Statisch

Bijna winter.

Het seizoen waarin mijn haren heel erg gehecht zijn aan mijn gezicht. En kleren. Aan alles eigenlijk.

Geplaatst in Dieren

Weg met die kattenharen!

Met drie katten – een wit-rode, een wit-zwarte en een rode – heb je nooit gebrek aan haren. Ik wou dat ik die losse vacht op mijn eigen hoofd kon plakken, dan waren alle partijen blij. Maar die kattenharen hechten zich niet aan mijn eigen sprietjes, nee. Ze hechten zich vastberaden aan mijn kleding. En die is meestal zwart. Liefkozende kopjes, speelse grijpgrage pootjes, en daar dwarrelen ze weer, regelrecht naar mijn panty. Het is in een seconde gebeurd. Ook al pak je kleren uit de kast, er zit altijd wel een verdwaald wit-rood-zwart element. Op het werk heb ik daar mijn personeel voor: collega’s plukken me regelmatig. 😉 Maar thuis is het een voortdurende bron van vermaak. Of ergernis.

Een klerenborstel biedt geen raad, en ook zo’n plakkende kledingroller doet het maar een paar keer goed. Onder de kraan schoonmaken staat er, maar dan gaat de plaklaag vrij snel aan gort. Toch maar eens op internet gekeken, waar ik het volgende alternatieve kattenhaarverwijdergereedschap vond:

  • droog schuursponsje
  • kleding in de droger op ‘luchten’
  • rubberen handschoen
  • rubberen raamwisser
  • brede plakband
  • vochtige zeem
  • rubberen zool over tapijt
  • natte hand

Die laatste tip ga ik meteen proberen. Want ik moet naar mijn werk, in het (zo) zwart (mogelijk)!

Enne, trouwens:

.facebook_1415086421807

 

Heb jij nog andere tips? 

Geplaatst in Columns

Hey, ben je naar de kapper geweest?

Deze column is misschien wat aan de vrouwelijke kant. Maar mannen, bijt toch even door en doe er vooral je voordeel mee!

Mijn sprietjes zijn niet meer zo blij. Ze hangen troosteloos naar beneden, pluizen alle kanten op, zien wat bleekjes en maken een warrige indruk. Met een benauwde blik kijk ik van spiegel naar bankrekening. De blik in de spiegel wint en ik grijp de telefoon om een afspraak bij de kapper te maken. Dinsdagmiddag om twee uur, yes, genoteerd! Hiermee wordt de rest van de middag volledig geblokkeerd. Heerlijk, ik mag weer naar de kapper!

Even voor twee uur loop ik de zaak binnen en zwaai naar de meiden. ‘Hoi Marion,’ klinkt de stem van Sonja. Ik hang mijn jas op, tik op de vissenkom waar een paar goudvissen smeken om aandacht – of is het voedsel? Met een gelukkige zucht val ik in een stoel neer en pak een kapselboek. Er ligt een ruim aantal en van alle kanten word ik begroet door pagina’s vol mooie meiden met de meest fantastische kapsels. Schouderlange bruine lokken, weelderige krullen, extravagante en artistieke bouwsels. Zoals altijd dwing ik me door te bladeren naar de sectie kort. Ook hier gave mogelijkheden. Sonja komt bij me staan en kijkt mee. ‘Wat gaan we vandaag doen?’ En zoals altijd antwoord ik ‘Oh gewoon, lang, dik en krullend graag!’ Het is een vertrouwde grap die we al jaren uitwisselen.

Sonja is de enige die mijn sprietjes mag knippen. Zij heeft in de loop der jaren een uitstekende relatie met hen opgebouwd en kent mijn haar als de beste. Zij weet de mogelijkheden, en vooral de onmogelijkheden van mijn dunne (‘fijn van draad’ in chique kapperstermen) sluike zielige paar sprietjes. En dik en krullend is de meest tegenovergestelde beschrijving die je mijn haren kunt geven. Babyhaar heb ik.

Uit: BeautyJournaal.nl

Soms krijg ik goedbedoeld advies in de trant van ”Je zou eens wat producten voor je haar moeten gebruiken’.

Tegen de tijd dat ik weer adem krijg, barst ik los:

PRODUCTEN VOOR MIJN HAAR?! Weet je wel wat er allemaal in zit? Nee? Nou, luister: een shampoo van de kapper – stikduur maar ik zit met mijn allergieën – dan stay-in treatment, zelfde prijscategorie. Vervolgens spul dat moet voorkomen dat mijn haar spontaan in brand vliegt als ik het ga stijlen.

Nee niet stylen, stijlen, met een stijltang. Of is het steiltang. Oh nee, het is al steil genoeg.

Dacht je dat we er al waren? NEEN, er komt nog meer, namelijk haarschuim – jaja, zelfde kappersmerk. Oké, nu ben ik klaar om te gaan föhnen. Sprietjes min of meer in model. Dan die stijltang, sprietjes nog meer in het gareel. Huppetee, nog gauw wat Mellow Goo erin. En als laatste een hele waas betonlak. BETON-lak. En dan stel jij voor dat ik ‘iets in mijn haar zou moeten doen’? Argh!

De meesten zijn inmiddels al lachend gevlucht.

Terug naar de kappersstoel. Maar liefst DRIE uren breng ik daar door, één keer in de acht weken, volstrekt gelukkig met een boek. Highlights, lowlights – bruin, blond en goudblond – zorgvuldig omwikkeld met stapels aluminiumfolie om mijn huid te behoeden voor aanraking met de verf. Maar het resultaat mag er dan ook zijn. Vind ik zelf dan hè. Meestal ziet niemand dat ik naar de kapper ben geweest, zelfs mijn partner niet. Die heeft inmiddels geleerd om heel vlug te reageren als ik het woord ‘kapper’ ook maar laat vallen. Betaal ik over de € 100,- voor iets dat bijna niemand ziet. Lichtelijk frustrerend is het wel, maar ik ben er aan gewend.

Tot vorige week. Mijn pony hing constant in mijn ogen en dat ging mij zo irriteren dat ik een schaar pakte en met een ferme knip een deel van de voorste sprietjes verwijderde. Iets te kordaat misschien, het was nogal kort * slik *. Bijtend op mijn lippen heb ik toen de haartjes beetgepakt en heb plukje voor plukje schuin naar de rechterkant toegewerkt. Een asymmetrische pony was mijn doel en dat is het nog geworden ook.

Wat denk je als ik bij Avans naar binnen stap? De een na de ander kijkt op en zegt:

Hey, ben je naar de kapper geweest? Het zit echt leuk zeg, dat moet je altijd zo doen!!

Tja…