Formulier? Check! ID? Check! Ik was er klaar voor.
Een uurtje eerder werd ik wakker, stomverbaasd, want het was al half acht! Weigerde de wekker? Met een zucht van verlichting ging ik weer liggen: het was immers donderdag. En op donderdag werkte ik de middag en avond. Lekker nog even in bed blijven. Tot ik weer overeind schoot, ik moest bloedprikken om de cholesterolwaarden opnieuw te laten meten. Ik woog de groene smoothies af tegen de pistachenootjes, de cherrytomaten tegen het bakje chips, de vette vis tegen de gehaktbal, en betwijfelde of de cholesterol nu lager zou zijn.
Na een snelle douche en een ontbijt van twee knäckebrod met rookvlees (afgewogen tegen een plak oude kaas) en een beker melk stapte ik op de fiets. De lucht was blauw. Niet het donkerblauw van dreigende regenwolken, maar het lichtblauw van een lentedag. De kille vochtige lucht bewees echter dat het al herfst was, en dit werd nog eens bevestigd door de gouden bladeren en kastanjes die de weg plaveiden. Er stond slechts één andere fiets bij de prikpost. Dat beloofde een korte wachttijd.
Het wachtlokaal zat uiteraard helemaal vol. Ik sloot aan in de gelederen en nam plaats. Ik was aan de beurt bij nummer 79, en de teller stond ergens in de zestig. Na iedere zoemer verdween een mede-wachtende met een gepreveld ‘goedemorgen’. Er waren veelal ouderen, en ik mijmerde over de leeftijd waarop anderen mij ook tot deze groep zouden rekenen.
De meesten zaten te lezen in bladen die van hand tot hand gingen, maar een man met een rond gezicht observeerde alleen maar. En ik hem. Hij las niet, liet zich niet afleiden. Al gauw was hij aan de beurt. In zijn plaats verscheen een dame, haar blije blik vertroebeld door de onafgebroken stilte in het lokaal. Naast mij een Indonesische man, verdiept in zijn krant. Aan de overkant een jonge vent die wanhopig probeerde zijn rochelende hoest in te houden. De zoemer telde de minuten af en ik was blij met de Kindle reader. Er kwam nieuw bloed binnen. Moeder en dochter, de haren net zo hemelsblauw als de lucht. Verfrissend! Een klein meisje klom verlegen op schoot bij haar vader. Wat zou haar mankeren, dat ze hier was? Toen denderde een horde schooljeugd door de gang: het gym-uur was begonnen.

Eindelijk verscheen een rood ‘79’. Ik griste mijn jas van de stoel, stopte de gsm in mijn tas en met een ‘Fijne dag allemaal’ liep ik naar de prikruimte. Een struise vrouw liep bedrijvig rond, in de weer met buisjes, naalden, en andere medische benodigdheden.
Ga maar zitten hoor. Wat is uw geboortedatum?
Braaf prevelde ik die, het feit negerende dat de datum toch echt duidelijk op de sticker op het formulier stond.
Bent u een tweeling?
De vorige keer had ik het nog over mijn sterrenbeeld, maar dit keer besloot ik het achterwege te laten.
Nee.
Bent u nuchter?
Nuchter?! Het was nog geen tien uur! Oh, nuchter?? Shit, nee, moest dat dan? Ja dat moest. Ze kon mij niet prikken.
Morgen kunt u weer hier terecht.
Met een gelaten zucht stond ik op. Tot morgen dan maar. De fietstocht terug onder een blauwe hemel, donkerblauw dit keer. Maar dat zou morgen vast veel lichter zijn. Nuchter.
—
Vervolgd in: Ik was in ieder geval nuchter
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...