Geplaatst in Compassie, Expressief

Moeras

Waarom doe je dit nou toch? Je haalt je zoveel problemen op je nek, en je schouders zijn niet sterk genoeg om ze te dragen. Was toch gewoon eerder naar me toe gekomen in plaats van in paniek te raken. We waren er samen wel uit gekomen, net als in de reclame. Al ging het niet over stoppen met roken.

Nu is het te laat. Je hebt jezelf in de nesten gewerkt – en dan heb ik het niet over een warm veilig nest. Steeds dieper, steeds verder weg zakkend in een moeras. En dit moeras is vasthoudend, het laat je niet zonder meer gaan. Je bent er met open ogen in gewandeld en zoekt nu wanhopig naar een uitweg.

Red je zelf en geef het toe. Vertel gewoon de waarheid, gooi het er allemaal maar uit en recht je schouders. Die problemen zullen niet vanzelf weggaan, maar we kunnen ze wel met je delen, samen naar een oplossing zoeken.

Ach jongen toch, ben dapper en kom op voor jezelf. Vecht, zodat je morgen met opgeheven kin de wereld tegemoet kunt treden. Wij kunnen de waarheid niet meer zien in de spiegels van je ziel, ik hoop dat je het zelf nog wel kunt. Vecht, vecht, je bent het waard…

~ voor B.
Geplaatst in Columns, Humor

Zomaar een dagje Pabo

Het lijkt een gewone doorsnee donderdag die iedere week weer voorbij komt. Een beetje uitslapen, wat schrijven, rustig aan doen en ’s middags naar Avans tuffen om tot 21 uur te werken. Heerlijk relaxed.

FOUT!

Het is namelijk de donderdag van de toetsweek! Wat dit betekent? Ik heb het een beetje voor je bijgehouden:

  • Die ochtend word ik drie maal thuis gebeld over toetsproblemen. Verwarring over lokalen! De surveillant is zoek! Een toets kwijt! Marion HELP!! Gelukkig blijkt niet veel aan de hand te zijn. CiEP cool remember?
  • Intussen lees ik ontroerende en hartverwarmende reacties op ‘Salute to part-time students!‘, een blogpost die ik heb opgedragen aan onze dappere deeltijdstudenten. Ze verdienen het!
  • Commotie over een student die haar ID vergeten heeft bij een tentamen, een ander die te laat is. Ik sla het Avans mailverkeer gade en werp me er in als het nodig is. Hmm misschien handig als ik toch maar iets vroeger naar Avans rijd.
  • Daar aangekomen is het bedrieglijk rustig en tref ik een buggy aan zonder kind. ‘Sorry, ik moet je nog iets vertellen,’ komt Monique grijnzend om de hoek. Gelukkig is het Constance, die op bezoek is met haar prachtig zoon Sam.
  • Ik reik Carla een beterschapkaart aan met de woorden ‘Voor Thieuke’ – die aan zijn neusbeen is geopereerd. IJverig gaat ze schrijven en geeft de kaart door aan Hans. Als ik een minuut later met een kaart voor Karen – die net bevallen is – voor Carla’s neus sta, trekt ze eerst wit weg en krijst het dan uit van het lachen. Met moeite weet ik uit haar te krijgen wat er aan de hand is. Carla heeft op Mathieu’s kaart geschreven: ‘Wat een lieverdje, geniet van dit wonder!’. We hangen met buikpijn te snikken tegen de kast, tranen van het lachen. Wat zal Mathieu denken als hij dit leest?!
  • Inmiddels is de spoorloze toets toch weer gevonden, hoera!
  • Maartje (van RET) komt op bezoek in haar prachtige, door de jaren ’60 geïnspireerde kleurrijke kleding. Jolanda vraagt ‘Hoi, wat is er bij jullie aan de hand, hebben jullie ook een feest?’, helemaal met haar gedachten bij de Pabo Eighties-party. Met een grijns verzekert Maartje Jolanda dat er niets aan de hand is. Als Hanneke vervolgens ook nog langs loopt met de woorden ‘Hey al helemaal geïnspireerd door de jaren ’80?’, doen we er maar het zwijgen toe.
  • Een dubbele boeking van een lokaal. Guus weigert eruit te gaan en de andere docent ook – met Maartje gevangen in het midden! Ik duik in mijn mail en CiEP-er na enig gezoek zowaar mijn aanvraag op tafel. Aanvraag klopt, lokaal klopt… maar RET datum klopt niet. Guus mag blijven zitten, de andere docent wordt omgeboekt.
  • Melanie komt vertellen dat de student, met wie zij in gesprek was, met krukje en al achterover is geCiEPerd. Erg sneu maar ook wel een beetje grappig.
  • Karen zoekt wanhopig naar een manier om een bijlage toe te voegen aan een Blackboard mail. Waar is die USB drive? Die blijkt ‘Floppy disk’ te heten. Back to the past.
  • Dan lees ik het volgende in een mail van een docent: ‘Mogelijk zit dat in een string in het systeem…?’ Hahaha veel stof om te schrijven vandaag. Eh ik bedoel, weinig stof.
  • Ineens komt er een Kippetje uit een (muur)kast bij de Pabo.  Wat een vreemde dag!
  • Uit eten bij de catering zoals iedere donderdag. Op het scherm staat nog steeds ‘Prettige Feestdagen’ te lezen.
  • Docent vertelt over een mail van een student: ze had net een toets gemaakt en wil achteraf toch nog even een foutief antwoord corrigeren. Of dat mogelijk is? Hilariteit alom. Dan vertelt hij ook nog dat een andere student bij een herkansing alleen de foute opgaven opnieuw wil maken. Goh, dat hij dat niet toestaat, verbazingwekkend!

Gebeurt dit bij jullie nou ook? Of zijn wij echt de enige academie met dit soort zotte voorvallen? Vertel, vertel, we zijn erg benieuwd!

Geplaatst in Film

Ceiling Dance

Heerlijk om naar te kijken, wat kan die man dansen zeg!

Fred Astaire in Royal Wedding – Famous Ceiling Dance

Geplaatst in Gastblog

D’r Zwungel

Gastblog door mijn oom, Albert Driessen

~ Waarschuwing: kan sporen van Limburgse cultuur bevatten 😉  ~

Het is maandagochtend 8.30 uur. Ik kom opgefrist onder de douche vandaan en tijdens het aankleden komen allerlei gedachten naar boven die ik met mijn revalidatie arts moet bespreken vanwege een zenuwaandoening. De kastlade dichtschuiven met mijn rechterarm gaat niet zonder het gebruik van mijn rechterknie.

De zwengel ronddraaien van de zetbank, kraalbank of wals – een handmatige machine waar je dakgoten, regenwaterafvoerbuizen, regenkappen enz. mee maakt – krijg ik niet meer voor elkaar. Voorheen was dat een fluitje van een cent, en nu moet ik hulp halen… ergerlijk!

Als je vroeger op je werk zei

Sjeng, of Giel,

dat waren je vakleermeesters,

ich krie-g d’r zwungel neet rondgedrie-ed!

dan zouden ze zeggen:

Wat mot ich mit zoe get, doa kinste nieks mit; zoe’ne zwungel drie-e ich mit der piemel rond als het mot, en dée zeivert dat hê-e d’r zwungel neet rondgedrie-ed kriet mit ziene erm.

Jong, wetste watste dée-st, goa noa de mam en help die mit poetse of géet dat ooch neet! Mer ja, doe hast dich ooch neet zelf gemaakt, dan zet mich mer het ontstoppingsmachie-n op de wirkbank.

Giel, Gie-iel, kinste éve helpe mit tille, dé-e kloemel is verrekte zwoar.

Mer… Godvergeefmich, hast doe noe ooch gaar nieks in de erm; jong, goa noar kantoer en kie-k of de baas get vuur dich hêe-t wat neet zoe zwoar is, mesjien kinste heu-m de vot aafvêe-ge!



Als ik deze herinneringen opschrijf, plooien mijn lippen zich tot een glimlach en zie ik alles weer voor me zoals het in die tijd op de bouw of werkplaats er aan toe ging. Maar in het geheel genomen was het plezierig werken met mijn oude leermeesters. Ik weet niet wat mijn leerjongens van mij gezegd zouden hebben, maar zover ik kan inschatten valt het wel mee.

Albert, 17 mei 2010

~ bewerkt door Marion
Geplaatst in Karate, Persoonlijk

Hernia? Herni-nee!

Najaar 2000, nu ruim tien jaar geleden, gebeurde er iets dat mijn wereld op zijn kop zou zetten. Op dat moment had ik teveel pijn om me dat te realiseren, maar daarna verliep alles in sneltreinvaart. En nog steeds zit ik op die TGV.

Karate clubkampioenschappen, ik sta tegenover mijn vriendin en evenbeeld: ook Marion, ook Zuid-Limburgse, even groot – maar blijkbaar met een betere rug. Midden in een aanval voel ik een bliksemschicht door mijn lijf schieten, regelrecht mijn linkerbeen in en door naar mijn voet. ‘Ow,’ dacht ik, en vocht door. Een karateka geeft niet zomaar op namelijk. Afgroeten ging nog net, en ik strompelde terug naar de kant. Even zitten maar. In de loop van de avond werd het steeds erger, en ’s nachts kronkelde ik over, door en van pijn haast onder het bed. Een alles verzengende pijn die alle gedachten aan andere dingen aan de kant schoof. Mijn lichaam gaf een overduidelijk signaal dat iets goed mis was.

’s Ochtends direct naar de huisarts gegaan, die vervaarlijk met zijn hoofd schudde. Eerst moest de zwelling weg zijn voordat een diagnose gesteld kon worden. De pijn hield aan, inmiddels had zich een complete messenset in mijn rug genesteld en had ik nauwelijks gevoel in mijn linkerbeen en -voet. In het ziekenhuis kreeg ik een MRI scan, en die was haast nog vreselijker dan de hernia. Een nauwe tunnel waar je in geschoven wordt met je hoofd eerst. Waarom kan dat niet ANDERSOM, zodat je nog een beetje contact met de buitenwereld hebt? Gedachten aan een aardbeving en levend begraven worden flitsten non-stop door mijn hoofd. Vooral niet je ogen open doen Mar! Natuurlijk toch even kijken en meteen sloeg de claustrofobie genadeloos toe. Hoe vaak mijn vingers nog nét niet de paniekknop indrukten weet ik niet. Uiteindelijke diagnose: zware hernia tussen de vierde en vijfde wervel.

Mijn door het vele sporten getrainde lichaam herstelde zich wonderwel volgens de medici – echter tot op zekere hoogte << slaat zowel op het ‘getrainde lichaam’ als op het ‘herstel’. Bij de controle zei de chirurg dan ook dat ik te goed vooruit ging om te opereren. Nou, dan had hij zeker niet goed genoeg gekeken HOE ik vooruit ging. Stapje – tien tellen stilstaan om bliksem te ontladen – stapje – idem. Het duurde vijf minuten voor ik bij de WC was, dus mijn waterhuishouding moest  goed gepland worden. Drie maanden heb ik gezeten op de bank. Drie maanden heb ik met mijn rug op de grond gelegen en met mijn benen op de bank. Drie maanden van massages en fysiotherapie. Drie maanden waarin ik thuis achter de PC zat. Toen krabbelde ik op – iedere dag ging het beter – en ging weer aan de slag.

Het ergste van de hernia vond en vind ik dat ik moest stoppen met sporten. Karate mag absoluut nooit meer, de heupbeweging is te heftig voor mijn tere werveltjes. Tennis mocht rustig aan, hetgeen een terminus in contradictio is. Je tennist of je tennist niet! Paardrijden mocht voorzichtig. Idem, één dartele bok en ik lag weer in puin. Dat durfde ik niet meer. Ik heb nog een blauwe maandag aan fitness gedaan. Wat een genot, met een houten sandaal aan mijn linkervoet 100x de voet naar boven bewegen. ‘Het zit niet in mijn voet, het zit in mijn rug!’, sputterde ik tegen maar nee hoor, doorgaan. Dus niet, ik stopte met die onzin.

Tafeltennis was de volgende keuze. Redelijk stilstaan, niet al te gekke bewegingen en toch in teamverband. Plus ik was de enige vrouw tussen de mannen. Wat een zaligheid! Al gauw was de stilte voorbij en kreeg ik ze aan de praat. Vooral André was mijn maatje daar. We lagen regelmatig gierend en snikkend van het lachen over de tennistafel heen, wild naar balletjes maaiend. Ik heb er veel geleerd, maar het was toch niet goed voor die rug van mij. Na een half uur kon je een speld in mijn linkervoet prikken en ik zou het niet gevoeld hebben.

Er zaten ook zeer positieve kanten aan de hernia. Zo hoefde ik niet meer in de kou te staan om de ellenlange (maar erg mooie!) carnavalsoptocht te zien in ons dorp. Enne… meer positiefs kan ik zo snel niet bedenken helaas. Behalve natuurlijk mijn schrijven. Mijn geliefde uitlaatklep voor emoties en fantasie. Tijdens de maanden dat ik gekluisterd was aan de bank, vond ik het Tolkien Forum The One Ring. Ik nam actief deel aan een fantasy rollenspel, helemaal door ons zelf geschreven – allemaal in het Engels. Door de hernia vond ik nieuwe geweldige fantastische (online) vrienden en werd ik gesteund door mijn lieve face-to-face vrienden. Ik ontdekte Dungeons & Dragons, wat ik tot op de dag van vandaag speel.

Ik kan niet meer sporten, of langer dan een paar minuten zonder pijn staan. Slenterend winkelen is een HEL – maar daar houd ik sowieso niet van. Vakanties vergen enige aanpassing: zo zijn citytrips haast niet te doen: in Londen wilde ik gaan liggen in Harrods, in Barcelona zat ik bijna te huilen van de pijn in een museum en in New York zakte ik bijna ineen op de stoeprand. Ik HAAT het dat ik niet meer gewoon alles kan doen wat ik wil, maar kan niet anders dan het accepteren; twee pijnbestrijdingsoperaties vorig jaar hebben ook geen effect gehad.

Maar mijn leven is zoveel rijker geworden. Ik ben me meer bewust geworden van hetgeen ik wil doen met en in mijn leven, welke kant ik op wil gaan. Ik doe dingen omdat ik ze wil doen, niet omdat ik ze moet doen. Twee geweldige kinderen, een lieve partner, kanjers van vrienden, een uitdagende baan en mijn schrijven maken dat ik echt geniet, iedere dag weer. Ik kan zelfs met Vman op de Harley op vakantie, da’s namelijk zittend!

Heb ik een hernia? Ja, en nog een flinke ook – inmiddels zijn drie tussenwervelschijven versleten. Maar laat ik die hernia mijn leven bepalen? Herni-NEE!

Geplaatst in Gastblog, Natuur

Huismerel’s Domein

Gastblog door mijn oom, Albert Driessen

Op een winterse namiddag, zittend voor het venster met mijn gedachten bij de vele dingen die mij nog te doen staan, staar ik naar buiten en zie hoe mijn huismerel  – zo noem ik het brutale beestje – zijn rechten opeist bij het voederplaatsje. Daar strooi ik op z’n tijd broodkruimels of beschuit, gemengd met een gekookt eitje en fijn gesneden kaaskorstjes. Iedere keer vul ik het aan als ik niets meer zie liggen.

Een stelletje mussen probeert om bij het lekkers te komen, maar de merel houdt met verve zijn territorium vrij van ongewenste indringers. Dit aanschouwende duikt er plots een eksterpaar op waar ook mijn huismerel geen verweer tegen heeft. Ik sprint naar buiten om de merel bij te staan; dat is geen moeite voor mij en het strijdtoneel van voorheen is verdwenen.

Weer warm zittend bij het raam duurt het een poos voordat er weer beweging te zien is. Een witte kwikstaart komt heel omzichtig naar het voer gehuppeld,  goed om zich heen kijkend om bij het geringste of minste de wijk te nemen onder de tuinstoelen. Zijn staart snel bewegend huppelt hij tot bij het voer en pakt snel wat om meteen zijn heil te zoeken onder de tuinmeubels. Daar komt onze huismerel weer aangevlogen om zijn verloren positie in te nemen.

In de boom hangen een paar vetbollen met allerhande ingrediënten, waar twee koolmeesjes zich aan vast klampen en ijverig bezig zijn met het vullen van hun maagjes. Achter in de tuin staat een grote dennenboom,  geflankeerd door een grote huls met behoorlijk stekende bladeren, waar mijn gevederde vrienden een pracht van een vluchtoord aan hebben. Daar gaat geen poes of ander groot dier in. Verder staan er een paar voederhuisjes die zo geconstrueerd zijn dat er geen eksters en andere kraaiachtigen bij kunnen.

Een roodborstje en een winterkoninkje vertoeven ook in mijn tuintje. Ze weten zich goed staande te houden, want ze zijn al jaren vaste gasten. Zo zijn er nog diverse boompjes en struiken geplant, dit alles ten gerieve van mijn gevederde vrienden. Het is niet altijd gemakkelijk om in deze winterse omstandigheden aan voldoende voedsel te komen, dus steek ik een helpende hand uit. Het pleziert mij – als ik zo toekijk – dat het niet voor niets is, want ik zie steeds meer vogels en vogeltjes gebruik maken van de voorzieningen die ik voor hen geschapen heb.

12-02-2010 / Albert

~ bewerkt door Marion
Geplaatst in Columns, Expressief, Humor

Historie der Communicatie

Oogcontact

Stel je een steppe voor waar mammoeten zij aan zij lopen met dinosauriërs. Waar wolkenmassa’s aan de hemel drijven en de mens nog een speelbal is van de elementen. Opstaan met de zon, naar bed gaan met de maan. Nou ja ‘bed’, wat takken en bladeren in een grot. Maar zelfs zo’n koud hol kan een thuis worden als je hem deelt met iemand van wie je houdt. Of met wie je op jacht gaat. Om dit samenwonen en -werken plezierig te laten verlopen, zal enige vorm van communicatie moeten bestaan. En iedereen weet dat ogen spreken. Maar al gauw hadden we hier niet meer genoeg aan.

Gebarentaal

De expressieve mogelijkheden van onze kijkers zijn redelijk veelzijdig: je kunt vrolijk kijken, boos, smekend, verliefd of verveeld. Je kunt ze laten rollen, sluiten, knipogen en wijd opensperren, maar daarmee houdt het dan ook op. De communicatie bleef beperkt, dus al snel betrok de oermens zijn handen bij het contact met zijn medemens. Hij merkte op dat anderen in dezelfde richting keken als hij ergens naar wees. Dat ze stopten als hij zijn hand ophief. Dat ze begonnen te lachen als hij zijn duim opstak. Zelfs de sabeltandtijgers knielden gedwee voor hem neer als hij zijn duim naar opzij stak. Nog steeds gebruiken wij dit lift-signaal.

Spraak

Op zekere dag liet de oermens een rotsblok op zijn voet vallen. Hij sperde zijn mond ver open en een machtige gil kwam tot leven. De overburen kwamen op zijn geroep af om te zien wat dat voor vreemd geluid was. Hmmm, de man streek nadenkend over zijn kin (en voet). De dag erna werden zijn tenen niet belaagd, maar was het toiletpapier op. Weer gilde de man en weer kwam de buurman aansnellen. Geluid maken bleek toch wel handig te zijn. Al snel verzonnen ze de gekste woorden en zinnen. Spreken was een prima manier om te communiceren, zelfs op redelijke afstand.

Rooksignalen

Al snel verspreidde de mens zich verder en verder, klauterend, jagend, landbouwend. Toen, het was op een dinsdag geloof ik, gebeurde er iets opmerkelijks. Een Native American, S. Quaw genaamd, liet een sappige bison-lendebiefstuk aanbranden. Volledig nutteloze actie zou je denken, maar niets is minder waar! Al gauw walmde de rook en met een gil van schrik gooide de vrouw een doek over de braadpan. Even later haalde ze hem er weer af, benieuwd of het vlees gered was. Maar nee, de vlammen laaiden weer op. Hup, weer die doek eroverheen. Een paar minuten later hoorde ze hoefgetrappel en zag ze haar man in razende vaart op haar af galopperen. ‘Wat is er aan de hand?’, vroeg hij, terwijl hij zich van zijn mustang liet glijden. Hmmm dacht ze. De rooksignalen waren geboren.

Brieven

Vanuit Egypte kwamen de hiërogliefen en papyrus over water en land. Sierlijke tekens, prachtige symbolen. Voor het eerst konden boodschappen vastgelegd en over grote afstand vervoerd worden. Ook al vlogen je kinderen uit, je kon toch met hen in contact blijven door een brief te sturen. Deze werden eerst per Pony Express vervoerd, en na uitvinding van het wiel ook per postkoets, auto, trein, vliegtuig. Brieven vertelden een geheel eigen verhaal, een persoonlijke boodschap over oneindige afstand.

Telefoon, GSM, internet, SMS, email, MSN, Skype, Irc, Hyves, Facebook, iPad, Blackboard 9.0…

De afgelopen decennia is communicatie in een stroomversnelling geraakt. Soms lijkt het wel een natuurramp, het is haast niet bij te houden. Deze geschiedenis is recent en ik hoef dan ook niets meer uit te leggen. Maar wees niet bang: je verdrinkt niet in deze stroom! Laat je ontspannen meevoeren en kom aan land als het nodig is. Gewoon alles uitzetten en met je partner een glas wijn drinken op de bank. Dan is de cirkel weer rond: oogcontact…



Geplaatst in Karate, Nieuws

Karate toast!

Na een jaar van zorgvuldige voorbereiding werd vrijdag 7 januari j.l. de Algemene Ledenvergadering van Karate Vereniging Terheijden gehouden. In groten getale dromden de leden naar binnen in het zaaltje van café De Harmonie en konden ternauwernood een plekje vinden: alle zestien stoelen waren bezet! 😉 Samen met de bestuursleden kwam het totaal op eenentwintig… niet slecht voor zo’n regenachtige donkere avond.

Dit jaar was er iets bijzonders aan de hand: José van de Diepstraten en Mischa van Schaijk zijn maar liefst vijfentwintig jaar lid van onze vereniging! Al die tijd hebben zij zich volledig gewijd aan onze mooie sport en levenswijze: het Shotokan.

José, eerste dan (zwarte band) Shotokan karate, is al sinds 2 januari 1986 lid van Karate Vereniging Terheijden. Zij nam met enthousiasme en sportiviteit deel aan vele wedstrijden en wist, samen met Wim, Mischa, Dirk-Jan en Nico, heel wat prijzen in de wacht te slepen. Dankzij haar unieke dagelijkse training – het dichttrappen van zelfs de bovenste keukenkastjes – is vooral haar ura mawashi geri subliem! Haar bijnaam is Tekki José wegens haar voorliefde voor deze kata’s in een diepe Kiba dachi stand.

Mischa maakte op 3 februari 1986 kennis met karate en is sindsdien niet meer weg te denken – of te slaan – bij onze vereniging. Ook hij heeft vele succesvolle wedstrijden gedraaid.
In 1990 behaalde hij het Scheidsrechter C diploma, in 2002 gevolgd door het diploma Dojo Assistent. Twee jaar later werd hij zelfs Assistent Leraar.
In 1994 was het groot feest: Mischa kreeg zijn tweede dan (zwarte band) Shotokan. Hij nam deel aan vele stages – zelfs veertien keer bij een Japanse Sensei, waaronder Sensei Kase, Sensei Kanazawa en Sensei Assai. Je kunt Mischa iedere vrijdag in actie zien als hij les geeft aan jeugd en senioren.

Een oprecht applaus voor deze twee kanjers denderde door de zaal en was hoorbaar tot ver in Terheijden.

De Jaarvergadering was interessant met veel actieve inbreng en originele ideeën vanuit de leden. Toch was iedereen blij toen anderhalf uur later het sein werd gegeven voor de Nieuwjaarsborrel. Men hief het glas en toaste op een gezond, sportief en vooral Shotokan 2011. Onze site: www.karate.nl.

Hoe laat het precies was afgelopen weet ik niet. Voor het eerst was ik geen BOB en de theevoorraad van De Harmonie is dus nog steeds op peil. De fles rode wijn was echter leeg.

Osu,
MarionD

Geplaatst in Gastblog

Dasso de Jachthond

Gastblog door mijn oom, Albert Driessen

Het was zaterdagmorgen 6 mei 1989, 6 uur. Ik werd wakker toen onze huisgenoot Dasso mij wekte door op het bed te springen. Jullie moeten weten dat onze hond Dasso een kruising tussen een Schotse Collie en een Drentse Patrijs was, gewend om iedere morgen tussen 6.00 en 6.30 uur met mij te gaan ‘wandelen’. Zo ook deze morgen, die mij tot in lengte van dagen zou heugen.

Het was even na zessen dat ik met Dasso op pad ging voor onze dagelijkse wandeling. Wij liepen richting parkeerplaats bij Kasteel Hoensbroek, waar ik na aankomst de halsband afdeed zodat hij ongehinderd kon rennen zonder de kans te lopen dat hij met de halsband in een struik vast bleef hangen. Na wat heen en weer gesnuffel sprong vlak voor hem een konijn uit het struikgewas en liep met hoge snelheid richting Droomvijver.

Als door de bliksem getroffen spurtte hij achter het angstige konijn aan. Ik riep ‘Dasso, HIER!’, omdat ik bang was dat hij in zijn ijver om het konijn te vangen de Klinkertstraat zou oversteken en onder een voorbij rijdende auto kon komen. Dit was echter gezien het vroege tijdstip niet erg waarschijnlijk.

Mijn geschreeuw trok de aandacht van een groepje jagers, dat bezig was met het africhten van hun jachthonden. Ze kwamen nieuwsgierig kijken wat er aan de hand was en zagen een schouwspel dat ze niet vlug zouden vergeten! Al rennende en ‘Dasso, kom HIER!’ roepende, wist ik dat het konijn eerder zou luisteren dan mijn hond. Uitgeput en naar adem snakkend bleef ik aan de rand van de Droomvijver staan om nog net te zien dat het konijn Dasso te snel af was. Het hoongelach van de jagers kliefde door mij heen als scherpe messneden.

Het werd nog erger toen Dasso de eenden in de vijver zag. Met een – dat moet ik toegeven – pracht van een sprong verdween hij onder water om vlak bij de eenden weer op te duiken. De eenden vlogen al kwetterend het luchtruim in, Dasso verrast in het water achterlatend. Door het almaar luider wordende lachen van de ‘Heren Jagers’ was mijn geduld tot het nulpunt gedaald. In mijn woede pakte ik een grote steen – die lagen daar in overvloed – om, zodra hij uit het water zou komen, mijn ongenoegen te laten blijken door de steen naar hem toe te werpen.

Doch plots werd het muisstil om mij heen. Tot mijn (en ook die van de jagers) verbazing, kwam Dasso – die in het water zijn werphengel had uitgegooid – met een forel van naar schatting zo’n 48 cm uit het water en keek mij aan alsof hij zeggen wilde ‘Heb ik dat niet goed gedaan?!’.

Ontroerd en tevens diep beschaamd dat ik aan zijn jachtinstinct getwijfeld had, heb ik hem gepakt en een knuffel gegeven die hij niet snel zal vergeten. Het grootste compliment kregen wij van de jagers. Ze kwamen allemaal dichterbij, gaven Dasso een aai over zijn bol en zeiden tegen mij dat ze nog nooit een hond gezien hadden met zoveel jachtinstinct.

Veertien dagen later werd ik uitgenodigd om een oorkonde in ontvangst te komen nemen met Dasso bij het Jagersgilde, waar hij voorgedragen was en met meerderheid van stemmen verkozen werd tot ‘Beste jachthond van Limburg’! Nadat Dasso zijn welverdiende konijnenbout verorberd had, keerden we trots weer huiswaarts.

Al & Dasso

~ bewerkt door Marion
Geplaatst in Natuur, Persoonlijk

Magische Rochefort

Eind vorig jaar las ik tot mijn schrik onderstaand bericht:

Brand in trappistenabdij Rochefort

Brandweer bij de abdij

In de abdij van Saint-Remy in het Belgische Rochefort heeft een grote brand gewoed. Een deel van het complex uit de dertiende eeuw is verwoest.

De abdij is beroemd vanwege zijn bier. Een grote voorraad trappistenbier is verloren gegaan, maar de brouwerij zelf is niet beschadigd. Ook de kapel en de bibliotheek van de abdij bleven gespaard.

De brand brak uit toen de monniken aan het avondeten zaten. De brandweer vermoedt dat een oververhitte generator de oorzaak was. Die werd gebruikt omdat door het strenge winterweer de stroom enkele keren was uitgevallen.

Productie stil

In de abdij wordt sinds de late 19de eeuw bier geproduceerd. Per jaar brouwen de monniken van Rochefort ongeveer anderhalf miljoen liter bier.

De productie ligt nu stil, maar zal over enkele dagen worden hervat. Bij de brand in het klooster zijn geen gewonden gevallen.

Het toeval wil dat Vman en ik in oktober 2009 een heerlijke namiddag hebben vertoefd in het uitmuntende gezelschap van een stevige Rochefort trappist!

De zon scheen, we hadden een flink stuk gewandeld in de omgeving van Baarle-Nassau en verlangden naar een dorstlessend biertje. Op de hoek van een achteraf straatje vonden we een door bomen overdekte terrastuin. We streken er neer en vroegen om de lekkerste trappist die ze hadden. ‘Rochefort!’, was het stellige antwoord. We lieten ons verrassen en kozen voor de meest zware uitvoering: de 11.3%. Nou, dat heb ik geweten!

De trappist was heerlijk met een volle kruidige smaak, zalig… en toen mijn glas half leeg was, was mijn brein idem dito. Pfew, dat hakte erin zeg. Een mandje met brood hielp de klap wat te verzachten. We hebben daar nog uren gezeten, genietend van de zon, van het bier en van elkaar.

Afgelopen herfst wilden we dit onverwacht speciale uitje nog een keer herhalen, maar tot ons verdriet was het café dicht: het stond te koop. We eindigden in een pannenkoeken-restaurant met een Grimbergen van de tap. Ook lekker, maar niet zo magisch als de Rochefort.