Studentenhuis

Je weet dat je studenten in huis hebt als…

… je na een middag en avond werken laat het licht uit doet en uitgeput naar bed gaat, en je zonen je op de trap passeren om hun diner te gaan bereiden. Met de geur van friet en shoarma viel ik in slaap.

Hebben jullie ook zo’n ervaring?

Geplaatst in Doldriest briest

Studentenhuizen

Op kamers. Leven op twaalf vierkante meter. Eten, slapen, vrienden ontvangen, gezelligheid en blokken. Mooie tijden, soms moeilijke tijden en vooral leerzame tijden.

Mijn eerste kamer-ervaring doe ik op in Breda, waar ik samen met een meisje van de middelbare school een benedenverdieping huur. De ruimte is door tussenwanden van inbouwkasten kunstig verdeeld in twee slaapkamers met daartussen een gezamenlijke huiskamer. Zeer gehorig, dus je houdt rekening met elkaar. Zo houd je ook rekening met elkaars menuvoorkeuren, maar er zijn grenzen. Grijze hompen lillende lever vormen zo’n grens. En de scheve blikken als mijn vriend een koekje teveel neemt, een andere. Wat zo’n niet-matchend samenwonen je oplevert is een dringende behoefte aan een eigen ruimte.

Je verhuist naar een ander studentenhuis en krijgt mannelijke huisgenoten. Heerlijk, al zijn duidelijke afspraken over de schoonmaak van gemeenschappelijke ruimten een must. Mannen vragen om een ander soort communicatie, ze kijken toch anders tegen zaken aan. Vuile vaat opstapelen in de gemeenschappelijke keuken is toch geen probleem zolang er nog minstens één schone pan en borden zijn? Niet moeilijk doen hè. Na een week ben ik het meer dan beu en kieper alles heel gemakkelijk in de achtertuin, waar de regen de ergste overblijfselen alvast wat losweekt.

130919studentenhuis

Of wat denk je van het vinden van resten van een ruige nacht stappen, zuipen en shoarma, druipend over je pas op de hand gewassen lingerie? Vriendelijke woorden verliezen op dat moment ieder effect. De deur opengooien en de nietsvermoedende prins ziedend uit bed sleuren brengt de boodschap beter over. Wat heeft hij staan te boenen.

En dan nog een creepy huisbaas die te pas en vooral te onpas binnenvalt. Die bewoners van zijn eigen pension bij ons in huis zet omdat hij zelf geen plek heeft. Ongure sujetten die je met een strijkijzer van je lijf af moet houden. Nachtelijke deals bij de voordeur. Een wereldvreemde jongen die geopende blikken perziken in de diepvries bewaart. Je maakt wat mee!

Maar op kamers wonen is vooral samen zijn met lotgenoten. Koken en eten, lange avonden vol muziek en spelletjes. Filosofische gesprekken tot diep in de nacht. Elkaar oppeppen voor tentamens. Onafhankelijkheid en een weg vinden naar volwassenheid.

Hoe gaat het er tegenwoordig aan toe? Zijn studenten tegenwoordig meer op zichzelf? Staan overal vaatwassers en wasmachines? Is het luxueuzer? Maar ook al vergemakkelijken deze apparaten het hedendaagse studentenleven, dan nog is het voornamelijk een kwestie van samen wonen, samen in een huis leven. Waar alles om afspraken draait, begrip en respect. En hygiëne. Want niet overal zijn huisdieren toegestaan.

Geplaatst in Dieren, Foto, Korte verhalen, Persoonlijk

De vogel is gevlogen

Halloooooooooooo? Mijn stem schalt door het huis als ik thuis kom van het werk, in de hoop op een echo in de verte. Twee bromstemmen geven antwoord. Yes! Mijn jongste zoon is ook thuis. In augustus is hij uitgevlogen naar een studentenhuis bij Maastricht. Samen met twee vrienden uit ons dorp en nog drie andere jongeren vindt hij inmiddels zijn weg in het studentenleven. Twee aan twee koken voor de zeskoppige huisploeg. Samen aan tafel in de grote keuken. Een beetje opruimen en poetsen. Met de trein of fiets naar de universiteit. En natuurlijk ook studeren. Het gaat goed met hem!

In Uitvlucht beschreef ik wat ik voelde bij de gedachte dat Sean het nest ging verlaten. Gelukkig blijkt het allemaal best mee te vallen. We houden contact via Skype, via WhatsApp en sms’jes. Bellen doen we niet vaak, dat vindt hij niet zo prettig. En gelukkig woont Nick nog thuis, al moesten we wel allebei wennen aan de andere positie aan de eettafel. En de gewijzigde hoeveelheid voedsel.

Maar nu is mijn jongste weer even thuis! Zijn lange lijf holt bij me weg als ik hem een knuffel wil geven. In de hoek van de keuken weet ik hem te pakken te krijgen, onder luid protest – maar dat klinkt niet echt heel serieus. ’s Avonds zitten we met zijn vieren – mijn partner is ook gearriveerd – rond tafel aan de Chinese maaltijdsoep. Met omeletreepjes, taugé, uitjes en ketjap als garnering. Het smaakt goed en de gesprekken zijn even dwaas als voorheen.

Het is wel een hele toer om alle agenda’s goed op elkaar af te stemmen. De jongens gaan regelmatig naar hun pa. En daar is ook nog V-man’s huis, dat bewoond wil worden. Ieder weekend is het afwachten hoe de afspraken lopen.

Niet alleen mijn oudste zoon en ik zijn blij als Sean thuis komt, maar ook zijn grote kleine behaarde vriend, Bandit. Al gedraagt die zich in het begin als de beledigde onschuld, verontwaardigd door zijn baasje’s afwezigheid. Al gauw echter spint katerkop als een razende: hij heeft zijn vertrouwde plekje weer kunnen innemen: op bed, warm en knus weer verenigd met zijn jonge meester. De vogel was gevlogen, maar deze kater heeft hem inmiddels weer weten te vangen. Al is dat maar van korte duur.

Allemaal een heel fijn weekend. Is jullie volière ook weer gevuld? 

Geplaatst in Columns, Expressief, Persoonlijk

Uitvlucht

Mijn zoon. Mijn jongste kind. Je pootjes staan nog in het nest, maar je snavel steekt steeds verder over de rand. Vleugelslagen wieken door het huis. Her en der liggen donsveren die ik stil bij elkaar veeg en in een doosje bewaar. Af en toe streel ik de zachtheid en voel de jaren door mijn vingers glijden. Ik wil niet, maar het moet: stilstaan bij het idee dat je over een paar maanden het nest gaat verlaten. Eraan wennen. Maar die gedachte grijpt mij soms bij de keel. Hij klemt zich daar vast, verstikt me, bouwt eindeloos aan een brok in mijn keel die ik maar niet kan wegslikken.

Je bent immers nog veel te jong. Piepjong! Heel groot, maar klein. Met gemak omcirkelen mijn armen je middel. Je bent nog niet zelfstandig. Je kamer is een bende, die kun je toch nooit op orde houden? Grote stapels boeken en papier verrijzen in mijn verbeelding, lege chipsverpakkingen, resten macaroni, kleding her en der verspreid. Lege pizza verpakkingen en kratten bier. En jij, mijn zoon, rotzooitrappelend om je hoofd boven het maaiveld te houden. Koken. Je eigen beurs op de knip houden. Studeren zonder dat ik regelmatig vraag wat je aan het doen bent. De tijd voor je in de gaten houden, als jij hem vergeet. En we hebben nog maar een paar maanden om je voor te bereiden op het studentenleven!

Je gaat landen in een grote stad, met al haar verleidingen. Wilde feesten. Bruisend nachtleven, waar je dronken wordt van het schuim op je bovenlip. Een vreemde taal. Misschien zul je wat woorden en uitroepen herkennen en dan met een glimlach denken aan de keren dat ik sputterend in mijn zuidelijke dialect verviel. Doorzakken, en half slapen in de banken van de universiteit van Maastricht. Je dagen en nachten op elkaar afstemmen, zoals ook ik mijn leven opnieuw moet balanceren.

Maar let niet op mij, lieverd. Er zijn twee soorten uitvluchten.

De uitvluchten die ik hier geschreven heb om jou nog wat langer bij me te kunnen houden. Van je te genieten. Van je humor, je gevoeligheid in woord en gedrag. Je gekke fratsen en eigenzinnigheid. Je onblusbare verlangen naar ‘iets lekkers’. Het enthousiasme waarmee je mijn fantasiemaaltijden naar binnen werkt. Je zwijgende aanwezigheid die zeer veelzeggend is. Ik zal je zo missen.

Maar jij staat over een paar maanden voor een ander soort uitvlucht. Je gaat uitvliegen, het nest verlaten. Je gaat op eigen benen staan, het pad ontdekken dat vaag voor jou uitgestippeld ligt. Er je eigen draai en wendingen aan geven. Je gaat vrienden voor het leven ontmoeten. Interesses uitdiepen. Je vliegt je toekomst in het heden tegemoet en ontdekt wat er in je leeft.

Ga, mijn schat, vlieg. Test je vleugels en ontwikkel je draagkracht, tot je over een tijdje weg zweeft. Maar beloof me dat je regelmatig naar je warme nest zult terugkeren. Want iedere uitvlucht heeft een stevige basis nodig.