Geplaatst in Gezondheid, Persoonlijk

Overgang? Dan wil ik een sticker. Een hele kast vol!

Als er een hemel is, dan wil ik daar best naar toe, maar nu nog even niet. Eerder deze week dacht ik dat een van mijn laatste uren, zo niet het laatste, had geslagen. En daar word je best even stil van.

Sinds maandag maken mijn hersenen op een vreemde manier verbinding met de buitenwereld. Het draait, het duizelt, het helt naar links. En ik zwaai mee, me vastgrijpend aan bureaus, muren en stoelen. Vooral beeldschermen slagen erin mijn brein te foppen. Regelmatig moet ik de andere kant op kijken om te voorkomen dat ik met mijn hoofd misselijk tegen het bureau smak. De onzekerheid knaagt en vreet, wat is er aan de hand? Echt prettig is het niet.

Maar dit alles valt nog mee in vergelijking met de helse rit van het werk naar huis afgelopen woensdag. Onderweg heb ik mezelf zitten knijpen om alert te blijven. Ik had het gevoel dat ik er helemaal niet bij was, dat ik wegdroomde. En halverwege de rit kreeg ik minder kracht in mijn linkerarm en rechterbeen. Doodeng! Wat was ik opgelucht toen ik bij mijn afslag kwam, om vervolgens in paniek te raken toen daar een file ontstond. Ik voelde me inmiddels zo raar, dat ik bang was ter plekke een attack te krijgen.

Thuis heb ik mijn zoon Nick ingelicht en hem op het hart gedrukt mij regelmatig te controleren, om vervolgens in bed te kruipen met bonkend hart. Het gedeelte van mijn hersenen dat nog enigszins werkte (de rechterkant) haalde inmiddels ieder doemscenario naar boven dat bestond. Na een uurtje bedrust en onrustige dromen strompelde ik weer naar beneden om wat te eten; daar had Nick voor gezorgd. De TV zond signalen uit die ik niet kon verwerken. Het zicht op de achtertuin was veel mooier. En gaf wat rust.

Donderdagochtend naar de huisarts; daar had ik al een afspraak mee om mijn cholesterol te bespreken. De wachtkamer zat vol en zwierde vrolijk mee. Naast mij een man in gesprek met een andere man. Zijn opmerking over Vluchtelingen, die kunnen we in ons dorp niet gebruiken, wekte me enigszins tot leven, maar ik was te beroerd om er tegenin te gaan. De zoemer riep mij de gang in.

Een jonge, mij onbekende arts hoorde mijn geratel aan en greep de bloeddrukmeter. De bovendruk was aardig hoog, maar de onderdruk was goed. De eerste opluchting. Daarna beluisterde hij het kloppen van mijn hart. Zeer regelmatig. Ook de kleppen bleken goed te werken. Tweede opluchting. Bij het verminderen van kracht in mijn arm dacht hij toch aan hyperventilatie. Of een verkeerde houding. Ik vind dat een prima idee. Alles beter dan een potentiële hartaanval! Derde geruststelling.

Hij hield een stemvork tegen mijn hoofd: voor, links en rechts. Of ik een toon hoorde. Gelukkig wel ja, al was het in de verte. Oren gecheckt, ook goed. Toen moest ik zijn vinger volgen, op tien centimeter van mijn ogen. Of ik dubbel zag? Ja natuurlijk, gek! Ik week een stuk achteruit en volgde zijn vinger. Lukte ook al. Toen versnelde hij het tempo, en een vlaag van misselijkheid golfde onmiddellijk door mijn hoofd. Met mijn ogen dicht zei ik dat dat overduidelijk niet lukte.

Na het bedaren van de draaierigheid, vertelde hij me dat ik waarschijnlijk tijdelijk overgevoelig ben voor visuele prikkelingen. Overgevoelig, the story of my life. Het gaat waarschijnlijk vanzelf weg maar kan wel eens een maand duren. Als ik dubbel ga zien of het verschil in kracht tussen mijn linker- en rechterarm groter wordt, moet ik meteen terug. En voor nu rustig aan doen en prikkels vermijden. Welke, dat zou mijn hoofd mij direct melden. En hij heeft gelijk. Gisteren kon ik met moeite op mijn gsm kijken om te reageren op de vele WhatsApp’jes. Mijn baas had me inmiddels verboden om de PC aan te zetten. Bossy hoor, die boss van mij! Vandaag gaat het gelukkig iets beter, en ik heb wat thuis gewerkt.

Een andere verklaring kan de overgang zijn. Op diverse sites herken ik wel het een en ander, en als dat allemaal waar is, staat me nog heel wat te wachten. Wat een onbestemd woord trouwens, overgang. Overgang naar wat? Als je vroeger overging, kreeg je als beloning een sticker. En wat is onze beloning dan? Als jij iets positiefs kunt bedenken, hoor ik het graag. In de tussentijd wil ik een sticker. Een kist vol. Nee, een hele kast vol! Ter compensatie van de ellende. Van mij mag die overgang overgaan.

O ja, vergeet ik bijna het goede nieuws: mijn cholesterol is weer goed! De HDL (goede cholesterol) is gestegen van 1.2 naar 1.6, en de slechte (LDL) met 0.1 punt gezakt. In totaal voldoende om de pillen van mijn lijf te houden. Leve de smoothies!

En willen jullie mij nu excuseren? Ik ga naar het dierenasiel om een hond te halen. En die noem ik Fikkie. Kan ik tenminste mijn portie aan hem geven.

141003overgang