Ik zie ze vallen, een voor een. Als losgeslagen bladeren waaien ze mee met de herfstwind. Soms weet iemand zich nog in de luwte vast te klampen aan een uitstekende tak, vindt houvast, maar het is maar voor heel even. Dan wordt hij onweerstaanbaar verder meegesleurd in een wervelwind van taken. Van dingen die moeten. Gele post-its dwarrelen quasi-vrolijk mee.
Haast zindert in de lucht en breidt zich uit naar alle kanten. Ongedurig. Men kan niet meer echt luisteren. Er is geen tijd, het is veel te druk! Hoewel de voeten nog net stil staan, zijn de gedachten alweer ver vooruit. Naar de les. De wachtende studenten. Het stagebezoek. Naar de stapels werkstukken die wachten op een kritische blik. Of op een corrigerende tik. De notitie die af moet.
Er wordt keihard gewerkt. De blik is bijna grimmig op het beeldscherm gericht, koptelefoon op om de oren te beschermen tegen aanlokkelijke afleidingen. Het is een teken aan de wand dat weldadige uitbarstingen van plezier haast met irritatie worden bekeken. Kan het wat zachter? Dan verscholen een melancholische blik. Een onuitgesproken wens om mee te doen. De verbeten trek verzacht en heel even gaan de teugels los, maar al snel is men weer geconcentreerd. Nog even doorpezen.
Niet alleen de uitvoering van het onderwijs levert een flinke werkdruk op; we moeten immers ook evalueren. We moeten aanpassen, terugkoppelen en ontwikkelen. Vernieuwen! En daarover moet gecommuniceerd worden. We vergaderen in allerlei commissies en projectgroepen. En ieder overleg eist aandacht op met zijn energieslurpende kop. ‘Gewoon’ les geven is een verademing, met creatieve toeren ingepast in overvolle agenda’s. De naderende accreditatie doet er nog een schepje smaakversterker bij.
Het is roerig in Onderwijsland. In het verlangen naar het nog beter willen doen moet alles sneller, actueler, nieuwer. We willen meer! Met veel enthousiasme komen fantastisch goede ideeën tot leven, hele programma’s worden omgegooid in onze drang naar verbetering. Ideeën die echter maar amper passen in het keurslijf van de hogeschool. Er is ruimte nodig voor lessen in lokalen en takenplaten, en dit alles bij een krap budget. Het gebouw staat bol en het uithoudingsvermogen wordt ernstig op de proef gesteld.
Ik zie ze vallen, een voor een. Of is het een kwestie van perspectief en ga ik langzaam zelf gestrekt? 😉
Stumbled onto your blog at another blog, because your name sounded Dutch. I like what I see:) Having lived almost 30 years in California, I still speak Dutch, but like a first grader. So, reading your blog is a pleasure
LikeLike
Jesh, do feel more than welcome at Doldriest 😀 I’m glad you still like to read Dutch. And you can always visit my english blog Figments of a DuTchess, The link is under ‘Mijn websites’ in the menu.
LikeLike
Ik riep enkele jaren geleden “neen” Marion, maar niemand durfde luisteren. En het werd alleen maar erger. Ook hier in Vlaanderen boeren we ondanks alle inzet achteruit, wat het onderwijsniveau betreft. Ik kan me daar wel een oorzaak bij bedenken, alleen heeft dat maar weinig zin.
LikeLike
Het is niet dat het onderwijsniveau achteruit gaat, Dauw – integendeel, dat wordt juist aangescherpt – maar de energie die het kost. Het rennen, hollen, vliegen van hot naar her zonder rust. Het altijd bereikbaar (moeten) zijn. Aanwezig moeten zijn.
Mijn schoonzusje zit ook in het onderwijs in België, dus ik hoor er wel eens iets over.
LikeLike
in alle rust gelezen en…herkend
LikeLike
Houd die rust vast, Hennie!
LikeLike
Monkey management 😉
LikeLike
Op een dag houdt het op en gaan we met zijn allen heel hard NEE roepen! En dan zijn de (r)apen gaar.
LikeLike