Geplaatst in Columns, Gezondheid, Korte verhalen

Diëten? Die eten juist niet!

Op het gebakschoteltje lagen alleen nog maar wat kruimels. Ze likte de laatste slagroomresten van haar vingers en vestigde toen haar aandacht op de kop warme chocomel die voor haar stond te dampen. Vol en romig, de echte! Nadat ook de Belgische bonbon was verdwenen, stak ze met een zucht van voldaanheid een sigaret op. Straks een borreltje? Waarom niet! Vast een goede bodem voor de friet met biefstuk die vanavond op het menu stonden…

Wat is hier lekker aan? En wat is hier slecht aan? Helaas zijn veel lekkere dingen niet goed voor ons, omdat ze stampvol calorieën zitten. In onze westerse samenleving worden we er rijkelijk van voorzien. En nu de zon weer tevoorschijn komt en de kleding luchtiger wordt, prijkt ‘dieet’ weer bovenaan de gespreksstoffenlijst. Als je slank wilt zijn (of lijken) en corrigerende harnassen niet meer helpen, dan moet je daar toch echt aan (en in) geloven. Gretig tellen we calorieën alsof het geld is.

130605tellen

In Dieetland is er voor ieder wat wils. Wil je alleen maar brood eten? Geen probleem. Of vermijd je juist liever alle koolhydraten? Kan ook geregeld worden. Weight Watchers, Cambridge en Sonja Bakker, Montignac, Atkins, noem ze maar op. Heerlijk zeg, iedere ochtend een bak zalmsalade met mayonaise. Of spek en ei. Maar zelfs dat komt na een paar dagen je strot uit. Eventuele tekorten worden aangevuld met speciale – dure – vitamines en mineralen; astronautenvoer voorziet in al je behoeften, behalve in die van de geest.

Bewust en minder vet eten is gezond, zeker in combinatie met voldoende beweging. Maar bij een eenzijdig dieet zet ik grote vraagtekens. De balans wordt verstoord en het lichaam gaat interen op de voorraad vet – precies wat we willen, of op de spieren – en dat willen we weer niet. Waar ik me zorgen om maak zijn de excessen. Kijk naar de modellen die maatje 34 of minder hebben. Wandelende skeletten zijn het, met wat vel eroverheen. En dat zijn aantrekkelijke rolmodellen? Ze kunnen niet rollen, ze zijn te hoekig!

130604modellen

Ook in mijn omgeving zijn mensen regelmatig fanatiek aan het diëten, soms wel zes weken lang alleen maar shakes en repen, met wat soep in de avond. Vanaf de zijlijn bekijk ik deze vastbeslotenheid, het lijden en verlangen, het eraan toegeven en de schuldgevoelens. Het resultaat en de trots. De ontgoocheling. Maar soms, soms trek ik mijn mond open. De grens was bij mij bereikt toen de een aan een dropje rook en er verzaligd – niet verzadigd – aan likte, om vervolgens het dropje weg te gooien. Toen de ander helemaal lyrisch werd omdat er een stukje paprika in haar warm water, eh soep zat. En ik krijste dat ze normaal moesten doen.

Gezond verstand en goede producten. Vind een balans die je in het dagelijkse leven kunt volhouden en sta jezelf in vredesnaam toe om te genieten van lekkere dingen.

Haar bordje was leeg. En bleef leeg. Ze likte aan een dropje en speelde met haar jojo…

Geplaatst in Columns, Gezondheid, Korte verhalen

De Zorg – Onbetaalbaar

Ik ben voor het uitkeren van gevarengeld bij een bezoek aan de huisarts. Het begint al bij binnenkomst. De bacteriën en virussen vliegen je rond de oren. Aan alle kanten word je omringd door gesnotter, koorts en gekuch. In de wachtkamer drentelen peuters rond met groen slijm onder de neus. De houten bouwblokjes houden via mondcontact de cirkel van besmetting in stand. Zouden die kinderen worden ingehuurd door de zorgverzekering? Oudjes naast je bespreken al rochelend uitgebreid hun kwalen en maken dat je heel hard weer naar buiten wilt rennen. Getergd kijkt een zakenman op zijn horloge – voor de vijfde keer in evenveel minuten; draait rondjes op de houten zitting.

130522zorg4

Dan een stem uit de luidspreker: Mevrouw Jansen bij dokter Nieuwenhuizen. Men kijkt verstolen naar elkaar. Wie is de gelukkige? Even later wordt de oproep herhaald en verstoort wreed het geanimeerde gesprek tussen twee vrouwen.

Oh dat ben ik, meid. Nou, dan zal ik maar eens gaan.

Tot gauw hè.

Ja, dag!

Dág, denk je, schiet nou toch op, ik heb nog meer te doen vandaag. De blokkentoren wordt inmiddels tegen de grond gekwakt door broerlief en zusje zet het op een krijsen. Met een rood hoofd probeert de moeder de zaak te sussen en veegt steels de neus van het verhitte meisje schoon.

Dan ben je aan de beurt en treedt binnen in het heilige der heiligen: de dokterskamer. Wat kan ik voor je doen?, wordt gevraagd. Daarna volgen nog meer vragen, die nooit gesteld zouden worden als de arts de moeite nam om het beroemde digitale patiëntendossier te raadplegen. En wat doet hij vervolgens? Kijkt hij in een indrukwekkend handboek? Spreekt hij zijn onuitputtelijke kennis aan? Nee, hij start internet op en typt de klacht in Google. Sprakeloos zie je het gebeuren. Je hebt een Google dokter! Even later sta je met een recept voor pillen die je eigenlijk niet wilt en een verwijzing weer in de gang. Maar ja, hij zal het wel beter weten, heeft er tenslotte voor gestudeerd.

130522zorg2

Bij de apotheek moet je ook weer een nummertje trekken. Gelukkig ken je intussen iedereen en blijft het gezellig. Je krijgt je recept en moet contant betalen. Oké, zeg je, want je hebt toevallig je polis niet op zak. Maar je hoeft niet alles af te rekenen, blijkbaar wordt toch nog iets vergoed…

Een paar weken later krijg je een brief van de zorgverzekering. Jippie, de ingediende declaraties van de tandarts worden uitbetaald? Te vroeg gejuicht: of je de rest van je huisartsbezoek ook nog even wilt betalen. De drie pillen blijken € 30 te kosten en het bloedonderzoek wordt per microscopisch klein deel uitgesplitst, waarbij ieder deeltje deel uitmaakt van een grote optelsom. Eigen risico, jawel. Van de tandartsrekeningen krijg je niks terug. De hoge ziektekostenpremies met extra sterren zijn nog niet genoeg, dokken zul je, meer!

130522zorg1

Huisartsbezoek wordt net als studeren iets voor de rijken. En in plaats van gevarengeld krijg je een fikse nota. De volgende keer bedenk ik me wel drie keer voordat ik weer naar de huisarts ga, want van deze kosten word ik nog veel benauwder. De zorg in Nederland – onbetaalbaar!

Geplaatst in Columns, Gezondheid, Humor, Korte verhalen

Lekker Ontspannen

En elk jaar krijgt mijn geschiedenisdocent het weer iets drukker. – Loesje

Heb jij het ook druk? Te druk? Zo druk dat je vaak niet kunt ontspannen en maar door maalt? Dit gevoel van onrust in je lijf heet ‘stress’. Eigenlijk is het een oer-reactie van de mens om te overleven in de wilde natuur, maar er is niet veel wilds meer in de hedendaagse maatschappij, behalve wijzelf natuurlijk. We hollen van hot naar her met iPad navigeersysteem in de hand en vergeten vaak stil te staan, stil te zijn.

Milde stress kan positief uitpakken, maar langdurige spanning zonder ontlading is ronduit ongezond. Nu kun je stress op allerlei manieren kwijtraken: pakje sigaretten roken, een fles wijn naar binnen gieten of je hele voorraad snacks (of pillen) erdoorheen jagen. Kan best lekker zijn hoor, maar is niet echt aan te raden. Dan zijn sport en slapen veel beter, of speciale ontspanningstechnieken. 

130508stoelmassage

Zo is daar massage. Lekker relaxen op een bed terwijl je lichaam aan alle kanten gekneed wordt. Onze baas gunt ons regelmatig een stoelmassage. Dat doet het College van Bestuur natuurlijk niet zelf, daar worden deskundigen voor ingehuurd. Heerlijk. Kijk er niet van op als je een elleboog in je rug krijgt, hoort er allemaal bij. Zelfs je handen komen aan de beurt en je lijkt op wolken te zweven erna. Het enige nadeel is dat je geen zin meer hebt om te werken. Je niet eens meer kúnt werken, omdat je alles los laat, inclusief je verstand.

Meditatie, ideaal om te ontspannen als je het goed onder de knie hebt. Maar als ik het probeer, krijg ik altijd de neiging om mijn geestelijke krachten te gaan testen – the Force. Zo zat ik afgelopen week door een donkere zonnebril naar een steen te staren, volledig gefocust. Beweeg, geef ik als opdracht, beweeg en kom naar mij toe! Niets natuurlijk, mafketel. Maar mijn ogen zijn nog geen meter naar rechts gedwaald of het object komt tot leven! Verbluft knipper ik en… natuurlijk heb ik geen psychische krachten. Het was gewoon een donzig vogeltje dat net zo dwaas als ik zat te suffen. Toch schrok ik er stiekem een beetje van 😉

130508vogel

Al eens naar de sauna geweest? Ook geweldig ontspannend, zegt men. Mijn ervaringen in een sauna zijn goddank op een hand te tellen. Wat een hitte zeg, afgrijselijk. Zelfs het interessante uitzicht kan mijn aandacht niet voldoende afleiden. Gelukkig gooit iemand water op het vuur om te verkoelen… waarna een muur van hitte op je neer slaat. Mijn oer-reactie: naar buiten! Oh nee, wordt gezegd, je mag nog geen koude douche nemen. Nou ik dacht het wel, een koude douche is juist prima om alle stress van de sauna van je af te spoelen.

Yoga, ook al zo relaxed. Als ik ergens van ga stressen is het op commando ontspannen. In de zwangerschapsgym zat destijds ook een deel yoga. Ga maar lekker op je rug liggen. Nou, probeer dat maar eens als walvis met een slechte rug. Mag ik op mijn zij gaan liggen? Dat werd toch echt afgeraden. Zo ontspannen als een plank lag ik daar te yoga’en. Een keer en nooit meer. En dat puffen ging later vanzelf.

Stress. Geef mij maar een spannend boek, of zet me in een blokhut in Portugal – liefst gecombineerd – dan ontspan ik als de beste. En dat heb ik vorige week dan ook gedaan. Want vanaf nu gaan we in één streep naar het einde van het studiejaar. Allemaal veel succes, sterkte en kalmte in dit laatste blok.

Hoe houd jij je hoofd koel in drukke tijden?

Geplaatst in Columns, Gezondheid, Humor, Persoonlijk

Grote Mond

In de behandelkamer hoor ik gemompel en dan geluiden met een hoog toeren- en boorgehalte. Ik slik. Gelukkig is iemand anders eerst de pineut. Een man in oranje shirt zit op zijn gemak een tijdschrift te lezen. Wat te doen, wat te doen? Ik duik in mijn werkmail – alles beter dan dit – en sta op het punt via mijn telefoon een e-mail te sturen als Anja, de assistente, verschijnt en mij onverwachts eerst naar binnen bonjourt. De deur van de behandelkamer gaat open en een oude kromgebogen man schuifelt de wachtruimte in. Ik lach naar hem en stap over de drempel. Het walhalla van de fijntechniek in.

130404humor

Daar zit de tandarts, klaar voor de aanval. We hebben al heel wat jaren een relatie, die alleen goed is in verticale houding. Afleiden, ik moet hem afleiden. Gewoon blijven praten. Eerst bespreek ik de tandtechnische zaken van mijn jongste zoon met hem. Hij knikt ernstig en ik doe met hem mee. Maar onverbiddelijk nadert het moment…

Neem maar plaats, Marion, dan leg ik je achterover.

Ik mompel nog dat hij niet weer grappige opmerkingen moet maken, want mijn overspannen zenuwen grijpen iedere gelegenheid aan om onrust te stoken. Geen slappe lach dit keer. Dan lig ik doodstil, want hij nadert met een spiegeltje en een haakje. Uur X is aangebroken. Hij prikt en port, kijkt en schraapt, en zegt warempel dat het er goed uit ziet. Ik vraag maar niet of hij mijn tanden bedoelt.

Als de angstbrok in mijn keel te groot wordt, hoest ik even.

Ben je verkouden?
Nee, ik ben herstellende van een allergie-aanval.

kraam ik uit; een kip zonder kop is er niets bij.

Toch geen allergie-aanval voor de tandarts, hè?

Nee, díé allergie is absoluut chronisch. Al is het best gezellig hier hoor, afgezien van al het andere.

Ik lach als een boer zonder kiespijn, terwijl hij aan de gang gaat met zwaar anti-tandsteen-geschut. Keep breathing, denk ik, ontspannen die benen en handen. Zwaar verkrampt doen ze van afstand mee met de schoonmaakactie onder mijn neus.

Telkens als ik denk dat de tandarts klaar is, schudt hij weer een nieuwe truc uit zijn mouw. Anja grijpt af en toe in en sommeert hem mij even te laten slikken. Ik lig met mijn ogen dicht en probeer uit alle macht niet in de tegenaanval te gaan. In gedachten smijt ik hem in de stoel en experimenteer met de interessant uitziende apparaten. Ik klem mijn ogen stijf dicht. En mijn mond open. Ik denk terug aan die keer dat ik met hernia en al uit de stoel kroop toen ik moest happen voor een kroon en daar bijna in stikte. En aan de keer dat ik hem klemvast bij zijn arm greep tijdens het boren. Toen ik verplicht kalmerende middelen moest slikken voordat ik weer onder behandeling mocht. Levensgevaarlijk zijn wij voor elkaar, de tandarts en ik.

130417gereedschap

Tot mijn grote opluchting neemt de activiteit af en we praten wat na over tandpasta, over flossen en over raggertjes. De beproeving lijkt ver over te zijn, dus ik ben weer bezig met een geduchte verbale afleiding – ik wil weg hier. Als ik uit de stoel glijd, schudt hij zijn hoofd en zegt tot afscheid:

Die mond van jou, er is niet veel plek hè, maar er komt toch behoorlijk veel uit!

Opgelucht grijns ik – dit keer echt – en maak dat we weg komen, mijn grote mond en ik.

Geplaatst in Avans, Columns, Doldriest briest

We zijn er KLAAR mee!

Ben jij er ook zo klaar mee? Met het koude winterweer? Met de sneeuw en ijzige regen? Met het laagje rijp op de auto’s? Van alle kanten hoor ik verzuchtingen, de wens naar de lente. Het gebrek aan energie. Het verlangen naar de zon. Vorige week hebben we bij onze academie uit balorigheid een kerstslinger met lampjes tevoorschijn gehaald om de witte waas van de sneeuw te verdrijven. En het viel niet eens op! We hebben er wel kleurige paaseitjes onder gehangen, zodat het toch nog een verbinding met de tijd van het jaar had.

130313Paasballen1

Kom op, oude Koning Winter, we zijn klaar met jou. Het is tijd voor je winterslaap in geschiktere oorden. We hebben van je genoten maar nu is het tijd voor iets nieuws: Vrouwe Lente staat te dringen.

Weet je waar ik echter nog veel meer klaar mee ben? Finaal en totaal? Waar ik het echt helemaal mee heb gehad? Met de agressie in de sport, en dan met name agressie tegen arbitrale trio’s! Het afgelopen weekend waren er maar liefst drie voorvallen:

Een 21-jarige scheidsrechter is mishandeld door twee ‘helden’ van 15 en 20 jaar. Broers, die het niet eens waren met een beslissing van deze jonge vrijwillige scheids in Leiderdorp. Resultaat: een dubbele kaakbreuk en een zwaar gekneusde neus. Bij een vriendschappelijk potje zaalvoetbal. Vriendschappelijk?!

In Engeland wordt een scheidsrechter met de dood bedreigd na het toekennen van een rode kaart. Eerst vanuit het Manchester United publiek, later op Twitter. Een ijverige fan belt zelfs de politie en eist de arrestatie van de arbiter.

Libanon houdt ook niet van rood. Daar moet een scheidsrechter zich letterlijk uit de voeten maken wanneer hij belaagd wordt door een menigte woedende spelers en begeleiders. Op de vlucht voor mensen die van sport ‘houden’.

130320sport

Wat is dit voor waanzin? Enthousiasme is prima, gezond fan(atiek) zijn ook, maar deze uitwassen moeten direct zwaar bestraft worden. Plus zonder pardon voor het leven uit de club. Sport verbroedert. Maar vermoedelijk alleen bij broeders uit hetzelfde team. Indien je neus niet dezelfde richting uit wijst – zoals bij een scheidsrechter die alle kanten op moet draven, of bij een grensrechter die er dwars op staat, of de neus van een tegenstander die net de andere kant op gaat – dan moet die neus blijkbaar gebroken worden.

Als deze agressievelingen zo goed weten hoe een wedstrijd gefloten dient te worden, hoe de regels moeten worden toegepast, waarom volgen ze dan niet zelf de opleiding tot scheidsrechter? Waarom zetten ze zich niet ook belangeloos in voor de gemeenschap door vrijwillig lijnman te worden? Of te coachen? Maar nee, lekker gillen vanaf de tribune, stoer doen in een groep, dát is pas heldhaftig.

Laat die lieden zonder schedelinhoud zich eens actief richten op een andere sport. Een sport waarbij discipline en zelfbeheersing een must zijn. Ik weet nog wel een goede karatevereniging die dit gedrag onmiddellijk zou corrigeren. Of stuur ze gedwongen op retraite op een eenzame bergtop bij de Shaolin monniken. Een karig ontbijt – werken – een karige lunch – werken – vroeg naar bed – bij voorkeur zonder eten.

Man man, wat ben ik er klaar mee. Stelletje testosteron-concentraten. Beesten. Houd je klauwen voortaan thuis!

Geplaatst in Avans, Columns, Humor

De Stagiair

Het is vreselijk druk. Stapels te archiveren stukken liggen in de weg, cijfers moeten worden ingevoerd. Open dagen, ouderavonden, toetsen, intakes. De druk neemt nog verder toe en we zitten met de handen in het haar. Dan ineens de oplossing: een stagiair! Die kan vast dingen van ons leren en ervaring opdoen, en op zijn/haar beurt ons ook helpen. Een win-win situatie! Afgezien van de inwerk- en begeleidingsuren natuurlijk, maar dat kost alleen in het begin wat tijd, daarna wel mooi maandenlang plezier van elkaar.

We nemen contact op met een school die stageplekken op administratief gebied zoekt en al snel komt iemand solliciteren. De stagiair is een jonge vent, vriendelijk, beleefd en erg bedeesd. Maar dat bedeesde schudden we wel los. Alle partijen gaan akkoord met de stage op woensdag, donderdag en vrijdag.

Week 1

Daar is hij dan, onze redder in nood. Hij komt een beetje te laat, maar dat is nog onwennigheid. Eerst maar een kop koffie, een rondleiding door het gebouw en een voorstelronde langs de docenten. Rustig aan beginnen. Het inwerken gaat voorspoedig. Hij luistert vol aandacht, knikt en kijkt begrijpend. Maar maakt geen aantekeningen. De eerste dag vliegt voorbij.

De volgende dag komt hij weer te laat. We knijpen een oogje dicht, hij moet ook van ver komen. De stagiair start met zijn eerste klusje: papieren op alfabet leggen, een sorteermap als gereedschap. Iets dat binnen een half uur klaar kan zijn, duurt echter uren en de stapel slinkt maar langzaam. Herhaaldelijk checken we of hij begrijpt wat hij moet doen en kijken mee, maar het tempo blijft laag.

Op vrijdag blijft zijn plek akelig leeg. We horen via onze adjunct dat de stagiair naar het ziekenhuis is.

Week 2

Geen inwerken nodig: onze stagiair blijft thuis met een verkoudheid.

Week 3

Het is woensdag en het werk van de stagiair bestaat dit keer uit het archiveren van werkstukken. En om er zeker van te zijn dat hij het goed doet, leest hij ieder werkstuk aandachtig door. Een leergierige jongen blijkbaar, maar niet vooruit te branden. Hij hoest en snuit zijn neus. ‘s Middags werkt hij zijn eigen schooladministratie bij en speelt wat met zijn mobiele telefoon. We informeren of hij het wel leuk vindt en of hij de werkzaamheden begrijpt. Ja hoor, gaat prima.

Donderdag krijg ik een sms dat hij weer naar de dokter gaat en dat hij er om kwart voor tien zal zijn. Twee uren later zal hij bedoelen, want het loopt al tegen twaalven als hij eindelijk binnenkomt. En die vrijdag is het elf uur als hij bedaard achter het bureau plaatsneemt. Verontwaardigd vertel ik hem dat ik hem om half negen verwacht en niet om elf uur. Met een vage handbeweging wijst hij naar buiten en mompelt iets over bussen, gladheid en sneeuw. De wegen zijn brandschoon.

Onzin, er ligt geen sneeuw meer op de wegen. En waarom reageerde je niet op mijn sms?

Ik zet mijn mobiel altijd uit in de bus.

Mijn neus, dat ding zit vastgeplakt aan zijn hand! Ik zeg hem dat het zo niet langer gaat en dat we hem voortaan stipt op tijd verwachten.

Week 4

Dit keer belt zijn broer op om te vertellen dat onze stagiair ziek is; het geplande evaluatiegesprek met de stagebegeleider kan niet doorgaan. Hij heeft deze week één dag ‘gewerkt’. Eigen initiatief is er niet bij, alles moet letterlijk voorgekauwd worden – en dan ook nog meerdere malen. Mijn collega pakt hem ook nog eens aan.

Week 5

Wederom geen stagiair op woensdag. Maar wie verschijnt er donderdag, de dag van het evaluatiegesprek? En maar een kwartier te laat? Juist ja, je raadt het al. Toch nemen we afscheid: hij hoeft niet meer terug te komen.

Maar het waren twee fantastische dagen!

De stagebegeleider vindt het vreselijk dat de eerste kandidaat het zo heeft laten afweten en vraagt om een herkansing. Zij kunnen wel degelijk prima stagiaires leveren! Kandidaat nummer twee zal veel beter zijn, vlot en betrouwbaar. We zijn benieuwd.

Om 12 uur wordt de nieuwe kandidaat verwacht. Het is een vrouw dit keer. De receptie zit klaar om haar op te vangen en een collega neemt voor mij waar zodat ik bij het sollicitatiegesprek aanwezig kan zijn. Mijn vragen zijn gericht op assertiviteit, stiptheid en pro-activiteit. De klok tikt.

Het is 12.00 uur…
Het is 12.05 uur…
Het is 12.10 uur…

Ik bel de receptie even om te vragen of ik misschien hun telefoontje heb gemist, maar nee.

Het is 12.15 uur…

en ik houd het niet meer uit. Ik ga bellen! Rechtstreeks naar de potentiële stagiaire. Een slaperige stem geeft antwoord als ik zeg:

Dag, je spreekt met Marion Driessen van Avans Hogeschool. We wachten al een kwartier op jou voor je sollicitatiegesprek. Mag ik vragen waar je blijft?

De andere kant reageert verbaasd en schor met:

Oh, heb ik dat dan niet doorgegeven?

Wat heb je doorgegeven?

De week voor de carnaval? Ik heb mijn e-mail niet meer bekeken.

Waar heb je het over?

Eh, ik ben ziek. O ja, ik heb trouwens al een andere stageplek gevonden.



Ik vind mijn stem weer terug en hang op. Met stomheid geslagen staar ik naar de hoorn. Beter, vlotter en betrouwbaarder?

Of er ooit nog een stagiaire komt, is op dit moment niet bekend.

Maar het waren twee fantastische minuten!

Geplaatst in Columns, Cultuur, Gezondheid

Comazuipen

Lang, lang geleden, toen ik nog piepjong was, was alcohol hoofdzakelijk iets voor (jong) volwassenen. Mijn oma nam wel eens een advocaatje, met slagroom. Of een glaasje wijn. Mannen dronken bier, cognac, jenever of whisky. Onderin de kast van mijn ouders stonden flessen met alcoholische dranken – die daar trouwens nog steeds staan. Stiekem proeven bracht niet veel plezier: het spul was veel te sterk. Toen ik ging stappen, dronk de groep waarmee ik uit ging wel eens Ballantines, maar dat was toch wel uitzonderlijk. Tegenwoordig is het drinken van sterke drank veel normaler. Vooral mix-drankjes zijn erg populair. De jeugd gaat eerst indrinken bij iemand thuis, en dan blijft het niet bij een biertje.

Drinken is iets dat door de eeuwen heen gebeurde. Bij de Grieken begon een drinkgelag na een feestmaal. Zo’n drinkgelag was een samenkomst van meerdere personen, die gepaard ging met een grote of overmatige alcoholconsumptie. Wie de meeste (aangelengde) wijn dronk en wakker bleef, won een taart. Hierbij waren trouwens alleen mannen aanwezig. De Romeinen namen dit gebruik over, maar voegden er vrouwen aan toe. Perzen waren al helemaal jolige mensen: zij vergaderden twee keer over een besluit: één maal dronken en één maal nuchter! De in dronkenschap genomen besluiten konden in nuchtere toestand worden herzien. In het Germaanse Walhalla dronken de goden trouwens ook stevig door. En ook in de Middeleeuwen daagde men elkaar uit om geheel beschonken onder de tafel te belanden. Je mocht blij zijn als je deze wedstrijden overleefde.

Drankmisbruik is dus blijkbaar niets nieuws. Er bestaan verschillende vormen van excessieve alcoholconsumptie. Zo zijn daar bijvoorbeeld de flatrate-parties, waar een drankje niet veel of zelfs helemaal niets kost, maar waar de entree duur is. Of de bekende drankspelletjes, waarbij de verliezer (of de winnaar) een glas achterover moet slaan, soms in één keer. Wat wel redelijk nieuw is, is het comazuipen onder jongeren, meiden en jongens eender. We hebben het hier over kinderen tussen de 12 en 17 jaar! Ze drinken wodka, tequila en whisky, breezers en shotjes – vaak door elkaar – tot ze er letterlijk bij omvallen.

Bewusteloosheid door drankmisbruik. Een avondje stappen dat eindigt in het ziekenhuis. In 2012 loopt het aantal jeugdigen met alcoholvergiftiging dat behandeld wordt door een kinderarts tegen de duizend. In werkelijkheid zijn er waarschijnlijk nog meer comazuipers. En het aantal is stijgende. Ze zijn gemiddeld drie uren buiten bewustzijn, sommigen twee volle dagen. De jongste comazuiper in Nederland was pas 10 jaar…

Tieners die laveloos en compleet van de wereld op de grond liggen, draden speeksel en braaksel langs hun kin. Hoe lang het woord comazuipen bestaat weet ik niet, noch wanneer het fenomeen voor het eerst opdook, maar deze manier van drinken raakt kant noch wal. Je vol laten lopen binnen een zeer korte tijd om stoer te doen, terwijl je lichaam dit niet aan kan. Wedstrijdjes houden. Ik vind het afschuwelijk. Ze genieten er niet eens van, zijn zo ziek als een hond. Als een ambulance moet komen omdat je geen maat weet te houden, waar ben je dan mee bezig?! Ambulances zijn voor mensen in levensgevaar. Voor ongelukken en aandoeningen. Niet voor jongeren die zich laveloos vol laten lopen en niet meer weten dat ze op de wereld zijn.

Nog heel even en dan barst het carnaval los in de zuidelijke helft van Nederland. Hossen en lachen op muziek en drank. Voor de liefhebbers is het één groot gezellig feest. Laten we het vooral zo houden en onze jeugd niet laten verdrinken in een poel van bier en shotjes. Want het wordt veel te koud voor drenkelingen.

Geplaatst in Columns, Compassie, Expressief, Foto

Vertrouwen

 Het is druk in de kroeg. Met ervaren hand zet de ober een bord, gevuld met een dikke dampende stew, voor de man neer. Een mandje met brood en boter staat ernaast. Zijn vrouw kijkt naar haar dubbele hamburger en dikke frieten. ‘Chips’ worden die hier genoemd. De Guinness verdwijnt als sneeuw voor de zon, cheers! Het is lunchtijd in Dublin.

Aan de andere kant van het café zitten vier jonge mannen aan een tafel en bestuderen het menu. Wat de soep is, vraagt een van hen. Bouillon, antwoordt de gevatte ober, meestal gemaakt van vlees en groenten. De anderen lachen. Just kidding! De soep van de dag blijkt groentesoep te zijn.

Naast mij ligt een baby van een half jaar te slapen op de bank, als een roos, uitgeteld na de vermoeienissen van de ochtend. Hij is pas zes maanden, vertelt de trotse moeder, en mijn oudste is drie jaar. Het jongetje zit in de leren fauteuil tegenover ons en neemt kleine hapjes van zijn hamburger. Niet het broodje of de sla, alleen het vlees. Ik laat hem maar, zegt ze, hij is ook moe en dan eet hij in ieder geval iets. Ik knik begrijpend en lach naar het kind. Verlegen draait hij zijn hoofd om. Ze zijn net aangekomen vanuit Belfast, na drie uren reizen. De vrouw komt oorspronkelijk uit Londen en is voor haar werk naar Ierland verhuisd. Dublin is haar favoriete stad – na Belfast dan – en ze is hier al vaker geweest. Bij de buren worden de glazen nog eens bijgevuld. Ook wij laten het ons goed smaken.

De vrouw begint haar spullen bij elkaar te zoeken. Ze gaat weer verder, zegt ze, naar het hotel. De baby is inmiddels wakker en observeert met grote ogen de bedrijvigheid. Natuurlijk kan ik het niet laten om even gek te doen. Hij lacht zoals alleen baby’s kunnen lachen, uitbundig en helemaal blij. Vakkundig wordt hij door zijn moeder in een soort skipak gepropt, de armpjes onwillig, maar het lukt haar toch. Compleet dicht geritst wordt de kleine in de wandelwagen gezet. Die zal het straks niet koud hebben!

Wil jij even op hem passen, vraagt ze me, dan kan ik met de oudste even naar het toilet? Automatisch knik ik en zeg dat niemand bij haar kindje zal komen. Ze draait zich om en loopt weg, de trap af naar de damestoiletten, mij enigszins verwilderd achterlatend. Daar zit ik dan, met een baby. Zelfs haar tas hangt nog aan de buggy.

Tegenstrijdige gedachten flitsen door mijn hoofd. Het is een eer om even op dat kleintje te mogen passen. Maar ik ben ook perplex en verontwaardigd. Dat doe je toch niet, je kind alleen laten in een café? Wat is dat voor een onverantwoordelijke moeder? Stel je voor dat ik kwaad in de zin had. Ik zou mijn spullen kunnen pakken, de wandelwagen naar buiten rijden en weglopen met de baby. Wie laat nou toch zijn kind achter bij een wildvreemde?

DSC_3444

Dan ineens verandert de verontwaardiging over haar gedrag in beschaming over mijn eigen gedachten. Ben ik echt al zo gewend aan misdrijven uit het nieuws, dat kidnapping mogelijk lijkt, hier, in deze gezellige pub? En ik lach, verwonderd en trots op het vertrouwen dat deze vrouw mij schenkt. Haar verzoek was intuïtief en natuurlijk, moeders onder elkaar. Vijf minuten later komt ze terug en nemen we afscheid. Een vluchtige ontmoeting, die een diepe indruk op me achterlaat

Vertrouwen. Wat een mooie gedachte om het nieuwe jaar mee in te gaan.

Geplaatst in Columns, Cultuur, Korte verhalen, Natuur, Nieuws

Het Maya 2012 fenomeen. Hype of…?

Helaas mensen, over twee weken gaan we eraan! De hele boel gaat naar de bliksem, en wel op 21 december, hooguit twee dagen later. We hebben ons lang genoeg hierop kunnen voorbereiden, want de Maya’s hebben dit al duizenden jaren geleden voorspeld! Tenminste, dat is wat je zóu kunnen afleiden uit hun oude inscripties. De laatste jaren is er een regelrechte hype ontstaan over december 2012.

De oude Maya kalender bestaat uit perioden van 394 jaren, de zogenaamde baktuns. De Maya’s stelden de schepping van de wereld op 13.0.0.0.0 (13 b’ak’tun, 0 k’atun, 0 tun, 0 winal, 0 dagen), 11 augustus 3114 voor Christus volgens onze jaartelling. Het getal 13 had een speciale betekenis voor dit oude volk, en de 13e b’ak’tun loopt af op 21 december 2012; dan staat de kalender weer op 13.0.0.0.0.

Betekent dit het einde van de wereld? De aarde, zon en maan zullen die dag op één lijn staan, waardoor het heelal een zwart gat zou kunnen vormen waarin de aarde zal verdwijnen. Of wordt het een keerpunt in het leven zoals we het nu kennen, een nieuw tijdperk van menselijke groei en bewustzijn? Misschien is de kalender gewoon op en wordt het tijd voor een nieuwe? De Maya’s spraken zich hier niet duidelijk over uit. Zelfs de datum 21 december is niet ‘hard’ en kan op meerdere manieren berekend worden. Volgens andere wetenschappers ligt het einde van de Maya kalender in 2220, of zelfs op 1 oktober 4772!

Toch zijn veel mensen ervan overtuigd dat eind december iets vreselijks zal gebeuren. Het magnetisch veld van de aarde draait om; er zullen zonnestormen losbreken die uiteindelijk leiden tot het einde der mensheid. Anderen denken eerder aan desastreuse natuurrampen dichter bij huis, zoals droogte of het uitbreken van een ziekte.

Zomaar wat voorspellingen over 2012:

  • Er zal een stijging zijn in het aantal natuurrampen zoals aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, overstromingen etc. > Niet echt iets nieuws dus, natuurrampen zijn onderhand aan de orde van de dag. Maar of ze echt vaker voorkomen dan vroeger durf ik niet te zeggen. Kent iemand de statistieken?
  • Er zal in de komende jaren een enorme machtsstrijd komen tussen het leger, overheden etc. > Ook dit zien we dagelijks om ons heen: overal waar je kijkt zijn oorlogen, op grote of kleinere schaal. 
  • Het bankensysteem zoals we het kennen zal instorten. > De wereldwijde crisis? 
  • Alle nieuw geboren kinderen zullen waarschijnlijk telepathisch begaafd zijn vanaf de geboorte. Ze zullen hoogst intelligent zijn, enorm intuïtief en de spirituele leiders van de toekomst zijn. > Ik ben benieuwd of die laatste opmerking ook waar zal blijken te zijn. Nieuwe ouders, bereid je maar voor op je telepathisch kroost en geloof met heel je hart in Sinterklaas en de Kerstman. Anders zal het inderdaad het einde betekenen… van deze mooie tradities.

Zoals je ziet is een aantal van deze voorspellingen zeer aannemelijk, en dat zou betekenen dat het einde der wereld al in volle gang is. Een groep mensen is inmiddels echt verhuisd vanwege deze voorspelling, naar Tsjechië of naar Afrika, in ieder geval naar een hooggelegen stuk land. Op de vlucht geslagen? Anderen maken hun spaargeld op ‘omdat je er na 2012 toch niets meer aan hebt’. En dit alles vanwege een hype? Komt u maar!

Wat precies gaat gebeuren op 21 december weet ik ook niet. De Maya’s hebben zeker voorspellingen gedaan van geschiedkundige cyclische aard, vastgelegd op vele oude monumenten. Ze keken vanuit het verleden vooruit naar de toekomst. Maar die toekomst hield voor hen niet op in 2012, die liep nog veel verder door. Ik hoop dus echt dat we naar een ander tijdperk gaan, eentje waarin we bewuster en met meer respect met elkaar en met de aarde omgaan.

Je nu vreselijk druk maken heeft geen enkele zin meer, als die datum echt het einde van de wereld betekent. Dan kunnen we er maar beter nog twee weken lang het beste van maken. Bovendien: de huidige Maya’s weten zelf niets van het einde der wereld! En als iemand het zou moeten weten, zijn zij het. Toch?

Geloof jij al die onheilspellende berichten? En ga je de komende twee weken iets extra’s doen?

Geplaatst in Columns, Persoonlijk

De Juiste Studie?

Het is herfst. Seizoen van regen en vallend blad. De kleuren zijn prachtig: vlammend rood wisselt af met zonnig geel en pompoen-oranje. Ze zijn te fantastisch om te kunnen beschrijven. In dit jaargetijde komen ook veel depressies over drijven. Donkere wolken trekken zich samen en dreigen los te barsten. Hangende donderkoppen, hangende hoofden. Alles lijkt grauw en troosteloos. De zon laat zich niet zo vaak zien, dus zoeken we haar vaker binnen, vinden verlichting in kaarslicht.

Ook bij Avans vallen ze – soms bij bosjes – de studenten. Na een periode vol nieuwe ervaringen en indrukken en het wennen aan het studentenleven, wringt de werkelijkheid zich vastbesloten een weg naar voren. Is dit wat ik wil? Komen mijn verwachtingen uit? Zijn mijn inspanningen in verhouding tot het plezier dat ik uit deze studie haal? Ben ik dit? Studenten twijfelen. Over hun keuze om te gaan studeren. Het is bij nader inzien toch wel erg zwaar. Over hun keuze voor de opleiding. Voor de klas staan is helemaal niet zo leuk als ik dacht. Studeren is niks, ze gaan veel liever werken, of het buitenland lonkt met half geloken ogen.

Voor de opleidingen heeft het eveneens gevolgen. Hoeveel zijn er afgevallen? Kunnen er groepen  samengevoegd worden? Handig voor het lesrooster en de belasting van docenten – minder groepen betekent immers minder lesgeven en meer rust om andere dingen te doen – maar het is altijd een beetje triest om het enthousiasme en (zelf)vertrouwen te zien wegebben bij een student die de prachtigste tijd van zijn of haar leven kan hebben.

In het hoger onderwijs is 1 februari een belangrijke datum. Stop je met je studie voor dit ijkpunt, dan krijg je eventueel nog de helft van je collegegeld terug en hoef je de ontvangen studiefinanciering niet terug te betalen. Je herkent de studenten die willen stoppen al snel. Huilend, in paniek, verdwaasd, gelaten. Kan ik iemand spreken? Ik MOET nu iemand spreken want ik zie het niet meer zitten. Een enkele keer kun je het voor ze oplossen. Je verwijst hem/haar door naar de studieadviseur, of naar de decaan. Schakelt een studieloopbaanbegeleider in die de student goed kent. Maar meestal kun je er niets aan doen en is het een gegeven, het zij zo.

Het zij zo… tot je eigen zoon laat weten dat hij twijfelt. Dat hij zijn opleiding ‘veel te sociologisch en maatschappelijk’ vindt in plaats van medisch. Dat hij het helemaal niet ziet zitten om met deze ‘onzin’ verder te gaan. Dan bezie je de situatie ineens met heel andere ogen. Vroeger was switchen van studie niet zo’n ramp. Zestien jaar student-zijn kwam vaker voor. Maar met de huidige ontwikkelingen ziet het er niet rooskleurig uit. De OV-jaarkaart van de baan in 2015, de basisbeurs die verdwijnt. En hoe moet het nu met die kamer in Maastricht? Zoekt hij daar een baan om de tijd tot het volgende studiejaar te overbruggen, zodat hij in dat gezellige studentenhuis bij zijn vrienden kan blijven? Of komt hij terug naar huis? En die baan, zo gemakkelijk is dat allemaal niet. Die liggen niet voor het oprapen, zelfs als je goed zoekt. Zoveel zaken waar opnieuw over nagedacht moet worden, zaken die geregeld moeten worden.

Maar er zijn ook voordelen: hij heeft nu alle tijd om naar een passende studie te zoeken, eentje die hij écht wil. En hij kan nog alle kanten op. Misschien wordt hij wel brandweerman. Game-designer. Dokter. Of astronaut!

Heb je zelf wel eens getwijfeld aan je studie? Of worstelde je kind hiermee? Ik hoor het bijzonder graag.