E-mails. Ziek word je ervan, vooral als je ziek bent. Als een dweil van bank naar bed en weer terug. Energie om thuis te werken is er niet en je zakt weg in een koortsige lethargie. Het nare hiervan is dat het aantal berichten in je inbox in een rap tempo oploopt. Een prikkelende uitdaging om weer snel beter te worden.
Mailen is een populair en gemakkelijk medium: gemakkelijk in gebruik én misbruik.
Ik kan vanmiddag niet bij de les zijn. Wilt u me even laten weten wat behandeld wordt?
Pas na drie berichten over en weer geeft de student het op en zoekt de informatie op Blackboard. Of neemt contact op met medestudenten. Dagelijks ontvangen docenten tal van dit soort berichten.
Wat is makkelijker dan bij de eerste de beste onduidelijkheid het toetsenbord te grijpen en het probleem over de schutting van de academie of de docent te gooien. Om de opleiding te verwijten dat de communicatie ontoereikend is omdat niet alles op een presenteerblaadje wordt aangeboden. En als ze het blaadje dan onder de neus krijgen, dat de boodschap dan niet persoonlijk voorgelezen wordt.
Een van de top- (of diepte-) punten was wel de e-mail die ik laatst ontving met betrekking tot toetsinschrijving. Op vrijdagavond word ik thuis gebeld door een bezorgde Avans-medewerker: er is een student in paniek omdat zij buiten haar schuld niet kan deelnemen aan een tentamen.
Laat haar maar gauw nog even een e-mail sturen,
zeg ik, niet precies wetende wat aan de hand is.
Met moeite schakel ik weer over van weekend- naar werkmodus en kruip boven achter mijn PC om de inmiddels op schrift gestelde noodkreet te lezen. Het blijkt iemand te zijn die zich niet correct heeft ingeschreven en dit niet tijdig gemeld heeft. Verzuimd heeft om vervolgens mijn instructies voor na-inschrijving op te volgen. En die mij nu per e-mail dringend ‘verzoekt’ om in het weekend toch maar even te regelen dat ze op maandag aan een tentamen kan deelnemen. Mijn antwoord die avond is heel duidelijk.
Gelukkig worden ook veel leuke en goede berichten verstuurd, positieve en opbouwende digitale gedachtewisselingen. En zeer terechte boodschappen! Ook vanuit de studentkant zijn er gerechtvaardigde frustraties als ze geen of te laat antwoord krijgen.
E-mail, een zegen en een vloek. Je zou er bijna opnieuw ziek van worden: is het niet van de inhoud, dan is het wel van het aantal. Laten we eerst zelf oplossingen bedenken en op zoek gaan naar informatie, voordat we in de digitale pen klimmen.
Uit mijn (werk)leven gegrepen!
LikeLike
Leuk geschreven stuk! Herkenbaar en toch ook om over na te denken (ik zondig zelf ook wel eens vrees ik). Minstens zo ergerlijk zijn bedrijven die alleen per mail bereikbaar zijn (dus niet telefonisch) en dan hun mail niet beantwoorden…
LikeLike
Of bedrijven die internetproblemen moeten oplossen, en je dan aan de telefoon vertellen dat je de oplossing online moet zoeken. Dan spring ik uit mijn vel zeg oooooh lol.
LikeLike
“Efficiëntie” durven sommigen dat zelfs noemen. Tsss…
Naar mijn gevoel is jouw kritiek gegrond hoor, Marion…
LikeLike
Misschien moeten we ons niet zo laten regeren door e-mails, Dauw, maar negeren ligt niet in mijn aard. Je wilt alles netjes en correct afhandelen en dreigt daardoor te ‘verzuipen’.
LikeLike
En ik blijf maar horen dat e-mail door jongeren nauwelijks gebruikt wordt. Wellicht alleen om digitaal te communiceren met de generatie voor hen. E-mail wordt ook wel “ouwe lullen-chat” genoemd geloof ik.
Ik herken overigens wel heel goed wat je beschrijft. Met name dat “over de muur gooien” vind ik ook ziek. In het bedrijfsleven spreekt men ook wel van e-mail management. Dat is mensen aansturen via e-mail. De verwachting is dat jij je mail leest. En het is dan jouw fout als je de mail niet hebt gelezen en niet hebt gedaan wat verwacht werd.
Maar ik zie ook verandering. E-mail sterft langzaam maar zeker uit. Het begon met de enorme populariteit van SMS. De telecombedrijven spinnen er garen bij. Ik zie nu hele bevolkingsgroepen massaal whatsappen, wat ik een hele verbetering vind t.o.v. e-mail. En jongeren zijn via whatsapp hardstikke goed te bereiken. Ze reageren er snel op. In tegenstelling tot e-mails die ze krijgen. ALs ik iets van mijn zoon wil weten, stuur ik hem een whatsapp. Zijn e-mail leest hij domweg niet.
Dit houdt me dus ook bezig.Onlangs schreef ik nog dit verhaal: “OMG, E-mail realy is dying” – http://blokmark.blogspot.nl/2013/10/omg-e-mail-really-is-dying.html
LikeLike
WhatsApp wordt zeker veel gebruikt door jongeren, maar bij onze Academie bestaat die mogelijkheid niet om contact te leggen met de docenten. We gebruiken WhatsApp wel onderling als medewerkers. Het probleem is dat je studenten dan je privé gsm nummer moet geven, en ik kan me situaties voorstellen waarin dit niet aan te raden is. Een scheiding tussen werk en privé vind ik nog steeds erg belangrijk.
We hebben ook Facebook als communicatiemiddel ingesteld, en binnenkort lanceer ik een website, maar e-mail blijft tot nu toe het belangrijkste communicatiemiddel.
Zelf WhatsApp en sms ik ook met mijn kroost 😉
LikeLike
Ach, IT, een wereldwijde Renaissance, heeft de wereld meer op haar kop gezet dan de Franse Revolutie. Met als overeenkomst dat vernuft en verstand bij hetzelfde zijn gebleven. Veel programmeren en schrijven, maar ook nu komen de systeemontwerpers er niet uit. Kaf van koren scheiden is nog steeds een onbegonnen zaak.
LikeLike
Ja ben het volmondig met je eens.
Ben op dit moment aan het bij- en opladen.
Herkenbare groet Annette….
LikeLike
Hopelijk voel je je weer wat beter, Annet? Veel beterschap en energie toegewenst.
LikeLike
Het draait per slot van rekening allemaal om (goede) communicatie, en geen programma die dat voor je kan oplossen.
LikeLike