Geplaatst in Onderwijs, Persoonlijk

Statler en Waldorf live

Ken je ze nog? De oude mannetjes die in de Muppetshow eigenzinnige kritiek leveren op het optreden van de artiesten? Ze zitten met zijn tweetjes hoog en vooral droog in de loge op het balkon en nemen geen blad voor de mond.

De namen van de poppen zijn trouwens afgeleid van de namen van twee beroemde hotels in New York: het Statler en het Waldorf-Astoria.

Iedere dag zie ik deze twee sujetten in stofvorm op mijn bureau. De een heeft een mok als buik, de ander een perforator. Normaal gesproken staat Statler aan mijn kant en bivakkeert Waldorf aan de overkant, maar sinds een paar maanden houden ze elkaar gezelschap, net als op TV. Deze muppets vertegenwoordigen namelijk mijn maatje en mij. Wij kunnen af en toe net zo mopperen als die oudjes, en als we dan naar die poppen kijken en dan naar elkaar, liggen we in een deuk en kunnen alles relativeren.

De veel te hoge werkdruk heeft haar echter de das omgedaan en ze zit al maanden thuis. Afgebrand. En ik mis haar vreselijk. Niet alleen qua werk – ze is echt een kei in wat ze doet, weet precies waar alles ligt in de ogenschijnlijke chaos, combineert zaken en legt verbanden en is perfectionistisch: een deugd, maar ook een valkuil – maar vooral ook persoonlijk. Aan een half woord hebben we genoeg. We lachen samen, schelden samen en janken af en toe samen. Zorgen ervoor dat de druk op de ketel niet te hoog wordt en proberen uit alle macht alle ballen in de lucht te houden. Het werkte altijd in de hectiek, maar nu even niet. Misschien hadden we die ballen gewoon naar beneden moeten laten donderen…

Ik denk echt iedere dag aan haar en hoop dat ze gauw de stap naar de werkvloer weer zal wagen. Al zouden we alleen maar weer even Waldorf en Statler kunnen spelen. Beterschap, lieve Jo! ♥

140923WaldorfStatler

Geplaatst in Columns, Gezondheid, Korte verhalen

Werk-Druk

Ik zie ze vallen, een voor een. Als losgeslagen bladeren waaien ze mee met de herfstwind. Soms weet iemand zich nog in de luwte vast te klampen aan een uitstekende tak, vindt houvast, maar het is maar voor heel even. Dan wordt hij onweerstaanbaar verder meegesleurd in een wervelwind van taken. Van dingen die moeten. Gele post-its dwarrelen quasi-vrolijk mee.

Haast zindert in de lucht en breidt zich uit naar alle kanten. Ongedurig. Men kan niet meer echt luisteren. Er is geen tijd, het is veel te druk! Hoewel de voeten nog net stil staan, zijn de gedachten alweer ver vooruit. Naar de les. De wachtende studenten. Het stagebezoek. Naar de stapels werkstukken die wachten op een kritische blik. Of op een corrigerende tik. De notitie die af moet.

Er wordt keihard gewerkt. De blik is bijna grimmig op het beeldscherm gericht, koptelefoon op om de oren te beschermen tegen aanlokkelijke afleidingen. Het is een teken aan de wand dat weldadige uitbarstingen van plezier haast met irritatie worden bekeken. Kan het wat zachter? Dan verscholen een melancholische blik. Een onuitgesproken wens om mee te doen. De verbeten trek verzacht en heel even gaan de teugels los, maar al snel is men weer geconcentreerd. Nog even doorpezen.

Niet alleen de uitvoering van het onderwijs levert een flinke werkdruk op; we moeten immers ook evalueren. We moeten aanpassen, terugkoppelen en ontwikkelen. Vernieuwen! En daarover moet gecommuniceerd worden. We vergaderen in allerlei commissies en projectgroepen. En ieder overleg eist aandacht op met zijn energieslurpende kop. ‘Gewoon’ les geven is een verademing, met creatieve toeren ingepast in overvolle agenda’s. De naderende accreditatie doet er nog een schepje smaakversterker bij.

Het is roerig in Onderwijsland. In het verlangen naar het nog beter willen doen moet alles sneller, actueler, nieuwer. We willen meer! Met veel enthousiasme komen fantastisch goede ideeën tot leven, hele programma’s worden omgegooid in onze drang naar verbetering. Ideeën die echter maar amper passen in het keurslijf van de hogeschool. Er is ruimte nodig voor lessen in lokalen en takenplaten, en dit alles bij een krap budget. Het gebouw staat bol en het uithoudingsvermogen wordt ernstig op de proef gesteld.

Ik zie ze vallen, een voor een. Of is het een kwestie van perspectief en ga ik langzaam zelf gestrekt? 😉

131120werkdruk

Geplaatst in Foto, Fotogedicht, Persoonlijk

Even bijkomen

~

zout en wilde bes

een waardige afsluiting

van werkdag, dag werk

130409

Geplaatst in Avans, Columns, Humor

De Stagiair

Het is vreselijk druk. Stapels te archiveren stukken liggen in de weg, cijfers moeten worden ingevoerd. Open dagen, ouderavonden, toetsen, intakes. De druk neemt nog verder toe en we zitten met de handen in het haar. Dan ineens de oplossing: een stagiair! Die kan vast dingen van ons leren en ervaring opdoen, en op zijn/haar beurt ons ook helpen. Een win-win situatie! Afgezien van de inwerk- en begeleidingsuren natuurlijk, maar dat kost alleen in het begin wat tijd, daarna wel mooi maandenlang plezier van elkaar.

We nemen contact op met een school die stageplekken op administratief gebied zoekt en al snel komt iemand solliciteren. De stagiair is een jonge vent, vriendelijk, beleefd en erg bedeesd. Maar dat bedeesde schudden we wel los. Alle partijen gaan akkoord met de stage op woensdag, donderdag en vrijdag.

Week 1

Daar is hij dan, onze redder in nood. Hij komt een beetje te laat, maar dat is nog onwennigheid. Eerst maar een kop koffie, een rondleiding door het gebouw en een voorstelronde langs de docenten. Rustig aan beginnen. Het inwerken gaat voorspoedig. Hij luistert vol aandacht, knikt en kijkt begrijpend. Maar maakt geen aantekeningen. De eerste dag vliegt voorbij.

De volgende dag komt hij weer te laat. We knijpen een oogje dicht, hij moet ook van ver komen. De stagiair start met zijn eerste klusje: papieren op alfabet leggen, een sorteermap als gereedschap. Iets dat binnen een half uur klaar kan zijn, duurt echter uren en de stapel slinkt maar langzaam. Herhaaldelijk checken we of hij begrijpt wat hij moet doen en kijken mee, maar het tempo blijft laag.

Op vrijdag blijft zijn plek akelig leeg. We horen via onze adjunct dat de stagiair naar het ziekenhuis is.

Week 2

Geen inwerken nodig: onze stagiair blijft thuis met een verkoudheid.

Week 3

Het is woensdag en het werk van de stagiair bestaat dit keer uit het archiveren van werkstukken. En om er zeker van te zijn dat hij het goed doet, leest hij ieder werkstuk aandachtig door. Een leergierige jongen blijkbaar, maar niet vooruit te branden. Hij hoest en snuit zijn neus. ‘s Middags werkt hij zijn eigen schooladministratie bij en speelt wat met zijn mobiele telefoon. We informeren of hij het wel leuk vindt en of hij de werkzaamheden begrijpt. Ja hoor, gaat prima.

Donderdag krijg ik een sms dat hij weer naar de dokter gaat en dat hij er om kwart voor tien zal zijn. Twee uren later zal hij bedoelen, want het loopt al tegen twaalven als hij eindelijk binnenkomt. En die vrijdag is het elf uur als hij bedaard achter het bureau plaatsneemt. Verontwaardigd vertel ik hem dat ik hem om half negen verwacht en niet om elf uur. Met een vage handbeweging wijst hij naar buiten en mompelt iets over bussen, gladheid en sneeuw. De wegen zijn brandschoon.

Onzin, er ligt geen sneeuw meer op de wegen. En waarom reageerde je niet op mijn sms?

Ik zet mijn mobiel altijd uit in de bus.

Mijn neus, dat ding zit vastgeplakt aan zijn hand! Ik zeg hem dat het zo niet langer gaat en dat we hem voortaan stipt op tijd verwachten.

Week 4

Dit keer belt zijn broer op om te vertellen dat onze stagiair ziek is; het geplande evaluatiegesprek met de stagebegeleider kan niet doorgaan. Hij heeft deze week één dag ‘gewerkt’. Eigen initiatief is er niet bij, alles moet letterlijk voorgekauwd worden – en dan ook nog meerdere malen. Mijn collega pakt hem ook nog eens aan.

Week 5

Wederom geen stagiair op woensdag. Maar wie verschijnt er donderdag, de dag van het evaluatiegesprek? En maar een kwartier te laat? Juist ja, je raadt het al. Toch nemen we afscheid: hij hoeft niet meer terug te komen.

Maar het waren twee fantastische dagen!

De stagebegeleider vindt het vreselijk dat de eerste kandidaat het zo heeft laten afweten en vraagt om een herkansing. Zij kunnen wel degelijk prima stagiaires leveren! Kandidaat nummer twee zal veel beter zijn, vlot en betrouwbaar. We zijn benieuwd.

Om 12 uur wordt de nieuwe kandidaat verwacht. Het is een vrouw dit keer. De receptie zit klaar om haar op te vangen en een collega neemt voor mij waar zodat ik bij het sollicitatiegesprek aanwezig kan zijn. Mijn vragen zijn gericht op assertiviteit, stiptheid en pro-activiteit. De klok tikt.

Het is 12.00 uur…
Het is 12.05 uur…
Het is 12.10 uur…

Ik bel de receptie even om te vragen of ik misschien hun telefoontje heb gemist, maar nee.

Het is 12.15 uur…

en ik houd het niet meer uit. Ik ga bellen! Rechtstreeks naar de potentiële stagiaire. Een slaperige stem geeft antwoord als ik zeg:

Dag, je spreekt met Marion Driessen van Avans Hogeschool. We wachten al een kwartier op jou voor je sollicitatiegesprek. Mag ik vragen waar je blijft?

De andere kant reageert verbaasd en schor met:

Oh, heb ik dat dan niet doorgegeven?

Wat heb je doorgegeven?

De week voor de carnaval? Ik heb mijn e-mail niet meer bekeken.

Waar heb je het over?

Eh, ik ben ziek. O ja, ik heb trouwens al een andere stageplek gevonden.



Ik vind mijn stem weer terug en hang op. Met stomheid geslagen staar ik naar de hoorn. Beter, vlotter en betrouwbaarder?

Of er ooit nog een stagiaire komt, is op dit moment niet bekend.

Maar het waren twee fantastische minuten!

Geplaatst in Columns, Cultuur, Humor, Natuur

Vakantie

Het beeld wordt gevuld met een strak lijf in een witte zwembroek. Ook de zwembroek is goed gevuld. Spieren glimmen in de zon onder een gebruinde huid, om zijn mond een uitdagende glimlach. Haar nieuwe Facebook-vriend! Al presenteert die zich ineens toch wat anders dan tijdens de vakantie. Toen hij meer kleren droeg.

Met een grijns vertelt ze haar verhaal, enthousiast aangevuld door een ander, die al net zo’n bruinverbrand hoofd heeft als zij. Een derde huivert en vertelt over haar meivakantie in Madrid. Waar het kwik niet hoger steeg dan 10°C.

Vakantie. Bevrijd van het keurslijf, ontdaan van het juk der arbeid, zoeken we het geluk op andere plaatsen. Als sprinkhanen strijken we neer op mooie plekjes en moeten we genieten. We moeten vooral volop genieten. Want de tijd vliegt en voor je het weet is het alweer tijd om naar huis terug te gaan. In honderden foto’s proberen we al die indrukken mee te nemen. Maar geluiden, geuren en gevoel laten zich niet zo makkelijk vastleggen, ook al is de digitale plaat nog zo gevoelig.

Met moeite demp je een vloek achter de douchedeur als het warme water geleidelijk verandert in een ijsstroom die de shampoo in je haren negeert. Verkleumd tot op het bot weet je eindelijk alle zeep weg te wassen en reikt naar je handdoek. Je steekt je ene voet met wat geluk door het gat van je slipje en balanceert met de andere voet in je handdoek, ergens ter hoogte van je knieën. Met een klap val je tegen het tussenschot en voelt hoe het stukje stof tergend langzaam maar onbedwingbaar verder naar beneden zakt. Tot het in de plas douchewater belandt, net voor je het kunt grijpen. De handdoek valt er netjes naast. Je rukt driftig het bigshirt van de haak en trekt het – nog half nat – aan. De andere campingbewoners staan amicaal te kletsen en zien er onberispelijk uit. Na een korte blik in de spiegel vlucht je terug naar de tent.

Wat bezielt ons toch iedere keer weer om het gerieflijke huis te verlaten en te gaan bivakkeren – soms te overleven – in een primitieve(re) omgeving? Je werkt je het hele jaar uit de naad om de huur of hypotheek te kunnen betalen en besluit dan twee weken onder een stuk zeildoek te leven. Je kunt er niet eens in staan. Hoezo vijf gaspitten? Nee joh, een brandertje is ruim voldoende. Terug naar de natuur. Wie heeft beschaving nodig als je buiten kunt leven, de frisse lucht weer kunt inademen. We betalen grif € 1.000 voor een week in een ‘compleet ingerichte tent’. Voor een verblijf in een vakantiehuisje. Of het dubbele voor een camper. En wat krijg je aan comfort?

Je slippers zakken weg in het zompige gras en een koude wind doet je huiveren. Bij de ingang van de tent blijf je even staan om de flipflops uit te trappen en kruipt dan door de opening naar binnen, nat gras aan je voeten. Met veel moeite wurm je je in een spijkerbroek en een warme trui. De enige kleding die nog droog is. De buren zien je blote voeten naar buiten steken en glimlachen toegeeflijk. Kijk ze eens genieten!

Toch is en blijft vakantie heerlijk. Het is een manier om nieuwe indrukken op te doen, je horizon te verbreden. Om met eigen ogen te aanschouwen wat National Geographic je voorspiegelt op TV. Om op ontdekkingstocht te gaan, de wereld te zien, te ontdekken. Te voelen dat je echt leeft! Maar vooral om te onthaasten, te ontsnappen aan de stress en het leven van alledag. Werkweken glijden onopgemerkt voorbij, maar vakantie-ervaringen springen je tegemoet, dollen als een dwaze pup om je heen met een enthousiasme dat langzaam verbleekt… tot het weer tijd is voor de volgende vakantie. Sterkte met de laatste loodjes van het studiejaar!

Geplaatst in Avans, Columns, Compassie, Expressief, Persoonlijk

Avans United

Om zes uur laat mijn gsm een bedrieglijk zacht deuntje horen met de verborgen harde boodschap: OPSTAAN meid! Zo blind als een mol in het harde spaarlamplicht de knop van mijn PC vinden, knipperend met droge ogen de mail doornemen, onder de douche wankelend verder wakker worden en dan vanaf zeven uur schrijven. Sinds Nieuwjaar doe ik namelijk mee aan een challenge, zodat ik iedere dag een post schrijf op mijn Engelse blog. Hoe gek kun je zijn? Met moeite lukt het me te stoppen om kwart voor acht. Tijd voor Avans!

Het klinkt misschien gek, maar dit ochtendritueel geeft me energie, balans en inspiratie. En dit heb ik hard nodig: de afgelopen weken zijn namelijk op zijn mildst gezegd turbulent geweest. Energie slurpend. Hectisch. Onrustig. Mentaal belastend.

Het leek een routine kwestie. Een van de vele mails na de kerstvakantie. Even aandachtig bestuderen, een oplossing zoeken en klaar is Kees. Oké, handig, we noemen het Case Kees. Het was echter geen doorsnee mail. Case Kees gaat over het ontdekken van creatieve, doch niet zo recht-door-zee praktijken. Van een storm in een glas water. Een storm die onder een loep ineens opborrelt en over het glas heen stroomt. Van een zich steeds verder uitbreidende inktvlek die onuitwisbare sporen achterlaat, zowel bij Kees als bij degenen die er nauw bij betrokken zijn. Het is een case van onnodig verdriet, bedrog, ellende, irritatie, zelfs woede en wanhoop. Case Kees gaat over fraude.

De emoties hierover zijn in de loop der weken bij alle partijen hoog opgelopen, zeker na steeds nieuwe ontwikkelingen. “Laat het los, het is ‘maar’ werk,” wordt dan gezegd, maar dat is lang niet altijd eenvoudig. Je praat er op je academie over, je vertelt het thuis. Natuurlijk gaat het over werk, over je baan. Over je bijdrage aan het gehele proces van studentbegeleiding. Een gezonde professionele afstand bewaren gaat normaal heel goed, maar sommige zaken – en sommige studenten – raken je recht in je hart.

Je werkt met jonge mensen die volop in ontwikkeling zijn, kwetsbaar zijn. Je gaat twijfelen aan je acties. Heb ik alles wel zorgvuldig behandeld? Had ik het kunnen voorkomen? Had ik misschien wel een oogje dicht moeten knijpen? Dit soort gedachten, de zorg om een medemens, het heen-en-weer geslingerd worden tussen medeleven en verontwaardiging, tussen vertrouwen en wantrouwen. Dat kost zo vreselijk veel energie.

Inmiddels is de vlek tot stilstand gekomen en begint hij aan de randen zelfs op te drogen. De inkt heeft zijn lijnen getrokken, is omgevormd tot woorden en begrippen. Het proces gaat verder, met helderheid en rust.

Gelukkig geeft Case Kees ook blijk van een zeer grote betrokkenheid en vasthoudendheid, van zorg, zorgvuldigheid en bezorgdheid voor het welzijn van studenten en medewerkers vanuit alle hoeken van Avans.  Wat hebben we kanjers in ons ijzersterke Avans team. Mensen, jullie zijn geweldig, dapper en doortastend, oprecht, eerlijk en vol compassie. Ik kan me geen betere collegae wensen.

Leve Avans United!

Heb jij ook iets dergelijks meegemaakt? En wat deed dat met jou?