Geplaatst in Doldriest briest

Studentenhuizen

Op kamers. Leven op twaalf vierkante meter. Eten, slapen, vrienden ontvangen, gezelligheid en blokken. Mooie tijden, soms moeilijke tijden en vooral leerzame tijden.

Mijn eerste kamer-ervaring doe ik op in Breda, waar ik samen met een meisje van de middelbare school een benedenverdieping huur. De ruimte is door tussenwanden van inbouwkasten kunstig verdeeld in twee slaapkamers met daartussen een gezamenlijke huiskamer. Zeer gehorig, dus je houdt rekening met elkaar. Zo houd je ook rekening met elkaars menuvoorkeuren, maar er zijn grenzen. Grijze hompen lillende lever vormen zo’n grens. En de scheve blikken als mijn vriend een koekje teveel neemt, een andere. Wat zo’n niet-matchend samenwonen je oplevert is een dringende behoefte aan een eigen ruimte.

Je verhuist naar een ander studentenhuis en krijgt mannelijke huisgenoten. Heerlijk, al zijn duidelijke afspraken over de schoonmaak van gemeenschappelijke ruimten een must. Mannen vragen om een ander soort communicatie, ze kijken toch anders tegen zaken aan. Vuile vaat opstapelen in de gemeenschappelijke keuken is toch geen probleem zolang er nog minstens één schone pan en borden zijn? Niet moeilijk doen hè. Na een week ben ik het meer dan beu en kieper alles heel gemakkelijk in de achtertuin, waar de regen de ergste overblijfselen alvast wat losweekt.

130919studentenhuis

Of wat denk je van het vinden van resten van een ruige nacht stappen, zuipen en shoarma, druipend over je pas op de hand gewassen lingerie? Vriendelijke woorden verliezen op dat moment ieder effect. De deur opengooien en de nietsvermoedende prins ziedend uit bed sleuren brengt de boodschap beter over. Wat heeft hij staan te boenen.

En dan nog een creepy huisbaas die te pas en vooral te onpas binnenvalt. Die bewoners van zijn eigen pension bij ons in huis zet omdat hij zelf geen plek heeft. Ongure sujetten die je met een strijkijzer van je lijf af moet houden. Nachtelijke deals bij de voordeur. Een wereldvreemde jongen die geopende blikken perziken in de diepvries bewaart. Je maakt wat mee!

Maar op kamers wonen is vooral samen zijn met lotgenoten. Koken en eten, lange avonden vol muziek en spelletjes. Filosofische gesprekken tot diep in de nacht. Elkaar oppeppen voor tentamens. Onafhankelijkheid en een weg vinden naar volwassenheid.

Hoe gaat het er tegenwoordig aan toe? Zijn studenten tegenwoordig meer op zichzelf? Staan overal vaatwassers en wasmachines? Is het luxueuzer? Maar ook al vergemakkelijken deze apparaten het hedendaagse studentenleven, dan nog is het voornamelijk een kwestie van samen wonen, samen in een huis leven. Waar alles om afspraken draait, begrip en respect. En hygiëne. Want niet overal zijn huisdieren toegestaan.

Geplaatst in Doldriest briest, Humor, Nieuws

Alarm!

Een vrouwelijke nies naast mij. Stomverbaasd kijk ik naar links en twijfel aan mijn gehoor: aan die kant zit namelijk helemaal niemand! Tot ik ineens bedenk dat het mijn gsm wel eens kan zijn. En inderdaad, ik heb een allergie-alarm ontvangen met bijbehorend geluidje: omdat het deze week warm is, nemen de allergenen toe en heb je meer last van hooikoorts. Mijn geschuurde netvliezen en waterige neus bevestigen dit. Best handig zo’n app, weet je in ieder geval dat je niet verkouden bent.

130618pollennieuws

Ook de afgelopen winter hadden de apps het druk. Meermaals werden we gealarmeerd door landelijke meldingen die noodweer aankondigden. Code oranje, code rood. Storm, zware sneeuwval, van alles werd voorspeld. Probeer thuis te werken en ga vooral niet de weg op, was de boodschap. En vervolgens viel het acht van de tien keer reuze mee. Vroeger keek je ’s avonds naar het weerbericht op het nieuws en trok daar je conclusies uit. Of je keek naar de hemel, voelde hoe koud het was en leidde daaruit af dat het wel eens kon gaan vriezen. Bij kans op gladheid of ijzel ben ik blij met een melding, dan mogen ze van mij ook ieder uur even bellen. Voor het eerst was daar echter ook een weeralarm voor regen. Hoe absurd kan het worden. Moet daar ook al een alarm voor worden afgegeven?

130619weeralarm

Nu gauw weer terug naar de zon. Met de zomer op de stoep heb je naast pollen-alarm ook kans op smog-alarm. Hoge temperaturen, weinig wind en teveel fijnstof. We moeten met zijn allen langzamer rijden of de auto laten staan, want de lucht is verzadigd met allerlei troep die niet wil verwaaien en dat heeft akelige gevolgen voor je luchtwegen. Een nuttig alarm, zowel voor het milieu als voor jezelf.

Maar weet je wat ik vandaag binnen kreeg? Een hittestress-alarm! Is dat een nieuw woord? Eindelijk kunnen we genieten van de eerste zomerse dagen van het jaar, en dan wordt meteen landelijk alarm geslagen. Ouderen wordt aangeraden het rustig aan te doen en zwaar lichamelijk werk moet als het even kan vermeden worden. Het is warm ja, en benauwd, maar als het boven de 30°C is voel je toch zelf wel dat je het rustig aan moet doen? Hittestress… ik krijg stress omdat ik met mooi weer binnen moet zitten!

Vanzelfsprekende fenomenen waarvoor we tegenwoordig een alarm nodig schijnen te hebben. Mogen we zelf nog nadenken? Wie weet lukt het ons wel om samen een gat in de app-markt te ontdekken. Of te slaan. Wat denk je van een nationaal zeep-alarm? Als GTST begint? Of een barbecue-alarm als de omstandigheden optimaal zijn? Het barbecue-weerbericht bestaat immers al. Even die app ontwikkelen zou ik zeggen, en dan automatisch een bestelling bij Appie eraan koppelen.

130619koffie

Weet je wat we echt nodig hebben? Een koffie-alarm. Een app die alarm slaat als de koffieautomaat kapot is. Dat je in plaats van een bakkie troost voor de maandagochtendblues een monteur zult aantreffen die de hemelse machine volledig gedemonteerd heeft – en dat drie weken lang zowat dagelijks. Daar wil ik een alarm voor op mijn telefoon. Dan blijf ik namelijk wel thuis werken!

Geplaatst in Columns, Gezondheid, Korte verhalen

Diëten? Die eten juist niet!

Op het gebakschoteltje lagen alleen nog maar wat kruimels. Ze likte de laatste slagroomresten van haar vingers en vestigde toen haar aandacht op de kop warme chocomel die voor haar stond te dampen. Vol en romig, de echte! Nadat ook de Belgische bonbon was verdwenen, stak ze met een zucht van voldaanheid een sigaret op. Straks een borreltje? Waarom niet! Vast een goede bodem voor de friet met biefstuk die vanavond op het menu stonden…

Wat is hier lekker aan? En wat is hier slecht aan? Helaas zijn veel lekkere dingen niet goed voor ons, omdat ze stampvol calorieën zitten. In onze westerse samenleving worden we er rijkelijk van voorzien. En nu de zon weer tevoorschijn komt en de kleding luchtiger wordt, prijkt ‘dieet’ weer bovenaan de gespreksstoffenlijst. Als je slank wilt zijn (of lijken) en corrigerende harnassen niet meer helpen, dan moet je daar toch echt aan (en in) geloven. Gretig tellen we calorieën alsof het geld is.

130605tellen

In Dieetland is er voor ieder wat wils. Wil je alleen maar brood eten? Geen probleem. Of vermijd je juist liever alle koolhydraten? Kan ook geregeld worden. Weight Watchers, Cambridge en Sonja Bakker, Montignac, Atkins, noem ze maar op. Heerlijk zeg, iedere ochtend een bak zalmsalade met mayonaise. Of spek en ei. Maar zelfs dat komt na een paar dagen je strot uit. Eventuele tekorten worden aangevuld met speciale – dure – vitamines en mineralen; astronautenvoer voorziet in al je behoeften, behalve in die van de geest.

Bewust en minder vet eten is gezond, zeker in combinatie met voldoende beweging. Maar bij een eenzijdig dieet zet ik grote vraagtekens. De balans wordt verstoord en het lichaam gaat interen op de voorraad vet – precies wat we willen, of op de spieren – en dat willen we weer niet. Waar ik me zorgen om maak zijn de excessen. Kijk naar de modellen die maatje 34 of minder hebben. Wandelende skeletten zijn het, met wat vel eroverheen. En dat zijn aantrekkelijke rolmodellen? Ze kunnen niet rollen, ze zijn te hoekig!

130604modellen

Ook in mijn omgeving zijn mensen regelmatig fanatiek aan het diëten, soms wel zes weken lang alleen maar shakes en repen, met wat soep in de avond. Vanaf de zijlijn bekijk ik deze vastbeslotenheid, het lijden en verlangen, het eraan toegeven en de schuldgevoelens. Het resultaat en de trots. De ontgoocheling. Maar soms, soms trek ik mijn mond open. De grens was bij mij bereikt toen de een aan een dropje rook en er verzaligd – niet verzadigd – aan likte, om vervolgens het dropje weg te gooien. Toen de ander helemaal lyrisch werd omdat er een stukje paprika in haar warm water, eh soep zat. En ik krijste dat ze normaal moesten doen.

Gezond verstand en goede producten. Vind een balans die je in het dagelijkse leven kunt volhouden en sta jezelf in vredesnaam toe om te genieten van lekkere dingen.

Haar bordje was leeg. En bleef leeg. Ze likte aan een dropje en speelde met haar jojo…

Geplaatst in Columns, Gezondheid, Humor, Persoonlijk

Grote Mond

In de behandelkamer hoor ik gemompel en dan geluiden met een hoog toeren- en boorgehalte. Ik slik. Gelukkig is iemand anders eerst de pineut. Een man in oranje shirt zit op zijn gemak een tijdschrift te lezen. Wat te doen, wat te doen? Ik duik in mijn werkmail – alles beter dan dit – en sta op het punt via mijn telefoon een e-mail te sturen als Anja, de assistente, verschijnt en mij onverwachts eerst naar binnen bonjourt. De deur van de behandelkamer gaat open en een oude kromgebogen man schuifelt de wachtruimte in. Ik lach naar hem en stap over de drempel. Het walhalla van de fijntechniek in.

130404humor

Daar zit de tandarts, klaar voor de aanval. We hebben al heel wat jaren een relatie, die alleen goed is in verticale houding. Afleiden, ik moet hem afleiden. Gewoon blijven praten. Eerst bespreek ik de tandtechnische zaken van mijn jongste zoon met hem. Hij knikt ernstig en ik doe met hem mee. Maar onverbiddelijk nadert het moment…

Neem maar plaats, Marion, dan leg ik je achterover.

Ik mompel nog dat hij niet weer grappige opmerkingen moet maken, want mijn overspannen zenuwen grijpen iedere gelegenheid aan om onrust te stoken. Geen slappe lach dit keer. Dan lig ik doodstil, want hij nadert met een spiegeltje en een haakje. Uur X is aangebroken. Hij prikt en port, kijkt en schraapt, en zegt warempel dat het er goed uit ziet. Ik vraag maar niet of hij mijn tanden bedoelt.

Als de angstbrok in mijn keel te groot wordt, hoest ik even.

Ben je verkouden?
Nee, ik ben herstellende van een allergie-aanval.

kraam ik uit; een kip zonder kop is er niets bij.

Toch geen allergie-aanval voor de tandarts, hè?

Nee, díé allergie is absoluut chronisch. Al is het best gezellig hier hoor, afgezien van al het andere.

Ik lach als een boer zonder kiespijn, terwijl hij aan de gang gaat met zwaar anti-tandsteen-geschut. Keep breathing, denk ik, ontspannen die benen en handen. Zwaar verkrampt doen ze van afstand mee met de schoonmaakactie onder mijn neus.

Telkens als ik denk dat de tandarts klaar is, schudt hij weer een nieuwe truc uit zijn mouw. Anja grijpt af en toe in en sommeert hem mij even te laten slikken. Ik lig met mijn ogen dicht en probeer uit alle macht niet in de tegenaanval te gaan. In gedachten smijt ik hem in de stoel en experimenteer met de interessant uitziende apparaten. Ik klem mijn ogen stijf dicht. En mijn mond open. Ik denk terug aan die keer dat ik met hernia en al uit de stoel kroop toen ik moest happen voor een kroon en daar bijna in stikte. En aan de keer dat ik hem klemvast bij zijn arm greep tijdens het boren. Toen ik verplicht kalmerende middelen moest slikken voordat ik weer onder behandeling mocht. Levensgevaarlijk zijn wij voor elkaar, de tandarts en ik.

130417gereedschap

Tot mijn grote opluchting neemt de activiteit af en we praten wat na over tandpasta, over flossen en over raggertjes. De beproeving lijkt ver over te zijn, dus ik ben weer bezig met een geduchte verbale afleiding – ik wil weg hier. Als ik uit de stoel glijd, schudt hij zijn hoofd en zegt tot afscheid:

Die mond van jou, er is niet veel plek hè, maar er komt toch behoorlijk veel uit!

Opgelucht grijns ik – dit keer echt – en maak dat we weg komen, mijn grote mond en ik.

Geplaatst in Doldriest briest, Gezondheid, Humor

Heb ik weer!

Ken je dat? Uitslag rond je navel? Jeukende rode bultjes die zeer irritant zijn? Je krabt, je smeert er wat op, maar het wordt steeds erger, tot ineens tot je doordringt dat de binnenkant van de knoop van je spijkerbroek de boosdoener is. Nikkelallergie! Geen nood, je hebt nog altijd een drietal opties:

  1. je draagt altijd je shirt in je broek;
  2. je smeert nagellak aan de binnenkant van de knoop;
  3. je plakt een pleister op het metalen rondje.

130403spijkerbroekLet op: opties 2 en 3 zijn niet permanent: de nagellak slijt en de pleister laat los. Maar als noodoplossing werken ze prima. Tips van een ervaringsdeskundige

Wat later krijg je uitslag op je bovenbenen. Een uitslag die onaangenaam schuurt tegen diezelfde spijkerbroek. Zou het…? Ja hoor, weer is de spijkerbroek de oorzaak: verfstoffen. Heb jij weer! Mijn advies: wassen, meerdere malen, met Neutral. En geen wasverzachter gebruiken. 

Om alle ellende te vergeten trakteer je jezelf op een nieuw horlogebandje. Twee dagen later kriebelt het wat aan de binnenkant van je pols, maar dat zal wel inbeelding zijn. De dag erna laat je huid duidelijk weten dat zij niet gediend is van je keuze: in de metalen sluiting zit iets waar je niet tegen kunt. Verdikkeme, nikkel, weg met dat ding! Je koopt een ander bandje, een mooi leren exemplaar, dit keer met een roestvrijstalen sluiting. Jou pakken ze niet nog eens. Na een paar dagen kijk je naar de binnenzijde van je pols en ziet tot je ontzetting dat er weer onrust ontstaat. Geen nood, je transporteert je horloge naar je rechterpols. Gelukkig reageert die precies hetzelfde zodat je het zeker weet. Snel doe je het horloge af, maar het is al te laat: je witte bloedcellen zijn lekker actief en de komende twee weken lijkt het alsof je je polsen hebt doorgesneden. Vurige felrode striemen (ont)sieren je huid. Er is geen ontkomen meer aan: je moet echt naar de huisarts, die naar de cortison-zalf grijpt. Volg gewoon mijn advies op hè, ik heb het meegemaakt. Blijkbaar reageert je gevoelige huid op iets in het leer.

Op gegeven moment gaan ook je voeten meedoen. Je koopt nieuwe teenslippers – die hippe, van leer – en gaat ermee naar Rotterdam. Tegen de avond loop je op blote voeten over het asfalt omdat je voetzolen in brand lijken te staan. Gekheid? Nee hoor, het gebeurt. Weg met die dingen. Lente-mode: met blote benen in je laarzen. Gewoon, één dagje. Gevolg: drie keer terug naar de huisarts, die de zwaarste crème voorschrijft die er is om de rode banden rondom je kuiten weg te krijgen. Heb jij dat wel eens? Nee? Moet je eens proberen, echt lachen.

130403thinkDan de oplossing: Think! Een merk schoenen dat gelooid wordt met plantaardige stoffen, speciaal voor mensen die allergisch aangelegd zijn. Je dartelt blij door de stad op je nieuwe schoenen… en voelt het al komen opzetten. Of je rijdt met de motor naar het zuiden – dit keer met dikke sokken tussen jouw huid en het leer – en belandt in een gigantische regenbui waardoor je sopt in je laarzen. Leren laarzen. Met als gevolg twee voeten die je tot waanzin drijven. Ken je dat? Nou, ik wel.

Verzorgende gezichtsproducten uit de natuurwinkel, dermatologisch getest, gemaakt met uitsluitend natuurlijke producten. Kan echt geen kwaad. En dan begint het gekriebel. De eerste uitslag kondigt zich met een blije lach aan: Ja hoor, daar ben ik weer! Gezellig! En een week later zit je bij de dermatoloog met een dikke vurige laag op je gezicht. Echt aan te raden als je er niet uit wilt zien. Of onverklaarbare uitslag rondom je mond? Rode vlekken die ineens opkomen, heb je dat wel eens? Nou, probeer dan het volgende: maak stapels kopieën van tentamens en ga ze tellen terwijl je om de vijf setjes aan je vinger likt. Bingo! Je haren laten verven bij de kapper kan trouwens ook onvermoede gevolgen hebben.

130403test

Het lijkt steeds erger te worden. Toch maar eens een tweede allergietest doen. Zo’n uitgebreide dat de assistente het onverantwoord vindt maar toch moet uitvoeren. Meer dan zeventig stoffen op je rug, schouders en bovenarmen. Niet douchen, niet wassen, gewoon laten zitten, wat er ook gebeurt, is het bevel. Echt geinig joh, dat gezicht van de verpleegkundige als in het ziekenhuis die grote pleisters eraf gaan. Ronde ogen van ontzetting. Waarom ben je niet eerder teruggekomen?! Maar ja, je denkt dat het wel normaal zal zijn. Niet dus; ik heb er nog steeds een litteken van op mijn schouder.

Uitslag: inmiddels allergisch voor parfumstoffen, conserveermiddelen, nikkel, rubber, verfstoffen, looistoffen, drukinkt, van alles. Hoera, eindelijk bewijs. Eindelijk advies waar je iets mee kunt. Kom maar op met de remedie, beste dermatoloog! Vol verwachting luister je naar de woorden: Tja, gewoon vermijden hè, jij weet beter dan ik hoe je dat moet doen. En met een setje papieren in de hand ga je weer naar huis, een illusie armer.

130403hangerMaar mensen, lieve mensen, dan kom je ineens op een website die zilveren sieraden met edelstenen verkoopt. Je zoekt eens op je sterrenbeeld en komt uit bij de steensoort aventurijn. He, eens kijken. Ooooooh, het werkt tegen allergieën en migraine. Het is toch fantastisch zeg, die moet je dan gewoon hebben: een mooie hanger en twee ringen van zilver met aventurijn, want je bent niet allergisch voor zilver. Vol verwachting klopt je hart als je een paar dagen later de envelop open maakt en je daar beeldige sieraden ziet. Lichtgroene stenen glanzen in het licht. Omdoen, en wel meteen! Dat zou jij ook doen, toch? Baat het niet, dan schaadt het niet.

Een paar dagen later gaat het kriebelen. Op je kin. Wat vreemd zeg. Hmmm, misschien een lichte reactie op de aventurijn? Het werkt dus! Dan jeuk op je schouder. Huh, hoe kan dat nou? Je wordt zondagochtend wakker en krabt afwezig aan je rechterzijde. Voelt bultjes. Voelt ook de hanger die tegen je huid gevlijd ligt. Vol ontzetting doe je je ketting af en staart ernaar. De dagen erna wordt de reactie steeds heftiger en staan je kin, mond, hals, nek en schouders onder. Geen nood, je bent inmiddels immers ervaringsdeskundige en koopt meteen hooikoortstabletten met anti-histamine werking en crème van A. Vogel tegen huidirritatie. Die twee middelen gebruik je dan het hele weekend, om er op maandag achter te komen dat er parfum in de crème zit van die vreemde Vogel. Je smijt de tube over je bureau heen en gilt van frustratie. Dan pak je de telefoon en belt de huisarts, van wie je een zware kuur tegen allergieën krijgt zodat je niet meer mag autorijden en een week lang zo suf als een beer in winterslaap bent.

Ooit meegemaakt? Heb ik weer!

Inmiddels is het antwoord van A. Vogel op mijn vraag waarom er in vredesnaam parfum zit in een crème tegen huidirritatie, binnen. Ja mevrouw, de crème is op basis van schapenvet en dat ruikt niet lekker, dus stoppen we er parfum in. Een veel betere reactie kreeg ik van de online sieradenwinkel, alle lof voor hun service. Zij kunnen er ook niets aan doen dat ik zo idioot overgevoelig reageer. Edelstenen werken, neem dat van mij aan!

Stenenkaart DEF.indd

Geplaatst in Avans, Columns, Doldriest briest

We zijn er KLAAR mee!

Ben jij er ook zo klaar mee? Met het koude winterweer? Met de sneeuw en ijzige regen? Met het laagje rijp op de auto’s? Van alle kanten hoor ik verzuchtingen, de wens naar de lente. Het gebrek aan energie. Het verlangen naar de zon. Vorige week hebben we bij onze academie uit balorigheid een kerstslinger met lampjes tevoorschijn gehaald om de witte waas van de sneeuw te verdrijven. En het viel niet eens op! We hebben er wel kleurige paaseitjes onder gehangen, zodat het toch nog een verbinding met de tijd van het jaar had.

130313Paasballen1

Kom op, oude Koning Winter, we zijn klaar met jou. Het is tijd voor je winterslaap in geschiktere oorden. We hebben van je genoten maar nu is het tijd voor iets nieuws: Vrouwe Lente staat te dringen.

Weet je waar ik echter nog veel meer klaar mee ben? Finaal en totaal? Waar ik het echt helemaal mee heb gehad? Met de agressie in de sport, en dan met name agressie tegen arbitrale trio’s! Het afgelopen weekend waren er maar liefst drie voorvallen:

Een 21-jarige scheidsrechter is mishandeld door twee ‘helden’ van 15 en 20 jaar. Broers, die het niet eens waren met een beslissing van deze jonge vrijwillige scheids in Leiderdorp. Resultaat: een dubbele kaakbreuk en een zwaar gekneusde neus. Bij een vriendschappelijk potje zaalvoetbal. Vriendschappelijk?!

In Engeland wordt een scheidsrechter met de dood bedreigd na het toekennen van een rode kaart. Eerst vanuit het Manchester United publiek, later op Twitter. Een ijverige fan belt zelfs de politie en eist de arrestatie van de arbiter.

Libanon houdt ook niet van rood. Daar moet een scheidsrechter zich letterlijk uit de voeten maken wanneer hij belaagd wordt door een menigte woedende spelers en begeleiders. Op de vlucht voor mensen die van sport ‘houden’.

130320sport

Wat is dit voor waanzin? Enthousiasme is prima, gezond fan(atiek) zijn ook, maar deze uitwassen moeten direct zwaar bestraft worden. Plus zonder pardon voor het leven uit de club. Sport verbroedert. Maar vermoedelijk alleen bij broeders uit hetzelfde team. Indien je neus niet dezelfde richting uit wijst – zoals bij een scheidsrechter die alle kanten op moet draven, of bij een grensrechter die er dwars op staat, of de neus van een tegenstander die net de andere kant op gaat – dan moet die neus blijkbaar gebroken worden.

Als deze agressievelingen zo goed weten hoe een wedstrijd gefloten dient te worden, hoe de regels moeten worden toegepast, waarom volgen ze dan niet zelf de opleiding tot scheidsrechter? Waarom zetten ze zich niet ook belangeloos in voor de gemeenschap door vrijwillig lijnman te worden? Of te coachen? Maar nee, lekker gillen vanaf de tribune, stoer doen in een groep, dát is pas heldhaftig.

Laat die lieden zonder schedelinhoud zich eens actief richten op een andere sport. Een sport waarbij discipline en zelfbeheersing een must zijn. Ik weet nog wel een goede karatevereniging die dit gedrag onmiddellijk zou corrigeren. Of stuur ze gedwongen op retraite op een eenzame bergtop bij de Shaolin monniken. Een karig ontbijt – werken – een karige lunch – werken – vroeg naar bed – bij voorkeur zonder eten.

Man man, wat ben ik er klaar mee. Stelletje testosteron-concentraten. Beesten. Houd je klauwen voortaan thuis!

Geplaatst in Doldriest briest, Natuur

Al het goede komt van boven?

Je zou haast vergeten dat het universum groter is dan de aarde. Er is ook zoveel te beleven. De paus die vrijwillig aftreedt zonder eerst dood te gaan – zeshonderd jaar geleden voor het laatst gebeurd. Boeddhabeelden die worden verwijderd uit de winkels in Teheran om zo de verspreiding van het Boeddhisme tegen te gaan. De Amerikaanse wapenwetgeving waar aan getornd wordt. Het nieuws dat er veel meer Nazi getto’s en kampen in Europa waren dan ooit aangenomen. Een Amerikaan die zomaar met bed en al door een sinkhole wordt verzwolgen. Caïro dat onder aanval ligt van dertig miljoen sprinkhanen. Genoeg ophef op onze aardkloot, wereldnieuws!

Maar dan worden we plotseling wakker geschud door het heelal, dat twee stenen op ons af stuurt. Attentie, mensheid, even los komen van jullie dagelijkse beslommeringen. Alle ogen zijn naar boven gericht als asteroïde 2012 DA14 op veilige afstand van 28.000 km passeert – het gevaarte is vijftig meter in omtrek. Maar een andere meteoriet – nog niet half zo groot als DA14 – valt ons in de rug aan en ontploft op ‘slechts’ twintig kilometer hoogte boven Rusland. De schokgolf van de ontploffende ruimtesteen vaagt alle ruiten in de omtrek weg en 1200 mensen raken gewond. Films als Deep Impact en Armageddon lijken ineens geen fictie meer.

In de loop der tijd zijn er vaker inslagen geweest. Ik noem er een paar:

  • Vredefort Krater, 2 miljard jaar geleden ontstaan in Free State, Zuid-Afrika, met een radius van 300 km. Dit is de grootste bekende inslagkrater ter wereld, door UNESCO tot werelderfgoed verklaard in 2005.
  • Sudbury Basin, met een diameter van 130 km, 1.8 miljard jaar geleden in Ontario, Canada ontstaan.
  • Morokweng Crater, 145 miljoen jaar geleden, in het noordwesten van Zuid-Afrika bij de Kalahari woestijn; deze krater bevat fossielen van meteorietresten.
  • Chicxulub Crater, 65 miljoen jaar oud, gelegen in Yucatán, Mexico. Wetenschappers vermoeden dat deze meteoriet het einde van de dinosauriërs veroorzaakt heeft, of in ieder geval eraan heeft bijgedragen. De geschatte diameter is 180 km.
  • Popigai Crater, 36 miljoen jaar geleden ontstaan in Siberië, Rusland. Russische wetenschappers beweren dat deze krater vele triljoenen karaat inslag-diamanten bevat: een van de grootste depots van de wereld.

Ook in Nederland zijn vier gevallen bekend van meteorietinslagen, met als zwaarste die in 1843 bij Utrecht: bijna tien kilo. Ter vergelijking: de meteoriet die vrijdagochtend boven het Oeralgebied tot ontploffing kwam, had een doorsnee van zeventien meter en woog tien ton! Deze meteoriet zorgde voor de grootste explosie sinds de Tunguska-meteoriet in 1908, toen een komeet neerkwam in Siberië en meer dan tachtig miljoen bomen omver blies in een afgelegen gebied zo groot als Limburg. Je moet er toch niet aan denken dat zoiets inslaat in een dichtbevolkt gebied.

Maar ja, we zeilen nu eenmaal met zijn allen op een bol door de ruimte to boldly go where no man has gone before, omringd door sterren en planeten, melkweg- en zonnestelsels. Met af en toe een explosie die brokken de ruimte in slingert. Iets om over na te denken op een mooie lentenacht met knipogende lichten aan het firmament?

Wellicht is het wijzer om onze aandacht voorlopig toch maar weer te richten op aardse zaken. Zaken waar we invloed op kunnen uitoefenen. Want naast Boeddha-beelden rukken ook Simpsons poppetjes en barbies op naar Iran. Symbolen van een culturele invasie uit het Westen. In de ban ermee! Nu kan ik me dat persoonlijk wel voorstellen: verspreiding van de barbie-cult is ook doodeng. Van mij mogen ze Barbie in Nederland ook verbieden. Inclusief Haagse bar. Maar laten we Boeddha in ere houden.

130305Boeddha-1

Geplaatst in Avans, Columns, Humor

De Stagiair

Het is vreselijk druk. Stapels te archiveren stukken liggen in de weg, cijfers moeten worden ingevoerd. Open dagen, ouderavonden, toetsen, intakes. De druk neemt nog verder toe en we zitten met de handen in het haar. Dan ineens de oplossing: een stagiair! Die kan vast dingen van ons leren en ervaring opdoen, en op zijn/haar beurt ons ook helpen. Een win-win situatie! Afgezien van de inwerk- en begeleidingsuren natuurlijk, maar dat kost alleen in het begin wat tijd, daarna wel mooi maandenlang plezier van elkaar.

We nemen contact op met een school die stageplekken op administratief gebied zoekt en al snel komt iemand solliciteren. De stagiair is een jonge vent, vriendelijk, beleefd en erg bedeesd. Maar dat bedeesde schudden we wel los. Alle partijen gaan akkoord met de stage op woensdag, donderdag en vrijdag.

Week 1

Daar is hij dan, onze redder in nood. Hij komt een beetje te laat, maar dat is nog onwennigheid. Eerst maar een kop koffie, een rondleiding door het gebouw en een voorstelronde langs de docenten. Rustig aan beginnen. Het inwerken gaat voorspoedig. Hij luistert vol aandacht, knikt en kijkt begrijpend. Maar maakt geen aantekeningen. De eerste dag vliegt voorbij.

De volgende dag komt hij weer te laat. We knijpen een oogje dicht, hij moet ook van ver komen. De stagiair start met zijn eerste klusje: papieren op alfabet leggen, een sorteermap als gereedschap. Iets dat binnen een half uur klaar kan zijn, duurt echter uren en de stapel slinkt maar langzaam. Herhaaldelijk checken we of hij begrijpt wat hij moet doen en kijken mee, maar het tempo blijft laag.

Op vrijdag blijft zijn plek akelig leeg. We horen via onze adjunct dat de stagiair naar het ziekenhuis is.

Week 2

Geen inwerken nodig: onze stagiair blijft thuis met een verkoudheid.

Week 3

Het is woensdag en het werk van de stagiair bestaat dit keer uit het archiveren van werkstukken. En om er zeker van te zijn dat hij het goed doet, leest hij ieder werkstuk aandachtig door. Een leergierige jongen blijkbaar, maar niet vooruit te branden. Hij hoest en snuit zijn neus. ‘s Middags werkt hij zijn eigen schooladministratie bij en speelt wat met zijn mobiele telefoon. We informeren of hij het wel leuk vindt en of hij de werkzaamheden begrijpt. Ja hoor, gaat prima.

Donderdag krijg ik een sms dat hij weer naar de dokter gaat en dat hij er om kwart voor tien zal zijn. Twee uren later zal hij bedoelen, want het loopt al tegen twaalven als hij eindelijk binnenkomt. En die vrijdag is het elf uur als hij bedaard achter het bureau plaatsneemt. Verontwaardigd vertel ik hem dat ik hem om half negen verwacht en niet om elf uur. Met een vage handbeweging wijst hij naar buiten en mompelt iets over bussen, gladheid en sneeuw. De wegen zijn brandschoon.

Onzin, er ligt geen sneeuw meer op de wegen. En waarom reageerde je niet op mijn sms?

Ik zet mijn mobiel altijd uit in de bus.

Mijn neus, dat ding zit vastgeplakt aan zijn hand! Ik zeg hem dat het zo niet langer gaat en dat we hem voortaan stipt op tijd verwachten.

Week 4

Dit keer belt zijn broer op om te vertellen dat onze stagiair ziek is; het geplande evaluatiegesprek met de stagebegeleider kan niet doorgaan. Hij heeft deze week één dag ‘gewerkt’. Eigen initiatief is er niet bij, alles moet letterlijk voorgekauwd worden – en dan ook nog meerdere malen. Mijn collega pakt hem ook nog eens aan.

Week 5

Wederom geen stagiair op woensdag. Maar wie verschijnt er donderdag, de dag van het evaluatiegesprek? En maar een kwartier te laat? Juist ja, je raadt het al. Toch nemen we afscheid: hij hoeft niet meer terug te komen.

Maar het waren twee fantastische dagen!

De stagebegeleider vindt het vreselijk dat de eerste kandidaat het zo heeft laten afweten en vraagt om een herkansing. Zij kunnen wel degelijk prima stagiaires leveren! Kandidaat nummer twee zal veel beter zijn, vlot en betrouwbaar. We zijn benieuwd.

Om 12 uur wordt de nieuwe kandidaat verwacht. Het is een vrouw dit keer. De receptie zit klaar om haar op te vangen en een collega neemt voor mij waar zodat ik bij het sollicitatiegesprek aanwezig kan zijn. Mijn vragen zijn gericht op assertiviteit, stiptheid en pro-activiteit. De klok tikt.

Het is 12.00 uur…
Het is 12.05 uur…
Het is 12.10 uur…

Ik bel de receptie even om te vragen of ik misschien hun telefoontje heb gemist, maar nee.

Het is 12.15 uur…

en ik houd het niet meer uit. Ik ga bellen! Rechtstreeks naar de potentiële stagiaire. Een slaperige stem geeft antwoord als ik zeg:

Dag, je spreekt met Marion Driessen van Avans Hogeschool. We wachten al een kwartier op jou voor je sollicitatiegesprek. Mag ik vragen waar je blijft?

De andere kant reageert verbaasd en schor met:

Oh, heb ik dat dan niet doorgegeven?

Wat heb je doorgegeven?

De week voor de carnaval? Ik heb mijn e-mail niet meer bekeken.

Waar heb je het over?

Eh, ik ben ziek. O ja, ik heb trouwens al een andere stageplek gevonden.



Ik vind mijn stem weer terug en hang op. Met stomheid geslagen staar ik naar de hoorn. Beter, vlotter en betrouwbaarder?

Of er ooit nog een stagiaire komt, is op dit moment niet bekend.

Maar het waren twee fantastische minuten!

Geplaatst in Columns, Cultuur, Gezondheid

Comazuipen

Lang, lang geleden, toen ik nog piepjong was, was alcohol hoofdzakelijk iets voor (jong) volwassenen. Mijn oma nam wel eens een advocaatje, met slagroom. Of een glaasje wijn. Mannen dronken bier, cognac, jenever of whisky. Onderin de kast van mijn ouders stonden flessen met alcoholische dranken – die daar trouwens nog steeds staan. Stiekem proeven bracht niet veel plezier: het spul was veel te sterk. Toen ik ging stappen, dronk de groep waarmee ik uit ging wel eens Ballantines, maar dat was toch wel uitzonderlijk. Tegenwoordig is het drinken van sterke drank veel normaler. Vooral mix-drankjes zijn erg populair. De jeugd gaat eerst indrinken bij iemand thuis, en dan blijft het niet bij een biertje.

Drinken is iets dat door de eeuwen heen gebeurde. Bij de Grieken begon een drinkgelag na een feestmaal. Zo’n drinkgelag was een samenkomst van meerdere personen, die gepaard ging met een grote of overmatige alcoholconsumptie. Wie de meeste (aangelengde) wijn dronk en wakker bleef, won een taart. Hierbij waren trouwens alleen mannen aanwezig. De Romeinen namen dit gebruik over, maar voegden er vrouwen aan toe. Perzen waren al helemaal jolige mensen: zij vergaderden twee keer over een besluit: één maal dronken en één maal nuchter! De in dronkenschap genomen besluiten konden in nuchtere toestand worden herzien. In het Germaanse Walhalla dronken de goden trouwens ook stevig door. En ook in de Middeleeuwen daagde men elkaar uit om geheel beschonken onder de tafel te belanden. Je mocht blij zijn als je deze wedstrijden overleefde.

Drankmisbruik is dus blijkbaar niets nieuws. Er bestaan verschillende vormen van excessieve alcoholconsumptie. Zo zijn daar bijvoorbeeld de flatrate-parties, waar een drankje niet veel of zelfs helemaal niets kost, maar waar de entree duur is. Of de bekende drankspelletjes, waarbij de verliezer (of de winnaar) een glas achterover moet slaan, soms in één keer. Wat wel redelijk nieuw is, is het comazuipen onder jongeren, meiden en jongens eender. We hebben het hier over kinderen tussen de 12 en 17 jaar! Ze drinken wodka, tequila en whisky, breezers en shotjes – vaak door elkaar – tot ze er letterlijk bij omvallen.

Bewusteloosheid door drankmisbruik. Een avondje stappen dat eindigt in het ziekenhuis. In 2012 loopt het aantal jeugdigen met alcoholvergiftiging dat behandeld wordt door een kinderarts tegen de duizend. In werkelijkheid zijn er waarschijnlijk nog meer comazuipers. En het aantal is stijgende. Ze zijn gemiddeld drie uren buiten bewustzijn, sommigen twee volle dagen. De jongste comazuiper in Nederland was pas 10 jaar…

Tieners die laveloos en compleet van de wereld op de grond liggen, draden speeksel en braaksel langs hun kin. Hoe lang het woord comazuipen bestaat weet ik niet, noch wanneer het fenomeen voor het eerst opdook, maar deze manier van drinken raakt kant noch wal. Je vol laten lopen binnen een zeer korte tijd om stoer te doen, terwijl je lichaam dit niet aan kan. Wedstrijdjes houden. Ik vind het afschuwelijk. Ze genieten er niet eens van, zijn zo ziek als een hond. Als een ambulance moet komen omdat je geen maat weet te houden, waar ben je dan mee bezig?! Ambulances zijn voor mensen in levensgevaar. Voor ongelukken en aandoeningen. Niet voor jongeren die zich laveloos vol laten lopen en niet meer weten dat ze op de wereld zijn.

Nog heel even en dan barst het carnaval los in de zuidelijke helft van Nederland. Hossen en lachen op muziek en drank. Voor de liefhebbers is het één groot gezellig feest. Laten we het vooral zo houden en onze jeugd niet laten verdrinken in een poel van bier en shotjes. Want het wordt veel te koud voor drenkelingen.

Geplaatst in Columns, Compassie, Expressief, Foto

Vertrouwen

 Het is druk in de kroeg. Met ervaren hand zet de ober een bord, gevuld met een dikke dampende stew, voor de man neer. Een mandje met brood en boter staat ernaast. Zijn vrouw kijkt naar haar dubbele hamburger en dikke frieten. ‘Chips’ worden die hier genoemd. De Guinness verdwijnt als sneeuw voor de zon, cheers! Het is lunchtijd in Dublin.

Aan de andere kant van het café zitten vier jonge mannen aan een tafel en bestuderen het menu. Wat de soep is, vraagt een van hen. Bouillon, antwoordt de gevatte ober, meestal gemaakt van vlees en groenten. De anderen lachen. Just kidding! De soep van de dag blijkt groentesoep te zijn.

Naast mij ligt een baby van een half jaar te slapen op de bank, als een roos, uitgeteld na de vermoeienissen van de ochtend. Hij is pas zes maanden, vertelt de trotse moeder, en mijn oudste is drie jaar. Het jongetje zit in de leren fauteuil tegenover ons en neemt kleine hapjes van zijn hamburger. Niet het broodje of de sla, alleen het vlees. Ik laat hem maar, zegt ze, hij is ook moe en dan eet hij in ieder geval iets. Ik knik begrijpend en lach naar het kind. Verlegen draait hij zijn hoofd om. Ze zijn net aangekomen vanuit Belfast, na drie uren reizen. De vrouw komt oorspronkelijk uit Londen en is voor haar werk naar Ierland verhuisd. Dublin is haar favoriete stad – na Belfast dan – en ze is hier al vaker geweest. Bij de buren worden de glazen nog eens bijgevuld. Ook wij laten het ons goed smaken.

De vrouw begint haar spullen bij elkaar te zoeken. Ze gaat weer verder, zegt ze, naar het hotel. De baby is inmiddels wakker en observeert met grote ogen de bedrijvigheid. Natuurlijk kan ik het niet laten om even gek te doen. Hij lacht zoals alleen baby’s kunnen lachen, uitbundig en helemaal blij. Vakkundig wordt hij door zijn moeder in een soort skipak gepropt, de armpjes onwillig, maar het lukt haar toch. Compleet dicht geritst wordt de kleine in de wandelwagen gezet. Die zal het straks niet koud hebben!

Wil jij even op hem passen, vraagt ze me, dan kan ik met de oudste even naar het toilet? Automatisch knik ik en zeg dat niemand bij haar kindje zal komen. Ze draait zich om en loopt weg, de trap af naar de damestoiletten, mij enigszins verwilderd achterlatend. Daar zit ik dan, met een baby. Zelfs haar tas hangt nog aan de buggy.

Tegenstrijdige gedachten flitsen door mijn hoofd. Het is een eer om even op dat kleintje te mogen passen. Maar ik ben ook perplex en verontwaardigd. Dat doe je toch niet, je kind alleen laten in een café? Wat is dat voor een onverantwoordelijke moeder? Stel je voor dat ik kwaad in de zin had. Ik zou mijn spullen kunnen pakken, de wandelwagen naar buiten rijden en weglopen met de baby. Wie laat nou toch zijn kind achter bij een wildvreemde?

DSC_3444

Dan ineens verandert de verontwaardiging over haar gedrag in beschaming over mijn eigen gedachten. Ben ik echt al zo gewend aan misdrijven uit het nieuws, dat kidnapping mogelijk lijkt, hier, in deze gezellige pub? En ik lach, verwonderd en trots op het vertrouwen dat deze vrouw mij schenkt. Haar verzoek was intuïtief en natuurlijk, moeders onder elkaar. Vijf minuten later komt ze terug en nemen we afscheid. Een vluchtige ontmoeting, die een diepe indruk op me achterlaat

Vertrouwen. Wat een mooie gedachte om het nieuwe jaar mee in te gaan.