Geplaatst in Doldriest briest

Goedenavond!

 

Een tentamenweek vol sneeuw en ijs. Aangepaste regelingen voor het openbaar vervoer en de langste files ooit. Het is donderdagavond acht uur.

Receptie:

Hoi Marion, weet jij toevallig wanneer de toetsweken gepland zijn bij Avans?

Bij de Pabo?

Nee, bij een andere academie.

Oh, ik weet alleen de algemene weken. Maar geef het telefoontje maar door.

Bedankt, meis.

Studente:

Hallo, spreek ik nu met mijn eigen academie?

Nee, je spreekt met de Pabo.

Weet u misschien wanneer we tentamens hebben in periode 4?

Ik weet alleen de algemene weken, zoals die Avans-breed zijn vastgesteld. Ik kan dus niet met zekerheid zeggen dat dit bij jouw academie ook zo is. Waarom wil je dit nu weten?

Omdat ik vanavond een reis naar Sri Lanka moet boeken.

Oh, ga je op vakantie?

Nee, ik ga naar de bruiloft van mijn zus.

Dat is leuk voor je, wanneer is die dan?

In de week van 17 juni.

Hmmm, even zien, dat is bij de Pabo lesweek 9, de week van de schriftelijke toetsen. En ik vermoed dat het bij jullie ook zo is.

Kunt u dat niet voor me nagaan?

Natuurlijk niet, ik werk toch niet voor jouw academie? Iedere academie heeft haar eigen regels.

Weet u of daar nog iemand is?

Geen idee, dat denk ik niet, het is al na achten!

Kunt u het toch proberen?

Is goed, geef maar een telefoonnummer, of een naam, dan zoek ik het nummer erbij.

Die heb ik niet, ik ben eerstejaars en zit nog maar pas op de opleiding.

Dit is het einde van periode 2, je weet na vier maanden toch wel de naam van iemand bij het academiebureau?

Nee, eigenlijk niet.

Oké, ik zoek wel voor je.

Ik kijk in de online telefoongids en speur de vele namen af naar de juiste functie.

Nee, ik heb drie namen geprobeerd, maar hun toestellen zijn allemaal buiten dienst.

Ja, maar ik MOET vanavond het vliegtuig boeken, anders is het echt te laat.

Zal ik even naar boven lopen om te kijken of er misschien nog iemand zit dan?

Als u dat wilt doen, heel erg graag!

De trappen op…

Boven zat maar één iemand, en die raadt jou aan een e-mail te sturen aan het directiesecretariaat. Dit is het adres.

Ja maar, kan die mij dan niet vertellen of ik dan met vakantie kan?

Nee, die medewerker zit hard te werken, net als ik hier probeer te doen.

Oh, dan stuur ik maar een e-mail. Mevrouw?

Ja?

Maar gaat het directiesecretariaat mijn e-mail vanavond dan nog wel beantwoorden?

Ik ga er bijna Limburgs van praten.

Jij belt op de avond dat je wilt boeken laat op over een vakantie in een reguliere les- en toetsweek van Avans, en je verwacht dan ook nog dat mensen van de academie ‘s avonds hun berichten checken om jou direct te beantwoorden? Dat is toch wel heel onrealistisch, vind je zelf ook niet?

Ja, mevrouw.

Goedenavond!

Vermoeid rijd ik tegen tien uur naar huis, naar mijn veilige, rustig haven. Bij binnenkomst zoon nummer 1:

Hallo mam.

Hoi.

Waarom zo kortaf?

Ik heb je één ding gevraagd om te doen vandaag, en zelfs dat heb je niet gedaan?

Eeeeeh, wat voor ding?

Doe niet zo onnozel.

Oh, je bedoelt de sneeuw van het tuinpad vegen?

Ja.

Waarom zou ik dat doen, dat slaat echt nergens op.

Je hoeft ook niet te slaan, je moest vegen.

Ja, maar daar heeft toch niemand last van, die sneeuw kan toch gewoon blijven liggen?

Nee, je maakt morgen het tuinpad sneeuwvrij.

Maar waarom dan?

Omdat ik het zeg!

Dat pad schoon vegen heeft toch helemaal geen nut?

Geen discussie, je doet het gewoon. En ruim je kamer op.

Ik zou maar antwoord geven als ik jou was.

Oh ja, waarom?

Omdat jij anders morgen geen PC meer hebt. En ik wil geen zwijnenstal in mijn huis. Morgen het pad en je kamer.

Goedenavond!

Op naar zoon nummer 2. Glinsterende ogen begroeten me vanuit zijn bed.

Zoon, er staat een fiets in de woonkamer.

Weet ik, mam, er ligt toch een briefje op?

2013-01-18 07.21.51

Die opmerking negeer ik.

Een fiets in de woonkamer!

Ja, want mijn remmen waren bevroren.

Er staat een vieze FIETS in de woonkamer!

Anders knijp ik de bevroren remmen kapot. En ik heb mijn fiets nodig voor mijn werk.

Die fiets staat morgen niet meer in de woonkamer!

Nee, klopt, want dan ben ik aan het werk. Op die fiets.

Morgenavond na je werk staat die fiets ook niet meer in de woonkamer.

Mam, niet zo hard, ik ben op TeamSpeak, ze kunnen je horen.

Opvoedkundig geheel onverantwoord gil ik

Dat zal me een zorg zijn. DIE. FIETS. STAAT. MORGEN. NIET. MEER. IN. DE. WOONKAMER!

Mam?

Ja?

Ben je moe, mam?

Ja, kapot. Heb ook veel te lang gewerkt deze week. Hoezo?

Dat is wel te zien zeg, je ziet er echt ontzettend moe uit.

Ik doe mijn mond open om nog over de fiets te beginnen maar…

Ga nou maar gewoon naar bed, mam, lekker slapen.

Goedenavond!

2013-01-19 00.01.58

PS. de dag erna was de fiets uit de woonkamer verdwenen, en ook het tuinpad was schoon. De kamer, tja, da’s een ander verhaal 😉

Geplaatst in Doldriest briest, Nieuws

Geweldloos kerstfeest!

Er hangt een knusse sfeer op school. De kerstboom schittert in al zijn glorie, trots op de door de leerlingen gemaakte versieringen. Het ruikt naar dennentakken. Overal staan kerststukjes en de kerstster is ook al uit de hemel neergedaald. Aan het einde van de gang staat de deur van het klaslokaal een beetje open; een lied over vrede op aarde weerklinkt. Ze zijn uitgelaten, de zingende kinderen, hun wangen nog rood van de vrieskou tijdens het speelkwartier. Plots verschijnt er een gedaante in de deuropening. Hij heft zijn wapen en begint lukraak te schieten. In zijn ogen een fanatieke glans, alsof er een contact is doorgebrand. Chaos en paniek. De hel breekt los in Newtown, USA.

Twintig kinderen en zeven volwassenen schiet Adam Lanza dood, onder de slachtoffers zijn eigen moeder. Daarna pleegt hij zelfmoord. Maar daarmee houdt het niet op deze maand. In China valt een man nog meer kleintjes aan met een mes. In Oklahoma en Los Angeles worden aanslagen op scholen ternauwernood verijdeld. Vreselijke gebeurtenissen die levens verwoesten, zowel van de slachtoffers als van de nabestaanden. Maar ook van de kinderen en leerkrachten die het hebben overleefd. Dit staat op hun netvlies gebrand, is in hun geheugen vast gesmolten. En het lijkt steeds vaker te gebeuren.

Een overzicht:

  • 2012: Een schutter richt een bloedbad aan op een basisschool in de Amerikaanse plaats Newtown. Meldingen van het aantal doden lopen uiteen. Het motief van de dader is nog niet bekend.
  • 2012: Een moslimextremist schiet drie leerlingen en een leraar van een joodse school in het Zuid-Franse Toulouse dood. De dader blijkt eerder drie militairen te hebben vermoord. De politie belegert de woning van de schutter. Die komt uiteindelijk om het leven.
  • 2011: In de Braziliaanse stad Rio de Janeiro komen 13 mensen om door een schietpartij op een basisschool. De schutter pleegt daarna zelfmoord.
  • 2010: Een biologielerares in het Amerikaanse Huntsville schiet drie collega’s dood tijdens een personeelsvergadering. Ze had te horen gekregen dat haar aanstelling niet zou worden verlengd.
  • 2009: In zijn voormalige school in het Duitse Winnenden schiet een jongeman negen scholieren en drie docenten dood. Op zijn vlucht vermoordt hij nog eens drie mensen. Vervolgens slaat hij de hand aan zichzelf.
  • 2008: Op een school in het West-Finse Kauhajoki schiet een 22-jarige student negen medeleerlingen en een leraar dood, waarna hij de hand aan zichzelf slaat.
  • 2007: Acht doden, onder wie de directrice, bij een schietpartij op een school in het Finse Tuusula.
  • 2007: 33 doden (inclusief schutter) bij een schietpartij op de Virginia Tech University in het Amerikaanse Blacksburg.
  • 2006: Een vrachtwagenchauffeur richt een bloedbad aan in een schooltje van de Amish-geloofsgemeenschap in het district Lancaster van de Amerikaanse staat Pennsylvania. Er vallen vijf doden. De schutter pleegt zelfmoord.
  • 2005: In de Amerikaanse staat Minnesota schiet een leerling zeven andere scholieren dood voordat hij de hand aan zichzelf slaat. Kort daarvoor had hij al twee van zijn grootouders omgebracht.
  • 2002: Een bloedbad op een school in Erfurt in het oosten van Duitsland kost 18 mensen het leven. Onder hen is de dader, een oud-leerling die twee keer voor zijn examen was gezakt.
  • 1999: Scholieren richten op de middelbare school Columbine in de Amerikaanse plaats Littleton (Colorado) een bloedbad aan. Ze schieten 12 scholieren en een leraar dood. Daarna plegen ze zelfmoord.
  • 1998: Twee jongens (11 en 13) schieten vier scholieren en een leraar dood op de Westside Middle School in Jonesboro in de Amerikaanse staat Arkansas.
  • 1996: Een man dringt een school in het Schotse Dunblane binnen en schiet 16 leerlingen en een docent dood. Daarna slaat hij de hand aan zichzelf.

Bron: De Gelderlander

Waarom een school? Worden ze aangetrokken door de onschuld van die weerloze kleintjes? Of door jongeren die allemaal worstelen met dezelfde vragen en frustraties? Gebeuren er dingen op een school die zo ontzettend veel woede oproepen? Wat knapt er in zo’n knul, man of vrouw? Wat laat de stoppen doorslaan?

Verbied wapens, zegt men, je komt er ook veel te makkelijk aan! Nou, ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik zou niet weten hoe ik aan een wapen moet komen. Schietspellen moeten ook verboden worden! Maar is dit werkelijk de oplossing? Moet er niet veel meer aandacht komen voor de geestelijke gezondheid en begeleiding van probleemgevallen? Helaas is er niet altijd een peil op te trekken: soms verandert een rustige, aardige knul in een nietsontziende moordenaar. In andere gevallen zijn de voortekenen er wel. Zijn deze mensen ziek? Of ‘gewoon’ gewelddadig?

Er is ook nog een andere vorm van geweld op scholen: niet zo zichtbaar maar ook dodelijk: pesten. Kinderen blijven thuis van school omdat ze gepest en vernederd worden, soms zo erg, dat ze geen andere uitweg zien dan zelfmoord plegen. Dit mogen wij niet laten gebeuren!

De huidige maatschappij is erg gericht op het individu – op ieder voor zich – en daardoor is de kans groot dat we signalen uit de omgeving missen. Zou het niet een prachtig voornemen zijn om hier meer op te gaan letten in 2013? Om mensen die in hun eentje worstelen – met zichzelf of met anderen – te steunen? Het is immers december. Een feestmaand, een maand van bezinning en introspectie. Van familie en samenzijn in harmonie. Een welkome tegenhanger van het geweld. Want hoewel de woorden op elkaar lijken, is geweld helemaal niet geweldig. Integendeel.

Ik wens jullie een vreedzame kerstvakantie en een mooie jaarwisseling toe. Tot in 2013!

DSC_3385

Geplaatst in Columns, Korte verhalen, Persoonlijk

De Reünie

Het St. Janscollege bestaat 65 jaar. En ondanks verwoede slooppogingen van leerlingen door de jaren heen, is het onverwoestbaar gebleken. Ter ere van dit heuglijke feit worden alle oud-leerlingen iedere vijf jaar opgeroepen om zich te verenigen. Zo ook dit jaar.

In 2007 ben ik voor het eerst naar de reünie van mijn middelbare school gegaan. Mijn zus, die nog in Zuid-Limburg woont, attendeerde mij erop. Kom je ook, zei ze, het wordt vast erg leuk! Nu heb ik een probleem. Geen groot probleem, maar wel gênant: ik heb een geheugen als een zeef. Eigenlijk meer als een vergiet. Ik onthoud de gekste dingen, kan me woordelijk conversaties voor de geest halen, herken plaatsen waar ik ooit geweest ben – geen idee hoe de plaats heet, maar puur visuele herkenning – en weet onzinnige dingen. Maar namen vergeet ik.

Literatuurexamen, mondelinge boekbesprekingen. Ik las tientallen boeken, van voren tot achter… en kon me bij het examen de naam van de hoofdpersoon niet meer herinneren. Met geen mogelijkheid. Ja, na het gesprek, als het te laat was. Dan kwam de naam weer boven drijven en sloeg ik me voor mijn hoofd. Hoe kun je die nou vergeten na 400 pagina’s meegeleefd te hebben? Het gebeurt gewoon, de namen kruipen in een laatje in mijn hoofd, soms zelfs complete mensen, en piepen weer tevoorschijn als het niet meer hoeft. En dan ga ik naar een reünie. Dat is vragen om problemen.

Gelukkig ging oud-klasgenoot Wil met me mee. Ik pik hem op in Weert. Hem herinner ik me heel goed. Het klikte destijds, en het klikte nu ook. Geen spat veranderd, zeg je dan. En dat klopt. Wel wat ouder, maar nog steeds die vertrouwde, eigenwijze vent van toen. Die avond spreek ik veel mensen. Oude schooltijden herleven, maar dan met een glas bier of wijn en de effecten van een tijdmachine die onze lichamen veranderd heeft. Het is reuze gezellig en het gaat allemaal prima. Wat is het leuk om alle verhalen te horen van oude vrienden die je in geen jaren hebt gezien of gesproken. Te ontdekken hoe hun leven zich heeft ontwikkeld. Wil loodst me door de menigte heen en ook mijn zusje helpt en fluistert namen in mijn oor. De meesten herken ik moeiteloos en ik krijg weer wat vertrouwen in mijn geheugen.

Tot ineens iemand voor mijn neus staat die me vaag bekend voorkomt.

Hoooooooooooiiii,

zegt hij heel enthousiast,

wat ontzettend leuk je te zien, Marion! Wat is dat lang geleden zeg, veel te lang. Hoe gaat het met je?

Hoi. Oh, goed hoor, en met jou?

zeg ik, me wanhopig afvragend wie dat nou ook alweer is. Mijn brein werkt op volle toeren. Als hij de ongetwijfeld wazige blik in mijn ogen ziet, roept hij verontwaardigd uit dat ik toch hopelijk nog wel weet wie hij is?!

Eeeeeh… help?

Er is echter geen helpen aan.

Dat meen je niet, hoe kan dat nou?! We hebben zelfs nog staan te ZOENEN!!!

Ik verslik me bijna in mijn drinken.

ECHT NIET!

Nou, echt wel dus. Het begint me langzaam te dagen. Paul, dat is Paul. Vage beelden van een avond bij de voordeur van mijn ouders’ huis zeilen over mijn netvlies. Omstanders lachen zich kapot en ik gooi de inhoud van mijn glas wijn in één keer naar binnen, een blos op mijn wangen. Yep, reünies zijn prima voor mij.

En dan nu het 65-jarige bestaan. Maanden geleden de bijdrage betaald en aangemeld via de site, de berichten op Facebook volgen en sms-contact over en weer met mijn zus, en ook met Wil. Want die gaat weer mee, een keer in de vijf jaren moeten we contact houden. Ik word wakker met een drukkend gevoel aan de linkerzijde van mijn schedel. Met een licht gebonk achter mijn linkeroog. Migraine, opzouten! Niet aan denken, gewoon negeren. Maar het mag niet baten, misselijk en ellendig neem ik een tablet in. Daar word ik nog ellendiger van, maar soms gaat de hoofdpijn weg.

Rond half twee stap ik in mijn Kaatje en kar door Breda om aan de oostkant de snelweg op te schieten, richting Tilburg. Ik schiet zo’n tien kilometer door en zie dan onheilspellende getallen flitsen boven de rijbanen. Flitsen en migraine zijn aartsvijanden. Files en migraine trouwens ook. Het verkeer stremt en staat stil. Auto’s laveren van rechts naar links om sneller vooruit te komen, maar het mag niet baten, we staan stil. Na een half uur bel ik mijn moeder om te vertellen dat ik drie uur niet ga halen. Een parkeerhaven verder bel ik weer – inmiddels is een uur verstreken – en kan ik wel janken. Mijn hoofd bonkt, de zon brandt, de auto’s en de vrachtwagen voor me ronken stationair. Maar ik moet door, ik heb beloofd dat ik naar de reünie ga! Mijn oud-klasgenoten wachten op me. Misschien zal ik nog meer ex-vriendjes niet herkennen!

Weer een half uur en vijfhonderd meter verder spreek ik een bericht in op Wil’s gsm. Dat ik de eerste de beste afslag ga nemen en terug naar huis rijd. Hij belt terug en van pure opluchting begin ik nu echt te huilen. Wat een ellende. Een bed is wat ik wil, en geen stilstaand blik op de A58! De snelweg is compleet afgesloten, vertelt Wil me, ga er maar gauw af. Dat ‘gauw’ wordt een uur uur later. Begeleid door mijn telefonische ridder in nood komt eindelijk de verlossende afslag – waar trouwens iedereen van de snelweg wordt geleid – en vervolg ik de weg naar links tot ik het bord ‘Breda’ zie. Als een haas schiet ik de snelweg weer op en trap het gaspedaal in. In totaal drie uren. DRIE uren gereden over 58 kilometer. En nog geen meter verder dan waar ik die ochtend was.

Mijn reünie bestaat dit jaar blijkbaar slechts uit een paar telefoongesprekken, constant onrustig rondspeurend naar politie. Al kon je het niet echt ‘bellen tijdens het rijden’ noemen. Knappe Officier van Justitie die dat argument van me zou winnen.

’s Avonds stuurt mijn zus me een foto. Mijn jaargenoten missen me. Nou, ik mis hen ook! Reünies zijn niet goed voor me. Maar over vijf jaren ga ik weer! Geen snelweg die me dan tegenhoudt.

Ga jij wel eens naar een reünie van je middelbare of andere school? En hoe vind je dat?

Geplaatst in Columns, Cultuur

Het is toch ONZE school?

Het is nog geen acht uur als ik de hogeschool binnen loop. Tafels, stoelen en banken staan nog uit te puffen van de vermoeienissen van gisteren. Een team van schoonmakers is druk bezig om het gebouw klaar te maken voor een nieuwe dag. Het ziet er dan ook netjes uit, op een Twix wikkel na – helaas zonder inhoud. Iemands zoet ontbijt.

Een paar uur later kom ik weer beneden en blijf stil in de deuropening staan. Het is een drukte van belang. Grote en kleine groepen studenten zitten geanimeerd met elkaar te praten, lachen, of turen op hun smartphone. Of doen alle drie tegelijk. Het stemgeluid weerkaatst veelvuldig tegen de gekartelde overkapping. Een enkeling zit in een hoekje en concentreert zich op het scherm van zijn laptop. Broodjes van de catering liggen gebroederlijk naast van thuis meegebrachte boterhammen. Terwijl de een komkommer eet, hapt de ander in een kroket, weggespoeld met koffie en energiedrank. Populaire pepmiddelen om de middag te doorstaan.

Als het einde van de pauze nadert, staan de studenten op en gaan gehaast op weg naar hun les. Wat achterblijft is een puinhoop. Wat net nog een knapperig broodje, belegd met kaas, sla en tomaten was, is nu een afgeknaagd en afgedankt overblijfsel. Ernaast ligt een lege PET fles. Vegen mayonaise en een waas van kruimels maken de tafel voor anderen onbruikbaar. Op de buurtafel ligt een vettig kartonnen bordje, een blikje Red Bull en natte servetten. Het is een grote bende.

Welkom in het na-de-lunch-atrium van Avans.

Op weg naar boven struikel ik bijna over een papieren beker waar nog koffie in zit. Zomaar op de trap achtergelaten. Zomaar neergezet. Ik hoef niet meer, weg ermee, ben ik er mooi van af. De anderen zoeken het maar lekker uit! Dat is toch niet normaal?! Ik buk me op de beker op te pakken. Oh maar dat hoef je niet te doen hoor, dat doen de schoonmakers wel… Met opgetrokken wenkbrauwen kijk ik de spreker aan en grijp het bekertje in het nekvel.

En dan kom je bij je eigen academie, waar een vrolijke sfeer hangt: er zijn jarigen. Vlaaien, slagroomsoesjes, het is feest. Geweest. Wat rest is een aanrecht met stapels bordjes, vorken en bekers. En een verdwaalde soepresten-kom van de vorige dag. Ik probeer het te negeren, echt waar. Negeren die hap. Je wast toch altijd netjes je eigen dingen en nog veel meer af? Nou, nu is het tijd voor iemand anders.

Maar als de troep er de volgende dag nog staat houd ik het niet meer uit en begin driftig vaatwerk in heet sop te gooien. Troep nodigt immers uit om er nog meer troep bij te zetten. Ik ga niet echt zachtjes te werk, ze mogen horen dat ik het er niet mee eens ben. En nee, dit is geen werkje voor de dames van de catering, die hebben genoeg aan hun eigen werk. Ook via de directie heb ik al vaker aandacht gevraagd voor het opruimen van de pantry. Het helpt even, maar dan sluipt het nalatige gedrag er weer in. ‘Opruimen doet een ander wel.’

Ditzelfde geldt trouwens ook voor de klaslokalen. En dan heb ik het niet alleen over afval, maar ook over de populaire lokalen make-overs. Regelmatig wordt het meubilair op een creatieve wijze herschikt, zodat degenen die erna les hebben, eerst vijf minuten bezig zijn met de verbouwing weer terug te draaien.

Is dit het gedrag dat we willen zien in Nederland? Moeten we deze gewoonten tolereren? Moeten andere mensen ONZE troep achter onze eigen kont opruimen? Is dat de maatschappij waarin wij willen leven? Nou, ik niet! Dit moet toch anders kunnen. Laten we er nou gewoon met zijn allen op letten. Als we gegeten hebben, kunnen we best ons eigen afval even opruimen – of je nou student, docent of decaan bent. Afvalbakken zijn er genoeg. En onze vaat afwassen of op de juiste plek deponeren. Spreek elkaar aan op vervuilend gedrag en geef het goede voorbeeld.

Het is toch ONZE hogeschool?!

~ klik op het plaatje voor het Amstel reclamefilmpje ~

________________________________________________________________

Wat kunnen wij er aan doen om dit te verbeteren? Als groep, als individu? Het lijkt me erg interessant om jouw mening, ideeën en eventuele suggesties en opmerkingen te horen!