Geplaatst in Avans, Columns

Rustmanagement

Vandaag is het Wereld Toilet Dag. Zijn ze nou helemaal van de pot gerukt, dacht ik, volslagen onbekend met het fenomeen – vooral toen een grapjas over bijbehorende selfies begon. Maar het bleek echt te zijn: Elk jaar is het op 19 november officieel Wereld Toilet Dag. Op deze dag (gesteund door de VN) wordt extra aandacht gevraagd voor het feit dat 2,5 miljard mensen niet beschikken over normale sanitaire voorzieningen. En daar mogen we best meer aandacht aan geven.

Ook is het de Week van de Werkstress. Of eigenlijk de week tegen de werkstress. In het kader hiervan bood Avans haar medewerkers de mogelijkheid om een workshop Rustmanagement te volgen. En aangezien rust ver te zoeken is in mijn functie, gaf ik me op voor deze workshop, samen met een collega.

Om twaalf uur togen wij giebelend naar beneden, toch wel erg benieuwd naar wat rustmanagement inhield, en of rust überhaupt wel te managen is. We stapten de Avans Stilteruimte in. Zet een dozijn vrouwen in een ruimte en de stilte wordt verbroken. Onder kundige begeleiding van Ilse Heesterbeek keerde de rust echter snel terug.

We begonnen met niets -met gewoon stil zijn- en dat vijf minuten lang. Best al een opgave. Mijn gedachten zwalkten alle kanten op. Van er ligt nog zoveel werk op me te wachten en ik zit hier maar wat te zitten naar Stop, ho, ontspan nou eens, je zit hier nu toch eenmaal en weer terug. Chaos. Gewend aan een overload aan indrukken en nieuws (mensen, smartphones, PC’s, tablets, noem maar op) vindt het brein het vaak lastig om om te gaan met niets doen.

Daarna volgde een groepsgesprek over wat stress nu eigenlijk is, en hoe we dat ervaren. De geluiden waren allemaal dezelfde: gekkenhuis, veel te druk, geen rust, doorgaan tot over je grenzen, geen pauzes nemen. Vervolgens werd de vraag gesteld of stress slecht voor je is. Nu vind ik een beetje stress alleen maar lekker, dat houdt de vaart erin. Maar waar ligt de grens? Ilse vertelde over een Amerikaans onderzoek dat een interessante uitslag liet zien: bij de ondervraagden die stress niet erg vonden, bleek de stress geen lichamelijk nadelige gevolgen te hebben. Bij mensen die stress wel als belastend ervoeren, reageerde het lichaam negatief. Iets om over na te denken. Het zijn onze eigen gedachten die een situatie tot stress maken, onze gedachten die met ons op de loop gaan.

Vervolgens kregen we een vel papier: aan de linkerkant mochten we gedachten schrijven die op dieet mochten, en  aan de andere kant gedachten die we juist wilden stimuleren. Blijkbaar komen gedachten die je vaker denkt, veel gemakkelijker naar voren dan gedachten die je maar enkele keren hebt. Je kunt dus oefenen met het hebben en sturen van gewenste gedachten. Een kwestie van bewustwording, zodat je alert wordt op je valkuilen van stresserende gedachten.

Links stonden bij mij zaken als nog heel even dithet kan niet wachtenals ik dit niet doe, dan en maar. En aan de rechterzijde morgen weer een dag; loslaten; ik kies ervoor om en en. Goh. Het is de kunst om de gedachten aan de linkerkant een halt toe te roepen zodra je ze ervaart, en ze te vervangen door een positievere invulling, zoals mogen, jezelf iets gunnen etc.

151117rustmanagement

Zover de theorie. Maar als je ’s nachts ligt te woelen terwijl gedachten aan het werk door je hoofd razen, dan kun je positief denken zoveel je wilt: je zit rechtop in je bed te stuiteren, terwijl je oogballen vrolijk meedoen. Oefenen in afleiden dus!

Ga maar lekker zitten. Zie je die krukjes op de foto hierboven? Juist ja: dat viel nog niet mee. De oefening: sluit je ogen en voel je lichaam -het enige dat ik voelde was dat harde krukje- en observeer. Oordeel niet. Dan volgde de fase waar het om ging: het bolletje moest leeg, mocht tot rust komen, en dit kun je bereiken door je geestelijk zacht te focussen op een punt tussen beide wenkbrauwen. Ons menselijk brein kan zich namelijk slechts concentreren op één punt, en gedachten worden gevormd in de hersenen aan de achterzijde van het hoofd. Je bouwt als het ware een omleiding in.

Natuurlijk schoot er weer van alles door me heen, maar die gedachten werden met enige zachte dwang linea recta naar dat punt tussen mijn ogen getransporteerd, en daar verdwenen ze. Het werkte! Eerlijkheidshalve moet ik wel vermelden dat ik alle piepjes, telefoontjes op de gang, voetstappen en andere geluiden gehoord heb, maar al met al ging het redelijk goed. En voordat we het wisten waren tien minuten in alle rust verstreken. Verkwikt en lichtelijk scheel gingen de ogen weer open.

De tweede oefening bestond uit het concentreren op de buikademhaling. En met dat bijltje had ik al vaker gehakt.

De workshop was natuurlijk te kort om echt diep op de technieken in te gaan, maar leverde wel handvatten om jezelf te trainen, om bewust te worden van manieren waarop je stress te lijf kunt gaan. Beide oefeningen kun je in alle situaties toepassen: op de bank, in bed, op de werkvloer, bij de tandarts, en ja, zelfs op het toilet. Ook als het niet de Wereld Toilet Dag is.

Geplaatst in Avans, Columns

Peukenzuiger

Hoe hard hij ook zuigt, de vonk slaat niet over. Eenzaam doet hij zijn werk. Peuk na peuk – te vies om aan te pakken – wordt grondig door hem verwijderd. De eindjes zijn vergeeld, afgelebberd, de nicotine eruit getrokken door gretige longen. Hij houdt zijn blik op de grond gericht, zijn aandacht volledig bij de her en der liggende sigarettenlijken. Een grote koptelefoon beschermt zijn oren tegen de dreunende stofzuiger.  Een jonge man beschermt ons tegen een onverzorgde entree van Avans. Hulde voor deze man.

Allemaal aan de e-sigaret. Met of zonder nicotine, met peren, mint of appelsmaak. Niemand heeft er last van, behalve je portemonnee. Je kunt het zelfs midden in een restaurant roken, je ruikt niets. Zou roken dan toch weer binnen kunnen? De strijd in de cafes voor niets gevoerd? Is dat de oplossing van de verslaving? Of blijft het sjekkie rollen populair en is dit weer een hype?

140924peuken

Afbeelding: GTM Nieuws

Binnen zet het tafereel zich voort. Schoonmakers in de hal, op de trap, in het atrium. Ze vegen van alles bij elkaar: blikjes, stof, haren, boterhamzakjes. Steken platgetrapte kauwgom van de trap. Gieten halfvolle koffiebekers leeg. Zetten stoelen en tafels goed. Als beloning nemen ze pauze. Buiten. Bij de entree. Waar ze samen met de anderen hun peuken roken. De vonk slaat gretig over, maar al gauw dooft het vuur.

Geplaatst in Avans, Columns

Hoogste Tijd

Een borrel is goed voor de gezondheid. Nou ja, in ieder geval goed voor de sociale contacten. Afgelopen donderdag een bonte verzameling in het Grand Café. Gebroederlijk heffen we het glas met de mannen van de ICT – onze steun en toeverlaat in barre digitale tijden.

De jongsten hangen op de bank, nog te moe voor een boe of bah. En dat is helemaal niet gek na de uitputtingsslag van de afgelopen weken. De helpdesk heeft vaak tot laat doorgewerkt – soms zelfs tot middernacht – om de volgende (zater)dag weer aan de slag te gaan. Ze zetten hun tanden in migratie na migratie. De vernieuwing van de telefonie hakt erin: de Servicedesk, 8888 en de mail, alles is in opperste paraatheid. Ze worden overspoeld met noodkreten en schieten te hulp. Sinds deze week zijn we over op Outlook en het bijbehorende MS Office 2013. Alweer is het een komen en gaan bij de Servicedesk. Helemaal vlekkeloos gaat het niet, maar onvermoeibaar staan ze voor ons klaar. En dat verdient een staande ovatie.

Met hun laatste energie weten zij zich donderdag nog naar buiten te slepen voor de foto. Kanjers! (Dit compliment geldt natuurlijk ook voor de geweldenaars die niet op deze foto staan.) 

140423ICT

En met deze woorden is het de hoogste tijd. Niet alleen in het Grand Café, maar ook hier. De afgelopen drieënhalf jaar heb ik jullie om de week leesvoer voorgeschoteld in de vorm van de @Avans column. Heel wat onderwerpen zijn de revue gepasseerd. Zo waren daar een paar mijmeringen, absurditeiten en feiten – hoe onwaarschijnlijk ook. Ik denk aan het Pabo boekske en een witte wallaby. Aan ONZE hogeschool en perikelen van en naar het werk. Over vogels die het nest verlaten, voetbal en het eten van worteltjes.

Ga je even mee terug in de tijd?

Wat heb ik veel plezier gehad in het steeds weer opnieuw bedenken van onderwerpen. De ene keer kon ik mijn gedachten haast niet bijhouden, de andere keer ging het wat moeizamer. Inspiratie laat zich immers dwingen noch beteugelen. Sinds de start van dit schooljaar moeten de columns echter onderwijs- of Avans gerelateerd zijn. En dit belemmert mijn creativiteit.

Tijd voor een nieuwe start. Voor jullie wordt het menu veranderd, zodat de smaakpapillen blijvend geprikkeld worden. Voor mij betekent het ook een nieuwe start. Meer tijd voor eigen onderwerpen. Meer vrijheid om te schrijven op mijn eigen websites. En meer tijd voor eigen projecten.

Aan mijn opvolger: heel veel succes en vooral plezier. Je krijgt een fantastisch publiek. En aan jullie: BEDANKT! Allemaal hartelijk dank voor jullie aandacht, voor de hartverwarmende reacties en medeleven. Ik heb van jullie genoten en hoop jullie nog vaak te mogen begroeten op Doldriest en Figments of a DuTchess. Ik mis jullie nu al.

Veel liefs,
Marion

—-

Dit was de laatste column die ik schreef voor Avans Hogeschool. Maar ik ga gewoon door met schrijven hier op Doldriest hoor. Als je mijn blogs op de voet wilt volgen, vul dan even je e-mailadres in aan de rechterkant. Dan hoef je niets te missen.

Geplaatst in Afrika, Avans, Columns

Olifanten op het dak

Zon, zangerige kinderstemmen door het open raam van het klaslokaal. In de verte de schittering van Lake Malawi. Het wordt weer stil als het silhouet van een blonde jonge vrouw in de opening verschijnt. Haar aandacht is naar binnen gericht. Naar de kinderen, die met grote bruine ogen naar haar opkijken. Zestig gezichten in opperste concentratie. Wat praat die juf vreemd, zelfs een beetje gek! Een idyllisch plaatje.

De harde waarheid: Malawi is één van de armste landen van Afrika. Scholen zijn overvol en slechts een klein percentage van de kinderen behaalt een diploma van de basisschool. Maar er zijn mensen die hier iets aan willen doen. Iets doen! Ieder jaar gaan Edukans-onderwijsexpedities naar Malawi, Oeganda, Ethiopië en Kenia om te onderzoeken hoe het onderwijs daar in elkaar steekt.

Over twee maanden vertrekt een groep van ruim dertig aankomende leerkrachten – waaronder zeven pabostudenten van Avans – vanuit heel Nederland naar Malawi. Twee weken lang gaan zij, gekoppeld aan lokale pabostudenten, lesgeven aan Afrikaanse kinderen. In ons land vinden we dertig studenten in een klas al veel; daar zitten ze soms met tachtig leerlingen in een klas. Als ze al een klas hebben; soms vinden de lessen buiten plaats. Volle tassen met leermiddelen zijn er niet. Het is juist de kunst is om met niets iets te creëren. Je enthousiasme en kennis in te zetten om het leren leuker en begrijpelijker te maken door het introduceren van actieve werkvormen. Gebruik te maken van hetgeen voorhanden is, zoals steentjes om de tafels aan te leren, of lege toiletrolletjes.

Maar voordat je als pabostudent zoiets kunt doen, moet je eerst op training. Afgelopen week het eerste voorbereidingsweekend, met een vol programma: filmpjes, projectinformatie, een workshop Afrikaanse dans, eten, een kennisquiz, een ren- en denkspel, instructies in lesgeven. Er werden ook instructies gegeven over kleding – zo moet je als vrouw knie-bedekkende rokken dragen – gedrag, zelfs over toiletgebruik!

Samen met een collega was ik zaterdag aanwezig om kennis te maken met deze prachtige jonge mensen die zich met hart en ziel inzetten voor waar zij in geloven: gelijke rechten voor ieder kind. Het recht om te mogen leren, voor jongens én meisjes. Maanden, zo niet jaren, hebben deze studenten gespaard om de reissom bij elkaar te krijgen. En na de expeditie houden ze ook nog inzamelacties: geld voor het onderwijs in Malawi.

En ik mag mee! Zo trots als een aap ben ik dat ik deel mag uitmaken van deze bijzondere groep. Of zo trots als een olifant. Nog steeds galmt het ‘Alle olifanten op het dak… KRAK!’ door mijn hoofd. Een slogan waarmee de unieke en enthousiaste staf ons bij de les hield als de vermoeidheid toesloeg. Dwaas, maar bezielend.  Serieus, maar leuk. Studiereis, maar nog veel meer een onvergetelijke levenservaring.

We gaan op onderwijsexpeditie!

140222OE

Klik voor meer informatie.

Geplaatst in Avans, Columns, Cultuur

KerstAttentie!

De donkere dagen voor kerst staan voor de deur. Ze verdringen zich voor het raam en willen naar binnen, de warmte in. Een plekje vinden bij de boom die schittert in het kaarslicht. In de stal slapen als het moet. En wij moeten ze trotseren. Het duister buiten houden en de deur gauw dicht doen om het licht niet te laten wegsijpelen.

De brievenbus heeft het hele jaar geoefend voor deze maand en de gespierde klepper zorgt ervoor dat iedere kerstkaart een zachte landing maakt op de deurmat. Een groet, iemand denkt aan je. Fijn is dat! Of groeit daarmee ook de verplichting om iets terug te sturen? In feite is het weggegooid geld, die kaarten over en weer. Omgehakte bomen. Een berg aan papier. Allemaal waar, maar toch… toch worden de donkere dagen door dit alles lichter.

Er zijn diverse mogelijkheden om kerstkaarten te versturen. Het bijzonderst vind ik de kaarten die met veel zorg zelf zijn gemaakt. Prachtig vind ik ze, mooi of niet. Winkel, online maken of geheel digitaal. Welke optie je ook kiest, het gaat erom dat je de geest van kerst uitstraalt. En waarom niet even bellen in plaats van een kaartje, of spontaan op bezoek gaan? Zoveel feestelijke mogelijkheden om familie en vrienden attent te verrassen.

131218

De hogeschool heeft ook altijd een verrassing in petto. Zo was daar een paar jaren geleden een Avans kookboek met persoonlijke recepten van medewerkers. Bijzonder leuk om uit te proberen. En lekker! De bijbehorende schort is niet weg te slaan uit mijn keuken. Of een ouderwets kerstpakket met Italiaanse lekkernijen, mmm.

Vorig jaar was het helemaal spannend. Er werd een grote kartonnen verpakking binnengereden, dichtgeplakt en erg zwaar; goed gevuld dus! De nieuwsgierigheid was erg moeilijk te beteugelen: wat zat daar in?! Het bleek een kunstige verrassing te zijn: een keramieken gloeilamp. Of was het een vogelhuisje? Een plantenbak aan een dik koord? Je kon werkelijk alle kanten op met dit kerstcadeau. Bewonderd, verguisd, prachtig, belachelijk. Het riep in ieder geval vele reacties op. Mijn schutting wordt nog steeds vereerd met het ding, al heeft nog nooit een vogel gewaagd er zijn kop in te steken.

Wat zou er dit jaar op het programma staan? Weer zoiets spraakmakends? We hebben nog geen verdachte pakketjes gesignaleerd maar daar gaat vast snel verandering in komen.

Geplaatst in Avans, Columns, Gezondheid, Korte verhalen

Slagboom geveld

Met een wit gezicht zakt hij weg tegen de wand. De benauwdheid en pijn die hem al twee weken plagen kunnen niet meer worden ontkend: er is iets mis. Een bezorgde collega buigt zich over hem heen en belt het nummer van de bedrijfshulpverlening. Er is acuut hulp nodig.

Binnen een paar minuten verschijnt BHV1, gewapend met een AED-koffer. BHV2 volgt op zijn hielen. Collega’s trekken zich terug in de pantry, de bezorgde stilte spreekt boekdelen. Water, ruimte en rust helpen echter niet de toestand te verbeteren en men besluit het alarmnummer te bellen.

Een oefening blijkt heel anders te zijn dan een noodsituatie. Zelfs een ambulance bellen is nu moeilijk. Moet eerst 06 ingetoetst worden, of alleen maar 112? Pas na enige pogingen wordt verbinding gemaakt.

We hebben met spoed een ambulance nodig.

Waar bent u, meneer?

Hier, bij Avans in HC!

Meneer, HC, waar of wat is dat?

In Breda, kamer HC…

BHV2 wil naar de gang rennen om te kijken waar hij eigenlijk is, maar wordt in zijn nekvel gegrepen. Er moeten te allen tijde twee hulpverleners bij het slachtoffer blijven. Uiteindelijk krijgt de alarmcentrale de benodigde gegevens.

De ambulance is al van verre te horen. Zwaailichten, sirene, the works. Dan blijven de tonen ineens op dezelfde plek steken. Ze staan voor de slagboom. Twee minuten later staan ze daar nog, de zwaailichten verlichten ritmisch de ramen.

Waar blijft die ambulance?

De stem van BHV1 trilt door de spanning.

Die staat nog voor de slagboom, ik moet toch de lift vrij houden?

antwoordt BHV3 in de hal.

BHV1 staart naar zijn gsm alsof hij water ziet branden. Dan brult hij

OPEN DAT DING, EN RAP EEN BEETJE!

BHV2 is inmiddels naar beneden gerend, naar de slagboom. Als het niet van afstand gaat, dan maar met de hand. Kordaat zet hij zijn handen tegen de boom en duwt. Langzaam geeft de rood-wit gestreepte barrière mee. Niet gewend aan deze brute zijdelingse beweging knapt het gevaarte af. De ambulance kan er eindelijk door! De verpleegkundigen doen eerst allerlei testen en nemen dan de zieke mee naar het ziekenhuis ter observatie. Eind goed al goed.

De ‘s middags geplande ontruimingsoefening wordt omgezet in een nabespreking.

Het ging toch best goed, afgezien van een paar ‘kleine foutjes’?

Kleine foutjes? De slagboom niet open doen als er een gillende ziekenauto doorheen wil? Dat is toch echt geen klein foutje. Het parkeerbeleid is best strikt, maar dit gaat wel heel ver. Als het niet zo’n serieus onderwerp was, zou je er bijna om kunnen lachen – maar alleen omdat het goed is afgelopen.

Ondanks deze hobbels wil ik mijn grote waardering uitspreken voor het kordate optreden van onze BHV-ploeg. Een team dat zich belangeloos inzet voor de hogeschool. Hoewel ze in het bezit zijn van een BHV- en/of EHBO-diploma, hebben ze dezelfde twijfels en onzekerheden als wij – dezelfde bezorgdheid – maar die zetten ze opzij als de nood aan de man is. Voor ons!

131204ambulance

Geplaatst in Avans, Columns, Doldriest briest

Digitale Overvloed

E-mails. Ziek word je ervan, vooral als je ziek bent. Als een dweil van bank naar bed en weer terug. Energie om thuis te werken is er niet en je zakt weg in een koortsige lethargie. Het nare hiervan is dat het aantal berichten in je inbox in een rap tempo oploopt. Een prikkelende uitdaging om weer snel beter te worden.

Mailen is een populair en gemakkelijk medium: gemakkelijk in gebruik én misbruik.

Ik kan vanmiddag niet bij de les zijn. Wilt u me even laten weten wat behandeld wordt?

Pas na drie berichten over en weer geeft de student het op en zoekt de informatie op Blackboard. Of neemt contact op met medestudenten. Dagelijks ontvangen docenten tal van dit soort berichten.

131023emails

Wat is makkelijker dan bij de eerste de beste onduidelijkheid het toetsenbord te grijpen en het probleem over de schutting van de academie of de docent te gooien. Om de opleiding te verwijten dat de communicatie ontoereikend is omdat niet alles op een presenteerblaadje wordt aangeboden. En als ze het blaadje dan onder de neus krijgen, dat de boodschap dan niet persoonlijk voorgelezen wordt.

Een van de top- (of diepte-) punten was wel de e-mail die ik laatst ontving met betrekking tot toetsinschrijving. Op vrijdagavond word ik thuis gebeld door een bezorgde Avans-medewerker: er is een student in paniek omdat zij buiten haar schuld niet kan deelnemen aan een tentamen.

Laat haar maar gauw nog even een e-mail sturen,

zeg ik, niet precies wetende wat aan de hand is.

Met moeite schakel ik weer over van weekend- naar werkmodus en kruip boven achter mijn PC om de inmiddels op schrift gestelde noodkreet te lezen. Het blijkt iemand te zijn die zich niet correct heeft ingeschreven en dit niet tijdig gemeld heeft. Verzuimd heeft om vervolgens mijn instructies voor na-inschrijving op te volgen. En die mij nu per e-mail dringend ‘verzoekt’ om in het weekend toch maar even te regelen dat ze op maandag aan een tentamen kan deelnemen. Mijn antwoord die avond is heel duidelijk.

Gelukkig worden ook veel leuke en goede berichten verstuurd, positieve en opbouwende digitale gedachtewisselingen. En zeer terechte boodschappen! Ook vanuit de studentkant zijn er gerechtvaardigde frustraties als ze geen of te laat antwoord krijgen.

E-mail, een zegen en een vloek. Je zou er bijna opnieuw ziek van worden: is het niet van de inhoud, dan is het wel van het aantal. Laten we eerst zelf oplossingen bedenken en op zoek gaan naar informatie, voordat we in de digitale pen klimmen.

Geplaatst in Avans, Columns

Vol maar Veilig

Als ze de hoek om komt, ziet ze de rij al staan. Een sliert metalen kooien vol ongeduld wacht dampend tot de slagboom open gaat. Schokkerig trekt de kleine file steeds een stukje verder op. Als ze wil aansluiten, doemt in haar spiegel een grote bus op die vol bas claxonneert. Met een dot gas verder naar het Amphia, maar ook daar geen warme ontvangst. Vandaag kan Avans geen gebruik maken van die parkeerplaats. De minuten tikken meedogenloos verder, richting aanvang van de lessen. Ze rukt driftig aan haar stuur en rijdt naar de voorkant van de school, opgehouden door drie onwillige stoplichten. Dan maar het noodparkeerterrein op. Daar vindt ze dan eindelijk een mooi plekje. Mooi, denkt ze. Tot ze haar auto nog even wil verzetten. De wielen slingeren zand en steentjes in de rondte, maar wijken nog geen centimeter. Ze staat vast, de banden weggezakt in een kuil. Onder het mompelen van een verwensing haast zij zich naar de ingang. 

131002-1

Met de blauwe noodlokalen op het parkeerterrein van de Hogeschoollaan en de verbouwing aan de Lovensdijkstraat krimpt het aantal parkeerplaatsen in Breda. Het wordt steeds moeilijker om een plekje te vinden, als je het terrein al op mag. Het parkeerprobleem bij Avans wordt steeds groter en waaiert uit door de wijk. Discussies laaien hoog op onder studenten, medewerkers en buurtbewoners en men zoekt naar oplossingen. Openbaar vervoer? Je zit bijna op schoot bij je medereizigers, en dan heb je nog geluk dat je in de bus past. Carpoolen? Moeilijk realiseerbaar vanwege wisselende aanvangstijden, maar zeker het uitzoeken waard. Zoveel mogelijk op de fiets komen dan? Zelfs hier wordt het parkeerprobleem merkbaar: de stallingen puilen uit en fietsen worden vastgesnoerd aan palen en bomen.

131002-2

Word ik hier zomaar aan de kant gezet? Verroest!

Te laat komen doordat je je auto niet kwijt kunt is zeker vervelend. Met een zware tas door de regen lopen is ook naar. Gemopper en irritatie alom. Maar die irritatie verbleekt en verstomt bij het nieuws over Nigeria, waar vorige week tientallen studenten zijn gedood in de slaapzalen van hun universiteit. Een terreurorganisatie die tegen westers onderwijs is en het daarom nodig vindt studenten neer te maaien in hun slaap. Klaslokalen en onderwijs gaan in vlammen op. Is het dan zo erg dat we een stukje moeten lopen om bij onze school, ons werk te komen? Dat we creatieve oplossingen moeten zoeken? Het is vol, maar wel veilig bij Avans. In meer dan één opzicht.

Geplaatst in Avans, Columns, Doldriest briest

We zijn er KLAAR mee!

Ben jij er ook zo klaar mee? Met het koude winterweer? Met de sneeuw en ijzige regen? Met het laagje rijp op de auto’s? Van alle kanten hoor ik verzuchtingen, de wens naar de lente. Het gebrek aan energie. Het verlangen naar de zon. Vorige week hebben we bij onze academie uit balorigheid een kerstslinger met lampjes tevoorschijn gehaald om de witte waas van de sneeuw te verdrijven. En het viel niet eens op! We hebben er wel kleurige paaseitjes onder gehangen, zodat het toch nog een verbinding met de tijd van het jaar had.

130313Paasballen1

Kom op, oude Koning Winter, we zijn klaar met jou. Het is tijd voor je winterslaap in geschiktere oorden. We hebben van je genoten maar nu is het tijd voor iets nieuws: Vrouwe Lente staat te dringen.

Weet je waar ik echter nog veel meer klaar mee ben? Finaal en totaal? Waar ik het echt helemaal mee heb gehad? Met de agressie in de sport, en dan met name agressie tegen arbitrale trio’s! Het afgelopen weekend waren er maar liefst drie voorvallen:

Een 21-jarige scheidsrechter is mishandeld door twee ‘helden’ van 15 en 20 jaar. Broers, die het niet eens waren met een beslissing van deze jonge vrijwillige scheids in Leiderdorp. Resultaat: een dubbele kaakbreuk en een zwaar gekneusde neus. Bij een vriendschappelijk potje zaalvoetbal. Vriendschappelijk?!

In Engeland wordt een scheidsrechter met de dood bedreigd na het toekennen van een rode kaart. Eerst vanuit het Manchester United publiek, later op Twitter. Een ijverige fan belt zelfs de politie en eist de arrestatie van de arbiter.

Libanon houdt ook niet van rood. Daar moet een scheidsrechter zich letterlijk uit de voeten maken wanneer hij belaagd wordt door een menigte woedende spelers en begeleiders. Op de vlucht voor mensen die van sport ‘houden’.

130320sport

Wat is dit voor waanzin? Enthousiasme is prima, gezond fan(atiek) zijn ook, maar deze uitwassen moeten direct zwaar bestraft worden. Plus zonder pardon voor het leven uit de club. Sport verbroedert. Maar vermoedelijk alleen bij broeders uit hetzelfde team. Indien je neus niet dezelfde richting uit wijst – zoals bij een scheidsrechter die alle kanten op moet draven, of bij een grensrechter die er dwars op staat, of de neus van een tegenstander die net de andere kant op gaat – dan moet die neus blijkbaar gebroken worden.

Als deze agressievelingen zo goed weten hoe een wedstrijd gefloten dient te worden, hoe de regels moeten worden toegepast, waarom volgen ze dan niet zelf de opleiding tot scheidsrechter? Waarom zetten ze zich niet ook belangeloos in voor de gemeenschap door vrijwillig lijnman te worden? Of te coachen? Maar nee, lekker gillen vanaf de tribune, stoer doen in een groep, dát is pas heldhaftig.

Laat die lieden zonder schedelinhoud zich eens actief richten op een andere sport. Een sport waarbij discipline en zelfbeheersing een must zijn. Ik weet nog wel een goede karatevereniging die dit gedrag onmiddellijk zou corrigeren. Of stuur ze gedwongen op retraite op een eenzame bergtop bij de Shaolin monniken. Een karig ontbijt – werken – een karige lunch – werken – vroeg naar bed – bij voorkeur zonder eten.

Man man, wat ben ik er klaar mee. Stelletje testosteron-concentraten. Beesten. Houd je klauwen voortaan thuis!

Geplaatst in Avans, Columns, Humor

De Stagiair

Het is vreselijk druk. Stapels te archiveren stukken liggen in de weg, cijfers moeten worden ingevoerd. Open dagen, ouderavonden, toetsen, intakes. De druk neemt nog verder toe en we zitten met de handen in het haar. Dan ineens de oplossing: een stagiair! Die kan vast dingen van ons leren en ervaring opdoen, en op zijn/haar beurt ons ook helpen. Een win-win situatie! Afgezien van de inwerk- en begeleidingsuren natuurlijk, maar dat kost alleen in het begin wat tijd, daarna wel mooi maandenlang plezier van elkaar.

We nemen contact op met een school die stageplekken op administratief gebied zoekt en al snel komt iemand solliciteren. De stagiair is een jonge vent, vriendelijk, beleefd en erg bedeesd. Maar dat bedeesde schudden we wel los. Alle partijen gaan akkoord met de stage op woensdag, donderdag en vrijdag.

Week 1

Daar is hij dan, onze redder in nood. Hij komt een beetje te laat, maar dat is nog onwennigheid. Eerst maar een kop koffie, een rondleiding door het gebouw en een voorstelronde langs de docenten. Rustig aan beginnen. Het inwerken gaat voorspoedig. Hij luistert vol aandacht, knikt en kijkt begrijpend. Maar maakt geen aantekeningen. De eerste dag vliegt voorbij.

De volgende dag komt hij weer te laat. We knijpen een oogje dicht, hij moet ook van ver komen. De stagiair start met zijn eerste klusje: papieren op alfabet leggen, een sorteermap als gereedschap. Iets dat binnen een half uur klaar kan zijn, duurt echter uren en de stapel slinkt maar langzaam. Herhaaldelijk checken we of hij begrijpt wat hij moet doen en kijken mee, maar het tempo blijft laag.

Op vrijdag blijft zijn plek akelig leeg. We horen via onze adjunct dat de stagiair naar het ziekenhuis is.

Week 2

Geen inwerken nodig: onze stagiair blijft thuis met een verkoudheid.

Week 3

Het is woensdag en het werk van de stagiair bestaat dit keer uit het archiveren van werkstukken. En om er zeker van te zijn dat hij het goed doet, leest hij ieder werkstuk aandachtig door. Een leergierige jongen blijkbaar, maar niet vooruit te branden. Hij hoest en snuit zijn neus. ‘s Middags werkt hij zijn eigen schooladministratie bij en speelt wat met zijn mobiele telefoon. We informeren of hij het wel leuk vindt en of hij de werkzaamheden begrijpt. Ja hoor, gaat prima.

Donderdag krijg ik een sms dat hij weer naar de dokter gaat en dat hij er om kwart voor tien zal zijn. Twee uren later zal hij bedoelen, want het loopt al tegen twaalven als hij eindelijk binnenkomt. En die vrijdag is het elf uur als hij bedaard achter het bureau plaatsneemt. Verontwaardigd vertel ik hem dat ik hem om half negen verwacht en niet om elf uur. Met een vage handbeweging wijst hij naar buiten en mompelt iets over bussen, gladheid en sneeuw. De wegen zijn brandschoon.

Onzin, er ligt geen sneeuw meer op de wegen. En waarom reageerde je niet op mijn sms?

Ik zet mijn mobiel altijd uit in de bus.

Mijn neus, dat ding zit vastgeplakt aan zijn hand! Ik zeg hem dat het zo niet langer gaat en dat we hem voortaan stipt op tijd verwachten.

Week 4

Dit keer belt zijn broer op om te vertellen dat onze stagiair ziek is; het geplande evaluatiegesprek met de stagebegeleider kan niet doorgaan. Hij heeft deze week één dag ‘gewerkt’. Eigen initiatief is er niet bij, alles moet letterlijk voorgekauwd worden – en dan ook nog meerdere malen. Mijn collega pakt hem ook nog eens aan.

Week 5

Wederom geen stagiair op woensdag. Maar wie verschijnt er donderdag, de dag van het evaluatiegesprek? En maar een kwartier te laat? Juist ja, je raadt het al. Toch nemen we afscheid: hij hoeft niet meer terug te komen.

Maar het waren twee fantastische dagen!

De stagebegeleider vindt het vreselijk dat de eerste kandidaat het zo heeft laten afweten en vraagt om een herkansing. Zij kunnen wel degelijk prima stagiaires leveren! Kandidaat nummer twee zal veel beter zijn, vlot en betrouwbaar. We zijn benieuwd.

Om 12 uur wordt de nieuwe kandidaat verwacht. Het is een vrouw dit keer. De receptie zit klaar om haar op te vangen en een collega neemt voor mij waar zodat ik bij het sollicitatiegesprek aanwezig kan zijn. Mijn vragen zijn gericht op assertiviteit, stiptheid en pro-activiteit. De klok tikt.

Het is 12.00 uur…
Het is 12.05 uur…
Het is 12.10 uur…

Ik bel de receptie even om te vragen of ik misschien hun telefoontje heb gemist, maar nee.

Het is 12.15 uur…

en ik houd het niet meer uit. Ik ga bellen! Rechtstreeks naar de potentiële stagiaire. Een slaperige stem geeft antwoord als ik zeg:

Dag, je spreekt met Marion Driessen van Avans Hogeschool. We wachten al een kwartier op jou voor je sollicitatiegesprek. Mag ik vragen waar je blijft?

De andere kant reageert verbaasd en schor met:

Oh, heb ik dat dan niet doorgegeven?

Wat heb je doorgegeven?

De week voor de carnaval? Ik heb mijn e-mail niet meer bekeken.

Waar heb je het over?

Eh, ik ben ziek. O ja, ik heb trouwens al een andere stageplek gevonden.



Ik vind mijn stem weer terug en hang op. Met stomheid geslagen staar ik naar de hoorn. Beter, vlotter en betrouwbaarder?

Of er ooit nog een stagiaire komt, is op dit moment niet bekend.

Maar het waren twee fantastische minuten!