Geplaatst in Weekjournaal

#3 – Verslaafd aan pindakaas

Het is maandagochtend kwart over zeven. Een lichte regen verfrist mijn gezicht als ik van V-man weer naar huis fiets. En dat is maar goed ook, want die dag zit ik tot laat in de avond achter mijn laptop. Oorzaak: een digitale informatiebijeenkomst. De dag erna zegevier ik om 21 uur over notulen waar ik al weken tegenaan hik. Niet zo erg, want het is toch hondenweer.

Als beloning vallen woensdagmiddag de lenzen op de deurmat. Na de laatste meeting beklim ik de trap en volg nauwlettend de aanwijzingen: alles klaarzetten, handen zorgvuldig wassen. Ogen opensperren en rustig de lens inbrengen. Toppie!
Drie uur later wil ik ze uitdoen, en –door het succes overmoedig geworden– lees ik dit keer de aanwijzingen niet. Dat weet ik vast nog van tien jaar geleden. Mijn ogen voelen wat droog aan, dus ik doe er eerst wat vloeistof in en haal dan de lenzen eruit. Ik zei, dan haal ik ze eruit. Nee, eruit! UIT!
Niet dus. Met geen mogelijkheid. Ze laten zich niet verleiden en glibberen gezellig over mijn oogbol heen. Na tien pogingen zijn mijn ogen inmiddels aan twee kanten rood.
Ik piep: ‘Mijn lenzen, ze willen niet!’
Het laconieke antwoord van zoonlief: ‘Rustig blijven.’
O ja, natuurlijk, dat is het. Dat helpt, het gaat meteen stukken beter…
‘Ze gaan er écht niet uit.’ De paniek slaat lichtelijk toe.
Na de vijftiende keer geeft de linkerlens zich met een plop gewonnen en belandt in mijn hand. Wat een opluchting. Vastberaden wend ik mij tot het rechtergedeelte. Ik zal het winnen! En inderdaad, na twintig keer overwint ook de rechterlens zijn bindingsangst en landt vederlicht in mijn hand. Ik dep het bureau en mijn voorhoofd droog.

Diezelfde middag ontvang ik mijn eerste Boerschappen: de oogstbox. Verlekkerd pak ik hem uit: zoete aardappelen, paarse spitskool, waspeen die je nog echt moet wassen, gekookte rode biet, sjalotten, twee stevige portobello’s, een tomatoblend, gedroogde bruine bonen, knapperige Conference peren en verse eieren. Ik hoor de hennen kakelen. Het eerste recept dat ik maak is ‘Marokkaanse zoete aardappeltajine met peen en gekookt ei’. Het recept zou binnen 40 minuten op tafel staan, inclusief baktijd. Het wordt meer dan anderhalf uur, maar het resultaat mag er zijn: heerlijk.

’s Avonds stuur ik de proloog en het eerste hoofdstuk van mijn boek naar mijn schrijfcoach. Voor het eerst laat ik iemand een stuk lezen. Niet om te redigeren, maar gewoon om haar een algemene indruk van mijn schrijfstijl te geven, om te zien of ik op de goede weg ben. Spannend!

Na alle opwinding kan ik wel wat rust gebruiken. Ik neem je een stukje mee op mijn donderdagochtendwandeling. Niet spectaculair, wel rustgevend.

Daarna is het de vraag: doe ik ze in of doe ik de bril. Niet te flauw, hop erin! Dat gaat weer prima. Toch maar even de optometrist om raad vragen.
‘Zo te horen passen ze wel erg goed. Had je wel droge vingertoppen?’ informeert Hans.
Ik sla mijn ogen met lenzen ten hemel. Nee, die waren zeiknat van de vloeistof, natuurlijk krijg je ze er dan niet uit. Blond hè. Vier uren later ga ik weer naar boven, en bij de tweede poging heb ik de lens al te pakken. Zo leer je nog eens wat.

Vrijdag laat in de middag hang ik aan de lijn met een vriendin en kijk toevallig uit het raam. Wat een rare vogel in de pindakaaspot? Een vogel met een staart. Natuurlijk heeft een vogel een staart, maar niet zo eentje. Het is vast een Avis Murem Arachis.

Verbluft doe ik de achterdeur open en sluip voetje voor voetje dichterbij.

Het beestje voelt nattigheid, klimt op het huisje en verschuilt zich erachter.

Dan laat hij zich met ware doodsverachting langs de muur naar beneden vallen en schiet achter de kruidentuin. Geen wonder dat mijn kater daar altijd rondsnuffelt. Met mijn telelens binnen handbereik wacht ik geduldig af en ja hoor: de muis is niet weg te slaan bij de pindakaas. Wat een schatje. Zou hij verslaafd zijn?

Zaterdag op mijn tocht naar de AH spot ik een vos die van de winterzon geniet. Als ik thuis kom is daar het verlossende mailtje van Giovanna. Ze is positief, zowel over het verhaal als over mijn schrijfstijl. Wat ben ik opgelucht, en blij.

Tot slot nog een treurwilg in zijn zondagse pak.

Ben je ook klaar voor een nieuwe week?

Auteur:

Caretaker of lads and cats. No lady, but all woman. RPGamer. Avid reader. Writing my first book, squeezing in time during busy days. And nights if needed. Because I'd love to introduce you to the wonderful people who are living in my mind.

9 gedachten over “#3 – Verslaafd aan pindakaas

  1. Die muis… ja… dat is nu precies waarom wij flatbewoners geen vogelvoer of pindakaas mogen ophangen op onze balkons… of zelfs brood kruimels naar buiten mogen gooien het park in… teveel muizen in de flat.. en ja ook op 1 hoog, net wat je zegt, ze klimmen gewoon tegen de muren op, en dus heb ik tot 3x toe ooit een muis in huis gehad, maar gelukkig had ik op beide momenten een kat…. echt! Pfffffffffff Er zijn dus ook heel veel mensen die al het voer naar buiten gooien achter het park in… ik denk dat ze de groenstrook, hoe jammer dat ook zou zijn, moeten gaan bestraten… of zo…

    X

    Like

Wil je reageren? Graag!

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s