Deze post maakt deel uit van een serie over mijn vakantie in Cuba, alweer vijf jaar geleden. Klik hier voor alle verhalen.
—
vrijdag 31 juli 2015
Vanaf het balkon van ons appartement kijk ik uit over de tuin van Melia Hotel Varadero, het eindpunt van onze reis door Cuba. De zon strijkt over zwembaden en palmbomen, een vijver, ligstoelen. Muzikale klanken van de dinerband op het dakterras. Langzaam valt de avond.
Poefff
Het is 10 uur als we over de A1 rijden. De kans om koeien en verkopers van uien, knoflook en kazen midden op de weg tegen te komen is groot. Ineens wordt de rechterrijstrook van de snelweg afgesloten en houdt even later helemaal op te bestaan. Tientallen meters verder weten we nog steeds niet of we aan het spookrijden zijn of niet. Het kan allemaal in Cuba.
We hebben een goede nachtrust achter de rug. Victor was erg moe na de inspannende rit van gisteren en ook ik sliep tot de dageraad. Ik voel me weer iets beter en durf bij het ontbijt twee eieren en wat toast aan. Zouden de binnenste regionen na een week eindelijk wat kalmeren? De verse mango smaakt in ieder geval goddelijk.
Gisteren vertelde Tanja dat ze in de Casa van Santiago nog een ventilator op het dakterras heeft gemolesteerd door deze in te pluggen in een 220V stopcontact. Niks mis mee, zou je denken? Toch zei hij POEFFF! Nou, vanmorgen zei mijn föhn geen ‘poef’, maar hij hield er wel mee op. Het is een afdankertje, dus ik vond het niet zo heel erg. V-man wel, want niet de föhn is kapot, maar de dure omvormer! Wist-ik-veel dat die kleine haardroger te zwaar is voor de trafo. 😮 Victor ziet me nota bene de föhn pakken. ‘Op alles voorbereid’, zeg ik nog, als hij lachend de douche in stapt. Mijn haren waren trouwens gelukkig wel droog hehehe. Hopelijk zit er bimetaal in als beveiligingsschakelaar, zodat de trafo alleen moet afkoelen. Mijn V-man weet dit soort dingen; hij is niet voor niks ook een E-man.
Paradijs
We zijn op weg naar een van de grootste en bekendste badplaatsen van het hele Caraïbisch gebied. Varadero wordt ook wel Playa Azul oftewel het Blauwe Strand genoemd. Het ligt ten oosten van Havana op schiereiland Hicacos. Het is al sinds 1870 een toeristische trekpleister en veel beroemde mensen gingen ons voor, waaronder maffiabaas Al Capone. Wie weet zien we zijn voetstappen nog in de 20 kilometer lange witte stranden. Varadero moet een waar toeristenparadijs zijn. Zou het ook ons paradijs worden?
Sorry, Cuba
Regelmatig passeren we kruisingen op de snelweg, bizar, maar hier heel normaal. We besluiten tot een tussenstop in Santa Clara om het monument van Che Guevara te bekijken en wat rond te slenteren. Vlak voor het stadje krijg ik ineens weer een pijnaanval en sla dubbel. Met op elkaar geklemde kiezen hobbelen we de stad in. Echt mooi is het niet, en we dwalen een kwartier door Santa Clara’s straten, op zoek naar Che Guevara. De pijn ebt wat weg en na het fotograferen van het Paleis van Justitie – een groot geel gebouw – en een of ander standbeeld besluiten we terug te rijden naar de autopista. Navigeren op de zon werkt als een tierelier. Hasta la vista, baby!
Een half uur later lach ik niet meer. Zweet parelt op mijn voorhoofd en ik kreun van de pijn. Victor knijpt bemoedigend in mijn been en zoekt naarstig naar een geschikte plek. Ik duik de berm in, klauter over een dijkje en stap over de voren van een maisveld. In de warme zon tril ik over heel mijn lijf, terwijl de natuur om me heen de adem inhoudt. Wat later stap ik weer in de auto en haal bibberend diep adem. De opluchting is helaas van korte duur. Een uur later leun ik met mijn ogen dicht tegen de hoofdsteun en probeer adem te halen. Het gaat niet meer. Gek hoe je blik naar binnen wordt gericht en je de omgeving haast niet meer ziet. Ik doe Cuba deze vakantie geen eer aan vrees ik. ‘Stoppen, hier, NU!’ We draaien een landweg in en ik gooi het portier open. Kan me niks meer schelen wie er in de buurt is. Maar goed dat we elkaar al zeven jaren kennen en niet pas een paar weken. Dit keer knap ik werkelijk op en mijn babbel begint zich weer te roeren.
Las Antillas
We naderen het schiereiland en rijden een vrij troosteloos stadje in. Het krioelt er van de bussen. Drommen mensen staan geduldig langs de kant van de weg te wachten. Zouden ze allemaal in de hotels werken? Er staan maar liefst vijftig logementen op de smalle strook land aan de noordkant van Cuba. De landkaart – mijn inmiddels trouwe metgezel – vertelt me precies waar we moeten zijn en ik dirigeer Victor naar het hotel. Geen parkeerplaats te vinden, en na een tweede rondje zetten we de auto aan de kant, waar de krampen weer inzetten. De door het reisbureau op de kaart omcirkelde naam klopt niet met wat er op de voucher staat. ‘Dit meen je niet!’ kreun ik ontzet. Snel zoek ik verder op de kaart, en ja hoor, daar is Melia Las Antillas. We zetten de koffers weer in onze Chinese Geely en gaan de autopista Sud op. Even later draaien we het parkeerterrein van Las Antillas op, halen de auto leeg en melden ons bij de receptie. Nog geen kwartier later stappen we onze hotelkamer binnen en haal ik opgelucht adem.
Ons verblijf hier is all inclusive, voor het eerst in mijn leven dat ik zoiets meemaak. Als ik wat ben opgeknapt gaan we een hapje eten bij de Pool snackbar. Het is inmiddels half vijf en ik zie sterretjes. De toast van vanochtend is allang uitgewerkt, en twee evergreens vormen niet echt een stevige lunch. Een kale hamburger lijkt me de beste optie uit hetgeen verkrijgbaar is. Langzaam stop ik minuscule stukjes vlees in mijn mond, en kijk naar het podium naast ons. Drie wulpse dames en vier nog veel wulpsere mannen studeren een dans in. Het behelst veel heup- en armzwaaiwerk. Ze hebben lol, en wij ook.
’s Avonds gaan we naar het restaurant waar een zeer uitgebreid buffet staat. Bedenk maar iets, en het is er. Behalve de sojayoghurt waar ik zo’n zin in en behoefte aan heb. Behalve thee. Blijkbaar hoort dat alleen maar bij het ontbijt. Ik schep een beetje rijstsalade op met erwtjes en mais, en eet twee bananen. Oh yes, all inclusive! 😉 Drie glazen mineraalwater brengen de vochthuishouding weer een beetje op peil en we sluiten de dag af met een romantische wandeling over het terrein. Een kus op een bruggetje in het licht van de maan. Cuba by night. Sleep well.
2015 | plaats | blog |
20-jul | Schiphol > Havana | Cuba, here we come |
21-jul | Havana | Old Havana |
22-jul | Havana | Gieren |
23-jul | Havana > Viñales | Over een onverwachte passagier en sigaren |
24-jul | Viñales | Hongerige ogen en magen en een dorstige auto |
25-jul | Viñales > Trinidad | Schurken en helden |
26-jul | Trinidad | Adembenemend mooi Trinidad |
27-jul | Trinidad > Camaguey | De Gidsende Gebroeders |
28-jul | Camaguey > Santiago De Cuba | Een bord vol komkommerschijfjes |
29-jul | Santiago De Cuba | Sterven voor het vaderland is leven |
30-jul | Santiago De Cuba > Santi Spiritus | Kakka |
31-jul | Santi Spiritus > Varadero | De voetstappen van Al Capone |
1-aug | Varadero | In geuren, kleuren en klanken |
2-aug | Varadero | Tropenweken |