Afgelopen juni kreeg mijn vader een pacemaker wegens een torenhoge bloeddruk en een zeer trage hartslag. Van enig herstel was echter geen sprake. Hij bleef duizelig, voelde zich akelig en kon geen mensen om zich heen verdragen. Herhaaldelijke bezoeken aan huisarts, ziekenhuis, meerdere malen een 24-uurs monitoring brachten geen uitkomst: de klachten bleven en van een verklaring of oplossing was geen sprake. Pap beet op zijn tanden en probeerde ermee om te gaan.
Na een wachttijd van vier weken mocht hij vorige week dan eindelijk op controle bij de cardioloog… waar hij acuut opgenomen werd met een hartslag van slechts 26 slagen per minuut – normaal gesproken moet dat 80 zijn. De ene specialist na de andere verscheen aan pap’s bed. ’s Avonds de mededeling dat de familie moest worden ingelicht; het ging helemaal de verkeerde kant op. “Geen sprake van,” zei mijn vader.
Later die avond ging ineens een lampje branden bij de heren doktoren en werd het euvel ontdekt: een van de draden die verbinding moest leggen tussen de pacemaker en het hart bleek te kort te zijn en verbrak het contact. Een spoedoperatie van twee uren volgde; een operatie met een positief resultaat: hij voelt zich eindelijk beter!
Ruim vier maanden heeft pap het volgehouden zonder werkende pacemaker. Wat een bikkel. Zijn leven hing letterlijk aan een (zijden) draadje. En nu kan ik het denkbeeld niet loslaten van een beschermengel die met een zijden draad verbonden is aan zijn hart, een beschermengel die de maat aangaf toen de techniek faalde. Dank je ❤

Vind ik leuk:
Like Laden...