Geplaatst in Compassie, Expressief, Gezondheid, Persoonlijk, Poëzie

Weet jij wat bidden is?

~

Weet jij wat bidden is?

Weet jij het,

zijn er regels voor?

Mag het alleen tot God

of ook tot de Godin,

zelfs meerdere Goden?

Moet het hardop

of mag het ook stilletjes

voor me uit starend

in mijn gedachten ver van hier?

Doe ik het met de ogen open

of toch liever dicht?

Zal ik mijn handen vouwen

of leg ik ze in mijn schoot?

Zijn de knieën belangrijk

of mag ik blijven zitten,

misschien liggen zelfs?

Moet het vaak

of mag het ook soms

zomaar

als ik niet meer zelf kan helpen

en mijn vertrouwen

in Iemand’s handen moet leggen?

Mag het vrolijk

of alleen maar ernstig?

Voor de zekerheid

doe ik alles maar door elkaar

bid in alle variaties,

als alles maar goed gaat

en jij snel weer beter wordt!

~

Tekst & foto © Marion Driessen
Geplaatst in Koken, Natuur, Persoonlijk

Jippie, een kruidentuin!

Vandaag is een grote wens in vervulling gegaan, een wens die ik al heel lang koesterde: mijn achtertuin wordt functioneel opgesierd door een heuse verhoogde kruidenbak! Nog duurzaam gebouwd ook: de bak is gemaakt van een hoop stenen die in een afgelegen hoekje al jaren schreeuwde om een bestemming.

Hier vind je wat foto’s van de kruidentuin in wording en van het eindresultaat:

Mijn keuze is gevallen op

  • basilicum (plekje gereserveerd): de smaak lijkt enigszins op peper, is sterk en overheersend. Basilicum past goed bij knoflook, tomaten- en groentegerechten (zoals aubergines) en Italiaanse gerechten. Het kruid geeft smaak aan pesto, olie en azijn. Verder is basilicum onderdeel van het kruidenmengsel Provençaalse kruiden.
  • bieslook: de bladeren van bieslook smaken fris met een milde uiensmaak (een tikje knoflook). In de Nederlandse keuken kom je bieslook vooral tegen in salades en dressings. Toch past het kruid in meer gerechten. Zo wordt het in de Chinese keuken gebruikt bij vlees- of visgerechten, maar ook in sauzen en als garnering.
  • dille: de smaak van dille is fris maar overheersend. Gedroogde dille is vaak minder lekker, daar zit gauw een bijsmaakje aan. Dillezaad is zacht, zoet en kruidig en doseer je met mate. De fijnste smaak zit in de verse, onrijpe, groene zaadhoofden. Deze hoofdjes geven smaak aan dille-inmaak, azijn, Gravad Lax en aardappelsalade. Onrijpe schermen en bladeren zijn smaakmakers van zure room, yoghurtgerechten, sauzen, salades, vlees en vis. De zaden zijn mineraalrik en geschikt voor een zoutarm dieet. Deze zaden worden vooral in Scandinavië en Oost-Europa (pittige en zoete gerechten) gebruikt. In de Nederlandse keuken worden de zaden gebruikt in groentes, soepen, salades, sauzen en gestoofde vis.
  • kervel: echte kervel heeft een lichte frisse anijssmaak. Het kruid kervel kan goed met andere kruiden gemengd worden. Het kruid is onderdeel van ‘fines herbes’ uit Frankrijk. Het blad van kervel wordt zowel vers als gedroogd gebruikt. Het moet pas tegen het einde van de kooktijd worden toegevoegd en zeer kort worden meegekookt om de smaak tot zijn recht te laten komen en te behouden. Verse kervelbladeren passen goed in vele fijne gerechten, zoals (groene) salades, soepen en sauzen. Men gebruikt ook wel geblancheerde stengels in salades. Gedroogde kervel gebruikt men ook vaak in soepen en sauzen, maar ook bijvoorbeeld in lamsvleesgerechten.
  • koriander (mijn absoluut favoriete kruid): wordt veel gebruikt in de Aziatische keuken. Het blad smaakt fris, overheersend en de zaden mild. De zaden hebben een zoete geur. Koriander past in vele gerechten. In de Indiase keuken gebruikt men de bladeren bijvoorbeeld in soepen, sauzen en salades. Korianderblad is ook zeer goed te gebruiken als garnering. Het blad lijkt op peterselie. De poeder, oftewel gemalen koriander zaden, worden in de Indiase keuken gebruikt in soepen, sauzen en marinades; zowel in zoete als pikante gerechten. In de Indonesische keuken gebruikt men koriander in rijsttafelgerechten, veelal in combinatie met komijn. Korianderzaad kun je het beste licht roosteren in een droge koekenpan en daarna te kneuzen om de smaak tot zijn recht te laten komen. De zaden worden o.a. in marinades en stoofgerechten toegevoegd, maar ook in likeur, ratatouille en curry. Koriander is vaak standaard onderdeel van het kruidenmengsel kerrie en de Nederlandse kruidenmixen speculaas- en koekkruiden.Ook de stengels van koriander zijn eetbaar, die bij bonen en soep worden gebruikt. Verse wortel (scherp van smaak) in curry.
  • marjolein: smaakt fris, zoetig en tegelijkertijd gekruid. Echte marjolein heeft een zachtere smaak dan oregano (wilde marjolein). Het kruid maakt traditioneel onderdeel uit van de Provençaalse kruidenmix. Een andere benaming voor echte marjolein is majoraan. Marjolein wordt gebruikt in salades, soepen, sauzen, vlees, aardappelgerechten, kaas en likeur. Wat specifieker kom je het kruid zoal tegen in tomatengerechten, ragouts en gebraden wild. Het blad van marjolein kun je zowel vers als gedroogd gebruiken en geurt heerlijk in gerechten.
  • Marokkaanse munt: smaakmakers in sauzen, azijn, groentes, desserts en drankjes. Verder worden de blaadjes gekonfijt. De smaak van verse munt is pepermuntachtig. Gedroogde munt is enigszins muf.In de Engelse keuken gebruikt men het in sauzen en stoofgerechten. In de Griekse keuken eveneens in sauzen en meegestoofd met lams- en schapenvlees. In de Indiase keuken wordt munt in dranken en chutneys gebruikt. In de Turkse keuken in soepen en salades. Muntthee is zeer geliefd in de Arabische wereld. Maar ook hier!
  • oregano: heeft een krachtige, pittige smaak. Je kunt het in veel gerechten gebruiken, zoals op Italiaanse pizza’s en in tomatengerechten. Het is ook onderdeel van Mexicaanse chilipoeder. Een andere benaming voor oregano is wilde marjolein, niet te verwarren met echte marjolein.
  • peterselie: het blad en de stengels van peterselie zijn vitamine- en mineraalrijk. Men doet de blaadjes en stengels (zowel vers als gedroogd) in salades en pikante gerechten. Het blad maakt onderdeel uit van het klassieke bouquet garni. Verder kun je het in allerlei denkbare vlees- en visgerechten, bij groentes, zuivel, eieren en in sauzen gebruiken. Peterselie en dan met name de krulpeterselie wordt vaak als garnering gebruikt. In het Midden Oosten eet men de bladeren als groente. Als je een knoflookrijke maaltijd hebt gegeten, helpt het om te kauwen op bladeren van peterselie, dit verfrist de adem.

Daarnaast heb ik ook nog aan beide zijden anti-katten kruid geplaatst, dat Bandit en zijn soortgenoten op eerbiedige afstand moet houden. Maar wat doet die gekke kat? Juist, loopt er recht op af en snuffelt uitgebreid. Volgens mij had hij zijn bek al open toen ik een brul gaf en hij verontwaardigd een meter verder ging zitten. In de smiezen houden, die meneer!

Ben zo blij 😀

Kruidig eten!

Deze slideshow vereist JavaScript.

Informatie kruiden: Overkruiden.nl
Met dank aan V-man & Sean 😉
 
Geplaatst in Columns, Compassie, Inspiratie, Persoonlijk

Pabo Breda Gaat Voor Kansrijk

Het begint die ochtend allemaal in het NAC café. Om half negen warmen meer dan veertig vrijwilligers van Pabo Breda zich aan de koffie en thee, blij uit de striemende, koude wind te zijn die om het stadion loeit. Dan vliegen de vier teams uit met diverse bestemmingen. Wederom zijn we op pad in het kader van Rent-A-Talent Avans200, daarbij ondersteund door Betrokken Ondernemers, Samen voor Breda.

Navigator NanNan wijst me de weg naar Villa Boerebont. Maar goed dat ik zelf eerst op de kaart heb gekeken… het zorgt echter wel voor een goede stemming. We gillen van het lachen en lachen van het gillen. Om rustig te blijven, oppert zij een yell: hussaaaaaa. Enthousiast weerklinkt deze kreet als de spanning te hoog wordt. Een verbijsterde docent doet er achterin verder het zwijgen maar toe.

Wonder boven wonder komen we aan op de plaats der bestemming en gewapend met rieken, harken en een goed humeur begeven we ons naar Villa Boerebont, een gezinsvervangend tehuis voor overbelaste jongeren uit de regio Breda. Directeur Sjoerd Smit vertelt over ‘zijn’ jongens en meiden: kansrijke jongeren in een tot nu toe kansarm leven. Maar hier komt verandering in!

Centraal doel bij opname van deze jongeren is, naast het bieden van een veilige haven na een moeilijke periode, het bevorderen van de zelfstandigheid en daarmee het mogelijk maken van re-integratie in de maatschappij (zelfredzaamheid). Dit alles wordt gedaan in een kansrijke omgeving, die zij de jongeren aanbieden.

We worden  opgesplitst: een groep gaat de tuinen harken, een andere gaat zaadjes sorteren en de rest gaat naar de dieren. Ik spring op. YES. Hokken uitmesten, dieren verzorgen, kom maar op! De stallen zijn iets verderop, waar vier Shetlandpony’s, twee geitjes en drie ezels in een grote wei grazen. Wat gefladder ernaast verraadt de aanwezigheid van kippen. Als dat geen echte scharrelkippen zijn, dan bestaan ze niet.

Tot mijn verbazing lopen we de stallen voorbij. En worden ook de poetsspullen op de grond gezet. Nee, we gaan eerst wandelen. Er is een pony met obesitas en die moet verplicht dagelijks wandelen. Het beest kijkt naar zijn verzorger, met een schuin oog naar ons en… neemt de benen. Ach, dan maar met de andere twee op pad. Kort daarop sjokken wij met zijn allen achter de twee minipaardjes aan, het lijkt wel een processie. De weg af, naar links, het fietspad op. Aan het einde van de weg draaien en dan weer terug. We worden luid bejuicht (of bejoeld) door de achterblijvers in de wei.

Foto © Edith Posthuma

Wij weer terug naar de wei, laten de Shetlanders los en nemen de ezels mee. Onze collega’s zijn intussen druk bezig in de tuin, verwijderen onkruid of hangen als volleerde tuinmensen op hun gereedschap rond te kijken. En commentaar te geven. Op ons. Stoïcijns vervolgen wij onze weg. Onze gids vertelt over zijn jeugd in Rotterdam. Het is een verhaal van eenzaamheid en wanhoop, dapper verpakt in een positieve jas. Sinds een half jaar versterkt hij Villa Boerebont en zet zich in als dierenverzorger.

Met roskammen en borstels gaan we dan eindelijk de pony’s te lijf, grote vlokken haren dwarrelen door de lucht en kleven statisch aan onze kleren en handen. De kauwen zijn erg blij met deze onverwachte nestvulling en gaan ermee vandoor. De wind wakkert aan en blaast ons naar binnen, naar de warmte. Het is al bijna tijd om naar NAC terug te keren voor de lunch. We nemen afscheid van de Boerebonte bewoners en beloven hen dat er nog een middagploeg zal komen.

Bij NAC wacht een leuke verrassing: Simon poseert met een mooie zwart-gele sjaal om zijn nek voor het muurembleem, de koning te rijk. Simon is een bewoner met een verstandelijke beperking van Amarant, waar wij vorige maand de gang kanariegeel geverfd hebben. Lees meer in: Lang niet gek! Hij is een fanatieke NAC-supporter… die nog nooit in het stadion is geweest, en Monique en Jolanda hebben hem opgehaald. Hij zat al sinds zeven uur klaar.

Foto © Edith Posthuma

Na een stevige lunch gaan we naar boven, naar de NACademy, onder de noemer van Playing for Success.

Wat is er mooier dan samen met je idool rond te lopen in het stadion van de plaatselijke voetbalclub. Playing for Success maakt het mogelijk. Het doel? Leerprestaties verbeteren van onderpresterende kinderen en jongeren van 9 tot 14 jaar. Playing for Success verbindt leren met de uitdagende wereld van het topvoetbal. Zij noemen dat: leren met een WOW-factor!

Tijdens de presentatie valt onze Simon in slaap, overmand door alle nieuwe indrukken. En broodjes. Dan gaan we via een smalle gang naar de tribunes. Voetje voor voetje schuifelt Simon mee, zijn hand stevig om de mijne gekneld, aan de andere kant innig gearmd met Monique. Op een stoel kijkt hij genietend om zich heen. We leren hem het NAC clublied en houden ons in bij de kleurrijkere taal. Dan volgt een korte rondleiding en verlaat Simon wat later het stadion met een echte NAC-bal, stil glunderend. Het is geweldig om hem zo gelukkig te zien.

Foto © Marion Driessen

Voor ons is het avontuur nog niet over: we worden verwacht in Verzorgingshuis Raffy.
In verzorgingshuis Raffy wonen zowel Molukse als Indische ouderen. Raffy maakt zich sterk om voor beide groepen een zo goed mogelijk zorg, gesneden op de eigen achtergronden en cultuur, te bieden. Aangezien ze beiden uit het voormalig Nederlands-Indië afkomstig zijn, mag het duidelijk zijn dat deze ouderen veel gemeenschappelijk hebben, maar er zijn uiteraard ook verschillen te benoemen. 

Binnen vinden we acht bewoners op een rijtje, warm ingepakt met een extra deken… bij een binnentemperatuur van 26C. Ze zitten al bijna een uur op ons te wachten, oh wat sneu! We grijpen de handvatten beet en rollen de stoelen de kou in. De ijzige kou in. Wat een weer, april doet inderdaad wat hij wil. Eigenwijze dondersteen!

Moedig laveren we tussen auto’s door, gaan achterstevoren trottoirs af en proberen een gesprek aan te knopen met de bibberende oudjes. Toch zijn ze blij dat ze op stap gaan. Nanda zit me voor de derde keer op de hielen – letterlijk – omdat ze het ‘einde’ van de rolstoel niet ziet. Hussaaaaaaa. Als we een eind op pad zijn spetteren de eerste regendruppels neer, al snel gevolgd door meer. ‘Wat is het koud’, verzucht mijn statige Indische dame. Maar het hindert allemaal niets. Dappere mensen! We kijken elkaar aan. Omdraaien die handel, we gaan terug, dit is geen doen. Als volleerd rolstoelbestuurders racen we terug. Hier worden we begroet met de woorden ‘Kinderboerderij? Maar die is op dinsdag toch gesloten?’ Oké dan. Maar goed dat we omgedraaid zijn.

Raffy is een zeer mooi verzorgingshuis, smaakvol ingericht met authentiek Indonesische voorwerpen, een grote open keuken, diverse huiskamers, een toko en live muziek. Het is een gezellige boel. De mevrouw die zich aan mij heeft toevertrouwd, blijkt maar liefst 92 jaar te zijn!

Foto © Edith Posthuma

We luisteren naar verhalen en interessante weetjes over de Indische en Molukse cultuur en over Raffy, drinken thee en laten ons omarmen door de exotische sfeer. Hier zou ik ook best oud willen worden. Maar nu nog niet!

Het is tijd om te gaan eten in Lunchroom De Uitdaging, die speciaal voor ons de deuren heeft opengehouden.

In de voormalige pastorie van de parochie St. Laurentius te Ulvenhout is lunchroom De Uitdaging gevestigd. Speciaal aan deze lunchroom is dat mensen met een verstandelijke beperking hier de mogelijkheid krijgen via een leer- werkplek een plaats te verwerven in het maatschappelijk proces.

Zalige hapjes en een lekker buffet, verhalen uitwisselen met collega’s. Er zijn pannenkoeken gebakken, bewoners van Stichting Elisabeth gingen naar Intratuin en er is zelfs een (volslagen onverwacht) muzikaal optreden verzorgd door het Pabo Team. Hilariteit alom. Later slaan de rode wangen en de slaap toe en om half negen gaan we weer naar huis. Ik lig mooi om 9 uur in bed, ben kapot, hoor ik om me heen. Moe van de vele indrukken, maar geïnspireerd door deze kansrijke dag!

Deze slideshow vereist JavaScript.

Foto’s © Edith Posthuma
Geplaatst in Columns, Humor, Persoonlijk

Puber

De tijd galoppeert voorbij en zwiept zijn staart in haar gezicht. Verdwaasd kijkt ze op en ziet dat het bijna 21 uur is. Al zo laat? Hoog tijd om naar huis te gaan! Die werkmails kunnen me gestolen worden. In het donker zoekt ze haar auto en rijdt naar huis, om vervolgens op de bank neer te vallen met een boek. Ze is moe.

Op weg naar bed stopt de vrouw bij de kamer van haar jongste zoon.

Zeg, zou je niet eens gaan slapen, vent? Je gaat vannacht naar Londen.

Een onbezorgde blik.

Nee.

Eh, je moet er om 3 uur uit, mafkees, naar bed gaan lijkt me toch wel handig!

Nope.

Jongen, ben nou verstandig en ga slapen. Je blijft morgen de hele dag op en ’s nachts doe je ook geen oog dicht. Je hebt je energie hard nodig.

Geen reactie, alleen die geamuseerde, uitdagende glimlach. Waarop zij gefrustreerd gilt dat hij het dan zelf maar moet weten.

De vrouw ligt wakker en maakt zich zorgen. Een half uur later gaat de zoon douchen en wordt het stil. Hij is dus wél gewoon gaan slapen. Zucht. Gekke puber!

Om kwart voor drie snerpt een alarm door het huis. Gehuld in een warme badjas volgt zij haar zoon naar beneden en rukt kasten open om een lunchpakket samen te stellen voor de toch wel vermoeide jongeman. Boterhammen met kaas. Flesjes drinken. Volkorenkoeken. Nog wat snac… de voorraad snacks die zij eerder die week ruim heeft ingekocht voor de verjaardag van haar oudste zoon, blijkt verdwenen te zijn. Als sneeuw voor de zon. Gelaten haalt zij haar schouders op. Dan maar alleen de boterhammen. En een paraplu. Want het regent in Londen.

Zij neemt afscheid, wenst hem veel plezier en valt weer in bed. Waar zij een half uur later nog steeds klaarwakker ligt. Heeft hij wel Engelse ponden? Weer naar beneden: hij pint ponden in Londen. Even later staat ze weer op en vraagt hem hoe laat hij vrijdagnacht ook alweer precies terug is op school, rond 4 uur? Dat weet hij niet. Ongeveer weet hij ook niet, maar hij belt haar dan wel op.

Vijf minuten erna gestommel, deuren gaan van het slot en weer op slot. Inbrekers? Nee, een bekende stem bromt er op los. Dan wordt hij opgehaald door de ouders van schoolkameraden. Eindelijk zakt de vrouw weg… tot een sms haar weer wekt: De fiets van een vriend staat bij ons in de schuur.

Is goed.

Een beter antwoord krijgt zij er niet meer uit. Ze is moe.

Het is eindelijk rustig in huis. ‘Het’ wel, maar zij niet. Als haar wekker afgaat, slaapt zij net. En vannacht zal er van rusten ook weinig terecht komen, want de vrouw gaat de vier pubers weer opladen, met een etmaal aan Londense indrukken als rugzak. Als dat maar allemaal in haar auto past…

Geplaatst in Columns, Humor, Korte verhalen, Persoonlijk

Gewoon bij Albert Heijn

Fel rode achterlichten branden een gat in mijn waas van werk-gedachten. Er staat zowaar een file in ons dorp! Een heel korte weliswaar, maar toch. Gelaten sluit ik achteraan en probeer uit alle macht de rotonde niet te blokkeren. Het lukt net. Voor en achter mij scheren fietsers rakelings langs. ‘Kom op’, mompel ik, ‘rijd even iets verder door?’ Tergend langzaam rollen de wielen nog een meter naar voren, maar dan sta ik vast. De neus van mijn vehikel snuffelt aan de kont van haar voorganger, de trekhaak akelig dichtbij.

Aan mijn rechterhand ontwaar ik mijn bestemming. Op het kleine parkeerterrein is het een komen en gaan van klanten met blauwe karretjes, volgepropt met kinderen en boodschappen, van auto’s en fietsers. De man met de straatkranten slaat alles zwijgend gade, zijn donkere ogen ondoorgrondelijk. Bij een geopende laadklep staan twee vrouwen geanimeerd te praten; iets verderop hetzelfde tafereel, maar dan met zijn vieren.

Dan priemen blauwe koplampen in mijn binnenspiegel en voel ik de adem van een nieuwkomer in mijn nek: een grote SUV. Geïrriteerd getoeter. Geflits. Wel ja, kom maar hoor, rijd maar gewoon over me heen? Ik adem uit. Twee auto’s verder gooit iemand zijn bolide naar links de weg op, moe van het wachten… en ontwijkt ternauwernood een auto van de andere kant. Tussen mijn vingers door zie ik hoe ze elkaar net niet raken. Met woedende gebaren stuift de tegenligger de vrijheid tegemoet. We schuiven allemaal een plaatsje op.

Langzamerhand stroom ik ook vol met adrenaline. Waarom rijdt die eerste auto niet verder het terrein op? Of gewoon de zijstraat in? Of in deze straat rechtdoor? Ziet hij dan niet dat achter hem alles vast staat? Gossamme! En kunnen die dames alsjeblieft ergens anders gaan ouwehoeren? Weer rijdt er een auto weg van Albert Heijn, maar in onze file geen beweging. Gaat hij nou echt staan wachten tot er een betere plek vrij komt?! Ik klem mijn kaken op elkaar. Rustig blijven. Misschien heeft hij de vrije plek niet eens gezien.

Inmiddels staat in beide richtingen een file. Men wacht om af te slaan. Of staat verderop in de straat klem achter geparkeerde auto’s. De hele weg zindert van de spanning. Deuren gaan open en verhitte discussies breken los. Getver, hier komt nog ruzie van. Eindelijk ben ik bij de hoek, maar word dan geblokkeerd door een klein autootje dat schuin midden op de zijweg staat, de neus richting parkeerterrein. De vrouw staart dromerig voor zich uit, zich niet bewust van de chaos die ze mede veroorzaakt. Ik wacht even. Druk dan licht mijn claxon in om haar wakker te schudden, maar geen reactie. Ik wacht nog langer. Secondes lijken minuten. ‘Laat me langs, laat me LANGS’, sis ik vertwijfeld, terwijl ik naar de bestuurder achter mij gebaar dat ik er nog steeds niet door kan.

Net als ik voluit op de claxon wil timmeren, rijdt er weer een vehikel weg, waarop het rode autootje langzaam verder naar rechts sukkelt. Ik geef gas en schiet rechtdoor de vrije zijstraat in. Naar het piepkleine parkeerterrein aan de achterkant. Of nog verder. Liever een stukje lopen dan meedoen aan deze chaos. Jippie, in het hoekje is nog een gaatje. Ik parkeer achteruit, grijp mijn tas en marcheer de supermarkt binnen. Wat een gedoe hier ook altijd!

Een kwartier later loop ik met een tas vol boodschappen weer naar buiten, mijn gedachten al bij het avondeten. Ik kijk nog eens vol medeleven naar de wachtende, geïrriteerde automobilisten en begeef mij naar de achterkant van de supermarkt. Naar hui… Wat is dat nou? Een beige Volvo van zowat tien meter lang staat naast mijn auto geparkeerd. Nou ja, geparkeerd, de neus staat nog ruim twee meter van de muur af. En de achterkant blokkeert daarmee geheel mijn uitweg! Sputterend en briesend van verontwaardiging loop ik naar mijn auto, zet de tas met boodschappen achterin en kijk om me heen. Zal ik naar binnen lopen – ik trommel geërgerd op het dak – of zal ik…

Dan laat ik me achterover in mijn stoel zakken. Is het echt nodig me zo op te winden, is dit echt zo erg? Ik grijp een boek van de achterbank en ga rustig zitten lezen tot de bestuurster van de Volvo-slee verschijnt. Ik kijk haar even aan. Muts! Maar ze heeft mij een bonus geschonken: een kwartier rust… gewoon bij Albert Heijn.

Geplaatst in Columns, Compassie, Foto, Persoonlijk

Lang niet gek!

Een teamuitje? Maar natuurlijk mag dat! Denk er wel aan dat jullie een dagdeel besteden aan een maatschappelijk verantwoorde activiteit, hè. We kijken elkaar aan. Wat een verschil met een paar jaar geleden, toen we per fiets door Rotterdam crosten op City Safari. Destijds op het programma een percussie sessie, taarten maken en zelfs lurken aan een waterpijp. Daarna een zonnig terras om bij te komen van alle vermoeienissen, afgesloten met een exotisch diner. Dit jaar doen we het echter anders. Avans Hogeschool bestaat maar liefst tweehonderd jaar, en in dat kader zetten studenten en medewerkers zich maatschappelijk in het Brabantse in via Rent a Talent. Ook wordt geld ingezameld voor goede doelen. En daar doen wij maar wat graag aan mee!

Via Betrokken Ondernemers – Samen voor Breda – komen we uit bij Amarant in de Belcrum, waar veertien mensen met een verstandelijke beperking wonen. Hun grote wens is een kanariegele gang. Niet een zacht kleurtje, geen fletse achtergrond, nee, het moet knallen! En wij gaan die wens voor hen vervullen. Het is voor een aantal van ons toch wat spannend, de een is huiverig, de ander onzeker. Hoe zal het gaan? Hoe zullen de bewoners op ons reageren? Zal het niet een beetje eng zijn? Kunnen we wel op een goede wijze met hen omgaan? Diezelfde spanning leeft bij de Amaranters en de meesten slaan voor ons op de vlucht. Vijf van hen blijven echter dapper thuis om ons – negen vrouwen vol goede wil maar met weinig verfervaring – te helpen. En aanwijzingen te geven!

Gewapend met emmers verf, rollers, afplaktape en nog meer van dat soort zaken melden we ons om 9 uur in de Belcrum. De ontvangst is hartelijk en al snel babbelen we over en weer. Men is reuze benieuwd naar onze plannen. Groot is de verrassing als we de knutselspullen tevoorschijn toveren: we  gaan ook nog een workshop naambordjes maken en vogelhuisjes versieren verzorgen.

Foto © Edith

Twee van ons gaan met de bewoners aan de slag rond de tafel. Ook zij gaan verven, maar dan op een creatieve manier. De rest hijst zich in doorzichtige overalls. Doorzichtig en blijkbaar ook doorlatend, want de verf gaat er dwars doorheen. De gang strekt zich voor ons uit, vijftien meter lang en meer dan drie meter hoog. Twee simpele keukentrappen staan uitdagend in het midden, de enige weg naar het plafond. Eerst alles maar eens afplakken – leve de ‘goed’ plakkende Action tape. Voor de zekerheid plakken we alles nog een keer af en leggen plastic op de vloer. Daar gaan we. Ik bestijg de treden en de eerste streken worden gezet. Het is echt geel. Knalgeel. Al snel moet de deur open, van verven krijg je het bloedheet! Ik houd één CD-ronde met hoempapa muziek vol, zelfs een tweede. Maar als de CD voor de derde keer op repeat gaat, verzoek ik vriendelijk doch dringend om andere muziek. De dreigend opgeheven verfroller heeft gelukkig het gewenste effect.

Rond twaalf uur is het tijd voor een prima verzorgde lunch; samen graaien in de pindakaaspot heeft iets knus. Versterkt door het lekkere eten gaan we weer aan de slag en om drie uur delen de kwasten de laatste likjes verf uit: we hebben het gered! De hele gang is geel en we hebben zelfs drie pilaren (min of meer) rood geverfd. Intussen hebben ook de bewoners hard gewerkt en zijn de vogelhuisjes klaar. Ze zijn prachtig geworden!

Foto © Edith

Laat in de middag nemen we afscheid van huize Amarant. Er worden handen geschud, geknuffeld en zelfs gekust. We hebben in die paar uren een bijzondere band opgebouwd. Deze mensen mogen dan een verstandelijke beperking hebben, emotioneel zijn ze des te uitbundiger, of in ieder geval puurder. Ze stralen, supertrots op hun creaties en op hun mooie gele gang. En wij stralen ook om hun vreugde. Wij hebben de zon in de gang gebracht, maar zij laten door hun warmte de zon stralen in ons hart.

Maatschappelijk verantwoord? Lang niet gek!

Deze slideshow vereist JavaScript.

Foto’s slideshow © Edith, Jolanda & Marion
Geplaatst in Columns, Expressief, Persoonlijk

Uitvlucht

Mijn zoon. Mijn jongste kind. Je pootjes staan nog in het nest, maar je snavel steekt steeds verder over de rand. Vleugelslagen wieken door het huis. Her en der liggen donsveren die ik stil bij elkaar veeg en in een doosje bewaar. Af en toe streel ik de zachtheid en voel de jaren door mijn vingers glijden. Ik wil niet, maar het moet: stilstaan bij het idee dat je over een paar maanden het nest gaat verlaten. Eraan wennen. Maar die gedachte grijpt mij soms bij de keel. Hij klemt zich daar vast, verstikt me, bouwt eindeloos aan een brok in mijn keel die ik maar niet kan wegslikken.

Je bent immers nog veel te jong. Piepjong! Heel groot, maar klein. Met gemak omcirkelen mijn armen je middel. Je bent nog niet zelfstandig. Je kamer is een bende, die kun je toch nooit op orde houden? Grote stapels boeken en papier verrijzen in mijn verbeelding, lege chipsverpakkingen, resten macaroni, kleding her en der verspreid. Lege pizza verpakkingen en kratten bier. En jij, mijn zoon, rotzooitrappelend om je hoofd boven het maaiveld te houden. Koken. Je eigen beurs op de knip houden. Studeren zonder dat ik regelmatig vraag wat je aan het doen bent. De tijd voor je in de gaten houden, als jij hem vergeet. En we hebben nog maar een paar maanden om je voor te bereiden op het studentenleven!

Je gaat landen in een grote stad, met al haar verleidingen. Wilde feesten. Bruisend nachtleven, waar je dronken wordt van het schuim op je bovenlip. Een vreemde taal. Misschien zul je wat woorden en uitroepen herkennen en dan met een glimlach denken aan de keren dat ik sputterend in mijn zuidelijke dialect verviel. Doorzakken, en half slapen in de banken van de universiteit van Maastricht. Je dagen en nachten op elkaar afstemmen, zoals ook ik mijn leven opnieuw moet balanceren.

Maar let niet op mij, lieverd. Er zijn twee soorten uitvluchten.

De uitvluchten die ik hier geschreven heb om jou nog wat langer bij me te kunnen houden. Van je te genieten. Van je humor, je gevoeligheid in woord en gedrag. Je gekke fratsen en eigenzinnigheid. Je onblusbare verlangen naar ‘iets lekkers’. Het enthousiasme waarmee je mijn fantasiemaaltijden naar binnen werkt. Je zwijgende aanwezigheid die zeer veelzeggend is. Ik zal je zo missen.

Maar jij staat over een paar maanden voor een ander soort uitvlucht. Je gaat uitvliegen, het nest verlaten. Je gaat op eigen benen staan, het pad ontdekken dat vaag voor jou uitgestippeld ligt. Er je eigen draai en wendingen aan geven. Je gaat vrienden voor het leven ontmoeten. Interesses uitdiepen. Je vliegt je toekomst in het heden tegemoet en ontdekt wat er in je leeft.

Ga, mijn schat, vlieg. Test je vleugels en ontwikkel je draagkracht, tot je over een tijdje weg zweeft. Maar beloof me dat je regelmatig naar je warme nest zult terugkeren. Want iedere uitvlucht heeft een stevige basis nodig.

Geplaatst in Foto, Persoonlijk

In een oogopslag

Ik ben bang dat ik een nieuwe hobby heb… een hobby die perfect past bij mijn schrijven: fotografie!

Mijn enthousiasme voor het maken en bewerken van foto’s rijst verder de pan uit, naarmate ik meer mogelijkheden op mijn iPhone ontdek.

Daarom een nieuwe blog op Doldriest:

In een oogopslag

(linkt naar Photos of a Dutchess)

Kijk je mee?

Geplaatst in Karate, Persoonlijk

Afscheid van Karate

In No More Karate beschreef ik mijn afscheid als secretaris van de Karate Vereniging Terheijden. Tot mijn verbazing en plezier ontving ik net onderstaande foto van onze voorzitter. Ik sta in de krant! Nou ja krant, het is maar een weekblad haha, maar toch 😉 Ik ben blij verrast. Bedankt Jan! x

Geplaatst in Foto, Natuur, Persoonlijk

Tuin Nieuws

De in de afgelopen herfst geplante bamboe – tegenoffensief tegen de stenen bouwsels die afgelopen jaar achter mijn huis zijn verschenen – tiert welig. De sneeuw speelt met het blad en laat de bamboe zachtjes heen en weer wiegen. Het wordt een prachtige grashaag.

Mijn nieuwste aanwinst: een Peanut Bar. Gloednieuw, net uit de verpakking. Aad Verbaast plaatste een foto van zijn prachtige pindakaasvogelvoederapparaat op Facebook en ik was direct verkocht. En de Peanut Bar ook! Nu maar wachten op de Columbus der Tuinvogels…

In de zomer is de struik bedekt met vlinders, maar nu ligt er een witte deken over de pluimen. Deze foto heb ik ook geplaatst op mijn Engelse site Figments of a Dutchess in Dutch Fever.

De lach is de zon die de winter van het gezicht verdrijft.
~ Victor Hugo

Fijn weekend allemaal.