geef alle kind’ren
de vrijheid om te spelen
waar ook ter wereld
klik!
© doldriest.com
Iedere zaterdag schrijf ik een Japans gedicht. Doe je mee? Klik op de button voor meer informatie.
gekleed in vodden
zijn zij de koning te rijk
dorsten naar kennis
klik voor details
© doldriest.com
JAPANS GEDICHT OP ZATERDAG
Iedere (nou ja, bijna iedere) zaterdag publiceer ik een Japans gedicht op Doldriest. En ik daag jou uit om mee te doen!
Schrijf een:
en plaats het -al dan niet met afbeelding- op je blog, website of Facebook. Geef het de titel Japans Gedicht (of een andere titel) en link terug naar deze uitdaging. Plaats vervolgens de url naar je eigen post in een reactie hier op Doldriest.
Fijne zaterdag!
Liefs,
Marion
Wie volgt?
Mijn verhaal over vertrouwen in zes woorden:
klik voor details

<< Wil je ook de andere zes-woorden verhalen lezen en/of meedoen? Klik op de button hiernaast.

Albino kinderen in het Mtendere Community Hospital in Malawi
Stil kijk ik uit naar de verte, overweldigd door de Afrikaanse ziel. Kinderstemmen vloeien moeiteloos samen tot een ritme van zon en dans. Vaag hoor ik hun lied als echo’s in mijn hoofd. Even een moment van rust.
Wolken hebben het zonlicht getemd en ik maak me op om terug te keren naar de groep als er een meisje aan komt lopen. Ze kijkt onbevreesd naar me op en ik kijk in haar pure-chocolade ogen.
What’s your name?, vraag ik zacht. My name is Marion.
Ze fronst haar wenkbrauwen en antwoordt My name is Justice.
What a lovely name, zeg ik, lach haar toe en loop dan langzaam weer omhoog over het zandpad.
Dan voel ik hoe een klein handje mijn rechterhand grijpt en mijn hart loopt over van intens geluk. De zon breekt weer door in Malawi.
De heenweg zang en dans. De terugweg stilte en verbijstering. Opperste armoede. Maar ook vastberadenheid, kennis en liefde. De leerkrachten strijden dagelijks om de kinderen van Malawi een betere toekomst te geven. Of zijn het strijdkrachten die leren? Respect!
Maar laat ik bij het begin beginnen. Na het gezamenlijk ontbijt vertrekken we om half acht weer naar het Emmanuel Teacher Teaching College. Vandaag is de dag dat onze studenten hun twin gaan ontmoeten. Als het wachten haast teveel wordt, horen we de bus aankomen. Niet door het motorgeronk, maar door het vrolijke en uitbundige gezang. Iedereen veert op. Een wave van knuffels over en weer vloeit door de lange rij. De koppels verspreiden zich over het terrein van TTC, foto’s van thuis breken de barrière. Dan scheiden onze wegen weer even en gaan we naar het technieklokaal voor een workshop. Teacher Mr. Maganga blijkt een charismatisch man te zijn. Hij vertelt honderduit over zijn passie TALULAR:
Teaching
And
Learning
Using
Locally
Available
Resources
Mr. Maganga geeft les met en over natuurlijke materialen, maakt gratis leermiddelen. Het is belangrijk om niet van de overheid afhankelijk te zijn voor fondsen en spullen. Met verbeelding en creativiteit kom je heel ver. Kartonnen dozen, maisstengels, kroonkurken, rietstengels – je kunt het zo gek niet bedenken of hij kan er iets mee.
Zijn vrouw, zo vertelt hij, werd er helemaal gek van; ze konden nergens meer heen zonder dat Mr. Maganga beladen met spullen terug kwam. Inmiddels is ook Mrs. Maganga aangestoken door het TALULAR virus en helpt ze volop mee. Duurzaamheid ten top!
De twins! De twins komen er weer aan! Helaas zijn niet alle Malawiaanse studenten verschenen. Ze moeten vaak van ver komen en hebben in de vakantie geholpen met de oogst. De leiding van Edukans springt er handig op in en herziet de verdeling. Al gauw zijn de koppels en trio’s, soms kwartetten in diepe gesprekken verwikkeld.
Lunch – kip met rijst en bonen, daarna een gezamenlijke workshop Cooperative Learning van Yanoula, en dan stappen we in de bussen. Vandaag begeleid ik de reisgroep van Rik. Myriam zit naast me, en naast haar Linda, haar twin. Moeder van drie kinderen, 48 jaar. De andere Malawiaanse meiden gaan helemaal los op de tropische klanken die de chauffeur de bus in slingert en ook Marieke en Anne springen op. De bus deint op en neer en we lachen tot we omvallen. Mensen langs de kant van de weg schudden hun hoofd, onze meiden schudden hun achterwerk.
De sfeer verandert snel als we aankomen bij de school van Mthandiza. Ik schrik me rot van het onderkomen van de twins. Beton, grauw, vervallen, geen stromend water, geen elektriciteit. De wc een vierkant hok met een gangetje dat kronkelend leidt naar het gat in de grond. Vooral balans houden, denk ik, je bril niet verliezen en en dan weer gauw naar buiten. Het is nog vakantie. Er zijn meer honden dan kinderen deze middag, er is niemand van de leiding. Maar de moed van deze twins veegt wat van de hopeloosheid weg. Na een jaar bij de TTC vergt het heel wat kracht, doorzettings- en uithoudingsvermogen om hier het tweede jaar van hun studie door te brengen. Commitment. Compassion. Wat een kanjers!
Een paar kinderen vatten moed en komen een kijkje nemen. De lokalen voor de jongste learners zijn leeg. Resten papier zijn de schaduw van het onderwijsmateriaal dat hier gehangen heeft. De studenten vertellen dat ze niets kunnen laten hangen, omdat dat toch de volgende ochtend weg is. In de hogere lokalen staan wel banken. Een betonnen raamwerk laat wat licht binnen. Het geheel doet naargeestig aan. Hoe zou het hier zijn als de zon een gouden glans aan alles geeft? Als de kinderen er zijn? Reikhalzend kijken we er naar uit. Morgen de eerste lesdag.
Klik voor meer verhalen over Afrika.
Slaap, waar ben je toch naar toe gegaan? Vind je mij niet meer aardig? Snurk ik te hard misschien? Ik mis je steeds meer, voel me niet lekker zonder jou. Je zult vast een goede reden hebben om mij te ontwijken. Misschien is het wel goed voor mij, zitten mijn hersenen te vol met indrukken die niet in een droom verwerkt kunnen worden. Omdat ze echt zijn, werkelijkheid zijn. Slaap, waar je ook bent, je kunt altijd terug naar huis komen. Ik heb nu genoeg gewaakt. Ik wil weer in je armen liggen.
Midden in de nacht word ik wakker. Het lijkt alsof ik stik, alsof mijn longen vol zitten. De klamboe komt dreigend naderbij, zijn bescherming verandert in beklemming. Ik duik onder het dunne gaas door en snak naar adem. Het is vreselijk benauwd, alle ramen zitten potdicht. Geen mug te bekennen; die zijn wel wijzer dan in deze stroperige lucht te verblijven. Als het hoesten bedaard is, check ik de tijd. Kan ik al gaan douchen? Maar nee, het is pas 23 uur! Gelaten wurm ik me weer onder het gordijn door en probeer een goede slaaphouding te vinden. Het ene kussen is veel te dik, de twee andere veel te klein en dun. Dan klopt mr. Sandman aan en neemt me mee. Mee naar een nieuwe dag: dag twee in Malawi.
Ik spoel het ontbijt van witbrood, een gebakken eitje en ongegeten rijstepap (melk of water, that’s the question) weg met twee mokken hete thee. Buiten grijpt iedereen drie flesjes Mkokomo water en kiest dan het vervoer: de grote bus of het kleine busje. Spencer rijdt rustig door de straten van Lilongwe. Er is geen tijd om te praten, we moeten kijken! Een ongewoon schouwspel verlevendigt het asfalt en de rode aarde. Afrikaners lopen af en aan, hele vrachten op hun hoofd. Fietsen balanceren grote stapels hout op de bagagedrager. De open laadbak van een vrachtwagen is volgestouwd met arbeiders. Ze kijken met grote ogen naar de bus blanken, witten, die hen voorbij rijdt. Woest zwaaien ze als er een foto gemaakt wordt. Kinderen in schooltenue, marktkramen met fruit, groenten, maar ook met stoelen, fauteuils en zelfs grafkisten. Het is een komen en gaan, en iedereen lijkt een doel te hebben.
We hotsknotsen over de weg naar het Emmanuel Teacher Training College, de bus doorwaadt een grote poel. De zon is warm, al is het pas acht uur, of half negen. Ik ben alle besef van tijd kwijt doordat ik horloge noch gsm bij me heb. Na een uitgebreide rondleiding is het tijd voor thee, en daar ontmoeten we dan eindelijk de pabostudenten. Eerstejaars zijn het, en dolenthousiast. Ik maak kennis met Juliette, een knappe jonge meid die heel knuffelig is. Aanraken is hier heel gewoon, gewenst zelfs. En ik vind het geweldig. De reisgroepen worden gesplitst en volgen ieder een les. Ik sluit me aan bij Suzanne en bevindt me in het mathematics schoollokaal.
De teacher geeft twee uren onafgebroken les en iedereen doet mee. Op basis van een door de studenten gemaakte toets worden de vraagstukken doorgenomen. Ook studenten die een onvoldoende hebben voor een vraag, mogen voor het schoolbord gaan staan om het uit te leggen. En als ze het niet weten, geen nood: iedereen mag helpen. Het is echt een groepsproces, prachtig. Wat een interesse en commitment. Joseph zit naast me en legt me dingen uit die ik niet begrijp. Op mijn beurt laat ik hem andere oplossingen zien voor de uitgebreide rekensommen die hij maakt. En een identieke uitkomst. Hij grijnst breed en wil precies weten wat ik gedaan heb. Zo leuk!
Na twee uren zitten ben je wel toe aan een toiletbezoek. Studenten naast me roepen vol afgrijzen: Marion, je hebt een hele blauwe arm! Ik kijk naar mijn geliefde rechter ledemaat en inderdaad, ik verander langzaam in een smurf. Doet het pijn?, vragen ze, reageer je allergisch op lactose? Ik lach en zeg dat ik het echt niet weet, dit heb ik nog nooit meegemaakt. Een enkele gedachte aan bloedvergiftiging vliegt door mij heen, maar die gedachte bonjour ik snel weer mijn linkeroor uit. Later blijkt dat DEET ervoor zorgt dat verf heel gemakkelijk afgeeft. En in de bus heb ik dicht tegen Steve aan geklemd gezeten. Die een nieuw blauw en ongewassen overhemd aan heeft.
Daarna is het tijd voor de lunch: witte rijst, kip, saus en een schep bruine bonen. Twee meiden schuiven bij ons aan tafel aan en er volgt een hilarisch gesprek over ‘meeize’. Corn? Mais? Neeeeee, ‘meeize’! Als we het niet eens worden over wat het precies is, springt ze op, rent naar haar kamer en komt even later met een halve maiskolf terug. Zie je wel! Intussen spoelt een heftige bui de prachtig aangelegde en onderhouden tuin schoon. Het klaart net op tijd op voor het sporten. Voetbal, korf- en volleybal, en ik maar foto’s maken. Dan vormt zich een kring met zingende en lachende vrouwen. Afrikaanse en Hollandse liedjes vullen de lucht met vrolijke klanken, handengeklap en een djambee. Ze dagen elkaar uit en ja hoor, de onvermijdelijke vogeltjesdans zorgt voor grote hilariteit.
Rond 15 uur nemen we afscheid met de belofte morgen weer terug te keren. Maar er is geen tijd om te rusten: het feitelijke verslag moet nog geschreven worden, het sfeerverslag en het creatieve. Een uur lang praat ik met vier anderen over gedichten, over emoties en het vertalen daarvan. Vertel hen dat een gedicht niet per se hoeft te rijmen. We maken er wat moois van. Een non schrijft voor ons op wat ‘welkom’ is in Chichewa, hun taal. Takulandirani ku Malawi. Welkom in Malawi. En dat voelen we ons zeker. Het wordt de titel van ons verslag.
Witte rijst met kip en een banaan later sluiten we de dag af met een groepsevaluatie. Morgen een spannende dag: onze studenten gaan hun twin ontmoeten! En ik ga weer op zoek naar Klaas Vaak. Slaap lekker.
In de stoel een stilleven van verzorgings- en schoonmaakproducten. Van stekkers, wc-papier, lange rokken en afgekloven vingerkootjes. De naam ‘expeditie’ is goed gekozen.
Het is een hele voorbereiding, je moet aan alles denken. De omstandigheden zijn heel anders dan in Nederland. Onze verwende lijven zullen erg moeten wennen aan de vaak ontbrekende hygiëne van Malawi. Niets eten dat niet gepeld of gekookt is, alleen water uit verzegelde flesjes. En dat 2 à 3 liter per dag.
Ik ben alert. Je zou het ook als ‘zenuwachtig’ mogen omschrijven. Spannend hoe alles zal gaan, wat we gaan beleven. Hoe we met elkaar om zullen gaan, en met de Malawiaanse bevolking, de Pabo, de twin-studenten en de kinderen. De hitte, die allesoverheersend zal zijn. Het andere tempo. De cultuurverschillen – ook de verschillen tussen man en vrouw.
Dan is daar ook het ‘samen’ zijn. Met een groep van meer dan 40 man op pad met vliegtuig, bus, te voet. Wat zal er een energie zijn! En die hebben we ook hard nodig, want van slapen zal niet veel terecht komen als ik de verhalen van de leiding mag geloven. Leren aan en leren van. Lief en leed delen. Samen.
Twee weken later zal een uitgeputte gebruinde jolige bende terugkeren, tot aan de nok toe gevuld met onuitwisbare levenservaringen. Met een stukje Afrika in onze harten.
Dan heb ik nog deze pluim, een pluim vol bewondering en respect. En die wil ik geven aan de staf van de Edukans Onderwijsexpeditie, aan de enthousiaste mensen die dit alles op vrijwillige basis begeleiden. Petje af, jullie doen het geweldig.
Nog maar een week!
Lees ook: Alle olifanten op het dak
Zon, zangerige kinderstemmen door het open raam van het klaslokaal. In de verte de schittering van Lake Malawi. Het wordt weer stil als het silhouet van een blonde jonge vrouw in de opening verschijnt. Haar aandacht is naar binnen gericht. Naar de kinderen, die met grote bruine ogen naar haar opkijken. Zestig gezichten in opperste concentratie. Wat praat die juf vreemd, zelfs een beetje gek! Een idyllisch plaatje.
De harde waarheid: Malawi is één van de armste landen van Afrika. Scholen zijn overvol en slechts een klein percentage van de kinderen behaalt een diploma van de basisschool. Maar er zijn mensen die hier iets aan willen doen. Iets doen! Ieder jaar gaan Edukans-onderwijsexpedities naar Malawi, Oeganda, Ethiopië en Kenia om te onderzoeken hoe het onderwijs daar in elkaar steekt.
Over twee maanden vertrekt een groep van ruim dertig aankomende leerkrachten – waaronder zeven pabostudenten van Avans – vanuit heel Nederland naar Malawi. Twee weken lang gaan zij, gekoppeld aan lokale pabostudenten, lesgeven aan Afrikaanse kinderen. In ons land vinden we dertig studenten in een klas al veel; daar zitten ze soms met tachtig leerlingen in een klas. Als ze al een klas hebben; soms vinden de lessen buiten plaats. Volle tassen met leermiddelen zijn er niet. Het is juist de kunst is om met niets iets te creëren. Je enthousiasme en kennis in te zetten om het leren leuker en begrijpelijker te maken door het introduceren van actieve werkvormen. Gebruik te maken van hetgeen voorhanden is, zoals steentjes om de tafels aan te leren, of lege toiletrolletjes.
Maar voordat je als pabostudent zoiets kunt doen, moet je eerst op training. Afgelopen week het eerste voorbereidingsweekend, met een vol programma: filmpjes, projectinformatie, een workshop Afrikaanse dans, eten, een kennisquiz, een ren- en denkspel, instructies in lesgeven. Er werden ook instructies gegeven over kleding – zo moet je als vrouw knie-bedekkende rokken dragen – gedrag, zelfs over toiletgebruik!
Samen met een collega was ik zaterdag aanwezig om kennis te maken met deze prachtige jonge mensen die zich met hart en ziel inzetten voor waar zij in geloven: gelijke rechten voor ieder kind. Het recht om te mogen leren, voor jongens én meisjes. Maanden, zo niet jaren, hebben deze studenten gespaard om de reissom bij elkaar te krijgen. En na de expeditie houden ze ook nog inzamelacties: geld voor het onderwijs in Malawi.
En ik mag mee! Zo trots als een aap ben ik dat ik deel mag uitmaken van deze bijzondere groep. Of zo trots als een olifant. Nog steeds galmt het ‘Alle olifanten op het dak… KRAK!’ door mijn hoofd. Een slogan waarmee de unieke en enthousiaste staf ons bij de les hield als de vermoeidheid toesloeg. Dwaas, maar bezielend. Serieus, maar leuk. Studiereis, maar nog veel meer een onvergetelijke levenservaring.
We gaan op onderwijsexpeditie!

Klik voor meer informatie.
Berggorilla’s. Donkere expressieve ogen in een apenkop. Vreedzame dieren met een hechte familieband. Met uitsterven bedreigd leven ze op de flanken van de vulkanen van het Virunga-massief. Het is maar goed dat ze zich hier niet van bewust zijn. Ze delen het gebied met olifanten, nijlpaarden, okapi’s, leeuwen en buffels in een buitengewone rijkdom. Met maar liefst 2000 plantensoorten, 215 soorten zoogdieren, 706 soorten vogels, 109 reptielsoorten en 78 soorten amfibieën is het het soortenrijkste beschermde gebied in Afrika. We hebben het over Virunga Nationaal Park in Congo.

foto: Africa Travel Resource
Achtduizend vierkante meter bos, savannes, vulkaanhellingen en meren. Een tropisch paradijs op aarde, ware het niet dat burgeroorlogen en vulkaanuitbarstingen roet in het natuureten gooien. En alsof dat nog niet genoeg is, wil de Britse oliemaatschappij SOCO naar olie gaan boren in Virunga Nationaal Park. En wat zegt de Congolese regering dan? Toe maar jongens, ga je gang. Ze hebben SOCO toestemming gegeven om in maar liefst 85 procent van het park naar olie te boren…
Als SOCO gebruik maakt van deze olieconcessie zal dit desastreuze gevolgen hebben: er worden wegen aangelegd, pijpleidingen, de schokken en trillingen van het boren geeft onrust voor het leefklimaat van de dieren. Er is kans op olie-lekkage in bijvoorbeeld het Edwardmeer, waardoor het ecosysteem van het park aangetast wordt. Het opent de deuren voor stropers die een graantje willen meepikken van de onrust.
Het Wereld Natuur Fonds en werelderfgoedorganisatie Unesco maken zich grote zorgen over de toekomst van het park. Wereldwijd zijn er nog maar 880 berggorilla’s, waarvan 480 in Virunga leven. Gaat de regering olie kiezen boven natuurbescherming? Gaat Virunga haar beschermde status kwijtraken? De WNF strijd voor het behoud van dit prachtige park heeft al een succes opgeleverd: de Franse oliemaatschappij Total ziet af van haar plannen om naar olie te zoeken in Virunga. Nu SOCO nog!

foto: Paradise in the World
Virunga Nationaal Park ligt in het oosten van Congo, langs de grens met Rwanda en Oeganda. Het park bestaat sinds 1925 en is daarmee het oudste nationale park van Afrika. Sinds 1979 staat het op de Werelderfgoedlijst van Unesco. In 1994 kreegt het de status ‘bedreigd werelderfgoed’.
Wil je helpen om dit prachtige park te beschermen, ga dan naar wnf.nl/virunga en teken de petitie.
informatie: Panda