe noe ooch gaar nieks in de erm; jong, goa noar kantoer en kie-k of de baas get vuur dich hêe-t wat neet zoe zwoar is, mesjien kinste heu-m de vot aafvêe-ge!



Als ik deze herinneringen opschrijf, plooien mijn lippen zich tot een glimlach en zie ik alles weer voor me zoals het in die tijd op de bouw of werkplaats er aan toe ging. Maar in het geheel genomen was het plezierig werken met mijn oude leermeesters. Ik weet niet wat mijn leerjongens van mij gezegd zouden hebben, maar zover ik kan inschatten valt het wel mee.

Albert, 17 mei 2010

~ bewerkt door Marion