Geplaatst in Compassie, Cultuur, Natuur, Nieuws

Regen Voor Somalië

Het stortregent. In mijn tuin klimmen cats & dogs in een inderhaast gebouwde ark om de pootjes droog te houden. Wat een hondenweer. Wat vreselijk. Dit is toch geen zomer! De herfst is gearriveerd en brengt windvlagen naar Nederland. Wat…

… WAT BEN IK TOCH EEN AFSCHUWELIJK VERWEND NEST!

Een paar dagen regen en meteen steen en been klagen. Ik zit niet op een camping te rillen in een ondergelopen en lekkende tent. Ik zit niet op een fiets om tegen de wind in door de zware buien te zwoegen. En ik zit al helemáál niet in een overvol vluchtelingenkamp in Somalië waar kleine kinderen sterven door de droogte en ontbrekende voorzieningen.

Nee, ik heb de dag doorgebracht op een comfortabele stoel met gekke lieve collega’s. Daarna trotseerde mijn Kaatje dapper de waterplassen en bracht mij droog naar huis waar mijn zonen op me wachtten. En nu voor het eten een glaasje wijn en wat knabbels. Goh, wat heb ik het toch slecht… NOT!

Kon ik die wolken maar naar Somalië jagen waar zich volgens de Verenigde Naties de grootste humanitaire ramp ter wereld voltrekt. Niet om de opvangkampen in een modderbad te veranderen, maar om de dorst van de grond te lessen. Om de gewassen te laten groeien. Om het drinkwater aan te vullen en te zuiveren door verse aanvoer.

Hier wat beelden van de ramp in Somalië. De foto’s en onderschriften spreken voor zich.

Hetgeen mij meteen brengt tot het volgende:

*TRINGGGG*

Zucht. Alweer geld nodig? Zeg, ik ben ZELF onderhand een goed doel! Het houdt maar niet op.

Sinds de dip in de economie komt deze reactie vaak voor. Heel begrijpelijk als je bijvoorbeeld door de crisis je baan hebt verloren en moeilijk kunt rondkomen. Als je welvaartspeil hard achteruit holt en je niet meer hetzelfde comfort hebt als voorheen. Als je iedere euro moet omdraaien voordat je ‘m durft uit te geven.

Stug schenk ik iedere maand aan deze goede doelen:

En dit blijf ik doen tot ik mijn jongens geen eten meer kan geven. Want kinderen, zieken, vluchtelingen en dieren hebben alle hulp nodig die ze kunnen krijgen en ik kan het geld hiervoor nu opbrengen. Klik gewoon eens op een link; dan zul je tot de conclusie komen dat je al kunt helpen met een kleine bijdrage!

Het is maar een greep uit alle mogelijkheden; een volledig overzicht vind je op Goede Doelen. En misschien is het slechts een druppel op een gloeiende plaat. Maar iedere euro telt. JOUW bijdrage telt! Vele druppels maken een grote plas die de gloeiende plaat der rampen misschien iets doet afkoelen.

Waarmee we weer bij water belanden. Het regent in Nederland…

Geplaatst in Columns, Natuur

Groene Vingers

Lente, richting zomer. Voor de één een zegen, voor de ander een lijdensweg. De neus gaat kriebelen, niesprikkels banen zich een weg naar buiten en alle sluizen gaan open. Zakdoeken zijn niet aan te slepen. Solidair besluiten de ogen ook mee te gaan doen en kleuren mooi roodwitblauw. Of een andere vlag. Zelfs de vingers gaan meekriebelen. Wroeten willen ze, wroeten in de donkere aarde. De drang is onbedwingbaar. Ze moeten zand voelen, takjes en wormen. Uitgedroogde kattendrollen. Dingen laten groeien en één worden met de natuur. Dit fenomeen noemen we ‘groene vingers’. Nagelbedden zijn niet meer om aan te zien, het zand nestelt zich in plooien en poriën, onder nagels. Zwart en groezelig. Heerlijk! Gouden tip: combineer deze groene vingers nooit met een kriebelend neusgat.

Behalve graven willen deze vingers ook knippen, hakken en snoeien. Oh wat een mooie tak. WEG ermee! We hebben immers besloten dat terugsnoeien goed is voor planten. Geen uitbundige gewassen en struiken, nee, er mogen alleen nog stompjes overblijven voordat we ze loslaten in de lente. Zo heb ik mijn lavendelstruiken een keer gesnoeid. Ik was niet meer te stoppen, hoppetee, lekker kortwieken die handel. Het enige dat nu, drie jaren later, over is, zijn miezerige houtbossen met op de toppen wat paarse bloemetjes. Maar ik krijg het niet over mijn hart om ze eruit te trekken. Je doet je kids toch ook niet weg als ze naar de kapper zijn geweest? Of je vent als zijn haar wat begint uit te vallen?

Zelf ben ik trotse bezitter van twee zandbakken: eentje vóór en een achter mijn huis. Bij droogte lijkt het wel de Sahara, complete zandstormen in onze buurt. In een vlaag van schijnbare verstandsverbijstering heb ik ooit wilde bloemen in de voortuin geplant. Een sleuf graven, zaad erin strooien et voilà. Mijn buurman kreeg haast een beroerte toen hij zag wat ik gedaan had. ‘Marion, dat is ONKRUID meid. Het verspreidt zich overal, haal het gauw weg!’. Maar nee, ik was lekker eigenwijs en werd beloond met een overdaad aan bloemen: klaprozen, stinkende gouwe (ik rook niets hoor), akkerdistel; een pracht was het. Die zomer was het extreem droog. Alle planten verdorden zonder continue bewatering. En wat denk je? Mijn wilde bloemen waren de enige die trots en uitbundig overeind bleven!

Een tuin vergt veel onderhoud. Alles dat je zorgvuldig plant verdort anders binnen een dag, maar wat spontaan opkomt tiert welig zonder aandacht. Een keer knipperen met je ogen en er trekt een groene waas door je tuin. De negeer-strategie heb ik al vaker beproefd: het onkruid gaat wel weg, ook dat droogt vast uit! Maar nee, niets daarvan, zodat ik regelmatig drie dagen lang op mijn hurken en knieën doorbreng om ieder sprietje met de hand eruit te trekken. Ben je eindelijk klaar, kun je weer opnieuw beginnen. Blijkbaar bestaat ook een andere strategie. Je kunt alles gewoon omspitten, ben je binnen een uurtje klaar. Dat wist ik niet. Gelukkig weet mijn partner dat wel.

Lang geleden had ik een oude vlinderstruik in de achtertuin. Het was mijn trots, mijn bonsai zonder pot. Ieder jaar snoeide ik hem terug – dit keer met beleid – en vanuit een prachtig lijnenspel ontsproten talloze frisse groene takjes, in de zomer getooid met een levende have van vlinders. Geweldig! Tot ik op een dag thuis kwam en de vlinderstruik omgezaagd en uitgegraven was. ‘Kijk eens!’, zei mijn ex. Geloof me, ik deed niets anders, met bliksemende ogen. ‘Hoe haal je het in je hoofd?!’ Maar het was al te laat. Ook een bloesemboom in de voortuin was gesneuveld.

Inmiddels heb ik zelf bomen terug geplant. Nieuwe vlinderstruiken in voor- en achtertuin en nog twee coniferen. Wist ik veel dat die dingen zo groot en breed werden! Een paar jaar geleden vroeg mijn vader, die op bezoek was, of hij kon helpen in de tuin. ‘Ja graag pap!’ Op zijn vraag of hij ook mocht snoeien, antwoordde ik ‘Doe maar hoor, ik vertrouw op jouw oordeel.’

Een uur later bracht ik hem een verfrissend drankje en…

… tot mijn verbazing had ik nog maar een halve conifeer over. Hij had ‘m gewoon dwars doormidden gezaagd! Niks de top eruit halen, nee hoor, hup de zaag erin. De buitenkant was nog groen, maar de binnenkant bleek hol en verdord. Mijn pa keek me aan en haalde zijn schouders op, alsof hij wilde zeggen ‘Dat kon ik toch ook niet weten?’. Zijn blik was zo hulpeloos dat ik het uitschaterde en opperde dat het vast nog wel zou aangroeien. ‘Zou je denken?’, zei mijn vader hoopvol. ‘Tuurlijk pap, groene vingers!’

Inmiddels zijn we jaren verder en inderdaad, de conifeer groeide langzaam door. Maar hij verloor niet alleen veel haar, hij kreeg ook nog een bierbuik. Er zat geen model meer in! Vorige maand is hij afgevoerd.

Geplaatst in Biker Witch, Columns, Expressief, Natuur

De Baai

~~~~~~~~~~~

ochtendzon kust
onbewust strelend
het zand en de golven
bedolven onder stofgoud

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Een donkere vlakte beweegt aan de horizon. Weerspiegelingen van zilver maken krassen in het zwart als de maan haar zuster ten afscheid groet. In het prille licht schrijft een krab zijwaarts een brief op de kustlijn, even afgeleid door de verwaaide stem van een winddanser. Het wordt ochtend in de baai…

‘Waar gaan we zitten mam?’ Ze stuitert over het zand, op zoek naar de beste plek op het nog verlaten strand. Sandalen vliegen door de lucht, al snel gevolgd door een shirt en rokje, waarop het meisje uitgelaten naar het water rent. ‘Niet te ver schat!’ Maar de woorden bereiken slechts dovemansoren. Schelpen, slierten zeewier, resten van een geheimzinnig zeewezen. Haar Nintendo ligt vergeten in de badtas.

Een echtpaar arriveert met een kleine jongen. Voorzichtig zet hij zijn emmertje neer en steekt een schepje in het zand. Niet uitgelaten als het andere kind, maar geconcentreerd, afgemeten. Een paar zandkorrels kleven aan zijn handen, schoenen half weggezakt in de losse ondergrond. Zijn ouders staan er trots bij te kijken. Zie hem eens spelen! Hoge schoenen, witte kousen. Een bermuda opgefleurd door een bloemen blouse en een keurig wit hoedje. Haar buik bolt vrolijk, verwachtingsvol, knieën licht gebogen om in balans te blijven. ‘Klik’, zegt de fotocamera, die iedere beweging van zoonlief zorgvuldig vastlegt. ‘Klik’. De vader beweegt amper, gebiologeerd door zijn nageslacht. Een bedachtzaam en statig gezin.

‘Hey man, halve zool, gij ken ook nie gooie man!’ Soepel en trefzeker vliegt een bal heen en weer tussen vier vrienden. Als een worp onverhoeds toch afwijkt, volgt een stoere duik in het zand om het rond stuk plastic te vangen. Schijnbeweging en mis! ‘Stumper, ge bakt der eg niks van!’ Ze zijn onvermoeibaar, zich maar al te zeer bewust van keurende vrouwelijke blikken. Een belofte van een pijnlijke roodheid bloeit langzaam op hun gespierde, nog parelwitte bovenlijven.

 

Met haar knietjes stevig in het zand gedrukt sluipt een peuter naar de waterkant. Moeder kijkt met argusogen toe en wil net in actie komen, als pa oprijst uit de zee. Hij buigt zich voorover en tilt het kind hoog op in zijn sterke armen. Veilig. Met een paar passen bereiken ze het water waar ze genietend blijven staan. ‘Kijk dan naar de bootjes liefie, zie je de witte zeilen?’. Het kind kraait en brabbelt terug. Buiten de zwemzone is het een drukte van belang. Zeilboten laveren enthousiast tegen de wind in, boeg in de golven. Iets dichterbij spelen surfers hun spel met plank, water en windkracht, en laten een spoor van schuim achter.

Meeuwen hangen roerloos in de wind en kijken neer op een merel die driftig onder een struik scharrelt. ‘Waar is toch die lekkere worm? O ja, mmm… veel beter dan het voer dat ze daar serveren!’ Zijn kraalogen blikken even opwaarts naar een terras vol lentegasten dat blakert in de zon. Duits voert de boventoon en een verdwaald Engels woord raakt flarden van onze moerstaal. Plotseling wordt de serene rust verstoord door de hartslag van een Harley, dan weer stilte. Even later beklimmen twee bikers de houten trappen en nemen plaats aan een tafel. Hun zwarte broeken worden gecamoufleerd door de koelte van de schaduw.

‘Hier, HIER!’ De gebaren spreken boekdelen. De hond gaat zitten en kwispelt zandwolken omhoog. Maar het blijkt niet genoeg. Weer wijst een hand naar een plekje nabij blote voeten. De hond kijkt vragend, koppie scheef, en nadert om vervolgens zijn kont weer in het warme zand te planten. Maar nee, baasje is nog niet tevreden. Gelaten zakt de hond door alle vier de poten en wordt beloond met een weggegooide bal. ‘Jippie, balbalbalzoekbalbalbalrenrendaarrenval…’. Hij gooit zijn poten in de lucht en schurkt met zijn rug door het zand, wringt zich in vrolijke bochten.

Het wordt avond. De schaduwen rekken en strekken zich vermoeid uit. Naderende duisternis drijft de badgasten huiswaarts en opgelucht slaakt de baai een diepe zucht. Een deken van rust daalt neer terwijl haar levensbloed met een ritmische beweging alles schoon spoelt.

Bye Baai

Geplaatst in Gastblog, Natuur

De wandeling

Gastblog door mijn oom Albert Driessen, 16 juni 2010

De wandeling

Mijn wandeling start bij het Laervoetpad en voert mij via meerdere veldwegen naar kasteel Hoensbroek.

Na zo’n paar honderd meter kom ik aan de Geleenbeek en steek bij het brugje over. Ik sta even stil en kijk naar de beek die zich meanderend een weg baant door het prachtige landschap dat gesierd wordt door oude en jonge bomen aan weerszijde van de beek. Stil geworden van zoveel schoonheid geniet ik intens en in gedachten verzonken vervolg ik mijn weg.

Bijna aan het einde van het Laervoetpad ligt rechts de oude boerderij van boer Laeven. Aan de linkerzijde staat een prachtige oude appelboom die zolang ik mij kan herinneren – en dat is 69 jaar – er altijd gestaan heeft. In vroegere tijden had hij een mooie kruin. Tijdens warme zomers zochten koeien er dikwijls verkoeling onder. Menige mand werd door boer Laeven met de heerlijke appels gevuld en vervolgens aan de man gebracht.

Nu, in de herfst van zijn appelboom-bestaan, heeft hij een kruin waar een niet al te grote vogel met een beetje geluk nog een schaduwplekje kan vinden. Getekend door de tand des tijds staat hij daar, een beetje gebogen maar nog steeds met een kruintje waarmee hij met enige trots toch nog een kleine bijdrage levert. Geen manden meer zoals in vroegere tijden… Maar boer Laeven is een boer naar mijn hart, die respect toont voor deze trouwe boom die hem zo vele jaren zoveel vruchten schonk.

Zo kijkend naar deze oude schoonheid zie ik overeenkomst met mijn eigen leven. Ik heb een fijne jeugd gehad. Daarna begon de levensfase van hard werken en zorgen voor mijn lieve vrouw, die mij twee mooie, gezonde en krachtige zonen heeft geschonken Nu, in de nadagen van mijn leven, is mijn lichaam getroffen door kanker en een zenuwaandoening, die mij in mijn werkzaamheden belemmeren. Toch probeer ik zo goed en zo kwaad als het kan – net als die boom – mijn steentje bij te dragen aan mijn gezin, familie en vrienden.

Een passerende trein doet mij opschrikken uit mijn mijmeringen. Het spoor ligt aan het einde van het Laervoetpad. Ik vervolg mijn wandeling en steek de spoorwegovergang over. Na enige meters rechts aanhouden kom ik langs een boerderij. De naam van deze boer is mij niet bekend. Na ca. 150 meter loop ik via het viaduct onder de snelweg door en kom in het gehucht Hellebroek. Op de T-splitsing aangekomen sla ik links af en buig even later rechtsaf een veldweg in.

Hier loop ik, door weiden en akkers omgeven in een vredige rust door het landschap. Zo af en toe zie je een landarbeider die bezig is met onkruid wieden en een torenvalkje dat speurend naar een prooi plots naar beneden schiet om zijn prooi te grijpen. Bijna aan het einde van de veldweg kom je bij een begroeiing die bestaat uit hagen en oude bomen die tesamen een holle weg vormen. Als je goed kijkt tref je nog sporen aan van dassen die hier in hun burchten wonen. Van al deze natuurlijke schoonheid raak ik geëmotioneerd. Ik loop met tranen in mijn ogen verder, genietend van deze enorme schoonheid.

Aan het einde van de veldweg zie ik rechts van mij een woning met volière waarin papegaaien van gips op stokjes zitten. Iedere keer als ik hier langs kom blijf ik even staan om naar deze mooie bontgekleurde groep vogels te kijken. Ik loop verder en kom langs de oude smidse van vroeger. Tegenwoordig is hier een restaurant gevestigd. Op dit punt sla ik linksaf en sta aan de voet van de Brommelenberg. Ik kijk omhoog en denk Al, wat doe jij jezelf nu aan?!, maar na enig zwoegen heb ik hem bedwongen en sta voor de zoveelste keer te kijken naar het veldkruis dat aan de overkant van de weg staat, precies tussen twee oude bomen. Steeds wanneer ik hier aan voorbij ga trekt het mijn aandacht. Soms lijkt het alsof het zeggen wil: Al, je tijd is nog niet gekomen!

Vrolijk fluitend – of zingend – vervolg ik dan mijn weg. Even verderop ligt de eeuwenoude hoeve Terlinden waar sinds generaties boer Roebroek woont. Ik steek de brug over de snelweg over en krijg de vieze uitlaatgassen in mijn neus.
Gelukkig loop ik na een tiental meters weer onder een haag van groene frisse bomen. Bij de T-splitsing sla ik linksaf de Klinkertstraat in. Links van mij schittert de Droomvijver als een grote parel in de glanzende zon.

Aan mijn rechterkant zie ik het prachtige eeuwenoude kasteel Hoensbroek in al haar pracht en praal. We zijn aan het einde gekomen van mijn wandeling. Ik voel mij vrij van alle zorgen en ben ik blij dat ik in Hoensbroek geboren en getogen ben. Ik hoop dat ik nog vele jaren mag genieten van zulke mooie momenten, en dat ik de gevoelens voor de natuur ook mag overdragen aan mijn kleindochter en oogappel Romy! Bij het schrijven van deze wandeling kwam er af en toe een traantje om de hoek kijken. Dat zal wel aan de leeftijd liggen; je bent sneller geëmotioneerd. Vroeger… vroeger zou mij dat gestoord hebben maar nu, op deze leeftijd aangekomen, hoef ik niet meer stoer te doen!

Al.



Geplaatst in Compassie, Expressief, Natuur, Nieuws, Poëzie

Hartslag


Tsunami, tornado’s,

de dood van Bin Laden
een zondovervloed
aan geweld’ige daden

Het schrille contrast
tussen buigen en winnen
verhindert altijd
een balansvol beminnen

Mijn blik door het raam
valt zwaar op een mus
zij voelt echter niets
geeft geen blijk van onrust

Sereen is de zon
schijnt in leegte zo blauw
onwetend van rampen
houdt zij ook van jou

Van jou hier en hen daar
kent geen enkel verschil
maar de mens wikt en weegt
raakt het leven, maakt kil

Een façade van rust
wreed versplinterd door haat
waar de lont wordt ontstoken
is het straks veel te laat

Hartslag van de aarde
weerkaats in iedereen
met een klein beetje liefde
voelt geen mens zich alleen


Geplaatst in Columns, Humor, Natuur, Nieuws

Dans In De Regen!

Midden in de nacht wordt er aan de voordeur gebeld. Het is half twee. Ik spring – nog half bewusteloos – uit bed en schiet de gang in. Als het geluid wegebt hoor ik hoe een sleutel in het voordeurslot draait, gevolgd door gedempt gelach in jeugdige stemmen. Opgelucht haal ik weer adem. Sean is thuis!

Eerder die dag waren ze op pad gegaan naar het café in ons dorp om carnaval te vieren. De kleding bestond voornamelijk uit fezzen, rokken en witte overhemden. Waart de geest van Tommy Cooper ineens door het zuiden, of zou het toch door Dr. Who komen? Ook liep er een gigantische wortel door onze huiskamer, compleet met muts en handschoenen. Erg grappig, en vooral gezond!

Vorig jaar rond deze tijd  stond ik op weg naar de gang ineens oog-in-oog met een levensgrote banaan. En dat gele gevaarte had Nick opgegeten, je kon alleen nog maar zijn gezicht zien. Met een bonkend hart deinsde ik terug. Dit jaar had hij weer iets anders verzonnen: het weekend voor carnaval kwam hij in een groen morphsuit naar beneden! Een groene gedaante zonder gelaatstrekken!! Alweer schrok ik me wezenloos, maar wist nog enigszins mijn waardigheid te bewaren. Het gillen deed ik alleen inwendig.

Een morphsuit heeft wel iets weg van een omgedraaid schaatspak, met de rits aan de achterkant. Daar kun je nét niet zelf bij. Maar geen nood: je kunt gewoon door die achterstevoren uitgevoerde muts heen kijken, ja, zelfs bier drinken is mogelijk… maar in de praktijk blijkt dit niet zo’n succes te zijn, aangezien slechts 10% van het bier in je mond belandt. De rest druipt langs je kin verder naar beneden. ‘Waar kan ik mijn sleutels en geld laten mam?,’ vraagt Nick me. Tevreden verlaat hij iets later het huis, met een shirt onder en een bermuda over zijn groenheid. Een Morphsuit. Wie verzint toch zoiets?!

De afgelopen dagen is onze voorraad paracetamol geslonken. En het na-carnavals gekuch en gesnotter is niet van de lucht. De speciaal aangeschafte emmer is nog maagdelijk maar het scheelde niet veel. Ik vind het heerlijk dat mijn jongens er op uit trekken en plezier maken met hun vrienden. Ze staan midden in het leven en zo hoort dat ook! Voordat je het weet, kan er iets gebeuren dat je hele leven op de kop zet, kan het van het ene op het andere moment heel anders zijn.

Overstromingen in Australië, de aardbeving in Nieuw-Zeeland. En nu dan de aardbeving in Japan, met de daarop volgende tsunami. Het ene moment een gestructureerde samenleving, het volgende chaos en ontzetting. Hele gemeenschappen zijn vernietigd. Auto’s, boten, zelfs huizen werden meegesleurd door het water, hele dorpen zijn weggevaagd. Het officiële dodental loopt in de duizenden, met daarnaast nog vele vermisten. Waarschijnlijk zal dit aantal oplopen tot meer dan tienduizend slachtoffers. Elektriciteit, water en voedsel zijn schaars. Meltdowns van kernreactoren bedreigen het gebied. Komt er straks op grote schaal ook straling vrij die nog meer slachtoffers gaat maken, nu en op termijn? Ruim tweehonderdduizend Japanners zijn uit voorzorg geëvacueerd.

Ineens lijkt carnaval een beetje dwaas…

Maar tegelijkertijd ook juist heel wijs. Leven is immers iedere dag omarmen en ten volle benutten. Leven is zoveel mogelijk genieten met elkaar. Dus lieve mensen gá ervoor en denk af en toe aan mijn lijfspreuk:

Dans in de regen

Art by Marie-Gold
Geplaatst in Natuur, Persoonlijk

De Eerste Lentezon

De eerste zachte lentedag van het jaar. Hoe kun je hier beter van genieten, dan schommelend op een bankje in de achtertuin met een zeer spannend boek van Tess Gerritsen en een onderzoekende kat aan je voeten. O ja, en een bakje chips en een dubbele trappist.

~ veel liefs van een lentekind…

Geplaatst in Compassie, Natuur

Ze Vermoorden Mijn Bomen!!

Vandaag geen vrolijk stuk. Ik zit hier achter het bureau in mijn werkkamer, volledig verslagen. Ze vermoorden de bomen in mijn achtertuin. Het groen moet wijken voor huizen en appartementen. Die huizen worden zeker direct tegen de achterkant van mijn schuur aangebouwd? En was er geen plek meer voor deze bomen, die al jaren onze wijk sieren? Volslagen onzinnig!

Was het toeval dat de kap begon op donderdag, de enige ochtend die ik thuis ben? Ik greep mijn camera en begon foto’s te maken, tranen weg knipperend. Ik haat dit.

De bomen gillen het uit, terwijl ze met een vreselijk gekraak doormidden gezaagd en getrokken worden. De resten worden achteloos met de grote gele grijper aan de kant geschoven.

Hoe het was:

In de lente, terwijl we het schommelbankje in elkaar zetten:

In de zomer:

In de winter, een kraakheldere koude ochtend:

Wat op dit moment gebeurt:

En dit blijft er nog over, een tuin in rouw:

Mijn veilige haven is geruïneerd. Kwaadheid, frustratie, verontwaardiging, maar vooral triestheid. De bomen waren een levend zonnescherm, ze fluisterden naar me op een lentedag. Ze boden bescherming en een thuis aan vele, vele vogels. De bomen waren een stukje magie in een gestreste wereld. En nu zijn ze weg…

Bedankt commercie, bedankt projectontwikkelaar, alweer een stukje natuur vernietigd!

~Marion

Geplaatst in Gastblog, Natuur

Huismerel’s Domein

Gastblog door mijn oom, Albert Driessen

Op een winterse namiddag, zittend voor het venster met mijn gedachten bij de vele dingen die mij nog te doen staan, staar ik naar buiten en zie hoe mijn huismerel  – zo noem ik het brutale beestje – zijn rechten opeist bij het voederplaatsje. Daar strooi ik op z’n tijd broodkruimels of beschuit, gemengd met een gekookt eitje en fijn gesneden kaaskorstjes. Iedere keer vul ik het aan als ik niets meer zie liggen.

Een stelletje mussen probeert om bij het lekkers te komen, maar de merel houdt met verve zijn territorium vrij van ongewenste indringers. Dit aanschouwende duikt er plots een eksterpaar op waar ook mijn huismerel geen verweer tegen heeft. Ik sprint naar buiten om de merel bij te staan; dat is geen moeite voor mij en het strijdtoneel van voorheen is verdwenen.

Weer warm zittend bij het raam duurt het een poos voordat er weer beweging te zien is. Een witte kwikstaart komt heel omzichtig naar het voer gehuppeld,  goed om zich heen kijkend om bij het geringste of minste de wijk te nemen onder de tuinstoelen. Zijn staart snel bewegend huppelt hij tot bij het voer en pakt snel wat om meteen zijn heil te zoeken onder de tuinmeubels. Daar komt onze huismerel weer aangevlogen om zijn verloren positie in te nemen.

In de boom hangen een paar vetbollen met allerhande ingrediënten, waar twee koolmeesjes zich aan vast klampen en ijverig bezig zijn met het vullen van hun maagjes. Achter in de tuin staat een grote dennenboom,  geflankeerd door een grote huls met behoorlijk stekende bladeren, waar mijn gevederde vrienden een pracht van een vluchtoord aan hebben. Daar gaat geen poes of ander groot dier in. Verder staan er een paar voederhuisjes die zo geconstrueerd zijn dat er geen eksters en andere kraaiachtigen bij kunnen.

Een roodborstje en een winterkoninkje vertoeven ook in mijn tuintje. Ze weten zich goed staande te houden, want ze zijn al jaren vaste gasten. Zo zijn er nog diverse boompjes en struiken geplant, dit alles ten gerieve van mijn gevederde vrienden. Het is niet altijd gemakkelijk om in deze winterse omstandigheden aan voldoende voedsel te komen, dus steek ik een helpende hand uit. Het pleziert mij – als ik zo toekijk – dat het niet voor niets is, want ik zie steeds meer vogels en vogeltjes gebruik maken van de voorzieningen die ik voor hen geschapen heb.

12-02-2010 / Albert

~ bewerkt door Marion
Geplaatst in Natuur, Persoonlijk

Magische Rochefort

Eind vorig jaar las ik tot mijn schrik onderstaand bericht:

Brand in trappistenabdij Rochefort

Brandweer bij de abdij

In de abdij van Saint-Remy in het Belgische Rochefort heeft een grote brand gewoed. Een deel van het complex uit de dertiende eeuw is verwoest.

De abdij is beroemd vanwege zijn bier. Een grote voorraad trappistenbier is verloren gegaan, maar de brouwerij zelf is niet beschadigd. Ook de kapel en de bibliotheek van de abdij bleven gespaard.

De brand brak uit toen de monniken aan het avondeten zaten. De brandweer vermoedt dat een oververhitte generator de oorzaak was. Die werd gebruikt omdat door het strenge winterweer de stroom enkele keren was uitgevallen.

Productie stil

In de abdij wordt sinds de late 19de eeuw bier geproduceerd. Per jaar brouwen de monniken van Rochefort ongeveer anderhalf miljoen liter bier.

De productie ligt nu stil, maar zal over enkele dagen worden hervat. Bij de brand in het klooster zijn geen gewonden gevallen.

Het toeval wil dat Vman en ik in oktober 2009 een heerlijke namiddag hebben vertoefd in het uitmuntende gezelschap van een stevige Rochefort trappist!

De zon scheen, we hadden een flink stuk gewandeld in de omgeving van Baarle-Nassau en verlangden naar een dorstlessend biertje. Op de hoek van een achteraf straatje vonden we een door bomen overdekte terrastuin. We streken er neer en vroegen om de lekkerste trappist die ze hadden. ‘Rochefort!’, was het stellige antwoord. We lieten ons verrassen en kozen voor de meest zware uitvoering: de 11.3%. Nou, dat heb ik geweten!

De trappist was heerlijk met een volle kruidige smaak, zalig… en toen mijn glas half leeg was, was mijn brein idem dito. Pfew, dat hakte erin zeg. Een mandje met brood hielp de klap wat te verzachten. We hebben daar nog uren gezeten, genietend van de zon, van het bier en van elkaar.

Afgelopen herfst wilden we dit onverwacht speciale uitje nog een keer herhalen, maar tot ons verdriet was het café dicht: het stond te koop. We eindigden in een pannenkoeken-restaurant met een Grimbergen van de tap. Ook lekker, maar niet zo magisch als de Rochefort.