Geplaatst in Humor

Die onbegrijpelijke snelwegen ook

Stel je werkt op donderdag tot ver na 21 uur, gewoon omdat je stikt van het werk het zo leuk vindt. En dat je dan in het donker in je auto stapt om naar huis te gaan, lekker rustig op de weg, in gedachten al bij het glaasje rode wijn dat op je wacht.

En stel je dan ook nog eens voor dat je op de snelweg in de verte snelheidsbeperkingssignalen ziet, die akelig dicht in de buurt van jouw woonplaats flitsen. Zelfs boven jouw afslag. Dat je dan denkt dat je er op het laatst misschien toch nog af kunt, maar dat daar dreigend felle pijlen naar links wijzen en je dus echt niet verder kunt.

Wat doe je dan? Gewoon doorrijden toch? Zal heus wel een omleiding aangegeven worden. Ja: volg ‘B’.

Daar rijd je dan, luidkeels zingend om je zenuwen niet te hoeven horen, enigszins met vertrouwen. Tot je op de splitsing komt waar je rechtsaf naar Utrecht of ‘s-Hertogenbosch kunt. Of rechtdoor naar Dordrecht. Maar je moet naar Breda! Je wilt deze keuzes helemaal niet, je wilt gewoon terug, naar huis! Met toegeknepen ogen kun je nog net een piepklein bordje met een ‘B’ zien. Dat rechtdoor wijst, nog verder het onbekende in.

Wat doe je dan? Gewoon doorrijden toch? Dat bordje zal vast wel kloppen. Toch?

Nou MIS dus! Ik besloot mijn intuïtie – en vage geheugen – te volgen en dook toch de afslag af, richting Utrecht. Want ik kon me herinneren – dacht ik – dat daar ergens nog een afslag  naar Terheijden kwam. En dat dorp ken ik als mijn broekzak. Dus ook de sluipwegen. Trots kan ik jullie dan ook mededelen dat ik helemaal zelf een andere weg heb weten te vinden. Uit mijn blote hoofd! Goed hè? 😉

Voor de heren onder ons zal het waarschijnlijk onbegrijpelijk zijn dat zoiets überhaupt een probleem kan zijn. Toch doodsimpel, die snelwegen? Nou heren, ik snap er geen jota, moer of fluit van. Kan iemand mij een cursus snelwegrouterijden geven? Een overzichtskaart met plaatsnamen in mijn hersenen implanteren? Waarschijnlijk niet.

Daarom ben ik sinds gisteren de hoopvolle trotse eigenaar van een TomTom. Tom zal mij thuis brengen en naar elke gewenste plek loodsen. Ik houd van Tom. Alleen lag die vanavond lekker thuis te slapen, ik hoefde immers toch alleen naar mijn werk. Misschien moet ik ‘m maar vast solderen in mijn auto.

Geplaatst in Columns, Gezondheid, Humor

Brandpreventie

LET OP! Dit is de afspraakkaart voor de jaarlijkse controle van uw rookmelders: donderdag tussen 8.00 en 12.00 uur.  

Ooit heb ik een programma gezien waarin een huisbrand van binnen uit was gefilmd. Je ziet letterlijk niets. Een kolkende zwarte rookmassa beneemt je het zicht en de adem en je moet op de tast vluchten. Probeer maar eens een sleutel in het slot te steken in het donker, terwijl de paniek toeslaat. Nog geen week later staat hier in de buurt een huis in brand. Vlammen likken als een levend wezen aan het dak en verwoesten alles op hun pad. Wat een afschuwelijk gezicht. Zomaar ineens kan je leven totaal veranderen. Worden herinneringen vernietigd, dingen die je in de loop van je leven hebt verzameld en gekoesterd. Het belangrijkste is echter dat niemand gewond was.

Op dat moment besluit ik mijn huis te beveiligen. Maar welke brandmelders ga je kopen en waar hang je ze op? En heb je daarmee de juiste oplossing voor jouw huis? Kies je brandblussers of neem je een branddeken? Check je regelmatig of de batterijen nog werken? Is je huis nu veilig? Ik ging op zoek naar vakkundig advies, dat ik vond via Brand Preventie Nederland. Na een consult met hun deskundige schaf ik drie brandmelders, een koolmonoxidemelder en een branddeken aan. Plus een jaarlijks onderhoudscontract.

Normaal gesproken kan ik op donderdagochtend uitslapen, maar wegens de controle staat de wekker nu op half acht. Ruim op tijd, ze komen toch pas rond 11 uur. Of vlak voordat ik naar mijn werk moet om 12 uur, dat zul je altijd zien. Onder de douche bedenk ik wat ik ga aantrekken en ik heb net twee lokken geföhnd, als

TRRRIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIING

Het is 7.53 uur. Dat méén je niet?!

Ik ren naar beneden, waar de man van B.P.N. al vrolijk naar me kijkt, een grote koffer in zijn handen. En ook al heb ik hem vaker gezien, ik voel me toch behoorlijk opgelaten met slierten nat haar rond mijn hoofd, op blote voeten en in een afgedragen, te grote badjas.

Als ik hem een hand geef, zeg ik

Tussen 8 en 12 uur, dat betekent toch tien voor twaalf?!

Hij lacht en loopt naar boven, waar ik hem op de enige nog werkende brandmelder wijs. De avond ervoor moest ik nog op zoek naar twee al te mondige melders die ergens op zolder liggen.

Deze doet het prima, maar de andere liggen er al een tijdje af. Die sloegen op hol midden in de nacht in een regenachtige periode met onweer en joegen ons de stuipen op het lijf. En ik denk dat er iets is afgebroken, want ik krijg ze er ook niet meer op.

Ik denk terug aan die week, waarin zo rond 3 uur ’s nachts snerpende tonen het hele huis – de hele rij – wekten. Totale paniek, kan ik je vertellen. BRAND!! Adrenaline stroomt door je lijf als je ruikt en snuft, naar rook zoekt, terwijl je zonen hun slaapkamers uit komen rennen. Om niets te vinden. De buren zijn ook op, ik hoor het. In gedachten liggen draden te smeulen, komt er een stof vrij die we niet ruiken maar die wel gevaarlijk is. Je zoekt en zoekt, maar vindt helemaal niets. Na een uur met alle ramen en deuren wagenwijd open te hebben gelucht, toch maar terug naar bed om proberen te slapen. De nacht daarop gebeurt exact hetzelfde, en na een derde keer is de maat vol. Eraf met die dingen! Brand Preventie Nederland vertelt me telefonisch dat de melders zeer gevoelig zijn, vooral bij een hoge luchtvochtigheid. En dat ik moet bellen als het weer gebeurt. We spreken af dat ik de melders er weer op zet. Maar dat lukt niet.

Twee ontmantelde brandmelders met batterijen liggen in mijn hand. Hij inspecteert de bevestigingsplaten en knikt. Inderdaad kapot.

Je moet ze ook los drááien, niet trekken.

zegt hij licht verwijtend.

Nou, in het holst van de nacht denk je echt niet aan met beleid draaien. Dan wil je alleen dat voor niets krijsende ding tot zwijgen brengen, hoe dan ook!

Hij kijkt me aan en knikt; ik krijg warempel gelijk! Als de man naar zijn auto loopt, duik ik de slaapkamer in om me aan te kleden. Vijf minuten later zijn mijn haren droog en zie ik er wat toonbaarder uit. Intussen is de brandveiligheid inspecteur klaar met het installeren van de twee nieuwe melders. Regelmatig klinken controletonen door het huis. Ook de koolmonoxide meter wordt gecheckt. Mijn oudste zoon, die op zolder ligt te ‘slapen’, houdt zich koest. Die zal wel stevig balen van het lawaai.

Graag wil hij een kop koffie ja, hij is al vanaf kwart voor zes op. Ik zet de koektrommel op tafel en vul intussen de machtiging in. We praten wat terwijl hij van zijn koffie drinkt. De inspecteur vertelt over een programma dat hij gezien heeft, ‘Opgelicht’ heet het. Over een man die zich voordeed als brandweerman. Vele mensen zijn gedupeerd door de bedrieger. Argwanend kijk ik naar zijn dienstkleding en werp een blik op zijn auto.

Eh, jij bent toch wel écht van Brand Preventie Nederland hè?

Hij grijnst en staat dan op. De koffie heeft hem weer verkwikt: hij is klaar voor de rest van zijn klanten. En ook mijn huis is weer alert. Nu maar hopen dat deze generatie brandmelders slimmer is en het verschil kent tussen brand en vocht.

Heb jij ook aandacht besteed aan brandpreventie? 

Geplaatst in Dieren, Expressief, Foto, Humor, Poëzie

Beste Vriend

~

Hoi hond, wat doe jij hier

volgens mij heb je veel plezier

zo in je eentje, vrij en los

~

Ik wou dat je van mij was

renden we samen door het gras

en gingen we altijd naar het bos

~

Zeg schavuit,

je steekt je tong naar mij uit

volgens mij lach je van binnen

~

Spring maar, sluip en speel

kom dan hier voor een knuffel en streel

want mijn hart hoef je niet meer te winnen

~

~ Klik op de foto voor een groter formaat ~
Geplaatst in Gezondheid, Humor, Korte verhalen, Persoonlijk

Dentofobie

Een zacht muziekje op de achtergrond, met daar bovenuit de woorden

Marion, ik ga je nu achterover leggen.

Oké, jij bent de enige die dat mag zeggen,

reageer ik.

Anja, wil jij even weg gaan? Ze wil alleen met me zijn.

We lachen alle drie. Door de zenuwen grijp ik iedere afleiding aan om het moment suprême uit te stellen en flap er de gekste dingen uit. Het is alweer een half jaar geleden dat ik voor het laatst in deze stoel lag. Mooi zachtgeel is hij, met een comfortabele uitholling voor mijn hoofd. Maar of ik nu op luxe leder lig of op beton, het maakt me niet uit. Ik voel er niets van. Als één brok spanning lig ik te wachten op wat komt.

De tandarts – een kunstige super vergrotende bril op zijn neus – kijkt grijnzend op me neer en zegt dat het ook altijd hetzelfde is met mij. En ik lach met hem mee, een valse lach. Want ik wil alleen maar weg, weg van die dreigende rij met instrumenten die zich boven mijn borst uitstrekt.

Eerst maar eens foto’s maken. Een plaatje van 10 bij 10 cm. wordt voorzichtig in mijn mond gemanoeuvreerd. Natuurlijk is het veel kleiner, maar volgens mijn keel scheelt het niet veel. Gelukt! Nu de andere kant nog. Weer ontkent mijn lijf het nut van deze actie.

Er zitten scherpe kanten aan hè?

zegt de tandarts meelevend. Ik ontken woordeloos, daar ligt het niet aan. Als ook die foto klaar is – en alles is nog goed ook! – ontspan ik voor het eerst een beetje.

Nu de rondgang met spiegel en haakje, prima te doen. Dan het schoonmaken met een mechanisch apparaat, waar een straaltje water bij te pas komt. Water dat zich verzamelt in mijn wang. Dreigt te overstromen. Mijn bebrilde behandelaar hangt een afzuigslangetje in mijn mondhoek. Wat een geweldige man!

Anja, de assistente, beantwoordt intussen een telefoontje van een andere patiënte, die een dikke wang heeft van een ontsteking. Ik volg het gesprek met belangstelling, afleiding hè. Dan richt ze haar aandacht weer op mij en schuift ook nog eens een dikker slurpapparaat in mijn mond. En dat is wat teveel van het goede geloof ik. Ik worstel en kom boven, half dan, want beide tanddeskundigen houden van schrik op met wat ze aan het doen zijn. Gelukkig, even pauze.

Gaat het weer een beetje?

Ik haal diep adem, slik, knik en ga weer liggen.

Het afzuigslangetje wordt uit mijn mondhoek verwijderd en we gaan weer verder. Polijsten nu, met een apparaat waarmee ze stoeptegels vasttrillen, maar dan met een mintsmaakje. Het gaat absoluut de goede kant op. Tot hij bovenin aan de gang gaat en ik kokhalzend om me heen grijp. Twee paar ogen kijken me verbijsterd aan.

Volgens mij is mijn keel te kort of zoiets,

brabbel ik.

Vroeger als kind mocht de huisarts ook al niet in mijn keel kijken, de spatel vloog dan door het huis heen.

Ze knikken begrijpend, maar snappen er duidelijk niets van.

Geef haar maar een bekertje water, zodat ze zelf haar mond kan spoelen. Laten we het maar niet hier in de stoel doen, dat vind ze vast ook niet fijn.

Twee minuten later sta ik als een klein kind mijn mond schoon te wassen boven de wasbak. Maar dat doet me niets: alweer heb ik mijn halfjaarlijkse controle overleefd. 😉

Geplaatst in Dieren, Expressief, Foto, Humor, Korte verhalen, Natuur, Poëzie

De Hanen Fluisteraar

~

op een stage lang gelee’

in Terheijden

liep ik mee

op de kinderboerderij

~

toen een kleurrijke rakker

dacht, mijn hemel

een stakker

die moet weg uit onze wei

~

met ferme pas en snavel

viel hij aan

‘Mijn kavel!’

gaf niet op totdat hij won

~

bedrieglijk zachte veren

hebben mij toen

doen leren

hoe hard ik rennen kon

~

gekakel bleef mij volgen

tot met schaamrood

verbolgen

ik een bezem nam ter hand

~

resoluut weer de wei in

vogel vluchtte

niet zijn zin

joeg hem over het hele land

~

Sindsdien heb ik ontzag

voor wat kraait

met een lach

maar kom niet dichterbij

~

Sloot een pact zonder haat

met zanger der

dageraad:

‘Jij de kip, ik het ei!’

~


~ Klik op de foto voor een groter formaat ~
Geplaatst in Foto, Humor, Inspiratie, Korte verhalen, Persoonlijk

Vakantiegevoel

Bijna vakantie. Eindelijk weer…

Eindelijk weer doen wat we echt willen? Nee, dat vind ik veel te mager! Als mijn geluk moet afhangen van die ene vakantieperiode, als ik leef voor die paar weken per jaar, dan ben ik niet goed bezig.

VakantieGEVOEL, dat vrije – dat ongedwongen jezelf zijn – dat moet je iedere dag even hebben. Al is het maar een half uur, of zelfs tien minuten. Gewoon tijd voor jezelf. Uitgelaten zijn. Gek doen. Stil zijn.

Iedere dag een beetje vakantie, en op gezette tijden heel veel vakantie. Dat is wat ik wil, wat ik doe, wat ik voel.

~

Geniet van je vakantie

Smul van iedere dag

Niet omdat het moet

maar gewoon

 OMDAT HET MAG!

~

(Ook al klettert de regen tegen de ramen. En is het bar koud buiten. Brrr ;))

Geplaatst in Foto, Humor, Natuur

Heerlijk Helder Heineken

Heineken, bereid met zuiver bronwater.

Zo ook de concurrent,

die blijkbaar in dezelfde vijver vist.

Een grappig effect…

… maar ruim alsjeblieft je troep op!

Geplaatst in Film, Humor

Mannen & Vrouwen

Grappig, en o zo herkenbaar:


Aansluitend nog een rake uitspraak van Hein Pragt die ik jullie niet wil onthouden:

~

Laat veel vrouwen zich maar niet 

zo druk maken om 

hun hangende borsten

maar om hun 

hangende

mondhoeken

~

Een prima advies, Hein!

Foto © Dutchie on the road
Geplaatst in Biker Witch, Foto, Fotogedicht, Humor, Poëzie

Heksenbezem

Vlieg, heksenbezem

breng me daar waar magie wacht

en ik kakel, lach

Geplaatst in Columns, Cultuur, Humor, Natuur

Vakantie

Het beeld wordt gevuld met een strak lijf in een witte zwembroek. Ook de zwembroek is goed gevuld. Spieren glimmen in de zon onder een gebruinde huid, om zijn mond een uitdagende glimlach. Haar nieuwe Facebook-vriend! Al presenteert die zich ineens toch wat anders dan tijdens de vakantie. Toen hij meer kleren droeg.

Met een grijns vertelt ze haar verhaal, enthousiast aangevuld door een ander, die al net zo’n bruinverbrand hoofd heeft als zij. Een derde huivert en vertelt over haar meivakantie in Madrid. Waar het kwik niet hoger steeg dan 10°C.

Vakantie. Bevrijd van het keurslijf, ontdaan van het juk der arbeid, zoeken we het geluk op andere plaatsen. Als sprinkhanen strijken we neer op mooie plekjes en moeten we genieten. We moeten vooral volop genieten. Want de tijd vliegt en voor je het weet is het alweer tijd om naar huis terug te gaan. In honderden foto’s proberen we al die indrukken mee te nemen. Maar geluiden, geuren en gevoel laten zich niet zo makkelijk vastleggen, ook al is de digitale plaat nog zo gevoelig.

Met moeite demp je een vloek achter de douchedeur als het warme water geleidelijk verandert in een ijsstroom die de shampoo in je haren negeert. Verkleumd tot op het bot weet je eindelijk alle zeep weg te wassen en reikt naar je handdoek. Je steekt je ene voet met wat geluk door het gat van je slipje en balanceert met de andere voet in je handdoek, ergens ter hoogte van je knieën. Met een klap val je tegen het tussenschot en voelt hoe het stukje stof tergend langzaam maar onbedwingbaar verder naar beneden zakt. Tot het in de plas douchewater belandt, net voor je het kunt grijpen. De handdoek valt er netjes naast. Je rukt driftig het bigshirt van de haak en trekt het – nog half nat – aan. De andere campingbewoners staan amicaal te kletsen en zien er onberispelijk uit. Na een korte blik in de spiegel vlucht je terug naar de tent.

Wat bezielt ons toch iedere keer weer om het gerieflijke huis te verlaten en te gaan bivakkeren – soms te overleven – in een primitieve(re) omgeving? Je werkt je het hele jaar uit de naad om de huur of hypotheek te kunnen betalen en besluit dan twee weken onder een stuk zeildoek te leven. Je kunt er niet eens in staan. Hoezo vijf gaspitten? Nee joh, een brandertje is ruim voldoende. Terug naar de natuur. Wie heeft beschaving nodig als je buiten kunt leven, de frisse lucht weer kunt inademen. We betalen grif € 1.000 voor een week in een ‘compleet ingerichte tent’. Voor een verblijf in een vakantiehuisje. Of het dubbele voor een camper. En wat krijg je aan comfort?

Je slippers zakken weg in het zompige gras en een koude wind doet je huiveren. Bij de ingang van de tent blijf je even staan om de flipflops uit te trappen en kruipt dan door de opening naar binnen, nat gras aan je voeten. Met veel moeite wurm je je in een spijkerbroek en een warme trui. De enige kleding die nog droog is. De buren zien je blote voeten naar buiten steken en glimlachen toegeeflijk. Kijk ze eens genieten!

Toch is en blijft vakantie heerlijk. Het is een manier om nieuwe indrukken op te doen, je horizon te verbreden. Om met eigen ogen te aanschouwen wat National Geographic je voorspiegelt op TV. Om op ontdekkingstocht te gaan, de wereld te zien, te ontdekken. Te voelen dat je echt leeft! Maar vooral om te onthaasten, te ontsnappen aan de stress en het leven van alledag. Werkweken glijden onopgemerkt voorbij, maar vakantie-ervaringen springen je tegemoet, dollen als een dwaze pup om je heen met een enthousiasme dat langzaam verbleekt… tot het weer tijd is voor de volgende vakantie. Sterkte met de laatste loodjes van het studiejaar!